[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitwerking onderzoeksvoorstel "Breed welvaartbegrip"

Brief lid / fractie

Nummer: 2014D45057, datum: 2014-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z22335:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


ONDERZOEKVOORSTEL – BREED WELVAARTBEGRIP

Onderzoeksopzet

De WRR heeft in zijn rapport ‘Naar een lerende economie” geconcludeerd dat de "intelligence" van het verdienvermogen momenteel zo is ingericht dat in Nederland vooral op macro-economische parameters wordt gestuurd en dat hiermee een structuur is geschapen die de korte termijn boven de lange termijn plaatst. Willen we de toekomstige effecten van ons beleid sterker laten meewegen in het politieke debat, is het belangrijk dat de uitruil tussen korte en lange termijn beter inzichtelijk wordt. Het BBP-begrip, het bruto binnenlands product, kent daarvoor volgens de WRR verschillende beperkingen.

Daarom stellen de Leden van Ojik en Pechtold voor een onderzoekscommissie in te stellen die de mogelijkheden voor een breder welvaartbegrip nader onderzoekt. De onderzoeksvraag is tweeledig. In de eerste plaats zal onderzocht worden welke ervaringen hiermee in het buitenland zijn opgedaan en op welke wijze deze vertaald kunnen worden naar Nederland. Het tweede deel van het onderzoek zal bestaan uit aanbevelingen, waarin de onderzoekscommissie (de Kamer) zich uitspreekt over welke indicatoren meegenomen moeten worden in een nieuw, breder welvaartsbegrip voor Nederland.

Meerwaarde

Uiteindelijk doel is te komen tot een Kamerbreed gedragen nieuw welvaartbegrip, waarin het BBP en andere indicatoren op gelijkwaardige voet staan met elkaar, en ook beleid sturend zijn. Dit is bij uitstek een thema waar de Kamer zelf een uitspraak over moet doen. De indieners zijn om die reden van mening dat het onderzoek thuishoort in de Toekomst- en onderzoeksagenda van de Kamer. Ook het commissie-overstijgend karakter van het onderzoek is reden het hier te beleggen.

Draagvlak

De fracties van CU, PvdD, PvdA, SP, CDA, 50plus/Klein, 50plus/Baay-Timmerman, Van Vliet, hebben reeds aangegeven het onderzoeksvoorstel van GroenLinks en D66 te steunen.


Reactie indieners op appreciatie BOR

Het BOR heeft het onderzoekvoorstel ‘breed welvaartbegrip’ getoetst aan de criteria van de Toekomst- en Onderzoekagenda1. Het BOR adviseert de commissie voor de Rijksuitgaven een positief advies te geven, met de kanttekening dat de onderwerpen nog nader worden uitgewerkt. Via dit document geven de indieners gehoor aan dat verzoek.

Samenvatting appreciatie van het BOR

Commissie EZ
Relevantie •••
Urgentie •
Meerwaarde t.o.v. bestaand onderzoek •
Meerwaarde parlementair onderzoek ••••
Uitvoerbaarheid •••••

Op drie van de vijf criteria voldoet het onderzoeksvoorstel reeds voldoende aan de eisen van de Toekomst- en Onderzoeksagenda. Het betreft de criteria Relevantie, Meerwaarde parlementair onderzoek, en Uitvoerbaarheid.

1. Relevantie

BOR concludeert dat het voorstel relevant is om twee redenen. Ten eerste vanwege de brede impact die een ander welvaartsbegrip kan hebben op de samenleving. Ten tweede vanwege de grote politieke relevantie, aangezien macro-economische beleidskeuzes indirect worden beĂŻnvloed door het welvaartsbegrip. De indieners delen deze conclusie.

BOR concludeert daarnaast dat het begrip breed welvaartsbegrip niet breed leeft in de samenleving. Indieners hebben zich verbaasd over deze conclusie en vragen zich af of het BOR niet te beperkt gekeken heeft naar de term ‘breed welvaartbegrip’, maar ook meegewogen heeft wat het breder welvaartbegrip symboliseert: namelijk de wens om de lange termijn zwaarder te laten wegen in politieke besluitvorming en de wens om niet enkel te sturen op economische groei.

Indieners zijn van mening dat deze wensen wel breed leven in de samenleving. Of het nou gaat om het aflossen van de staatsschuld, de toekomst van het pensioenstelsel of de omslag naar een duurzame economie: bij al dit soort maatschappelijke vraagstukken wordt keer op keer (vanuit alle hoeken uit de samenleving) de wens uitgedragen dat er meer aandacht komt voor de gevolgen op lange termijn.  

