[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

30482, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 8 april 2015)

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2015D12953, datum: 2015-04-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z20696:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (Nota van wijziging 8 april 2015)



	34 082	Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter aanvulling van
het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en
wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van
de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bepalingen
op te nemen in het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het
spreekrecht van slachtoffers in het strafproces en van de werking van de
Wet schadefonds geweldsmisdrijven;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 51e, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd die luidt:

Van het voornemen tot het uitoefenen van het spreekrecht geven degenen
die daartoe gerechtigd zijn, voor de aanvang van de terechtzitting
schriftelijk kennis aan de officier van justitie opdat deze hen tijdig
kan oproepen. 

2. Het tweede, derde en vierde lid, komen te luiden:

2. Het slachtoffer kan op de terechtzitting een verklaring afleggen. 

3. Het spreekrecht bedoeld in het tweede lid kan ook worden uitgeoefend
door de vader of moeder van een minderjarig slachtoffer die een nauwe
band met het slachtoffer heeft of door een persoon die dat slachtoffer
als behorende tot zijn gezin, verzorgt en opvoedt en in een nauwe
persoonlijke betrekking tot het kind staat. Van het spreekrecht kan
gezamenlijk of elk afzonderlijk gebruik worden gemaakt. De voorzitter
kan het spreekrecht ambtshalve of op vordering van de officier van
justitie beperken of ontzeggen wegens strijd met het belang van het
minderjarig slachtoffer. 

4. Het spreekrecht bedoeld in het tweede lid kan ook worden uitgeoefend
door een nabestaande van een slachtoffer dat als gevolg van een
strafbaar feit is overleden. Tot de nabestaanden die voor oproeping in
aanmerking komen, behoren:

a. de echtgenoot of geregistreerde partner dan wel een andere
levensgezel, en 

b. de bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot de
vierde graad ingesloten.

Indien meer dan drie nabestaanden bedoeld onder b hebben meegedeeld dat
zij van hun spreekrecht gebruik willen maken, en zij het onderling niet
eens kunnen worden over wie van hen het woord zal voeren, beslist de
voorzitter welke drie personen van het spreekrecht gebruik kunnen maken.

B

Artikel 260, derde lid, tweede volzin, komt te luiden:

Ook van de oproeping van een persoon die bevoegd is het spreekrecht uit
te oefenen, van de benadeelde partij voor zover dit niet eerder op grond
van artikel 51g is geschied, en van een tolk wordt opgave gedaan.

C

Artikel 288a, tweede lid, komt te luiden:

2. De voorzitter draagt zorg voor een correcte bejegening van het
slachtoffer, of diens nabestaanden en de overige personen die het
spreekrecht willen uitoefenen. 

D

Artikel 302 komt te luiden:

Artikel 302

De voorzitter en de rechters kunnen de spreekgerechtigde vragen over
zijn verklaring stellen. Nadere vragen van de officier van justitie en
de verdachten worden door tussenkomst van de voorzitter gesteld.

E

In artikel 303 vervalt het eerste lid onder vernummering van het tweede
en derde lid tot eerste en tweede lid.

Artikel II

De Wet schadefonds geweldsmisdrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, onder c, wordt na “overleden” ingevoegd: ,
of aan nabestaanden van een persoon die als gevolg van overtreding van
artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 of van artikel 307 van het
Wetboek van Strafrecht is overleden

B

In artikel 7 wordt in de eerste volzin “drie jaar” vervangen door:
tien jaar.

C

	In artikel 23, tweede lid, wordt “artikel 7, eerste lid,” vervangen
door: artikel 7.

Artikel III

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven 

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   2