Eindtekst
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2013)
Eindtekst
Nummer: 2015D05625, datum: 2015-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2013Z10111:
- Indiener: F.H.H. Weekers, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2013-05-28 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2013-05-29 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2013-06-13 14:00: Fiscale verzamelwet 2013 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2013-07-03 13:15: Procedurevergadering Financiën (Let op: gewijzigd tijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2013-09-11 10:15: Fiscale verzamelwet 2013 (33 637) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2013-09-19 14:45: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 19 september 2013 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2013) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten enkele wijzigingen van overwegend technische aard aan te brengen en een investeringsimpuls voor de bouw te introduceren in de vorm van een tijdelijk verlaagd btw-tarief op herstel- en renovatiewerkzaamheden aan woningen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1.8, onderdeel a, wordt âhet Verdrag betreffende de Europese Unie (Trb. 1992, 74)â vervangen door: het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. B In artikel 3.13, eerste lid, onderdeel g, artikel 3.31, tweede lid, artikel 3.34, eerste lid, artikel 3.36, eerste lid en tweede lid, onderdeel b, artikel 3.37, eerste en tweede lid, artikel 3.42, eerste, tweede en zesde lid, zevende lid, onderdeel a, en achtste lid, artikel 3.42a, tweede en zevende lid, artikel 3.52, eerste lid, onderdeel a, onder 1o en 2o, artikel 3.77, vierde lid, en artikel 10.10, tweede lid, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. C Artikel 3.22 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het vijfde lid, onderdeel a, en zesde lid, aanhef en onderdelen a, b en c, wordt âEuropese Gemeenschapâ vervangen door: Europese Unie. 2. In het negende lid wordt âZevende Richtlijn nr. 1983/349/EEG van de Raad van de Europese Unie van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening (Pb EG, nr. L 193)â vervangen door: Zevende Richtlijn 1983/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PbEG 1983, L 193). 3. In het twaalfde lid wordt âverordening (EG) nr. 13/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 8 december 2003 (Pb EU, nr. L3)â vervangen door: Verordening (EG) nr. 13/2004 van de Commissie van 8 december 2003 tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard, bedoeld in artikel 3, onder d), van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad (PbEU 2004, L 3). D In artikel 3.29a, eerste lid, artikel 3.126a, eerste lid, aanhef, tweede lid, onderdelen b en c, en vijfde lid, en artikel 10bis.5, derde lid, aanhef en onderdeel e, en vierde lid, onderdeel e, wordt âbeleggingsinstellingâ vervangen door: beleggingsinstelling of instelling voor collectieve belegging in effecten. E Artikel 3.52a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste, tweede, derde en vierde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. In het zesde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 3. In het achtste en elfde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. F In artikel 3.54, twaalfde lid, onderdeel c, wordt âcommunautaire of nationale regelgevingâ vervangen door: EU- of nationale regelgeving. G In artikel 3.55, vijfde lid, onderdeel 1o, wordt âRichtlijn nr. 2009/133/EG van de Raad van de Europese Unieâ vervangen door âRichtlijn 2009/133/EG van de Raadâ. Voorts wordt â(PbEU L 310)â vervangen door: (PbEU 2009, L 310). H In artikel 4.24, tweede lid, onderdeel b, wordt âverkrijgingsprijsâ vervangen door: de verkrijgingsprijs. I Artikel 5.14 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid, onderdeel a, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. In het derde lid, onderdeel b, wordt Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door âOnze Minister van Economische Zakenâ. Voorts wordt âOnze Minister van Buitenlandse Zakenâ vervangen door: Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. 3. In het achtste lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. J Artikel 8.1, derde lid, vervalt. K Artikel 9.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel d wordt âde richtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (Pb EG L 157)â vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PbEG 2003, L 157). 2. In onderdeel e wordt â(PbEU L 262/I)â vervangen door: (PbEU 2005, L 262). Ka In artikel 9.6, vierde lid, wordt âheffingsrenteâ vervangen door: belastingrente. L In artikel 10.3, negende lid, wordt âartikel 3.112, tweede lidâ vervangen door: artikel 3.112, eerste lid. M In artikel 10a.11 wordt âde artikelen 8.2, onderdeel lâ vervangen door: de artikelen 8.1, derde lid, 8.2, onderdeel l. ARTIKEL II De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 7, onderdeel 1Ë, wordt toegevoegd: i. de vennootschap;. B In artikel 11a, eerste lid, aanhef, en tweede lid, onderdelen b en c, wordt âbeleggingsinstellingâ vervangen door: beleggingsinstelling of instelling voor collectieve belegging in effecten. C In artikel 21c wordt na onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot onderdelen d tot en met f, een onderdeel ingevoegd, luidende: c. de werkbonus (artikel 22abis);. D Na artikel 22a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 22abis 1. Voor de werknemer die loon uit tegenwoordige arbeid geniet en die bij het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt maar nog niet de leeftijd van 64 jaar, is de werkbonus van toepassing. 