[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34184 Nader rapport inzake Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, alsmede de actualisatie en flexibilisering van het beroepsgerichte deel van de examenprogramma's in het voorbereidend beroepsonderwijs

Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, alsmede de actualisatie en flexibilisering van het beroepsgerichte deel van de examenprogramma's in het voorbereidend beroepsonderwijs

Nader rapport

Nummer: 2015D12180, datum: 2015-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2015Z05983:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 december 2014, nr. 2014002440, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 12 februari 2015, nr. W05.14.0471/I, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State geeft u in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met zijn opmerkingen rekening is gehouden. Op deze opmerkingen ga ik in het navolgende in.

1. Invoeringsdatum

Een betrouwbare inschatting hoeveel scholen naar verwachting op 1 augustus 2016 de overstap zullen maken naar de inrichting van het vmbo-onderwijs in profielen en hoeveel scholen daar dan nog niet klaar voor zijn, is op dit moment nog niet goed te maken. Er zijn wisselende signalen ontvangen. Een deel van de scholen wil zo snel mogelijk van start gaan met de herinrichting van het vmbo-onderwijs volgens de nieuwe profielen, soms zelfs nog vóór de beoogde invoering per 1 augustus 2016, terwijl andere scholen aangeven meer tijd nodig te hebben voor een zorgvuldige voorbereiding op de overstap naar de nieuwe profielstructuur.

De keuze voor een gespreide invoering is gebaseerd op deze wisselende signalen en op de ervaringen die zijn opgedaan bij de invoering van de ‘Tweede fase’ in het vwo en havo. Ook daar is destijds aan scholen de mogelijkheid geboden om zelf te kiezen in welk schooljaar de overstap naar de nieuwe systematiek werd gemaakt: het jaar van inwerkingtreding van de wet, of een jaar later.

Op grond van het onderhavige wetsvoorstel kan de nieuwe profielstructuur in het vmbo worden ingevoerd vanaf schooljaar 2016-2017 of 2017-2018. Zowel de scholen die snel van start willen gaan, als de scholen die wat meer tijd nodig hebben worden zo bediend. Naar verwachting levert het geen onoverkomelijke problemen op als niet alle scholen gelijktijdig van start gaan met de nieuwe profielen.

In de artikelsgewijze toelichting is de keuze voor een gespreide invoering nader onderbouwd en is ingegaan op de mogelijke gevolgen als niet alle scholen op hetzelfde moment overgaan op de nieuwe profielenstructuur.

2. Voorwaardelijke delegatie

Het wetsvoorstel is aangepast overeenkomstig het advies van de Raad van State om de voorwaardelijke delegatiebepalingen in de WVO zoveel mogelijk op gelijke wijze vorm te geven. Hiertoe zijn alle bepalingen met betrekking tot gecontroleerde en voorwaardelijke delegatie uit de gehele WVO, inclusief de door de Raad aangehaalde bepalingen uit de artikelen 10b en 10d, in één artikel bij elkaar gezet. Voor alle delegatiebepalingen in de WVO gelden daarmee zoveel mogelijk dezelfde procedurele voorwaarden, zodat de door de Raad gesignaleerde mogelijke verwarring zich niet voor zal kunnen doen. Bij de formulering van dit nieuwe artikel 121 van de WVO zijn de aanwijzingen 37 en 43 van de Aanwijzingen voor de regelgeving in acht genomen.

3. Positie van Caribisch Nederland

Het wetsvoorstel raakt niet direct aan de belangen van de bestuurscolleges van de eilanden. Ik lees de opmerking van de Raad dan ook meer als betrekking hebbend op de afstemming met Caribisch Nederland in het kader van artikel 209 van de Wet openbare lichamen BES. Een ontwerp van het wetsvoorstel is door de Rijksdienst Caribisch Nederland ter consultatie voorgelegd aan de scholen, aangezien zij direct betrokken zijn bij de uitvoering ervan.

Saba kent een afwijkend Engelstalig onderwijssysteem. In verband daarmee zijn de bepalingen uit de WVO BES over onderwijsinrichting en examens daar grotendeels niet van toepassing. Sint Eustatius is zich aan het voorbereiden om ook over te gaan op een Engelstalig onderwijssysteem, zoals Saba al kent. In de praktijk krijgen de school en de leerlingen op Sint Eustatius niet (meer) te maken met de door dit wetsvoorstel te wijzigen systematiek. Binnen Caribisch Nederland is de wetswijziging daardoor eigenlijk alleen voor de school op Bonaire van belang.

Bovenstaande is verder uitgewerkt in paragraaf 6 van de memorie van toelichting. Daar is ook ingegaan op de wijze waarop Caribisch Nederland is betrokken bij de totstandkoming van het wetsvoorstel, welke opmerkingen zijn gemaakt en hoe hierop is gereageerd.

4. Overige wijzigingen

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het overgangsrecht bij dit wetsvoorstel alsnog te verwerken in de WVO en de WVO BES zelf, in plaats van als afzonderlijke artikelen in deze wijzigingswet. De artikelen X tot en met XIII van het concept-wetsvoorstel zoals voorgelegd aan de Raad van State, zijn nu opgenomen als artikelen 118v tot en met 118y van de WVO, respectievelijk artikelen 214c tot en met 214e van de WVO BES. De nieuwe artikelen X en XI hebben betrekking op de samenloop tussen het onderhavige wetsvoorstel en twee andere wetsvoorstellen: het initiatiefvoorstel Bisschop, Van Meenen en Rog in verband met een doeltreffender regeling van het onderwijstoezicht (Kamerstukken 33 861) en het voorstel van wet met betrekking tot de integratie van lwoo en pro in het passend onderwijs (Kamerstukken 33 993). De samenloop met deze wetsvoorstellen is ontstaan door de verplaatsing van de voorwaardelijke delegatiebepalingen en van het overgangsrecht.

De redactionele opmerkingen van de Raad zijn overgenomen.

Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Onderwijs,

Cultuur en Wetenschap,

Sander Dekker