[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen

Eindtekst

Nummer: 2015D05439, datum: 2015-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2012Z19023:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 april 2013

Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
arbeid vreemdelingen te herzien en aan te scherpen in verband met
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in bedrijven en versterking van de
uitvoering en handhaving;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

0A

	In artikel 3, eerste lid, onder c, wordt “bij algemene maatregel van
bestuur” telkens vervangen door: bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur. 

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

1. Het verbod, bedoeld in  HYPERLINK
"http://migratierechtonline.rijksweb.nl/migratierechtonline/migratierech
t.exe?HYP_ezla_zenaaaiaaaa,_3_mddocument" \l "to_point" artikel 2,
eerste lid , is evenmin van toepassing met betrekking tot een
vreemdeling die beschikt over een krachtens de  HYPERLINK
"http://migratierechtonline.rijksweb.nl/migratierechtonline/migratierech
t.exe?HYP_ezla_aaaaaaeaaaa,_3_mddocument" \l "to_point" Vreemdelingenwet
2000  afgegeven verblijfsvergunning, welke is voorzien van een
aantekening van Onze Minister van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt
dat aan die vergunning geen beperkingen zijn verbonden voor het
verrichten van arbeid.

2. Een zodanige aantekening wordt afgegeven aan een vreemdeling:

a. die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van   HYPERLINK
"http://migratierechtonline.rijksweb.nl/migratierechtonline/migratierech
t.exe?HYP_ezla_cbaaaalaaaa,_3_mddocument" \l "to_point"  artikel 8,
onder b of d, van de 

Vreemdelingenwet 2000 ;

b. die gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaar heeft beschikt
over een voor het 

verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als
bedoeld in  HYPERLINK
"http://migratierechtonline.rijksweb.nl/migratierechtonline/migratierech
t.exe?HYP_ezla_eaaaaalaaaa,_3_mddocument" \l "to_point" artikel 14 van
de Vreemdelingenwet 2000  en die nadien zijn hoofdverblijf niet buiten
Nederland heeft gevestigd; of

c. die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
categorie.

B

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden: 

1. Onze Minister is bevoegd tot het afgeven en intrekken van
tewerkstellingsvergunningen.

C

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor bepaalde
categorieën van werkzaamheden of, indien daarvoor een volkenrechtelijke
verplichting bestaat, voor bepaalde categorieën van vreemdelingen een
limiet aan het aantal te verlenen tewerkstellingsvergunningen wordt
ingesteld.

D

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

1. Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd:

a. indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend
aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is;

b. indien het een arbeidsplaats betreft waarvan de beschikbaarheid niet
ten minste vijf weken voor het indienen van de aanvraag aan het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is gemeld; 

c. indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te
hebben gepleegd de arbeidsplaats door prioriteitgenietend aanbod op de
arbeidsmarkt te vervullen:

d. indien van de te vervullen arbeidsplaats de arbeidsvoorwaarden,
arbeidsverhoudingen of arbeidsomstandigheden beneden het niveau liggen
dat wettelijk is vereist of in de desbetreffende bedrijfstak
gebruikelijk is; 

e. indien het een vreemdeling betreft:

10. die niet beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige
verblijfsvergunning, noch een zodanige vergunning heeft aangevraagd,
noch, voor zover ter verkrijging van een dergelijke vergunning vereist,
een machtiging tot voorlopig verblijf heeft aangevraagd, dan wel

20. aan wie een verblijfsvergunning is geweigerd of wiens
verblijfsvergunning is ingetrokken;

f. indien het een vreemdeling betreft, die met de desbetreffende arbeid
over een periode van een maand niet ten minste een bedrag verdient
gelijk aan het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid,onderdeel
a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

g. indien het een arbeidsplaats betreft die behoort tot een bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen categorie van werkzaamheden, waarvan
het niet in het Nederlands belang is deze door vreemdelingen te laten
verrichten; of

h. indien het een categorie van werkzaamheden of van vreemdelingen
betreft waarvoor overeenkomstig artikel 5a een limiet aan het aantal te
verlenen tewerkstellingsvergunningen is gesteld, welke limiet is
bereikt.

2. Onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen
voorwaarden is het eerste lid, onder a, b, c, f en h niet van toepassing
op de vreemdeling die de toegang tot Nederland niet is geweigerd en door
wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend en die ten
bewijze daarvan door Onze Minister van Veiligheid en Justitie in het
bezit is gesteld van een daartoe aangewezen document, en niet beschikt
over een aantekening als bedoeld in  HYPERLINK
"http://lexius.nl/wet-arbeid-vreemdelingen/artikel4/" artikel 4, eerste
lid , van de wet, en die gelet op de verbetering van de kwaliteit van
het verblijf van die vreemdeling arbeid mag verrichten.

3. In door Onze Minister te bepalen gevallen kan: 

a. in buitengewone omstandigheden worden afgeweken van het eerste lid,
onder b; 

b. ten behoeve van de bevordering van internationale handelscontacten of
in het kader van de uitoefening van een geestelijke, godsdienstige of
levensbeschouwelijke functie worden afgeweken van het eerste lid, onder
a, b, c en f; 

cc. in het kader van scholing, opleiding, vrijwilligerswerk,
internationale uitwisseling en andere internationale culturele contacten
alsmede ten behoeve van vreemdelingen die beschikken over een voor het
verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning, worden afgeweken van
het eerste lid, onder a, b, c, d en f; of 

d. in afwijking van het eerste lid, onder b, een kortere termijn dan
vijf weken gelden indien het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen voor ommekomst van die termijn heeft vastgesteld
dat er voor de desbetreffende arbeidsplaats geen prioriteitgenietend
aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is. 

