[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met het regelen van de positie van de militaire bloedvoorziening en het wijzigen van procedurele eisen

Eindtekst

Nummer: 2015D05382, datum: 2015-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z15143:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

12 februari 2015





	Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met het regelen
van de positie van de militaire bloedvoorziening en het wijzigen van
procedurele eisen







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van

Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
inzake bloedvoorziening te wijzigen teneinde de positie van de militaire
bloedvoorziening wettelijke vast te leggen, alsmede enig procedurele
eisen te versoepelen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inzake bloedvoorziening wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid worden de onderdelen c tot en met i geletterd d tot
en met j. 

2. In het eerste lid wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: 

c. rechtspersonen die producten niet gebruiken voor toediening aan de
mens: rechtspersonen:

1°. die producten uitsluitend gebruiken ten behoeve van
wetenschappelijk onderzoek, educatie of het valideren van diagnostische
of medische hulpmiddelen, 

2°. die producten niet gebruiken voor toediening aan de mens, en 

3°. die enkel producten afgeleverd krijgen voor zover het belang van
een doelmatige voorziening in de behoefte aan producten daardoor niet
wordt geschaad.

3. In het eerste lid, onder d (nieuw), wordt “of ten behoeve van
wetenschappelijk onderzoek” vervangen door: , ten behoeve van
wetenschappelijk onderzoek of ten behoeve van rechtspersonen die
producten niet gebruiken voor toediening aan de mens. 

B

Artikel 2, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: 

Onze Minister stelt met het oog op een doeltreffende en doelmatige
bloedvoorziening telkens voor een periode van drie jaar een plan vast. 

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid vervallen de woorden “vóór 1 december”.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onze Minister kan regels stellen over de inrichting en datum van
indiening van de begroting en het beleidsplan. 

D

Na artikel 11 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende: 

HOOFDSTUK IIa. MILITAIRE BLOEDVOORZIENING

Artikel 11a

1. Onze Minister van Defensie is bevoegd om bloedproducten en
tussenproducten afgeleverd te krijgen, te bewaren, te verpakken, te
etiketteren en te vervoeren ten behoeve van de militaire
bloedvoorziening en ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek in dat
kader, alsmede bloedproducten en tussenproducten te bewerken ten behoeve
van dit onderzoek. 

2. Onze Minister van Defensie is bevoegd om bloedproducten te bewerken
tot tussenproducten met als doel deze producten te conserveren. Onze
Minister van Defensie is tevens bevoegd om deze tussenproducten te
bewerken tot bloedproducten.

3. Onze Minister van Defensie is bevoegd om producten uit Nederland uit
te voeren als deze bestemd zijn om gebruikt te worden in de militaire
bloedvoorziening. Onze Minster van Defensie is tevens bevoegd om de
eerder uitgevoerde producten in te voeren in Nederland. 

4. Onze Minister van Defensie is bevoegd om na voorafgaande toestemming
van Onze Minister, bloedproducten of tussenproducten afgeleverd te
krijgen van anderen dan de Bloedvoorzieningsorganisatie. 

5. Onze Minister van Defensie neemt bij het uitoefenen van de taken,
bedoeld in dit artikel, de bij ministeriële regeling gestelde regels,
ter uitvoering van besluiten van instellingen van de Europese Unie en
andere besluiten van volkenrechtelijke organisaties, in acht. 

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt onderdeel c geletterd e. 

2. Er worden twee onderdelen ingevoegd, luidende: 

c. voor zover het bloedplasma betreft, aan personen, rechtspersonen
daaronder begrepen, die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld
in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet; 

d. rechtspersonen die producten niet gebruiken voor toediening aan de
mens;

3. In het eerste lid, onder e (nieuw), wordt “rechts personen”
vervangen door: rechtspersonen. 

4. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende: 

3.  Aflevering als bedoeld in het eerste lid, onder c, mag slechts
geschieden voor zover het bloedplasma afkomstig is van vrijwillige
donoren aan wie ten hoogste een vergoeding is gegeven als bedoeld in
artikel 4, tweede lid, en het bloedplasma is onderzocht op de
aanwezigheid van via bloed of bloedplasma overdraagbare
ziekteverwekkers, op een wijze die kwalitatief overeenkomt met de
werkwijze zoals die in Nederland wordt gehanteerd. 

5. In het vierde lid (nieuw) vervalt de derde volzin. 

F

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. rechtspersonen die producten niet gebruiken voor toediening aan de
mens; 

2. In het derde lid vervalt de derde volzin. 

G

Artikel 15, vierde lid, onder b, komt te luiden: 

b. ten aanzien van rechtspersonen die producten niet gebruiken voor
toediening aan de mens; 

H

In artikel 18, eerste lid, wordt “12, eerste lid, onder c” vervangen
door: 12, eerste lid, onder e.

I

In artikel 19, eerste lid, onder b, wordt “12, derde lid” vervangen
door: 12, vierde lid. 

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4