[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met beëindiging van de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning

Eindtekst

Nummer: 2015D05757, datum: 2015-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z01196:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

3 juli 2014



	Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met beëindiging van
de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag voor het stellen
van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van
het hoofdverblijf in dezelfde woning







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
voorschotregeling te beëindigen en de ongehuwde pensioengerechtigde
meer duidelijkheid te verschaffen onder welke omstandigheden hij voor de
toepassing van de Algemene Ouderdomswet wordt aangemerkt als gehuwd of
als echtgenoot omdat hij met een andere ongehuwde persoon een
gezamenlijke huishouding voert;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, zevende lid, komt te luiden:

7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten
aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hoofdverblijf in dezelfde
woning hebben als bedoeld in het vierde en vijfde lid, aanhef, en het
blijk geven zorg te dragen voor een ander als bedoeld in het vierde lid.

B

Artikel 17, tweede lid, vervalt. 

C

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

1. De Sociale verzekeringsbank verleent op aanvraag aan personen die
vanaf 1 januari 2013 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip de leeftijd van 65 jaar bereiken een voorschot op het
ouderdomspensioen in de vorm van een renteloze lening.

2. De voorschotverlening gaat in op de dag waarop de persoon, bedoeld in
het eerste lid, de leeftijd van 65 jaar bereikt.

3. Het bedrag van het voorschot over een maand, respectievelijk van het
voorschot over twee maanden wordt verrekend met het ouderdomspensioen
over de eerste zes volledige kalendermaanden, respectievelijk de eerste
twaalf volledige kalendermaanden na het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd.

4. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

D

Artikel 63 vervalt.

E

In hoofdstuk VIII wordt na artikel 64b een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 64c

Artikel 17, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de
dag van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van PM
datum tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met
beëindiging van de voorschotregeling en vaststelling van een grondslag
voor het stellen van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder
het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning (Stb. PM nummer)
blijft van toepassing op pensioengerechtigden ten aanzien waarvan dat
artikellid is toegepast tot het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan
aan de in dat artikellid gestelde voorwaarden. 

ARTIKEL II

De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 15, derde lid, wordt “met ingang van 1 juli 2017”
vervangen door: op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. 

B

In artikel 31, vijfde lid, wordt “met ingang van 1 juli 2017”
vervangen door: op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 11 november 2013 ingediende
voorstel van wet Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere
socialezekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele
andere wetten) (33 801) tot wet is of wordt verheven en artikel VI,
onderdeel A, van die wet later in werking treedt dan artikel I,
onderdeel A, van deze wet wordt artikel VI van die wet als volgt
gewijzigd:

Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 1, zevende lid, wordt “als bedoeld in het vierde en vijfde
lid, aanhef,” vervangen door: als bedoeld in het vierde en vijfde lid,
aanhef, en artikel 9, eerste lid,.

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 11 november 2013 ingediende
voorstel van wet Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere
socialezekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele
andere wetten) (33 801) tot wet is of wordt verheven en artikel VI,
onderdeel D, van die wet later in werking treedt dan artikel I,
onderdeel B, van deze wet, komt artikel VI, onderdeel D, van die wet te
vervallen. 

ARTIKEL V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en kunnen
terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4