2. De werkbonus bedraagt: a. 57,763% van het loon uit tegenwoordige arbeid voor zover dat meer bedraagt dan âŹÂ 17 139, met een maximum van âŹÂ 1100, verminderd, doch niet verder dan tot nihil, met: b. 10,502% van het loon uit tegenwoordige arbeid voor zover dat meer bedraagt dan âŹÂ 22 852. E Artikel 22d komt te luiden: Artikel 22d De in de artikelen 22, 22a, 22abis, 22aa, 22b en 22c vermelde bedragen en percentages worden bij het begin van het kalenderjaar van rechtswege vervangen door de bedragen en percentages die krachtens de artikelen 10.1, 10.7 en 10.7a van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden vastgesteld ter vervanging van de in de artikelen 8.10, 8.11, 8.12, 8.16a, 8.17 en 8.18 van die wet vermelde bedragen en percentages. F In artikel 26, eerste lid, wordt âde arbeidskortingâ vervangen door: de arbeidskorting en de werkbonus. G Aan artikel 27d wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing op de bijdragevervangende belasting, bedoeld in artikel 57 van de Zorgverzekeringswet, die is verschuldigd over het loon van de al dan niet als verzekeringsplichtige in de zin van de Zorgverzekeringswet aan te merken werknemer. H Artikel 36a wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanduiding â1.â voor het eerste lid vervalt. 2. Het tweede lid vervalt. I Artikel 39d wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âzoals deze artikelen op 31 december 2011 luidden, alsmede de daarop gebaseerde bepalingen, van toepassing, met dien verstande dat bij de toepassing van artikel 22ca, tweede lid, zoals dat artikel op 31 december 2011 luidde, kalenderjaren die na 31 december 2011 zijn geĂ«indigd buiten beschouwing blijvenâ vervangen door: zoals deze artikelen op 31 december 2011 luidden, van toepassing, met dien verstande dat: a. bij de toepassing van artikel 22ca, tweede lid, zoals dat artikel op 31 december 2011 luidde, kalenderjaren die na 31 december 2011 zijn geĂ«indigd buiten beschouwing blijven; b. de op artikel 19g, zoals dat artikel op 31 december 2011 luidde, gebaseerde bepalingen van toepassing blijven met inachtneming van de omstandigheid dat artikel 19g, tweede lid, zoals dat op 31 december 2011 luidde, niet meer van toepassing is. 2. In het derde lid wordt â, voor 80 percent van die waarde als loon uit tegenwoordige arbeid in aanmerking genomenâ vervangen door: als loon uit tegenwoordige arbeid in aanmerking genomen, met dien verstande dat de op artikel 19g, zoals dat artikel op 31 december 2011 luidde, gebaseerde bepalingen van toepassing blijven met inachtneming van de omstandigheid dat artikel 19g, tweede lid, zoals dat op 31 december 2011 luidde, niet meer van toepassing is. In afwijking in zoverre van de eerste volzin wordt voor zover het ingevolge de eerste volzin als loon in aanmerking te nemen bedrag niet hoger is dan de waarde in het economische verkeer van de aanspraak, bedoeld in de eerste volzin, op 31 december 2011, 80 percent van het ingevolge de eerste volzin als loon in aanmerking te nemen bedrag in aanmerking genomen. ARTIKEL III De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel ha, wordt âEuropese Gemeenschapâ vervangen door: Europese Unie. 2. In het eerste lid, onderdeel i, wordt âEuropese Gemeenschapâ telkens vervangen door âEuropese Unieâ. Voorts wordt âLidstatenâ vervangen door: lidstaten. 3. In het eerste lid, onderdeel ia, wordt âverordening (EG) nr. 13/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 8 december 2003 (Pb EU, nr. L3)â vervangen door: Verordening (EG) nr. 13/2004 van de Commissie van 8 december 2003 tot vaststelling van de lijst van waterwegen van maritieme aard, bedoeld in artikel 3, onder d), van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad (PbEU 2003, L 3). 4. In het eerste lid, onderdeel q, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 5. In het vierde lid, onderdeel c, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. B In artikel 17, tweede lid, onderdelen a en b, wordt âLidstaatâ vervangen door: lidstaat. C In artikel 18, vierde lid, wordt âEuropese Gemeenschapâ telkens vervangen door: Europese Unie. D In artikel 22, tweede, derde, vierde en zesde lid, artikel 25, eerste, tweede en derde lid, artikel 28, eerste lid, en artikel 29 wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. E Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. In het vierde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. F Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. In het tweede lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 3. In het vijfde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. G Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. Het tweede lid, eerste volzin, komt te luiden: Bij overtreding van het bij of krachtens artikel 24, tweede lid, eerste volzin, of derde lid, bepaalde, legt Onze Minister van Economische Zaken aan de S&O-inhoudingsplichtige een bestuurlijke boete op ter hoogte van het bedrag van de correctie-S&O-verklaring die is vastgesteld op de voet van artikel 25, tweede lid, onderdeel b. 3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 4. In het derde lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. H Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste, vierde en zevende lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. 2. In het achtste lid wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. I In artikel 30, tweede lid, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ telkens vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. ARTIKEL IV De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 6a, eerste en tweede lid, wordt âinstelling voor collectieve beleggingen in effectenâ vervangen door: instelling voor collectieve belegging in effecten. B In artikel 15, zesde lid, onderdeel b, wordt âtweede volzinâ vervangen door: derde volzin. ARTIKEL V In de Wet op de dividendbelasting 1965 wordt in artikel 3, vierde lid, en artikel 4d, eerste lid, âinstelling voor collectieve beleggingen in effectenâ vervangen door: instelling voor collectieve belegging in effecten. ARTIKEL VI In artikel 2, onderdeel g, van de Wet bankenbelasting wordt âVerordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG 2002, L 243/1)â vervangen door: Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG 2002, L 243). ARTIKEL VII In de Successiewet 1956 komt artikel 75 te luiden: Artikel 75 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden administratieplichtigen aangewezen die gehouden zijn aan de verplichtingen ingevolge artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen te voldoen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de te verstrekken gegevens en inlichtingen aangewezen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop de in de tweede volzin bedoelde gegevens en inlichtingen aan de inspecteur dienen te worden verstrekt. De eerste, tweede en derde volzin zijn van overeenkomstige toepassing op degene die een uitkering moet doen krachtens een ten behoeve van een derde gemaakt beding. ARTIKEL VIII In de Natuurschoonwet 1928 wordt in artikel 1, eerste lid, onderdelen d en e, âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. ARTIKEL IX De Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 15, eerste lid, onderdelen n en o, wordt âOnze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesâ vervangen door: Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst. B In artikel 21, derde lid, wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. C In artikel 54, eerste lid, vervalt âof in een andere akte die ter registratie is aangebodenâ. ARTIKEL X In de Registratiewet 1970 wordt in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, âakten waarvoor registratie een wettelijk vormvereiste isâ vervangen door: akten waarvan de registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van een rechtshandeling. ARTIKEL XI De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt ârichtlijn nr.â vervangen door âRichtlijnâ. Voorts vervalt âvan de Europese Unieâ. Ten slotte wordt â(PbEU L 347)â vervangen door: (PbEU 2006, L 347). 2. In onderdeel b wordt âlid-staatâ telkens vervangen door âlidstaatâ. Voorts wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 3. In onderdeel c wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-statenâ vervangen door: lidstaten. 4. In de onderdelen d en e wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 5. In onderdeel g wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 6. In onderdeel l wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. 7. In de onderdelen n, o en p wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. B Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste en derde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het tweede lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. 3. In het tweede lid, onderdeel h, wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. C Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 2. In het tweede lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. D Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het derde en vierde lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. E In artikel 5b, eerste en derde lid, artikel 6f, tweede lid, artikel 6i, eerste lid, aanhef en onderdeel h, artikel 21b, vierde lid, aanhef, artikel 22, tweede lid, artikel 24, eerste en tweede lid, het opschrift van afdeling 7 van hoofdstuk V, artikel 31, vierde en zevende lid, artikel 32c, onderdeel c, en artikel 34b, onderdeel b, onder 2â°, wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. F In artikel 6h, eerste lid, artikel 6j, aanhef, en artikel 15, tweede lid, onderdeel c, wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. G In artikel 7, zesde lid, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. H Artikel 11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel g, onder 2o, vervalt â, en hâ. 2. In onderdeel g, onder 3o, wordt âlandbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwersâ vervangen door: ondernemers. 3. In onderdeel g, onder 3o, onder a, wordt âonderdeel dâ vervangen door: onderdeel e. 4. In onderdeel v wordt âonderdeel c, d, e, f, o, 1°, of t â vervangen door âonderdeel c, d, e, f, o, onder 1°, of tâ. Voorts wordt â⏠31 765â vervangen door: ⏠50 000. I Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste en tweede lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. 2. In het derde en vierde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. J In artikel 17b, tweede lid, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. K Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt âartikelen 23 en 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapâ vervangen door: artikelen 28 en 29 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 2. In het vierde lid wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. L In artikel 21, onderdeel d, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. M Artikel 22a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, onderdeel c, en het tweede lid, onderdeel b, wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt âlid-staatâ vervangen door âlidstaatâ. Voorts wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. 3. In het tweede lid, aanhef, wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. N Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het vijfde lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. O In artikel 28b, tweede lid, onderdeel e, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. P In artikel 28j, eerste lid, onderdeel c, wordt âEuropese Gemeenschappenâ vervangen door: Europese Unie. Q Artikel 28q wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. 2. In onderdeel b wordt âlid-staatâ telkens vervangen door âlidstaatâ. Voorts wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. 