[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33978, bijgewerkt t/m nr. 13 (DerdeNvW d.d. 15/10/2014)

Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van de bezoldiging van een minister (Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2014D35865, datum: 2014-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z12407:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (DerdeNvW d.d. 15/10/2014)



	33 978	Aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het
wettelijke bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van de bezoldiging van
een minister (Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het
wettelijke bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen in de publieke en
semipublieke sector, zoals neergelegd in de Wet normering bezoldiging
topfunctionarissen publieke en semipublieke sector,  te verlagen van
130% naar 100% van de bezoldiging van een minister;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.9 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

2. Onverminderd de artikelen 2.11 en 3.8, kunnen bij algemene maatregel
van bestuur inkomensbestanddelen worden aangewezen die geen onderdeel
van de bezoldiging vormen, indien sprake is van incidentele
inkomensbestanddelen die voortvloeien uit reguliere arbeidsvoorwaarden
en die redelijkerwijs niet als bezoldiging aangemerkt behoren te worden.


B

Artikel 2.1, vierde lid, komt te luiden:

4. In geval de functie van topfunctionaris in een periode van achttien
maanden voor meer dan twaalf maanden wordt vervuld anders dan op grond
van een dienstbetrekking, komen partijen met ingang van de eerste dag
van de dertiende maand  in de periode van achttien maanden geen
bezoldiging overeen die per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale
bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3. Het tweede en derde lid zijn van
overeenkomstige toepassing. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden regels gesteld over de maximale bezoldiging voor het
geval de functie van topfunctionaris in een periode van achttien maanden
voor maximaal twaalf maanden wordt vervuld anders dan op grond van een
dienstbetrekking. 

C

In artikel 2.2, eerste lid, wordt ‘vijf, onderscheidenlijk 7,5
procent’ vervangen door: tien, onderscheidenlijk vijftien procent. 

D

	Artikel 2.3 komt te luiden:

Artikel 2.3

	1. De bezoldiging van een topfunctionaris bedraagt per kalenderjaar ten
hoogste € 178.000,-. 

	2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt telkens per 1 januari
van elk jaar bij ministeriële regeling aangepast aan de ontwikkeling
van de contractuele loonkosten voor de overheid zoals deze in het jaar
van vaststellen van de ministeriële regeling voor het daaraan
voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek is
vastgesteld, en wordt afgerond op een duizendvoud in euro’s. 

	3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt niet op grond van het
tweede lid gewijzigd, indien de toepassing van het tweede lid niet leidt
tot een verhoging van het bedrag. 

	4. De ministeriële regeling, bedoeld in het tweede lid, wordt bekend
gemaakt vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de wijziging
betrekking heeft.

Da 

	Artikel 2.5 komt te luiden:

Artikel 2.5

	Onze Minister wie het aangaat en Onze Minister kunnen gezamenlijk bij
ministeriële regeling, in overeenstemming met het gevoelen van de
ministerraad, voor een of meer functies van topfunctionarissen bij een
rechtspersoon of instelling een maximum vaststellen dat hoger is dan de
maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, indien de bijzondere
arbeidsmarktomstandigheden een hoger bedrag rechtvaardigen, doch niet
hoger dan de maximumbezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid,
zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding
van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT.

E

Artikel 3.1, vijfde lid, komt te luiden:

5. In geval de functie van topfunctionaris in een periode van achttien
maanden voor meer dan twaalf maanden wordt vervuld anders dan op grond
van een dienstbetrekking, komen partijen met ingang van de eerste dag
van de dertiende maand in de periode van achttien maanden geen
bezoldiging overeen die per kalenderjaar meer bedraagt dan het door Onze
Minister wie het aangaat voor dat jaar vastgestelde bedrag. Het derde en
vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing. Bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de maximale
bezoldiging voor het geval de functie van topfunctionaris in een periode
van achttien maanden voor maximaal twaalf maanden wordt vervuld anders
dan op grond van een dienstbetrekking. 

F

In artikel 3.2, eerste lid, wordt ‘vijf, onderscheidenlijk 7,5
procent’ vervangen door: tien, onderscheidenlijk vijftien procent. 

Fa

	In artikel 7.2 wordt ‘vijf jaar’ vervangen door: drie jaar.

G

Artikel 7.3 wordt gewijzigd als volgt:

	

1. In het eerste lid wordt na ‘artikel 2.3’ ingevoegd: , zoals dit
artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet
verlaging bezoldigingsmaximum WNT. 

2. In het vierde lid wordt ‘Indien’ vervangen door ‘Indien de Wet
verlaging bezoldigingsmaximum WNT in werking treedt of’, wordt ‘de
ministeriële regeling’ telkens vervangen door ‘die wet of de
ministeriële regeling’ en wordt aan het eind van de eerste volzin
onder vervanging van de punt door een komma de volgende zinsnede
toegevoegd: tenzij op grond van het eerste tot en met vijfde lid reeds
eerder een periode van ten hoogste vier jaar is aangevangen. 

3. In het elfde lid wordt onder vervanging van de punt door een komma de
volgende zinsnede toegevoegd: tenzij de wijziging betrekking heeft op
een bezoldiging die niet hoger is dan de maximale bezoldiging, bedoeld
in artikel 2.3, onderscheidenlijk het bedrag, bedoeld in artikel 3.3,
dan wel het krachtens artikel 2.6 van toepassing zijnde bedrag, zoals
deze golden met ingang van 1 januari 2013. 

H

Na artikel 7.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3a  

1. Indien op grond van artikel 7.3, zoals dat artikel luidde op de dag
voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT een hogere bezoldiging was toegestaan dan de
maximale bezoldiging van artikel 2.3 dan wel het op grond van een
ministeriële regeling als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, artikel
2.7, tweede lid of artikel 2.8, geldend bedrag, en dat bedrag
gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT of overeenkomstig artikel 7.4, tweede lid, wordt
verlaagd, wordt in artikel 7.3, negende lid, voor ‘het voor de
rechtspersoon of instelling geldende maximum’ of ‘het geldende
maximum’ telkens gelezen: het op de dag voorafgaande aan de
inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT voor de
rechtspersoon of instelling geldende maximum. 

	2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, wordt na het verstrijken
van de periode van drie jaar, bedoeld in artikel 7.3, negende lid, de
bezoldiging in een periode van twee jaar teruggebracht naar het voor de
rechtspersoon of instelling geldende maximum.  Met ingang van het eerste
jaar wordt de bezoldiging verlaagd naar het op de dag voorafgaande aan
de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT voor de
rechtspersoon of instelling geldende maximum. In het tweede jaar
bedraagt de verlaging de helft van het verschil tussen het op de dag
voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT geldende maximum en het geldende maximum. 

	3. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van de in artikel 2.2
bedoelde leden, onderscheidenlijk voorzitters van de hoogste
toezichthoudende organen.

I

Artikel 7.4 komt te luiden:

Artikel 7.4

1. Indien de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT met ingang van 1
januari 2015 in werking treedt, kan, in afwijking van artikel 2.6,
eerste lid, of artikel 2.7, tweede lid, Onze Minister wie het aangaat de
ministeriële regeling tot vaststelling van de bedragen, bedoeld in
artikel 2.6, eerste lid, en artikel 2.7, tweede lid, met betrekking tot
het kalenderjaar 2015, uiterlijk in december 2014 vaststellen. 

2. Indien Onze Minister wie het aangaat niet voor 1 januari 2015 de
bedragen, bedoeld in het eerste lid, voor het kalenderjaar 2015 heeft
vastgesteld, dan blijven, in afwijking van artikel 2.6, eerste lid, en
artikel 2.7, tweede lid, de bedragen die Onze Minister wie het aangaat
krachtens die artikelen heeft vastgesteld voor het kalenderjaar 2014,
van kracht voor het kalenderjaar 2015, ook indien deze bedragen hoger
zijn dan het wettelijke bezoldigingsmaximum, bedoeld in artikel 2.3.   

J

	Na artikel 7.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.4a

	1. Zolang de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen
2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid, nog niet in werking is getreden,
blijven deze wet en de daarop rustende bepalingen, zoals deze luidden op
de dag voor de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum
WNT, van toepassing ten aanzien van topfunctionarissen die hun functie
vervullen anders dan op grond van een dienstbetrekking.

	2. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid,
worden regels gesteld over het overgangsrecht ten aanzien van
voorafgaande aan de inwerkingtreding van de algemene maatregel van
bestuur tussen partijen overeengekomen bezoldigingen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. Bij dat besluit kunnen de in artikel  I, onderdeel D, genoemde
bedragen overeenkomstig dat onderdeel worden gewijzigd. 

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1