[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs)

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs)

Eindtekst

Nummer: 2015D09989, datum: 2015-03-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z13597:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 maart 2015



	Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de
integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend
onderwijs)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat
leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs ondergebracht worden
in het systeem van passend onderwijs waardoor de samenwerkingsverbanden
integraal verantwoordelijk zijn voor alle onderwijsondersteuning;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt “; regionale verwijzingscommissie”.

2. Het vierde lid komt als volgt te luiden:

4. Het samenwerkingsverband beslist op aanvraag van het bevoegd gezag of
de leerling op leerwegondersteunend onderwijs is aangewezen. Het bevoegd
gezag voegt bij de aanvraag na overleg met de ouders een op de
desbetreffende leerling betrekking hebbend onderwijskundig rapport als
bedoeld in artikel 42 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 43
van de Wet op de expertisecentra. Artikel 10g, derde, vierde en zesde
lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Het vijfde lid vervalt. 

4. Het zesde lid vervalt. 

B

Artikel 10g wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt “; regionale verwijzingscommissie”.

2. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

2. Het samenwerkingsverband beslist op aanvraag van het bevoegd gezag of
de leerling toelaatbaar is tot het praktijkonderwijs. De aanvraag gaat
vergezeld van een op de desbetreffende leerling betrekking hebbend
onderwijskundig rapport als bedoeld in artikel 42 van de Wet op het
primair onderwijs en artikel 43 van de Wet op de expertisecentra en de
op schrift gestelde zienswijze van de ouders. Indien het
samenwerkingsverband heeft bepaald dat de leerling toelaatbaar is tot
het praktijkonderwijs, beslist het bevoegd gezag van de school voor
praktijkonderwijs na overleg met de ouders van de leerling over de
toelating van de leerling. 

3. In het derde lid wordt “regionale verwijzingscommissie als bedoeld
in het tweede lid” vervangen door: samenwerkingsverband.

4. Het vijfde lid komt als volgt te luiden:

5. In afwijking van het derde en vierde lid kan tevens een aanvraag voor
toelaatbaarheid tot het praktijkonderwijs bij een samenwerkingsverband
worden ingediend voor een leerling die voldoet aan bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur te stellen criteria. 

5. Het zesde en zevende lid vervallen. 

6. Onder vernummering van het achtste lid tot zesde lid wordt in dat lid
“regionale verwijzingscommissie” vervangen door
“samenwerkingsverband” en vervallen de laatste twee volzinnen.

7. Het negende tot en met het elfde lid vervallen.

C

Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel c, komt te luiden: 

c. het beoordelen of leerlingen aangewezen zijn op het
leerwegondersteunend onderwijs, of toelaatbaar zijn tot het
praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs, op verzoek van
het bevoegd gezag van een school als bedoeld in het tweede lid waar de
leerling is aangemeld of ingeschreven, en. 

b. In onderdeel d, wordt “,en” vervangen door een punt.

c. Onderdeel e vervalt.

2. In het achtste lid, onderdeel c, wordt na “speciaal en voortgezet
speciaal onderwijs” een zinsdeel toegevoegd, luidende: , en de
procedure voor het beoordelen of een leerling is aangewezen op het
leerwegondersteunend onderwijs en het toelaatbaar verklaren van
leerlingen tot het praktijkonderwijs, voor zover de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in het elfde lid, daarin niet voorziet. 

3. Na het achtste lid, onderdeel h, worden twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

i. indien toepassing wordt gegeven aan artikel 17a1, eerste lid, de
criteria, procedure en duur van het beoordelen of een leerling is
aangewezen op het leerwegondersteunend onderwijs, en

j. indien toepassing wordt gegeven aan artikel 17a1, tweede lid, de
criteria voor de voordracht voor het in aanmerking brengen voor
bekostiging van scholen die leerwegondersteunend onderwijs aanbieden.

4. Het elfde lid komt als volgt te luiden:

11. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften
gegeven voor de procedure en de criteria voor het beoordelen of een
leerling is aangewezen op het leerwegondersteunend onderwijs of het
toelaatbaar verklaren van leerlingen tot het praktijkonderwijs. 

5. In het twaalfde lid wordt na “adviseren over” een zinsdeel
ingevoegd, luidende 

“het beoordelen of een leerling is aangewezen op het
leerwegondersteunend onderwijs of” en wordt na “leerlingen tot”
ingevoegd: het praktijkonderwijs of. 

6. In het dertiende lid wordt na “beslissingen van het
samenwerkingsverband over” een zinsdeel ingevoegd, luidende “de
beoordeling of een leerling is aangewezen op het leerwegondersteunend
onderwijs en” en wordt na “de toelaatbaarheid van leerlingen tot”
ingevoegd: het praktijkonderwijs of.

7. Het veertiende lid, onderdeel a, komt als volgt te luiden:

a. de beoordeling of een leerling is aangewezen op het
leerwegondersteunend onderwijs of van het toelaatbaar verklaren van
leerlingen tot het praktijkonderwijs of het voortgezet speciaal
onderwijs,.

8. In het vijftiende lid wordt na “kent aan elke” een zinsdeel
ingevoegd, luidende

“beslissing als bedoeld in artikel 10e, vierde lid, eerste volzin, en
aan elke” en na “toelaatbaarheidsverklaring als bedoeld in”:
artikel 10g, en. 

D

Na artikel 17a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a1. Optionele mogelijkheid afwijken van landelijke criteria,
procedure, duur en licenties

1. In afwijking van artikel 10e, vierde lid, juncto artikel 10g, derde
lid, artikel 17a, elfde lid kan het samenwerkingsverband kiezen om
voorschriften voor:

a. de criteria en de procedure voor, of 

b. de duur van, 

het beoordelen of een leerling is aangewezen op het leerwegondersteunend
onderwijs zelf vast te stellen. 

2. Het samenwerkingsverband kan er voor kiezen om in afwijking van
artikel 69, tweede lid, een school die is aangesloten bij dit
samenwerkingsverband, voor te dragen aan Onze Minister, om die school
voor bekostiging van leerwegondersteunend onderwijs in aanmerking te
brengen. 

3. Het gebruik maken van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en het
tweede lid, behoeft de instemming van de bevoegde gezagsorganen met
vestigingen in het gebied van het desbetreffende samenwerkingsverband. 

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere
voorschriften vastgesteld omtrent de toepassing van de bevoegdheden,
bedoeld in het eerste en het tweede lid. 

E

Onder vernummering van het vijfde tot het vierde lid, vervalt in artikel
77 het vierde lid. 

F

Artikel 84, vierde lid, komt te luiden als volgt:

4. Voor het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde personeel wordt
voor scholen met leerwegondersteunend onderwijs dat op grond van artikel
69 dan wel artikel 17a1, tweede lid, in aanmerking komt voor
bekostiging, een afzonderlijke grondslag vastgesteld op basis van het
aantal leerlingen in dat onderwijs voor wie het samenwerkingsverband
heeft bepaald dat zij op dat onderwijs zijn aangewezen of toelaatbaar
zijn tot het praktijkonderwijs. 

G

Na artikel 85b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 85b1. Aanvullende personeelsbekostiging samenwerkingsverband

1. In aanvulling op de bekostiging van artikel 85b, ontvangt het
samenwerkingsverband aanvullende personeelsbekostiging voor
leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs en bekostiging voor
regionale ondersteuning als bedoeld in het tweede, derde en vierde lid. 

2. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor leerwegondersteunend
onderwijs bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen
bedrag per leerling. Het aantal leerlingen wordt bepaald door: 

a. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 op vestigingen in het gebied
van het samenwerkingsverband dat is ingeschreven als leerling die
leerwegondersteunend onderwijs ontvangt uit te drukken in een percentage
van het totaal aantal leerlingen ingeschreven op vestigingen in het
gebied van het samenwerkingsverband op 1 oktober 2012; en

b. het percentage, bedoeld onder a, toe te passen op het aantal
leerlingen ingeschreven op vestigingen in het gebied van het
samenwerkingsverband op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar
waarop de bekostiging betrekking heeft.

3. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor praktijkonderwijs
bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag per
leerling. Het aantal leerlingen wordt bepaald door:

a. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 op vestigingen in het gebied
van het samenwerkingsverband dat is ingeschreven als leerling op een
school voor praktijkonderwijs uit te drukken in een percentage van het
totaal aantal leerlingen ingeschreven op vestigingen in het gebied van
het samenwerkingsverband op 1 oktober 2012; en

b. het percentage, bedoeld onder a, toe te passen op het aantal
leerlingen ingeschreven op vestigingen in het gebied van het
samenwerkingsverband op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar
waarop de bekostiging betrekking heeft. 

4. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor regionale
ondersteuning bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen
bedrag per leerling die is ingeschreven op een school of vestiging in
het gebied van het samenwerkingsverband. Bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld omtrent de
vaststelling en uitkering van de in de eerste volzin bedoelde
bekostiging voor regionale ondersteuning. 

