[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht

Eindtekst

Nummer: 2015D05623, datum: 2015-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2013Z08932:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 oktober 2013





	Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband
met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde
overeenkomsten van opdracht







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag van toepassing te verklaren op
bepaalde overeenkomsten van opdracht teneinde ontwijking van die wet
tegen te gaan;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onder dienstbetrekking wordt mede verstaan de arbeidsverhouding van
degene, die krachtens overeenkomst van opdracht met een ander tegen
beloning:

a. geregeld bemiddeling verleent bij het tot stand komen van
overeenkomsten van die ander, of een opdrachtgever van deze, met derden,
mits hij die bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het
verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid
is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee andere personen
laat bijstaan; of

b. arbeid verricht, tenzij deze overeenkomst is aangegaan in de
uitoefening van beroep of bedrijf.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld ingevolge welke de arbeidsverhouding van degene, die tegen
beloning arbeid verricht en wiens arbeidsverhouding niet reeds ingevolge
het eerste of tweede lid als dienstbetrekking wordt beschouwd, doch
hiermede maatschappelijk gelijk kan worden gesteld, eveneens onder
dienstbetrekking wordt verstaan.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

1. Onder dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 wordt niet verstaan
de arbeidsverhouding van degene, die door of vanwege het Rijk of het
bevoegde gezag van een provincie, gemeente, waterschap, veenschap en
veenpolder op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is
genomen.

2. Indien hiertoe in verband met de bijzondere aard van de
arbeidsverhouding dan wel in verband met bijzondere omstandigheden
aanleiding bestaat, kan bij algemene maatregel van bestuur worden
bepaald, dat de arbeidsverhouding van tot een daarbij aangewezen
categorie behorende personen niet onder dienstbetrekking als bedoeld in
artikel 2 wordt verstaan.

C

In artikel 4, eerste lid, wordt “die in dienstbetrekking staat”
vervangen door: die overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 2 of 3 in dienstbetrekking staat.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden: 

2. In het tweede lid wordt “met wie de overeenkomst tot het verlenen
van bemiddeling is gesloten” vervangen door: met wie de overeenkomst
van opdracht is gesloten.

2. In het derde lid wordt “artikel 3, eerste lid” vervangen door:
artikel 2, derde lid. 

ARTIKEL Ia

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf
jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij
wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3