3. In onderdeel c wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 4. In onderdeel d wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. R Artikel 28r wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het tweede lid wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 3. In het derde lid wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 4. In het vierde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. S Artikel 28s wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het derde en vijfde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 3. In het zesde lid wordt âdertiende Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (nr. 86/560/EEG, PbEG L 326)â vervangen door: Dertiende Richtlijn 86/560/EEG van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen (PbEG 1986, L 326). T Artikel 28t wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-statenâ vervangen door: lidstaten. 2. In het derde lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. U Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste en tweede lid wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 2. In het derde lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. V In artikel 32h wordt âVerordening (EG) nr. 1798/2003â vervangen door: Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PbEU 2003, L 264). W In artikel 33d, derde lid, wordt âVerordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raadâ vervangen door: Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PbEU 2003, L 264). X Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âlid-statenâ vervangen door: lidstaten. 2. In het tweede lid wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. Y In artikel 37b wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. Z In artikel 37c wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. AA Tabel I, onderdeel b, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd: 1. In post 19 vervallen â, met uitzondering van het aanbrengen van glas,â en âbeduidendâ. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van post 20 door een puntkomma, wordt een post toegevoegd, luidende: 21. renovatie en herstel van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming van die woningen, met uitzondering van materialen die een deel vertegenwoordigen van de waarde van deze diensten. BB Tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd: 1. In post a.2 wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. 2. In post a.6 wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. 3. In post a.7, onderdeel b, onder 3°, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. 4. In de posten b.4 en b.5 wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. ARTIKEL XII Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van Tabel I, onderdeel b, post 20, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 door een punt, vervalt Tabel I, onderdeel b, post 21, van die wet met ingang van 1 maart 2014. ARTIKEL XIII Het toe te passen tarief op de levering van diensten, genoemd in Tabel I, onderdeel b, posten 19 en 21, behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968, is het tarief dat van kracht is op het tijdstip waarop het belastbare feit zich voordoet. ARTIKEL XIV De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 9, twaalfde lid, wordt ârichtlijnâ telkens vervangen door: Richtlijn. B In artikel 9b, eerste lid, vervalt âvan de Europese Gemeenschappenâ. Voorts wordt â(PBEG L 171)â vervangen door: (PbEU 2007, L 171). ARTIKEL XV De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2, onderdeel n, wordt âde Richtlijn nr. 1999/62/EGâ vervangen door âRichtlijn 1999/62/EGâ. Voorts wordt âzware vrachtvoertuigenâ vervangen door: zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187). B In artikel 23, derde lid, onderdeel a, wordt âin de Verordeningâ vervangen door: in Verordening. ARTIKEL XVI In de Wet belasting zware motorrijtuigen wordt in artikel 3, onderdeel e, ârichtlijnâ telkens vervangen door âRichtlijnâ. Voorts wordt â(PbEG L 36)â vervangen door â(PbEG 1987, L 36)â. Ten slotte wordt â(PbEG L 295)â vervangen door: (PbEG 1991, L 295). ARTIKEL XVII De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt âin de daarop gebaseerde regelingenâ vervangen door: de daarop berustende bepalingen. 2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 3. In het eerste lid, onderdeel f, wordt âVerdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapâ vervangen door: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 4. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden: g. derdelandsgebieden: de gebieden, genoemd in artikel 5, tweede en derde lid, van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PbEU 2009, L 9);. 5. In het eerste lid, onderdeel h, wordt âniet-communautaire goederenâ vervangen door âniet-EU-goederenâ. Voorts wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 6. In het eerste lid, onderdeel j, wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âonderdeel nâ vervangen door: onderdeel o. 7. In het eerste lid, onderdeel m, wordt âde code als bedoeld in verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987â vervangen door âde code, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987â. Voorts wordt â(PbEG L 256)â vervangen door: (PbEG 1987, L 256). 8. In het eerste lid, onderdeel o, wordt âiedere lidstaat van de Gemeenschap waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 299 van dat verdrag van toepassing isâ vervangen door: iedere lidstaat van de Unie waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie overeenkomstig artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 349 en 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn. 9. In het eerste lid, onderdeel s, wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door âUnieâ. Voorts wordt ânaar een in artikel 5, tweede lid, van Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 (PbEU L 9) bedoeld gebiedâ vervangen door: naar een gebied, genoemd in artikel 5, tweede lid, van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PbEU 2009, L 9). 10. In het eerste lid, onderdeel t, wordt âRichtlijn nr. 2009/28/EGâ vervangen door: Richtlijn 2009/28/EG. 11. Het tweede lid komt te luiden: 2. Bij ministeriĂ«le regeling kunnen de GN-codes, genoemd in deze wet en de daarop berustende bepalingen worden aangepast indien de overeenkomstige GN-codes zoals opgenomen in Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PbEU 2003, L 283), in overeenstemming met artikel 2, vijfde lid, van die richtlijn zijn aangepast. In dat geval kan bij ministeriĂ«le regeling eveneens de laatstgenoemde datum in het eerste lid, onderdeel m, worden vervangen door de datum van de versie van de in dat onderdeel bedoelde verordening die aan de wijziging van de GN-codes ten grondslag heeft gelegen. B In artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt âgemeenschapsrechtâ vervangen door: Unierecht. C In artikel 2a, eerste lid, onderdeel d, en derde lid, onderdeel d, artikel 2b, tweede lid, en artikel 61a wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. D In artikel 64, eerste lid, onderdeel c, wordt âde Richtlijn 2001/82/EGâ vervangen door âRichtlijn 2001/82/EGâ. Voorts wordt â(PbEG L 311)â telkens vervangen door â(PbEG 2001, L 311)â. Ten slotte wordt âde Richtlijn 2001/83/EGâ vervangen door: Richtlijn 2001/83/EG. E In artikel 66a, eerste lid, wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. F In artikel 71b, derde lid, vervalt âof 112â. ARTIKEL XVIII De Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel e wordt âlid-staatâ telkens vervangen door âlidstaatâ. Voorts wordt âEuropese Gemeenschappenâ vervangen door: Europese Unie. 2. In onderdeel f wordt âVerdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapâ vervangen door: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 3. In onderdeel g wordt âcommunautaire douaneregelingâ vervangen door âEU-douaneregelingâ. Voorts wordt âcommunautaire regelingenâ vervangen door: EU-regelingen. B In artikel 3, derde lid, onderdeel b, en artikel 4, tweede lid, onderdeel d, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. C In artikel 5, tweede en derde lid, wordt âcommunautaire douaneregelingâ telkens vervangen door: EU-douaneregeling. D In artikel 30, eerste lid, wordt âlid-staatâ telkens vervangen door: lidstaat. E Artikel 33, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel c wordt âcommunautaire douaneregelingâ vervangen door: EU-douaneregeling. 2. In onderdeel e wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. F In artikel 39, onderdeel b, wordt âlid-staatâ vervangen door: lidstaat. ARTIKEL XIX De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 komt te luiden: Artikel 2 1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van FinanciĂ«n; b. GN-code: de code, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG 1987, L 256), zoals deze luidde op 19 oktober 1992 onderscheidenlijk, indien het minerale oliĂ«n betreft, op 1 januari 2002. 2. Bij regeling van Onze Minister kunnen de GN-codes, genoemd in deze wet en de daarop berustende bepalingen worden aangepast indien de overeenkomstige GN-codes zoals opgenomen in Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PbEU 2003, L 283), in overeenstemming met artikel 2, vijfde lid, van die richtlijn zijn aangepast. In dat geval kan bij regeling van Onze Minister eveneens de laatstgenoemde datum in het eerste lid, onderdeel b, worden vervangen door de datum van de versie van de in dat onderdeel bedoelde verordening die aan de wijziging van de GN-codes ten grondslag heeft gelegen. B Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel h wordt âVerdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapâ vervangen door: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 2. In onderdeel i wordt âcommunautaire douaneregelingâ vervangen door âEU-douaneregelingâ. Voorts wordt âcommunautaire regelingenâ vervangen door: EU-regelingen. C In artikel 35, eerste en tweede lid, wordt âcommunautaire douaneregelingâ telkens vervangen door: EU-douaneregeling. D In artikel 41 wordt âAlgemene Douanewetâ vervangen door: Algemene douanewet. E In artikel 46, derde lid, wordt âcommunautaire douaneregelingâ vervangen door: EU-douaneregeling. F Artikel 47, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt âartikel 27, vijfde lid, van de Wet op de accijnsâ vervangen door: artikel 27, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de accijns. 2. In onderdeel q wordt ârichtlijn nr. 2003/96/EG van de Raad van de Europese Unieâ vervangen door âRichtlijn 2003/96/EG van de Raadâ. Voorts wordt â(PbEU L 283)â vervangen door: (PbEU 2003, L 283). G In artikel 66, tweede lid, onderdeel b, wordt âde Richtlijn 2003/96/EG van de Raadâ vervangen door: Richtlijn 2003/96/EG van de Raad. H Artikel 90 komt te luiden: Artikel 90 De artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn van overeenkomstige toepassing op de in de artikelen 18, 43, 59, eerste en derde lid, en 60, eerste lid, vermelde bedragen. ARTIKEL XX De Algemene douanewet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt âcommunautaire bepalingenâ vervangen door: EU-rechtshandelingen. 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt âcommunautaire maatregelenâ vervangen door: maatregelen van de Europese Unie. 3. In het vierde lid wordt âgemeenschappelijke optredens, gemeenschappelijke standpunten, kaderbesluiten, besluiten en overeenkomsten die zijn aangenomen dan wel vastgesteld door de Raad van de Europese Unieâ vervangen door: bindende EU-rechtshandelingen. 4. In het vijfde lid wordt âGemeenschapâ vervangen door âUnieâ. Voorts wordt âeen communautair of ander wettelijk voorschriftâ vervangen door: een bindende EU-rechtshandeling of een ander wettelijk voorschrift. B Artikel 1:3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt âcommunautaire bepalingenâ vervangen door: EU-regelgeving. 2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt âverordeningâ vervangen door âVerordeningâ. Voorts vervalt âvan de Europese Gemeenschappenâ. Ten slotte wordt â(PbEG L 302)â vervangen door: PbEG 1992, L 302). 3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt âverordeningâ telkens vervangen door âVerordeningâ. Voorts vervalt telkens âvan de Europese Gemeenschappenâ. Ten slotte wordt â(PbEG L 253)â vervangen door: (PbEG 1993, L 253). 4. In het vierde lid wordt âHet derde lid, onderdeel c,â vervangen door: Het derde lid, aanhef en onderdeel c,. 5. In het vijfde lid wordt âbij of krachtens een communautair of ander wettelijk voorschriftâ vervangen door âbij of krachtens een bindende EU-rechtshandeling of ander wettelijk voorschriftâ. Voorts wordt een volzin toegevoegd, luidende: Onze Minister van FinanciĂ«n plaatst deze convenanten in de Staatscourant. C In artikel 1:4, tweede lid, wordt âgemeenschappelijke optredens, gemeenschappelijke standpunten, kaderbesluiten, besluiten en overeenkomsten die zijn aangenomen dan wel vastgesteld door de Raad van de Europese Unieâ vervangen door: bindende EU-rechtshandelingen. D In artikel 1:26, eerste lid, onderdeel a, wordt ârichtlijn 97/78/EGâ vervangen door âRichtlijn 97/78/EGâ en wordt â(PbEG L 24, 1998)â vervangen door â(PbEG 1998, L 24)â. Voorts wordt ârichtlijn 2004/103/EGâ vervangen door âRichtlijn 2004/103/EGâ. Ten slotte wordt â(PbEU L 313)â vervangen door: (PbEU 2004, L 313). E Aan artikel 1:27, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De in dit lid bedoelde personen zijn gehouden aan de vordering te voldoen. F Artikel 1:28 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 2. In het vijfde lid, onderdeel c, wordt âholtenâ vervangen door: openingen en holten. 3. In het achtste lid wordt âhet onderzoek van het onderlichaamâ vervangen door: het geheel ontkleden of het onderzoek van het onderlichaam. G In artikel 1:32, eerste lid, aanhef, en artikel 3:1 wordt âcommunautaire bepalingenâ vervangen door: EU-regelgeving. H In artikel 1:33, vierde lid, wordt âCommissie van de Europese Gemeenschappenâ vervangen door: Europese Commissie. I In het opschrift van hoofdstuk 2 en in het opschrift van hoofdstuk 5 wordt âGEMEENSCHAPâ vervangen door: UNIE. J In artikel 2:2 en in artikel 10:2 wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. K Artikel 3:2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âverordening (EG)â vervangen door âVerordening (EG)â. Voorts vervalt âvan de Europese Unieâ. Ten slotte wordt â(PbEU L 309) (verordening)â vervangen door: (PbEU 2005, L 309). 2. In het derde lid, onderdeel b, wordt âde uitvoering van de verordeningâ vervangen door âde uitvoering van de verordening, genoemd in het eerste lidâ en wordt in onder 1â° en 2â° âde verordeningâ vervangen door: die verordening. 3. In het vierde lid wordt âde in artikel 3, eerste lid, van de verordening bedoelde aangifteâ vervangen door: de aangifte, genoemd in artikel 3 van de in het eerste lid genoemde verordening,. L Artikel 3:3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âverordening (EG)â vervangen door âVerordening (EG)â. Voorts vervalt âvan de Europese Unieâ en wordt â(verordening)â vervangen door â(PbEU 2005, L 309)â. Ten slotte wordt âartikel 3 van de verordeningâ vervangen door: artikel 3 van die verordening. 2. In het derde lid wordt âde verordeningâ vervangen door: de verordening, genoemd in het eerste lid. 3. In het zevende lid wordt âartikel 4, tweede lid, van de verordeningâ vervangen door âartikel 4, tweede lid, van de verordening, genoemd in het eerste lid,â. Voorts wordt âartikel 3 van de verordeningâ vervangen door: artikel 3 van die verordening. M In artikel 5:1, eerste en tweede lid, wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. N Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt âvan de Europese Unieâ. Voorts wordt â(PbEU L 324)â vervangen door: (PbEU 2009, L 324). 2. Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden: d. het verlenen van vrijstellingen als bedoeld in artikel 128, eerste lid, van de verordening, genoemd in het eerste lid;. O In artikel 6:3 wordt âcommunautaire besluiten dan Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van de Europese Unie van 16 november 2009â vervangen door âbindende EU-rechtshandelingen dan Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009â. Voorts wordt â(PbEU L 324)â vervangen door: (PbEU 2009, L 324). P Artikel 10:1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âGemeenschapâ telkens vervangen door: Unie. 2. In het derde lid wordt âGemeenschapâ vervangen door: Unie. 3. In het vierde lid wordt âverordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005â vervangen door âVerordening (EG) nr. 1889/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005â. Voorts vervalt â(verordening)â. Q In artikel 10:6 wordt â1:28, tweede lid,â vervangen door: 1:28, tweede of derde lid,. R De bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel A wordt âartikelen 26, 36, 37, 60, 71, 80, 87, 88, 89, 93, 94, 95, 132, 133, 134, 135, 152, 175, 301 of 308 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapâ vervangen door: artikelen 31, 33, 42, 43, 75, 91, 100, 107, 108, 109, 113, 114, 115, 168, 192, 207, 215 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 2. In onderdeel B vervalt â- Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigenâ. ARTIKEL XXI De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid, onderdeel g, wordt âverordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302)â vervangen door: Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1992, L 302). 2. In het derde lid, onderdeel h, wordt âverordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 253)â vervangen door: Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1993, L 253). B Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het derde lid komt te luiden: 3. Voor de toepassing van de wettelijke bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat (PbEU 2009, L 310), Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PbEU 2011, L 345) of Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (PbEU 2003, L 157) wordt, in afwijking in zoverre van het eerste lid en voor zover dat voortvloeit uit de genoemde richtlijnen, een lichaam geacht te zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie indien dat lichaam volgens de fiscale wetgeving van die lidstaat aldaar is gevestigd. 