Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2015

Bij brief van 12 februari jl. verzoekt u de staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport te reageren op de brief van de heer
Van M. te R. over gecombineerd zittend ziekenvervoer. De Regeling
zittend ziekenvervoer valt onder de Zorgverzekeringswet en daarom
beantwoord ik uw brief. 

De heer van M. uit in de brief zijn zorgen over het vervoer van zijn
zoontje dat wordt gecombineerd met ouderen- en GGZ vervoer. 

In artikel 2.14 van het Besluit Zorgverzekering is geregeld dat een
aantal groepen cliënten recht heeft op zittend ziekenvervoer van of
naar een persoon bij wie of een instelling waarin hij zorg ontvangt,
waarbij de kosten geheel of gedeeltelijk ten laste van de
zorgverzekering komen. 

Hiermee is de aanspraak op het zittend ziekenvervoer voor specifieke
groepen geregeld. Het is de taak van zorgverzekeraars om afspraken met
vervoersbedrijven te maken over de kwaliteit van het zittend
ziekenvervoer en over het gecombineerde vervoer. 

Naar aanleiding van een rapportage van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa)  over het zittend ziekenvervoer is er een handboek opgesteld:
´Professioneel aanbesteden zittend ziekenvervoer’. Hierin worden
samenhangende aspecten en stappen beschreven die een bijdrage leveren
aan een goede kwaliteit van het vervoer. Ik ga ervan uit dat
zorgverzekeraars dit handboek gebruiken bij de inkoop van het zittend
ziekenvervoer.

Een belangrijk aspect wat de heer Van M. in zijn brief aanstipt is de
kwaliteit van de chauffeur. In het handboek wordt dit ook expliciet
benoemd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de eisen in relatie tot algemene
sociale vaardigheden en omgangsvormen en eisen in relatie tot het
herkennen van specifieke ziekte- of gedragskenmerken of
beperking/handicap. 

Er bestaan voorbeelden dat zorgverzekeraars bij bepaalde doelgroepen
geen combinatievervoer uitvoeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om cliënten
die een dialyse behandeling hebben ondergaan in het ziekenhuis. Omdat
zij moeheid kunnen ondervinden na het ondergaan van de behandeling kan
de verzekeraar ervoor kiezen om geen combinatievervoer toe te passen. Ik
kan me voorstellen dat er meer situaties zijn waarbij het wenselijk is
om niet te kiezen voor combinatievervoer. Anderzijds is het in het
belang van de betaalbaarheid om vervoer te combineren, waardoor meer
mensen worden geholpen voor hetzelfde geld.

Indien een verzekerde van mening is dat een zorgverzekeraar zijn
zorgplicht niet naleeft, dan kan hij een signaal afgeven bij de NZa. De
NZa kan zo’n signaal meenemen bij het uitoefenen van haar toezicht op
de zorgplicht van verzekeraars. Ook kan de verzekerde hierover een
klacht indienen bij de eigen verzekeraar. Uit de brief van de heer Van
M. maak ik op dat hij zich reeds tot de NZa en tot zijn zorgverzekeraar
DSW heeft gewend. Indien hij na afhandeling van zijn klacht door zijn
zorgverzekeraar niet tevreden is, dan kan hij zich wenden tot de SKGZ
(stichting klachten en geschillen zorgverzekering   HYPERLINK
"http://www.skgz.nl"  http://www.skgz.nl ). 

Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd. 

D  DOCPROPERTY  RolOndertekenaar  \* MERGEFORMAT  e minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ,

E.I. Schippers

 NZa, Zittend Ziekenvervoer, Onderzoek naar kwaliteitsafspraken,
februari 2008

 Kennisplatform Verkeer en Vervoer, Professioneel aanbesteden zittend
ziekenvervoer, oktober 2009