5. De bedragen per leerling bedoeld in het tweede en het derde lid, zijn
de uitkomst van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast
te stellen hoeveelheid formatie per leerling, vermenigvuldigd met een
bedrag. 

6. Voor elke leerling die op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het
jaar waarover de bekostiging plaatsvindt, was aangewezen op
leerwegondersteunend onderwijs op een vestiging in het gebied van het
samenwerkingsverband die bekostigd is op grond van artikel 69 dan wel
artikel 17a1, tweede lid, wordt een bij ministeriële regeling vast te
stellen bedrag in mindering gebracht op de in het eerste lid bedoelde
bekostiging van het samenwerkingsverband. 

7. Voor elke leerling die op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het
jaar waarover de bekostiging plaatsvindt, was ingeschreven op een
vestiging voor praktijkonderwijs in het gebied van het
samenwerkingsverband, wordt een bij ministeriële regeling vast te
stellen bedrag in mindering gebracht op de in het eerste lid bedoelde
bekostiging van het samenwerkingsverband. 

H

Na artikel 85c wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: 

Artikel 85c1. Vermindering personeelsbekostiging bij uitputting
aanvullende personeelsbekostiging samenwerkingsverband

Indien het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 85b1, zesde en
zevende lid, de personeelsbekostiging van het samenwerkingsverband,
bedoeld in artikel 85b1, eerste lid, overschrijdt, wordt het bedrag
waarmee die bekostiging wordt overschreden door Onze Minister in
mindering gebracht op de personele bekostiging van alle scholen en
scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet
speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de
expertisecentra, waarvan één of meer vestigingen zijn gelegen in het
gebied van het samenwerkingsverband. Het bedrag dat in mindering wordt
gebracht wordt bepaald per school dan wel school voor voortgezet
speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend
tot cluster 3 of 4, bedoeld in de Wet op het expertisecentra, voor zover
het betreft het daaraan verzorgde voortgezet speciaal onderwijs, op
basis van het leerlingenaantal op 1 oktober voorafgaand aan het jaar
waarover de bekostiging plaatsvindt, van de desbetreffende vestiging of
vestigingen in het gebied van het samenwerkingsverband.

I

Artikel 86, derde lid, onderdeel d, komt te luiden als volgt:

d. voor scholen met leerwegondersteunend onderwijs dat op grond van
artikel 69 dan wel artikel 17a1, tweede lid, in aanmerking is gebracht
voor bekostiging, een bedrag dat afhankelijk is van het aantal
leerlingen in dat onderwijs voor wie het samenwerkingsverband heeft
bepaald dat zij op dat onderwijs zijn aangewezen of toelaatbaar zijn tot
het praktijkonderwijs.

J

Na artikel 89a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 89a1. Aanvullende bekostiging materiële instandhouding
samenwerkingsverband

1. In aanvulling op de bekostiging van artikel 89a, ontvangt het
samenwerkingsverband aanvullende bekostiging voor materiële
instandhouding voor leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs en
bekostiging voor regionale ondersteuning als bedoeld in het tweede,
derde en vierde lid. 

2. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor leerwegondersteunend
onderwijs bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen
bedrag per leerling. Het aantal leerlingen wordt bepaald door: 

a. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 op vestigingen in het gebied
van het samenwerkingsverband dat is ingeschreven als leerling die
leerwegondersteunend onderwijs ontvangt uit te drukken in een percentage
van het totaal aantal leerlingen ingeschreven op vestigingen in het
gebied van het samenwerkingsverband op 1 oktober 2012; en

b. het percentage, bedoeld onder a, toe te passen op het aantal
leerlingen ingeschreven op vestigingen in het gebied van het
samenwerkingsverband op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar
waarop de bekostiging betrekking heeft.

3. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor praktijkonderwijs
bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag per
leerling. Het aantal leerlingen wordt bepaald door:

a. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 op vestigingen in het gebied
van het samenwerkingsverband dat is ingeschreven als leerling op een
school voor praktijkonderwijs uit te drukken in een percentage van het
totaal aantal leerlingen ingeschreven op vestigingen in het gebied van
het samenwerkingsverband op 1 oktober 2012; en

b. het percentage, bedoeld onder a, toe te passen op het aantal
leerlingen op vestigingen in het gebied van het samenwerkingsverband op
1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de bekostiging
betrekking heeft. 

4. De in het eerste lid bedoelde bekostiging voor regionale
ondersteuning bestaat uit een bij ministeriële regeling vast te stellen
bedrag per leerling van de scholen en vestigingen in het gebied van het
samenwerkingsverband. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
kunnen voorschriften worden vastgesteld omtrent de vaststelling en
uitkering van bekostiging voor regionale ondersteuning.

5. Voor elke leerling die op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het
jaar waarover de bekostiging plaatsvindt, was aangewezen op
leerwegondersteunend onderwijs op een vestiging in het gebied van het
samenwerkingsverband die bekostigd is op grond van artikel 69 dan wel
artikel 17a1, tweede lid, wordt een bedrag in mindering gebracht op de
in het eerste lid bedoelde bekostiging van het samenwerkingsverband.

6. Voor elke leerling die op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het
jaar waarover de bekostiging plaatsvindt, was ingeschreven op een
vestiging voor praktijkonderwijs in het gebied van het
samenwerkingsverband wordt een bedrag in mindering gebracht op de in het
eerste lid bedoelde bekostiging van het samenwerkingsverband.

K

Na artikel 89b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 89b1. Vermindering bekostiging materiële instandhouding bij
uitputting aanvullende bekostiging materiële instandhouding
samenwerkingsverband 

Indien het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 89a1, vijfde en
zesde lid, de bekostiging van materiële instandhouding van het
samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 89a1, eerste lid, overschrijdt,
wordt het bedrag waarmee die bekostiging wordt overschreden door Onze
Minister in mindering gebracht op de bekostiging van materiële
instandhouding van alle scholen en scholen voor voortgezet speciaal
onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot
cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra, waarvan één
of meer vestigingen zijn gelegen in het gebied van het
samenwerkingsverband. Het bedrag dat in mindering wordt gebracht wordt
bepaald per school dan wel school voor voortgezet speciaal onderwijs of
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 of 4,
bedoeld in de Wet op het expertisecentra, voor zover het betreft het
daaraan verzorgde voortgezet speciaal onderwijs, op basis van het
leerlingenaantal op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarover de
bekostiging plaatsvindt, van de desbetreffende vestiging of vestigingen
in het gebied van het samenwerkingsverband.

L

In artikel 99, negende lid, wordt “artikelen 85b en 89a” vervangen
door: artikelen 85b, 85b1, 89a en 89a1. 

M

Titel IV vervalt.

N

In Titel IVE wordt voor artikel 118u een opschrift ingevoegd, luidende:

Afdeling I. Overgangsrecht inzake brede benoembaarheid leraren
omgangskunde

O

Na artikel 118u wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

Afdeling II. Overgangsrecht Wijziging van de Wet op het voortgezet
onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend
onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs
(Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) 

Artikel 118v. Vaststelling eerste ondersteuningsplan
samenwerkingsverband met aanwijzing leerwegondersteunend onderwijs en
toelaatbaarheid praktijkonderwijs 

1. Het samenwerkingsverband stelt voor de voorschriften in artikel 17a,
achtste lid, onderdelen a, b, c, e en f, en artikel 17a1, eerste en
tweede lid, voor zover deze betrekking hebben op het beoordelen of een
leerling is aangewezen op het leerwegondersteunend onderwijs en het
toelaatbaar verklaren van leerlingen tot het praktijkonderwijs, een
eerste ondersteuningsplan op, in aanvulling op het ondersteuningsplan
bedoeld in artikel 17a, achtste lid.

2. Het eerste ondersteuningsplan, bedoeld in het eerste lid, wordt op de
datum van inwerkingtreding van dit artikel, aan de
ondersteuningsplanraad voorgelegd. De ondersteuningsplanraad spreekt
zich binnen vier weken nadat het voorstel is voorgelegd, uit over dit
voorstel.

3. Indien aan het te nemen besluit van het samenwerkingsverband op het
ondersteuningsplan, bedoeld in het eerste lid, de instemming door de
ondersteuningsplanraad is onthouden, wordt het voorstel door het
samenwerkingsverband binnen twee weken voorgelegd aan de commissie voor
geschillen, bedoeld in de Wet medezeggenschap op scholen. 

4. De commissie voor geschillen, bedoeld in artikel 30 van de Wet
medezeggenschap op scholen, doet binnen vier weken uitspraak in
geschillen over het voorstel van het ondersteuningsplan, bedoeld in het
eerste lid. Van de uitspraak, bedoeld in de eerste volzin, staat, in
afwijking van artikel 36 van de Wet medezeggenschap op scholen, geen
beroep open bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam.

5. In afwijking van artikel 17a, tiende lid, stuurt het
samenwerkingsverband uiterlijk 16 weken volgend op de periode genoemd in
het tweede lid, eerste volzin, het ondersteuningsplan aan de inspectie. 

6. Op het eerste ondersteuningsplan, bedoeld in het eerste lid, is
artikel 17a, negende lid, niet van toepassing.

Artikel 118w. Bekostiging personeelskosten leerwegondersteunend
onderwijs

Voor scholen die leerwegondersteunend onderwijs aanbieden, is artikel
84, vierde lid, van overeenkomstige toepassing voor de bekostiging van
leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat
zij op dat onderwijs is aangewezen op grond van artikel 10e van deze wet
zoals dat luidde de dag voor de inwerkingtreding van artikel I,
onderdeel A, van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet
onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend
onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs
(Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX).

Artikel 118x. Bekostiging exploitatiekosten leerwegondersteunend
onderwijs

Voor scholen die leerwegondersteunend onderwijs aanbieden, is artikel
86, derde lid, onderdeel d, van overeenkomstige toepassing voor de
bekostiging van leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie
heeft bepaald dat zij op dat onderwijs is aangewezen op grond van
artikel 10e zoals dat luidde de dag voor de inwerkingtreding van artikel
I, onderdeel A, van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet
onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend
onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs
(Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX).

Artikel 118y. Indicatie door regionale verwijzingscommissie na
inwerkingtreding 

1. Voor leerlingen die op de datum van inwerkingtreding van artikel I,
onderdelen C en D van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet
onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend
onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs
(Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX) door een
regionale verwijzingscommissie zijn geïndiceerd voor
leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs op grond van artikel
10e, respectievelijk 10g, van deze wet zoals die luidden op de dag voor
die inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en B, van die wet,
blijft de indicatie gelden na inwerkingtreding van die wet.

2. In afwijking van het eerste lid, geldt de indicatie van de in het
eerste lid bedoelde leerlingen die voor het eerst met ingang van het
eerstvolgende schooljaar na inwerkingtreding van de Wet tot wijziging
van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van
het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem
van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs)
(Stb. XXX, XXX) gebruik maken van de indicatie, tot de datum van
inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C en D, van die wet.

Artikel II Wijziging Wet op de EXPERTISECENTRA

A

In artikel 116a wordt na het tweede lid een derde lid toegevoegd,
luidende:

3. Indien het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 89a1, vijfde en
zesde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de bekostiging voor
de materiële instandhouding van het samenwerkingsverband, bedoeld in
artikel 89a1, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs
overschrijdt, wordt het bedrag waarmee die bekostiging wordt
overschreden door Onze minister in mindering gebracht op de materiële
bekostiging van alle scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 en 4
voor zover het betreft het daaraan verzorgde voortgezet speciaal
onderwijs, en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs,
waarvan één of meer vestigingen zijn gelegen in het gebied van het
samenwerkingsverband. Het bedrag dat in mindering wordt gebracht, wordt
per school voor voortgezet speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet
speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 en 4 dan wel school als
bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, bepaald op basis van het
leerlingenaantal op 1 oktober van de desbetreffende vestiging of
vestigingen in het samenwerkingsverband.

B

In artikel 119 wordt na het tweede lid een derde lid toegevoegd,
luidende:

3. Indien het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 85b1, zesde en
zevende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs de
personeelsbekostiging, bedoeld in artikel 85b1, eerste lid, van het
samenwerkingsverband overschrijdt , wordt het bedrag waarmee die
bekostiging wordt overschreden door Onze minister in mindering gebracht
op de personele bekostiging van alle scholen voor voortgezet speciaal
onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot
cluster 3 en 4 voor zover het betreft het daaraan verzorgde voortgezet
speciaal onderwijs, en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet
onderwijs waarvan één of meer vestigingen zijn gelegen in het gebied
van het samenwerkingsverband. Het bedrag dat in mindering wordt
gebracht, wordt per school voor voortgezet speciaal onderwijs of
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 en 4
dan wel school als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs,
bepaald op basis van het leerlingenaantal op 1 oktober voorafgaand aan
het jaar waarover de bekostiging plaatsvindt, van de desbetreffende
vestiging of vestigingen in het gebied van het samenwerkingsverband.

ARTIKEL III. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

Artikel 2.2.5. van de Wet educatie en beroepsonderwijs komt te luiden:

Artikel 2.2.5. Vermindering bekostiging bij uitputting bekostiging
samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs 

De artikelen 85c, 85c1, 89b en 89b1 van de Wet op het voortgezet
onderwijs zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een
agrarisch opleidingscentrum voor zover het betreft het in die instelling
verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8