[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Telecommunicatiewet (wijziging artikel 11.7a)

Eindtekst

Nummer: 2015D05765, datum: 2015-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z05730:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

7 oktober 2014



Wijziging van de Telecommunicatiewet (wijziging artikel 11.7a)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor een doelmatige
bescherming van het recht op een persoonlijke levenssfeer van gebruikers
van elektronische communicatienetwerken nodig is gebleken de
uitzondering op de informatieplicht en het toestemmingsvereiste te
verruimen naar andere situaties waarbij de opslag of toegang tot
informatie op het randapparaat van een gebruiker geen of geringe
gevolgen heeft voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkene; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet komt te luiden:

Artikel 11.7a

1. Onverminderd de Wet bescherming persoonsgegevens is het via een
elektronisch communicatienetwerk opslaan van of toegang verkrijgen tot
informatie in de randapparatuur van een gebruiker, alleen toegestaan op
voorwaarde dat de betrokken gebruiker:

a. is voorzien van duidelijke en volledige informatie overeenkomstig de
Wet bescherming persoonsgegevens, in ieder geval over de doeleinden
waarvoor deze informatie wordt gebruikt, en

b. daarvoor toestemming heeft verleend.

2. De in het eerste lid, onder a en b, genoemde vereisten zijn ook van
toepassing in het geval op een andere wijze dan door middel van een
elektronisch communicatienetwerk wordt bewerkstelligd dat via een
elektronisch communicatienetwerk informatie wordt opgeslagen of toegang
wordt verleend tot op het randapparaat opgeslagen informatie.

3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien het de
opslag of toegang betreft:

a. met als uitsluitend doel de communicatie over een elektronisch
communicatienetwerk uit te voeren,

b. die strikt noodzakelijk is om de door de abonnee of gebruiker
gevraagde dienst van de informatiemaatschappij te leveren of - mits dit
geen of geringe gevolgen heeft voor de persoonlijke levenssfeer van de
betrokken abonnee of gebruiker - om informatie te verkrijgen over de
kwaliteit of effectiviteit van een geleverde dienst van de
informatiemaatschappij. 

4. Een handeling als bedoeld in het eerste lid, die tot doel heeft
gegevens over het gebruik van verschillende diensten van de
informatiemaatschappij door de gebruiker of de abonnee te verzamelen,
combineren of analyseren zodat de betrokken gebruiker of abonnee anders
behandeld kan worden, wordt vermoed een verwerking van persoonsgegevens
te zijn, als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet bescherming
persoonsgegevens. 

5. De toegang van de gebruiker tot een dienst van de
informatiemaatschappij die wordt geleverd door of namens een krachtens
publiekrecht ingestelde rechtspersoon wordt niet afhankelijk gemaakt van
het verlenen van toestemming als bedoeld in het eerste lid.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in
overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie nadere
regels worden gegeven met betrekking tot de in het eerste lid, onder a
en b, genoemde vereisten en de in het derde lid genoemde uitzonderingen.
Het College bescherming persoonsgegevens wordt om advies gevraagd over
een ontwerp van bedoelde algemene maatregel van bestuur.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.



Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1