Ook is er een relatief grote maatschappelijke stroming die zich verzet tegen een BBP-gedreven economie. De enorme stroom aandacht die het boek van Naomi Klein “This changes everything” genereerde, is hiervan een goed voorbeeld. Vrijwel iedereen in Nederland is van mening dat het bij kwaliteit van leven om veel meer gaat dan materiele zaken alleen gaat. Indieners menen dat het onwenselijk is dat de politiek daar aan voorbij gaat door het BBP-begrip zo centraal te stellen in de besluitvorming.

Ook steeds meer gezaghebbende instituties erkennen dat het BBP-begrip beperkingen heeft. De WRR concludeerde dit recentelijk in haar rapport ‘Naar een lerende economie’. De Verenigde Naties heeft enkele jaren geleden al een definitie ontworpen van het breed welvaartbegrip en dat is inmiddels ook door de OESO en Eurostat omarmt. Daarmee is internationaal gezien het breed welvaartsbegrip in korte tijd een leidend begrip geworden voor gezaghebbende instanties. Indieners zijn van mening dat het onwenselijk is als Nederland blijft achterlopen op deze ontwikkeling en willen dat een breed welvaartbegrip ook in Nederland een grotere rol gaat spelen in de politieke besluitvorming. Net als bijvoorbeeld Canada, waar de ‘Canadian Index of Welbeing’ een leidend principe is in de politiek.

2. Urgentie

BOR concludeert dat het onderwerp niet urgent is, als wordt gekeken naar de mate waarin het onderwerp op dit moment leeft in de samenleving. Zoals onder het voorgaande punt uitgebreid is toegelicht, zijn de indieners van mening dat het streven naar een andere kijk op welvaart wel degelijk breed gedragen wordt in de samenleving, en dat Nederland achterloopt op internationale ontwikkelingen om een breed welvaartbegrip een grotere rol te laten spelen in beleidsvorming. In dat licht is het wenselijk om het onderzoek op zo kort mogelijke termijn in gang te zetten.

Daarnaast merken indieners op dat ‘urgentie’ een opvallend criterium is om voorstellen op te toetsen voor de Toekomstagenda van de Kamer. Indieners zijn van mening dat de Toekomstagenda bij uitstek ruimte zou moeten bieden aan thema’s die niet enkel op de korte termijn, maar juist ook voor de lange termijn relevant zijn.

3. Meerwaarde ten opzichte van bestaand onderzoek

Het BOR concludeert dat de meerwaarde van dit onderzoeksvoorstel ten opzichte van bestaand of lopend onderzoek beperkt is. Indieners delen de conclusie van het BOR dat er veel onderzoek beschikbaar is, maar zijn van mening dat dit onderzoek ‘eenzijdig’ is. Vrijwel alle onderzoeken waar het BOR naar verwijst (monitor Duurzaam Nederland, voortgangsrapportage Groene Groei) zijn vanuit de regering tot stand gekomen. In deze onderzoeken heeft de regering dus ook besloten over welke indicatoren gerapporteerd wordt.

Dat is niet in lijn met het doel van onderzoeksvoorstel van de indieners. Doel van het voorstel is immers om te komen tot brede politieke overeenstemming over de criteria die de Kamer zelf belangrijk vindt en waarover zij geĂŻnformeerd wenst te worden. Reeds bestaand onderzoek, of onderzoek aangeleverd door de regering kan deze vraag niet voor de Kamer beantwoorden. Hierin zit de eerste meerwaarde ten opzichte van bestaand onderzoek.

De Monitor Duurzaam Nederland kent nog een beperking. Het meet enkel de stand van zaken. Het is op geen enkele wijze beleid sturend. Zoals reeds toegelicht onder punt 1 is dat juist wel de gedachte achter een breed welvaartbegrip. Daarvoor is nog niks voor handen. Hierin zit de tweede meerwaarde.

4. Meerwaarde Parlementair Onderzoek
Het BOR is net als de indieners de mening toegedaan dat er grote meerwaarde zit in een parlementair onderzoek. Een tijdelijke commissie lijkt daarvoor, gezien het commissie-overstijgende karakter, de meest logische vorm. De inschatting van het BOR dat het niet duidelijk is of daarvoor voldoende politieke draagvlak is, heeft de indieners verbaasd. Het onderzoeksvoorstel is met brede afstemming tot stand gekomen.

Een ruime meerderheid van de Kamer (10 fracties) heeft aangegeven dit onderzoeksvoorstel te steunen. Belangrijk om te vermelden is dat, vanwege de grote beschikbaarheid aan literatuur, de onderzoeksperiode in principe relatief kort kan zijn. De Tijdelijke Commissie zal zich vooral bezig houden met het komen tot een politiek akkoord over welke indicatoren een breed welvaartbegrip zou moeten bevatten en welke rol het breder welvaart begrip krijgt in de politieke besluitvorming en toetsing daarvan.

5. Uitvoerbaarheid

Maximale score. Geen aanvullende toelichting vereist.

Van Ojik

Pechtold


  1. Staf-/BOR-notitie 2014D41834↩︎