Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2014

Met uw brief van 4 juli 2014 verzoekt u mij te reageren op een brief van
mevrouw S.V. L. van 13 juni 2014 over een conflict tussen haar en de St.
Jozef mavo te Vlaardingen over de schorsing van haar dochter S. 

Het schorsen van leerlingen moet worden gemeld bij de Inspectie van het
Onderwijs. Ik heb de inspectie dan ook hierover benaderd. Door de
zomervakantie kon de inspectie niet het volledige verhaal boven water
krijgen.

De inspectie heeft mij gemeld dat er sprake was van een formele
schorsing van enkele dagen op grond van artikel 13 van het
Inrichtingsbesluit WVO (IB) en van een voorgenomen besluit door het
schoolbestuur tot verwijdering van de leerling aan het eind van het
schooljaar (artikel 14 IB). Op 13 mei 2014 heeft de directeur van de
school mevrouw L. schriftelijk gemeld dat er een onoverkomelijke
vertrouwensbreuk is ontstaan en het bestuur zich genoodzaakt ziet de
dochter van mevrouw L. te verwijderen van deze school. Tevens is
aangeboden te helpen bij het zoeken van een nieuwe school en dat tot die
tijd invulling wordt geven aan “onderwijs op afstand”. Dit houdt in
dat de leerling de lessen niet mocht volgen in de lokalen waar haar
medeleerlingen les kregen. Dit is door mevrouw L. uitgelegd als een
schorsing.

Nieuwe gesprekken tussen school en moeder hebben er uiteindelijk toe
geleid dat de voorgenomen verwijdering is ingetrokken. Inmiddels heeft
de school de inspectie gemeld dat de klacht van de moeder is ingetrokken
en dat de dochter in het nieuwe schooljaar haar opleiding afrondt op een
andere school. Wel is de school (bestuur en directie van de St Josef
mavo) aangesproken over het niet en te laat informeren/betrekken van de
inspectie.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker