Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2014

Hierbij stuur ik u mijn reactie op de mail van de heer O. die op 16
april aan uw commissie is gestuurd. In zijn mail uit de heer O. zijn
ongenoegen over de kosten van het eigen risico die hij jaarlijks in
één keer moet betalen. Hij geeft hierbij aan dat hij in 2014 een
rekening heeft gehad voor het eigen risico uit 2013 en twee rekeningen
voor het eigen risico in 2014.

Met het eigen risico wordt onder andere een financieringsverschuiving in
de zorg beoogd. Dat betekent dat verzekerden die gebruik maken van zorg
iets meer betalen dan de verzekerden die geen gebruik maken van zorg. Op
deze manier wordt de solidariteit tussen gezonde en ongezonde
verzekerden gehandhaafd. Gezonde mensen betalen immers een hoge premie
zonder zelf gebruik te maken van de zorg. Ook draagt het eigen risico
mee aan de kostenbewustzijn van de verzekerde. De verzekerde krijgt via
zijn eigen risico meer inzicht in de kosten van de zorg. Een lagere
eigen bijdrage zoals de heer O. voorstelt zal de
financieringsverschuiving kleiner maken en het kostenbewustzijn
verminderen. Overigens zal het afschaffen van het verplicht eigen risico
ook betekenen dat we meer collectief en minder individueel zullen
betalen. Dit zal dan een stijging van de zorgpremie tot gevolg hebben.

Nu begrijp ik dat het voor de heer O. uitermate vervelend kan zijn als
hij in één keer 3 rekeningen voor het eigen risico binnen krijgt. Dit
heeft te maken met de doorlooptijd van een jaar voor een aantal DBC’s.
Hierdoor kan het voorkomen dat de rekening van het eigen risico ruim een
jaar later pas binnen komt. In het geval van de heer O. heeft dit geleid
tot drie verschillende rekeningen voor het jaar 2013 en 2014 die op
hetzelfde moment binnen komen. Indien het voor de heer O. niet mogelijk
is om de rekeningen in één keer te betalen raad ik hem aan om contact
op te nemen met zijn zorgverzekeraar. Veel zorgverzekeraars bieden uit
coulance een betaalregeling voor het eigen risico aan. 

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers