Reactie op de brief van de hr K. inzake een klacht over onrechtmatige handelwijze van Pensioenfonds PME en functioneren van pensioentoezichthouders DNB en AFM
Brief regering
Nummer: 2014D45249, datum: 2014-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2014Z22439:
- Indiener: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2014-12-10 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-12-16 17:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2014-12-18 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 december 2014 De heer K. heeft u een brief met 7 bijlagen gestuurd met betrekking tot de gang van zaken bij de collectieve waardeoverdracht van verzekeraar Centraal Beheer naar Bedrijfstakpensioenfonds Metalektro (PME). Zijn klacht richt zich op de financiële afwikkeling van de collectieve waardeoverdracht van de pensioenaanspraken en het in zijn ogen falende toezicht daarop. In bijlage 7 bij de brief heeft De Nederlandsche Bank op 10 oktober jl. een reactie hierop gegeven. Ik wil over de brief opmerken dat de wetgeving (Pensioen- en spaarfondsenwet), zoals ook DNB aangaf, in de betreffende periode, 2005-2006, minder stringent was dan de huidige Pensioenwet. Het is voorts niet aan mij om mij uit te spreken over individuele toezichtkwesties. De heer K. wijst op een rechtzaak die geen resultaat heeft opgeleverd, omdat de eisende partij – de werkgever – niet als belanghebbende wordt aangemerkt. Het is te overwegen betrokkene er op te wijzen dat alsnog een rechterlijke uitspraak kan worden gevraagd, maar dan namens degenen die rechtstreeks in hun belang zijn getroffen te weten de pensioendeelnemers, al dan niet als collectief. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma