Verzoek brief over contact Defensie - parlement
Brief lid / fractie
Nummer: 2015D09092, datum: 2015-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W. Hachchi, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2015Z04463:
- Indiener: W. Hachchi, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
Preview document (đ origineel)
Beste griffier,
N.a.v. de procedurevergadering van zojuist hierbij toelichting op en het verzoek zelf t.a.v. contact militairen/ambtenaren van Defensie met parlementariërs en journalisten. Zouden jullie dit willen voorleggen aan de overige leden van de commissie?
Toelichting:
Defensie heeft aparte aanwijzing over contact van militairen met journalist en Kamerleden (Aanwijzing A/SG 978 Extern Optreden). Tijdens de Begrotingsbehandeling Algemene Zaken 2014, op 3& 4 december 2013, zei de minister-president voorstander te zijn van âontspannen contactâ tussen ambtenaren en politici. In brief 34000-X, nr. 56, 11/11/2014 (reactie op aangehouden motie 34000-X, nr. 23, ingediend tijdens WGO Personeel 3/11/2014), schrijft de Minister van Defensie dat de âinterne aanwijzingâ een uitvloeisel is van rijksbrede aanwijzingen. Volgens de Minister staat deze aanwijzing âontspannen contactâ niet in de weg. Echter, uit praktijkervaring blijkt dat de Aanwijzing Extern Optreden bij Defensie zoân âontspannen contactâ wĂ©l in de weg staat. Zo moeten militairen die een gesprek willen met Kamerleden vooraf de te bespreken vragen voorleggen en achteraf een verslag aanleveren. Ook zijn er voorbeelden van politici en journalisten die worden uitgenodigd door Defensie, maar last minute worden gecanceld omdat de juiste procedures niet zijn gevolgd.
Verzoek:
Namens de vaste commissie voor Defensie een brief van de Minister van Defensie vragen, waarin zij op de problematiek, zoals beschreven in de toelichting, ingaat met specifiek de volgende vragen:
Klopt het dat er vooraf vragen moeten worden voorgelegd en achteraf een verslag moeten worden ingediend, indien ambtenaren / militairen van Defensie met parlementariërs willen spreken?
Past de aanwijzing van Defensie bij het door de minister-president voorgestelde âontspannen contactâ?
In hoeverre wijkt de aanwijzing van Defensie af van het beleid van andere departementen, waar wel regelmatig contact plaatsvindt tussen ambtenaren en parlement?
Beschikken andere departementen ook over dergelijke aanwijzingen? Zo ja, welke departementen? In hoeverre lijken deze aanwijzingen op die van Defensie, of wijken ze er juist van af?
Is de aanwijzing van Defensie aan herziening toe?
Zonder op de gesprekken zelf in te gaan: Is er in de Ministerraad hierover gesproken, om het rijskbreed gelijk te stellen, zoals toegezegd door de minister-president tijdens Begrotingsbehandeling AZ voor 2014. Wat voor resultaten heeft dit opgeleverd?
Hartelijke groet,
Wassila Hachchi