2. In het vierde lid wordt âRichtlijn nr. 2009/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (PbEU L 302/32)â vervangen door: Richtlijn 2009/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbeâs) (PbEU 2009, L 302). ARTIKEL XXII De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel c wordt âverordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302)â vervangen door: Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1992, L 302). 2. In onderdeel d wordt âverordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 253)â vervangen door: Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG 1993, L 253). B In artikel 3, derde lid, wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. C In artikel 24, zevende lid, wordt âderde tot en met zesdeâ vervangen door: derde tot en met vijfde. D Artikel 26, zesde lid, vervalt. E In artikel 28, derde en vierde lid, wordt âvijfde, zesde, achtsteâ vervangen door: vijfde, achtste. F Artikel 43a vervalt. G Na artikel 70a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 70aa Artikel 43 is van overeenkomstige toepassing op de verpakkingenbelasting die is verschuldigd door een concern als bedoeld in artikel 80, onderdeel g, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals dat artikel luidde op 31 december 2012. H Artikel 70b wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt in de eerste volzin âBij ministeriĂ«le regeling worden regels gesteldâ vervangen door: Bij ministeriĂ«le regeling worden regels gesteld met betrekking tot op de voet van artikel 25, zesde lid, zoals dat luidde op 31 december 2012, verleend uitstel van betaling alsmede. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Met betrekking tot een verleend uitstel van betaling als bedoeld in het eerste lid zijn artikel 24, zevende lid, en artikel 28, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing. I Na artikel 70b wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 70ba Indien de ontvanger het verleende uitstel van betaling, bedoeld in artikel 70b, beĂ«indigt, kan volgens bij ministeriĂ«le regeling te stellen regels kwijtschelding worden verleend voor zover de belasting waarvoor uitstel van betaling is verleend, hoger is dan de belasting die zou zijn geheven indien de belastingschuldige op het moment van de omstandigheid op grond waarvan het uitstel van betaling wordt beĂ«indigd, in Nederland zou hebben gewoond. J Na artikel 70c wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 70d Op een kapitaalverzekering eigen woning die voor 1 januari 2013 ingevolge artikel 3.116, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat luidde op 31 december 2012, wordt geacht tot uitkering te zijn gekomen of op een spaarrekening eigen woning of een beleggingsrecht eigen woning die voor 1 januari 2013 ingevolge artikel 3.116a, vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat luidde op 31 december 2012, wordt geacht te zijn gedeblokkeerd, blijft artikel 44c, zoals dat luidde op 31 december 2012, van toepassing. ARTIKEL XXIIA In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt artikel 3 als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid, onderdeel d, wordt âbelastingplichtigeâ vervangen door: belanghebbende. 2. In het vijfde lid wordt âAlgemene wet inzake rijksbelastingâ vervangen door: Algemene wet inzake rijksbelastingen. ARTIKEL XXIIB In de Mijnbouwwet wordt in artikel 80 âheffingsrenteâ vervangen door: belastingrente. ARTIKEL XXIII De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, derde lid, onderdeel b, wordt âverordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van de Europese Unie van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen (PbEU L 359)â vervangen door: Verordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen (PbEU 2004, L 359). B In artikel 2, eerste lid, onderdeel g, wordt ârichtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (Pb EU L 157)â vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PbEU 2003, L 157). C In artikel 4a, derde lid, wordt ârichtlijn 2003/48/EGâ vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG. D Artikel 4b wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ârichtlijn 2003/48/EGâ telkens vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG. 2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ârichtlijn 2003/48/EGâ vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG. E Artikel 4c wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ârichtlijn nr. 80/390/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiĂ«le notering aan een effectenbeurs (PbEG L 100)â vervangen door: Richtlijn 80/390/EEG van de Raad van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiĂ«le notering aan een effectenbeurs (PbEG 1980, L 100). 2. In het derde lid wordt ârichtlijn 2003/48/EGâ vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG. F In artikel 4d, tweede lid, onderdeel a, wordt ârichtlijn 2003/48/EGâ vervangen door: Richtlijn 2003/48/EG. G In artikel 35 wordt â(PbEG L 336)â vervangen door: (PbEG 1977, L 336). ARTIKEL XXIV De Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2, onderdeel b, wordt ârichtlijn 2010/24/EUâ vervangen door âRichtlijn 2010/24/EUâ. Voorts wordt â(PbEU L 84)â vervangen door: (PbEU 2010, L 84). B In artikel 6, tweede lid, artikel 40, eerste en tweede lid, en artikel 41 wordt âOnze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatieâ vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken. ARTIKEL XXV De Belastingwet BES wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6.1, onderdeel g, komt te luiden: g. CO2-uitstoot van een personenauto: de CO2-uitstoot gemeten overeenkomstig bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de type goedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEU 2008, L 199). Indien de meting mede met LPG of aardgas als brandstof is uitgevoerd, wordt de CO2-uitstoot van de auto met LPG of aardgas als brandstofsoort gehanteerd;. B Artikel 6.4, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden: g. de oplevering van een als onroerende zaak aan te merken nieuw gebouw of nieuw werk, een nieuw gedeelte van een gebouw of werk daaronder begrepen, door degene die dat gebouw of werk heeft vervaardigd. C Artikel 6.7g, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt âGemeenschap zoals bedoeld in artikel 2aâ vervangen door: Unie, genoemd in artikel 2a. 2. In onderdeel b wordt âde in onderdeel a bedoelde Gemeenschapâ vervangen door âde Unie, genoemd in onderdeel a,â. Voorts wordt âdie Gemeenschapâ telkens vervangen door: die Unie. D Artikel 6.11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel i wordt âeen nieuw vervaardigd gebouw of een nieuw vervaardigd gedeelte van een gebouw en het erbij behorend terreinâ vervangen door: een nieuw vervaardigd gebouw of werk als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, onderdeel g, en het bij dat gebouw of werk behorende terrein. 