Preview document (🔗 origineel)

---

Van: Leeden van der Mark
Verzonden: zaterdag 27 december 2014 10:31
Aan: GC-Commissie-BiZa
Onderwerp: SPOED: E-mailprocedure commissie BiZa
Urgentie: Hoog

Aan de leden van de commissie voor Binnenlandse Zaken,

Geachte leden,

Het lid Segers (CU) stelt u het volgende voor.

Via de media, en door middel van een brief van de Minister voor Wonen en Rijksdienst, zijn wij op de hoogte gebracht van het feit dat de recent aanvaarde Wet Normering Topinkomens (WNT) in grote delen van de publieke sector nog niet per 1 januari aanstaande zal worden geïmplementeerd.

De gang van zaken bevreemdt mij zeer. Het parlement heeft eerst zijn uiterste best gedaan om de WNT voor 1 januari te behandelen, hetgeen gelukt is. De Minister van BZK heeft ook duidelijk gemaakt te hechten aan die voortvarendheid. Daarna meldden twee ministers (Wonen en Rijksdienst, VWS) dat ze de WNT nog niet per 1 januari 2015 kunnen invoeren, terwijl een andere minister (OCW) eerst aangaf dat dat haar wel lukte om daarna hetzelfde te melden als de andere ministers. Het is hierbij onduidelijk of het kabinet steeds met één mond heeft gesproken. En uiteindelijk hebben we te maken met een wet die in de haast is aangenomen om daarna voorlopig niet uitgevoerd te worden.

Ik zou de Vaste Kamercommissie willen voorstellen om een brief van de Minister van BZK te vragen waarin hij uitleg geeft over de gang van zaken en waarin hij tevens aangeeft waarom hij enerzijds hechtte aan parlementaire voortvarendheid terwijl anderzijds de volledige invoering van de wet nu nog meer dan een jaar op zich laat wachten. Ik zou die brief graag maandag aan het eind van de dag ontvangen, zodat we - mocht dat nodig zijn - daar nog voor 1 januari 2015 een overleg over zouden kunnen hebben.

De leden Schouw, Van Klaveren en Van Raak hebben inmiddels aangegeven het voorstel van het lid Segers te steunen.

Het lid Schouw stelt voor om aan de door het lid Segers verzochte brief aan de minister de volgende vragen toe te voegen:

1. Wanneer, waar en hoe is tussen betrokken bewindspersonen gewisseld dat de wet niet per 1-1-15 uitvoerbaar is?

2. Is de optie om grote delen van de wet niet per 1-1-15 uit te voeren in het kabinet besproken en wanneer? Met welke conclusie?

3. Door wie, in welke overleg en hoe is besloten de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de onuitvoerbaarheid?

4. Op welke wijze was de MP hierbij betrokken?

5. Op basis van welke argumenten acht het kabinet het staatsrechtelijk zuiver om de Eerste en Tweede Kamer pas na de parlementaire behandeling in beide Kamer te informeren over niet uitvoerbare onderdelen van de wet?

Ik verzoek u mij uiterlijk op 29 december 2014 te 10.00 uur te laten weten of u met het voorstel van het lid Segers en de aanvullende vragen van het lid Schouw kunt instemmen (graag een Allen beantwoorden op dit emailbericht). Spoedig daarna zal ik u informeren of het voorstel is aangenomen*.

Met vriendelijke groet,

drs. M.J. (Mark) van der Leeden

Griffier
Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst en commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018, 2500 EA Den Haag

T +(31)70-3182311 | M +(31)6-18305901

E m.vdleeden@tweedekamer.nl | I www.tweedekamer.nl