Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2014

Op 3 oktober 2014 heeft uw Kamer een brief van de moeder van een student
aan mij doorgestuurd. In de brief wordt beschreven dat de betreffende
student een schuld heeft van ca. 1000 euro als gevolg van het ten
onrechte in bezit hebben van een studentenreisproduct. De schrijfster
geeft aan dat de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) haar niet kan
informeren over de grondslag voor deze schuld en verzoekt u een deel van
de vordering kwijt te schelden. 

Het reisproduct wordt toegekend in de vorm van prestatiebeurs. Voor een
opleiding in het hbo en aan de universiteit hebben studenten recht op
een studentenreisproduct gedurende de nominale studieduur + 1
uitloopjaar. Zodra deze termijn voorbij is, vervalt het recht op het
studentenreisproduct. Een student is op dat moment zelf verantwoordelijk
voor het tijdig stopzetten van het reisproduct. Dit kan bij een
ophaalautomaat van het openbaar vervoer.

DUO informeert studenten op verschillende manieren over de verplichting
het reisproduct tijdig stop te zetten: 

indien de einddatum van de studie bij DUO bekend is, wordt de student in
oktober of november van het daaraan voorafgaande jaar in een brief
gewezen op de verplichting het reisproduct tijdig stop te zetten;

een maand voordat het reisproduct stopgezet moet worden, ontvangt de
student daarover (nogmaals) bericht;

studenten die hun studiefinanciering via MijnDUO stopzetten, krijgen
direct een melding dat het reisproduct stopgezet moet worden bij een
ophaalautomaat. Ook in de bevestigingsmail van MijnDUO staat de oproep
tot stopzetten bij een ophaalautomaat;

DUO zendt maandelijks een tweet (twitter) richting de DUO-volgers met
daarin de oproep het studentenreisproduct tijdig te stoppen bij een
ophaalautomaat;

de openbaarvervoerbedrijven hebben op websites en in folders informatie
opgenomen over de verplichting om het reisproduct tijdig stop te zetten;

de wijze van stopzetten wordt duidelijk uitgelegd op duo.nl en
studentenreisproduct.nl.

Het stopzetten van het studentenreisproduct moet gebeuren vóór de
vijfde werkdag van de eerste maand dat een student er geen recht meer op
heeft. Als een student zijn studentenreisproduct niet zelf stopzet,
blijft het ten onrechte op de ov-chipkaart staan. De student bouwt dan
een schuld op bij DUO van € 97,- per halve maand, die hij volledig
moet terugbetalen. 

DUO en de Regisseur Studentenreisrecht (RSR) zijn nagegaan wat zich bij
deze student heeft voorgedaan. 

Op 5 december 2013 heeft de betreffende student 1 september 2013 als
einddatum van zijn opleiding doorgegeven aan DUO. Dit heeft op 13
december 2013 geleid tot een intrekking van het recht op
studiefinanciering per 1 september 2013 en vervolgens tot meerdere
beschikkingen (als gevolg van het onterecht ontvangen van
studiefinanciering en onterecht bezit van het studentenreisproduct). 

Op 3 januari 2014 heeft de student het studentenreisproduct stopgezet
bij een ophaalautomaat. RSR heeft voor het overige geen meldingen of een
“Aanvraag correctie stopzetdatum” van de student ontvangen. In de
registraties van de Klantenservice OV-chipkaart zijn geen gegevens van
contacten met de student geregistreerd. Ook zijn er eerder dan januari
2014 geen pogingen tot stopzeten geregistreerd. Uit de gegevens van RSR
blijkt dat na september 2013, in tegenstelling tot hetgeen de
schrijfster beweert, wel degelijk is gereisd met het
studentenreisproduct. 

Op 27 april 2014 is door de student bij DUO een bezwaarschrift ingediend
tegen de beschikkingen van 24 december 2013 en 24 januari 2014. Dit
bezwaar is niet ontvankelijk verklaard vanwege het te laat indienen.
Overigens is in de beschikking op het bezwaarschrift wel uitleg gegeven
over het ontstaan en de hoogte van de vordering. Tegen de afwijzing van
het bezwaarschift is beroep ingesteld. De Rechtbank Midden Nederland
heeft op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is
daarin ongegrond geacht. 

Hiermee hoop ik u afdoende te hebben geïnformeerd.  

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker