Inbreng verslag schriftelijk overleg over het fiscale deel van de agenda van het algemeen overleg Eurogroep/Ecofin Raad (algemeen overleg d.d. 3 december 2014)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2014D44910, datum: 2014-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.J. Duisenberg, voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.F. Berck, griffier
Onderdeel van zaak 2014Z22068:
- Indiener: E.D. Wiebes, staatssecretaris van Financiƫn
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2014-12-03 14:00: Eurogroep/Ecofin Raad (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiƫn
- 2014-12-09 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-12-10 10:30: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2014-12-10 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014-2015 21501-07 Raad voor Economische en FinanciĆ«le Zaken Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ā¦ december 2014 De vaste commissie voor FinanciĆ«n heeft op 3 december 2014 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de staatssecretaris van FinanciĆ«n over het fiscale deel van de agenda van het algemeen overleg Eurogroep/Ecofin Raad (algemeen overleg d.d. 3 december 2014). De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van ā¦ december 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Duisenberg De griffier van de commissie, Berck I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA De leden van de PvdA-fractie bedanken de staatssecretaris voor zijn beantwoording van de vragen tijdens het algemeen overleg op 3 december 2014. De leden van de PvdA-fractie hebben nog enkele vragen met betrekking tot de innovatiebox, de inzet tegen belastingontwijking en de fiscale behandeling van extreem rijke personen in Europa. In Nederland is de innovatiebox zeer nauw verbonden aan het creĆ«ren van werkgelegenheid, de innovatiebox is immers alleen toepasbaar op zelf voortgebrachte immateriĆ«le activa. Kunt u een indicatie geven van de werkgelegenheid die samenhangt met de innovatiebox en de WBSO? Uit hoeveel van deze projecten volgt een patent? In juni 2013 heeft de toenmalige staatssecretaris een eerste evaluatie van de innovatiebox naar de Tweede Kamer gestuurd. Op dat moment bevond de regeling zich volgens de evaluatie nog in de opstartfase. In 2015 zou er opnieuw een evaluatie gedaan worden. Kunnen bij deze evaluatie ook buitenlandse patent-boxen meegenomen worden als vergelijking? Is er op dit moment zicht op wat de verschillen zijn in effect tussen de Nederlandse innovatiebox en vergelijkbare Europese regelingen? Duitsland staat bekend om zijn innovatieve MKB, en dan in het bijzonder de familiebedrijven, hoe wordt innovatie in Duitsland gestimuleerd? De leden van de PvdA-fractie zijn tevreden met het feit dat Nederland zich zal mengen in de kopgroep in de strijd tegen belastingontwijking. De staatssecretaris stelt terecht dat niet alle onderdelen in de brief van ItaliĆ«, Duitsland en Frankrijk steun van Nederland behoeven. Is de staatssecretaris het met de leden van de PvdA-fractie eens dat het beter is om in de kopgroep te onderhandelen dan om reeds gelanceerde plannen achteraf bij te moeten sturen? Is de staatssecretaris het met de leden van de PvdA-fractie eens dat er in de brief punten ontbreken die Nederland belangrijk vindt, zoals meer automatische gegevensuitwisseling en een constructievere houding richting ontwikkelingslanden? Welke stappen zullen er genomen worden om eerder betrokken te worden bij initiatieven in de strijd tegen belastingontwijking? Is de staatssecretaris het met de leden van de PvdA-fractie eens dat de discussie over belastingontwijking in Europa niet alleen gevoerd zou moeten worden met betrekking tot multinationals, maar net zo goed met betrekking tot extreem rijke individuen? Worden er door lidstaten geheime afspraken gemaakt met rijke individuen met betrekking tot hun belastingpositie? Waarom blijkt Londen bijvoorbeeld zoān grote aantrekkingskracht te hebben voor miljardairs? In Nederland kennen we de BelgiĆ«-route, als men een paar jaar in BelgiĆ« woont is men van zijn box-2-claim af. Zouden dit soort constructies niet ook in Europees verband aangepakt moeten worden? Is de staatssecretaris bereid belastingontwijking door rijke individuen ook Europees te agenderen? