33991 NR inzake Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008 omtrent verplichtingen voor aanbieders van programmadiensten
Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008 omtrent verplichtingen voor aanbieders van programmadiensten
Nader rapport
Nummer: 2014D27240, datum: 2014-07-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2014Z13575:
- Indiener: H.G.J. Kamp, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2014-09-02 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-09-09 16:00: Procedurevergadering. (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2014-09-24 12:00: Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008 omtrent verplichtingen voor aanbieders van programmadiensten (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2014-10-30 10:00: Procedurevergadering. (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2014-11-06 10:14: Hamerstuk: Wijziging van de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008 omtrent verplichtingen voor aanbieders van programmadiensten (33991) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
‘s-Gravenhage, 14 juli 2014
Aan de Koning
WJZ / 14116896
Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet en de Mediawet 2008 omtrent verplichtingen voor aanbieders voor programmadiensten
=========================================================
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 20 juni 2014, nr. 2014001203, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
9 juli 2014, nr. W15.14.0201/IV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik moge U verzoeken, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Economische Zaken,