2. In onderdeel j wordt ânietâ vervangen door: mede. E Artikel 7.4, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden: g. van een nieuw vervaardigd gebouw of werk als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid, onderdeel g, en het bij dat gebouw of werk behorende terrein. F Artikel 9.1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel d vervalt âvan de Europese Unieâ. Voorts wordt ârentebetalingâ vervangen door: rentebetaling (PbEU 2003, L 157). 2. In onderdeel h, onder 1o, wordt âRichtlijn nr. 85/611/EEG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 1985 (PbEG L 375 van 31 december 1985)â vervangen door: Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbeâs) (PbEU 2009, L 302). ARTIKEL XXVI De Douane- en Accijnswet BES wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2.15, eerste lid, wordt âwordt, al dan niet na tijdelijke opslag,â vervangen door: en goederen in tijdelijke opslag wordt. B Artikel 2.66 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het vierde lid, onderdeel c, wordt âholtenâ vervangen door: openingen en holten. 2. In het achtste lid wordt âhet onderzoek van het onderlichaamâ vervangen door: het geheel ontkleden of tot het onderzoek van het onderlichaam. C In artikel 2.108 wordt âde ingevolge artikel 2.14 vastgestelde termijnâ vervangen door: de termijn, genoemd in artikel 2.12, derde lid,. D Artikel 3.49 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âgoederenâ vervangen door: visueel en auditief materiaal. 2. In het tweede lid wordt âgoederen betreft die verkregen zijnâ vervangen door: visueel en auditief materiaal betreft dat verkregen is. E Artikel 3.72, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel j vervalt âof bestemd voor eigen zakelijk gebruik,â. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende: s. brandstoffen voor de opwekking van energie voor gas-, elektriciteit- en waterleidingbedrijven; t. gas als bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel h, van de Belastingwet BES. F Aan artikel 3.137, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: e. materieel ten behoeve van het houden van militaire oefeningen. G Artikel 5.1, tweede lid, komt te luiden: 2. Ter zake van de verschuldigdheid van invoerrechten en het vervullen van douaneformaliteiten wordt de inslag in en de uitslag uit een handels- en dienstenentrepot van goederen gelijkgesteld met de inslag in en de uitslag uit een douane-entrepot van goederen. ARTIKEL XXVII In de Wet op het BTW-compensatiefonds wordt artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel b komt te luiden: b. BTW-richtlijn 2006: Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2006, L 347);. 2. In onderdeel e wordt âZesde BTW-richtlijnâ vervangen door: BTW-richtlijn 2006. ARTIKEL XXVIII In de wet van 1 juli 2009, houdende Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen (Stb. 2009, 280), wordt artikel II als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âdeze wetâ vervangen door: artikel I. 2. In het tweede lid wordt âdeze wetâ telkens vervangen door: artikel I. ARTIKEL XXIX Het Belastingplan 2012 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel VII, onderdeel B, komt te luiden: B Artikel 39d wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede en derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot tweede lid. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Het eerste lid is voor de werknemer niet van toepassing ingeval het tweede lid, zoals dat op 31 december 2013 luidde, is toegepast. B Het in artikel VIIa, onderdeel 2, opgenomen artikel 39d, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt vernummerd tot vierde lid. ARTIKEL XXX In de wet van 22 december 2011 tot aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten (Stb. 2012, 19) vervalt artikel XXVII. ARTIKEL XXXI 1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat artikel XXIX, onderdeel A, toepassing vindt voordat artikel VII, onderdeel B, van het Belastingplan 2012 wordt toegepast. 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II, onderdeel H, in werking met ingang van 1 januari 2022. 3. Artikel II, onderdeel G, werkt terug tot en met 1 januari 2006. 4. Artikel I, onderdeel L, werkt terug tot en met 1 januari 2009. 5. Artikel XXVI, onderdeel E, onder 2, werkt terug tot en met 1 januari 2011. 6. Artikel I, onderdelen J en M, werkt terug tot en met 1 januari 2012. 7. Artikel I, onderdeel Ka, artikel II, onderdelen A en I, artikel III, onderdeel G, onder 2, artikel IV, onderdeel B, artikel IX, onderdeel C, artikel XIX, onderdeel G, artikel XXII, onderdelen C, D, E, F, G, H, I en J, artikel XXIIA, artikel XXIIB en artikel XXV werken terug tot en met 1 januari 2013. 8. Artikel XI, onderdeel AA, onder 2, artikel XII en artikel XIII werken terug tot en met 1 maart 2013. 9. Artikel I, onderdeel D, artikel II, onderdeel B, artikel IV, onderdeel A, en artikel V werken terug tot en met 22 juli 2013. ARTIKEL XXXII Deze wet wordt aangehaald als: Fiscale verzamelwet 2013. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van FinanciĂ«n, PAGE PAGE 34