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP De leden van de fractie van de SP stellen voor dat de brief van Duitsland, Frankrijk en ItaliĆ« door de staatssecretaris aan de Kamer wordt toegestuurd, zodat deze onderdeel kan uitmaken van de Kamerstukken. Erkent de staatssecretaris dat de brief een oproep doet om verder te gaan dan waarover reeds afspraken zijn gemaakt? Wat stelt de staatssecretaris zich voor bij het aansluiten bij de Europese kopgroep van Duitsland, Frankrijk en ItaliĆ«? Zou de staatssecretaris bereid zijn de brief mede te ondertekenen? Zo nee, waarom niet? Kan de staatssecretaris zijn concrete bezwaren uitleggen en aangeven onder welke voorwaarden hij de brief wel zou ondertekenen? Kan de staatssecretaris bevestigen dat hij als kritiekpunt op de brief noemde dat er een oproep in zou staan tot een volledige harmonisatie van de vennootschapsbelasting (vpb). Waar in de brief staat dat? Doelt hij mogelijk op het komen tot āa set of common binding rules on corporate taxation to curb tax competition and fight aggressive tax planningā? Is de staatssecretaris het er mee eens dat dat wat anders is dan een harmonisatie van de vpb, zoals bijvoorbeeld de voorstellen voor de CCCTB? Staat er immers niet gewoon dat er samen afspraken moeten worden gemaakt om belastingconcurrentie terug te dringen en āaggressive tax planningā tegen te gaan? Is de staatssecretaris van FinanciĆ«n het daarmee eens? Is de staatssecretaris het eens met de voorstellen die worden gedaan met betrekking tot belastingparadijzen? Tenslotte danken de leden van de fractie van de SP de staatssecretaris voor zijn toezegging om zich hard te maken voor openbaarmaking van het rapport van de gedragscodegroep. Zij horen graag hoe hierop is gereageerd. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA De leden van de CDA-fractie zijn voorstander van een Europese antimisbruikbepaling, maar vinden het wel van groot belang dat duidelijk is wat er onder de antimisbruikbepaling valt en wat niet. Kan de staatssecretaris per bezwaar aangeven waarom de eerdere bezwaren van de Nederlandse regering tegen de algemene antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn, namelijk te ruime formulering, onduidelijke open normen en onzekerheid bij het internationaal opererend bedrijfsleven, nu niet meer van toepassing zijn? De leden van de CDA-fractie vragen de staatssecretaris aan te geven hoe de nieuwe anti-misbruikmaatregel zich naar zijn mening verhoudt tot fraus legis. Waar verwacht de staatssecretaris de verschillen? In welke gevallen gaat de nieuwe antimisbruikmaatregel verder dan fraus legis? Acht de staatssecretaris het gewenst dat de nieuwe antimisbruikmaatregel in de Moeder-dochterrichtlijn verder gaat dan fraus legis? Gaat de algemene antimisbruikbepaling naar de mening van de staatssecretaris ook reĆ«le activiteiten treffen, zoals een Europees hoofdkantoor? Wanneer is sprake van belastingbesparing als een van de hoofddoelen? Als de activiteiten van een non-EU-bedrijf in de EU-lidstaten worden vormgegeven via een Europese tussenholding op grond van zakelijke redenen en hiermee ook belasting wordt bespaard, is belastingbesparing dan Ć©Ć©n van de hoofddoelen? Zo ja, wat zouden de gevolgen dan zijn van de nieuwe antimisbruikmaatregel? Ontstaat er dan economisch dubbele belasting? Acht de staatssecretaris het wenselijk dat de nieuwe antimisbruikbepaling afwijkt van het arrest Cadbury Schweppes? Deelt de staatssecretaris de mening dat het wenselijk zou zijn als de nieuwe antimisbruikbepaling aan zou sluiten op dit arrest, omdat internationale bedrijven dan duidelijkheid hebben over de uitleg van de nieuwe bepaling? De staatssecretaris heeft aangegeven dat pas duidelijk wordt wat de grenzen zijn van de nieuwe antimisbruikmaatregel als de grenzen worden ingevuld door de Europese rechter. Waarom acht de staatssecretaris het wenselijk dat de grenzen van een nieuwe antimisbruikmaatregel pas duidelijk worden na jaren van procedures die tot aan het Europese Hof van Justitie gevoerd moeten worden? Waarom acht de staatssecretaris het wenselijk om in te stemmen met een nieuwe bepaling waarvan de grenzen nog compleet onduidelijk zijn? De leden van de CDA-fractie begrijpen de terughoudendheid en de beperkte mogelijkheden van de staatssecretaris om de inhoud van rulings, zijnde individuele afspraken met belastingplichtigen, met de Kamer te delen. Zij vinden het zeer positief dat de Nederlandse belastingdienst informatie over rulings gaat delen met buitenlandse belastingdiensten, voor zover dat nodig is voor de buitenlandse belastingheffing, en hopen dat buitenlandse belastingdiensten deze informatie ook zullen gaan delen met Nederland. De leden van de CDA-fractie vinden het ongepast dat de informatie over Nederlandse rulings wel gedeeld zal worden met het buitenland, maar niet met het Nederlandse parlement. Tevens zien deze leden dat het ongemakkelijk is dat de staatssecretaris niet kan reageren op uitlatingen in de media over de inhoud van individuele rulings. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om de leden van de Tweede Kamer, hetzij vertrouwelijk hetzij geaggregeerd, meer informatie te verschaffen over de inhoud van de rulings die de Belastingdienst afgeeft? Op welke wijze kan het Nederlandse parlement controleren of de inhoud van de Nederlandse tax rulings inderdaad binnen de grenzen van de wet blijft? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de appreciatie van de Moeder-dochterrichtlijn. Naar aanleiding van het genoemde punt brengen de leden van de PVV-fractie voornoemd het navolgende naar voren. De leden van de PVV-fractie zouden allereerst graag willen weten in hoeverre de antimisbruikmaatregel in de huidige vorm schadelijk is voor de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat. Deze leden willen tevens weten in hoeverre de antimisbruikmaatregel rechtsonzekerheid met zich meebrengt vanwege het gegeven dat er geen concrete richtlijnen zijn opgesteld. Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten of er plannen zijn om concrete richtlijnen voor de antimisbruikmaatregel op te stellen. Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat de voorgestelde maatregel de definitie van misbruik oprekt. Het kabinet verwijst in de brief naar het arrest-Cadbury Schweppes. Hierbij oordeelt het Hof van Justitie dat er slechts sprake kan zijn van misbruik, indien uitsluitend het verkrijgen van een fiscaal voordeel beoogd is. De voorgestelde maatregel gaat verder dan het Hof en stelt dat er ook sprake kan zijn van misbruik, indien niet uitsluitend een fiscaal voordeel beoogd is. De leden van de PVV-fractie zouden hierbij graag willen weten hoe het oprekken van deze definitie kan leiden tot onduidelijkheid over de belastingplicht en van invloed kan zijn op het Nederlandse vestigingsklimaat. Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie zich af of de voorgestelde maatregel tot gevolg kan hebben dat lidstaten de voordelen van de Moeder-dochterrichtlijn in een andere lidstaat kunnen ontzeggen aan de hand van een eigen interpretatie van de antimisbruikmaatregel om zo meer inkomsten te genereren. Deze leden willen graag weten of deze perverse prikkel bestaat en hoe deze wordt weggenomen. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks Openbaar register van uiteindelijke belanghebbenden De leden van de fractie van GroenLinks vragen van de staatssecretaris de toezegging dat hij, conform de aangenomen motie Klaver, zich in Europa inspant voor een volledig openbaar en dus voor iedereen toegankelijk register van uiteindelijke belanghebbenden. De staatssecretaris heeft tijdens het algemeen overleg gesproken over omstandigheden waarin hem openbaarheid van het register onverstandig lijkt. Kan de staatssecretaris verduidelijken onder welke omstandigheden hij van openbaarheid wil afwijken? De leden van de fractie van GroenLinks vragen de staatssecretaris of hij de opvatting deelt dat het uitgangspunt bij het register van uiteindelijke belanghebbende moet zijn āopenbaarheid, tenzij..ā en dat daar een ācomply or explainā principe op van toepassing moet zijn? Oftewel, dat indien overgegaan wordt tot geheimhouding, inzichtelijk moet zijn waarom daartoe besloten wordt? Innovatie box De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de bezwaren zijn van andere lidstaten om winsten die voortvloeien uit innovaties waarvoor een S&O verklaring is afgegeven, in de innovatiebox te laten vallen? Het Europese mediabureau Agence Europe bericht dat de Europese Commissie in de context van de code of conduct group de Nederlandse innovatiebox heeft geanalyseerd en tot de conclusie kwam dat deze tot een effectief belastingtarief van 5% leidt. Deelt de staatssecretaris de conclusie van de leden van de fractie van GroenLinks dat het wat overdreven lijkt om vanwege āonderzoeksactiviteitenā bedrijven te belonen met een winsttarief van slechts 5% in plaats van 25%? Vindt de staatssecretaris dit fiscaal voordeel in verhouding staan tot de belastingdruk voor niet innovatieve bedrijven die ook werkgelegenheid genereren? En wil de staatssecretaris aan dit fiscaal voordeel in ieder geval de eis koppelen dat de innovatie, onderzoek of ontwikkeling op zān minst in Nederland plaats vindt? CCCTB De leden van de fractie van GroenLinks erkennen dat het huidige voorstel voor een CCCTB op weinig steun kan rekenen in de Kamer. Ook de staatssecretaris geeft aan bedenking te hebben vanwege de voorgestelde verdeelsleutel. De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrip voor sommige bezwaren. Zij vragen de staatssecretaris echter of onvrede over de voorgestelde verdeelsleutel nou een goede reden is om tot in der lengte ter dagen de hakken in het zand te blijven zetten wanneer het gaat over een gemeenschappelijke grondslag? Erkent de staatssecretaris dat het vele malen constructiever en productiever zou zijn om in plaats daarvan de discussie in de Europese Unie op dit dossier te heropenen en zich ervoor in te spannen dat er een nieuw voorstel komt voor een gemeenschappelijke grondslag dat wel de goedkeuring heeft van het kabinet? Kan de staatssecretaris aangeven of hij in zijn algemeenheid wel voorstander is van een Europese gemeenschappelijke grondslag in de vennootschapsbelasting? Moeder-dochterrichtlijn Welke onduidelijkheden in de Moeder-dochterrichtlijn wil de staatssecretaris in aanloop naar het Nederlandse voorzitterschap nader onderzoeken? Rulings De staatssecretaris wil geen informatie, al dan niet vertrouwelijk, met de Kamer delen over rulings. De staatssecretaris geeft aan dat hij deze informatie vanwege artikel 67 van de AWR niet met de Kamer mag delen. Lid 3 van dit artikel geeft echter ruimte om hiervan af te wijken. De leden van de fractie van GroenLinks vragen zich af op basis van welke argumenten de staatssecretaris weigert gebruik te maken van deze mogelijkheid? II Reactie van de staatssecretaris van FinanciĆ«n Kamerstuk HYPERLINK "http://parlisweb/parlis/document.aspx?id=724eb02e-59ba-4227-8be3-b1ef6f 405ece&zaak=68f79c9e-22bc-4c44-b447-dea61318f1a6" \t "_blank" 21501-07, nr. 1021 PAGE PAGE 1