4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

E

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De onderdelen a, b en g, vervallen.

b. De onderdelen c tot en met f worden verletterd tot a tot en met d en
de onderdelen h en i worden verletterd tot e en f.

c. Onder vervanging van de punt aan het slot van het onderdeel f door
een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

g. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct
voorafgaande aan de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning een
bestuurlijke boete is opgelegd op grond van:

1°. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;

2°. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet;

3°. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

4°. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen; of

5°. artikel 16 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

h. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct
voorafgaande aan de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning is
gestraft op grond van:

1°. artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht;

2°. artikel 11:3 van de Arbeidstijdenwet; of

3°. artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet.

2. In het tweede lid, aanhef, wordt “onderdeel h,” vervangen door:
onderdeel e,.

F

Artikel 10, onderdeel c, komt te luiden:

c. dat de overeenkomst tot het verrichten van arbeid schriftelijk wordt
aangegaan en dat daarvan een afschrift ter beschikking wordt gesteld aan
de vergunningverlenende instantie;.

G

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. Een tewerkstellingsvergunning wordt voor ten hoogste een jaar
verleend. 

2. Ten behoeve van tijdelijk werk wordt een tewerkstellingsvergunning
voor ten hoogste vier en twintig weken verleend, indien de
desbetreffende arbeid wordt verricht door een niet eerder toegelaten
vreemdeling. Deze vreemdeling mag gedurende een periode van acht en
twintig weken direct voorafgaande aan de tewerkstellingsvergunning niet
over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor
bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000
hebben beschikt. 

3. In afwijking van het eerste lid wordt een tewerkstellingsvergunning
die is verleend met toepassing van artikel 8, derde lid, onder 20 en 30,
voor ten hoogste drie jaar verleend. 

H

Na artikel 12a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12b

Een tewerkstellingsvergunning kan worden ingetrokken indien de werkgever
binnen een periode van vijf jaar voorafgaand aan het moment waarop de
vergunning wordt ingetrokken: 

a. een bestuurlijke boete is opgelegd op grond van:

1°. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;

2°. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet;

3°. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

4°. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen; of

5°. artikel 16 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;


b. gestraft is op grond van:

1°. artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht ; 

2°. artikel 11:3 van de Arbeidstijdenwet; of

3°. artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet.

I

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

Onverminderd de artikelen 12, eerste lid, 12a en 12b, kan intrekking van
een tewerkstellingsvergunning slechts geschieden ingevolge:

a. het niet in acht nemen van een beperking waaronder de
tewerkstellingsvergunning is verleend, of

b. het niet naleven van een aan de tewerkstellingsvergunning verbonden
voorschrift.

J

In artikel 15 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot
het vierde en vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

3. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, om een afschrift van het
document te verstrekken, aan de andere werkgever is niet van toepassing,
indien de vreemdeling die onderdaan is van een lidstaat van de Europese
Unie, dan wel de Europese Economische Ruimte dan wel van Zwitserland,
tenzij ten aanzien van de vreemdeling de artikelen 1 tot en met 5 van
Verordening (EU) Nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van
5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie
(PbEU 2011, L 141) niet van toepassing zijn.

K

Artikel 20 vervalt.

L

Artikel 24 komt te luiden:

Artikel 24

De artikelen van deze wet zijn slechts op vreemdelingen die rechten
ontlenen aan het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een
associatie tot stand gebracht wordt tussen de Europese Economische
Gemeenschap en Turkije of het Associatiebesluit 1/80 van de
Associatieraad EEG/Turkije van toepassing, voor zover ze geen nieuwe
beperkingen als bedoeld in artikel 41 van dat protocol en artikel 13 van
dat besluit opleveren.

ARTIKEL II. SAMENLOOPBEPALING WET MODERN MIGRATIEBELEID

1. Indien de wet van 18 november 2010 tot aanpassing van de Wet arbeid
vreemdelingen in verband met de introductie van de referent in de
Vreemdelingenwet 2000 en verkorting van de wachttijd voor
seizoenswerkers (Stb. 800) eerder in werking treedt dan deze wet, wordt
artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:

A 

Onderdeel E komt te luiden:

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De onderdelen a, b en g, vervallen.

b. De onderdelen c tot en met f worden verletterd tot a tot en met d en
de onderdelen h tot en met k worden verletterd tot e tot en met h.

c. Onder vervanging van de punt aan het slot van het onderdeel h door
een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

i. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct
voorafgaande aan de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning een
bestuurlijke boete is opgelegd op grond van:

1°. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;

2°. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet;

3°. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

4°. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen; of

5°. artikel 16 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

j. indien de werkgever binnen een periode van vijf jaar direct
voorafgaande aan de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning is
gestraft op grond van:

1°. artikel 273f, van het Wetboek van Strafrecht;

2°. artikel 11:3 van de Arbeidstijdenwet; of

3°. artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet.

2. In het tweede lid wordt “onderdeel h,” vervangen door: onderdeel
e,.

B 

In onderdeel G wordt in artikel 11, tweede lid, “acht en twintig”
vervangen door: veertien.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   7