Inbreng van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op het groenboek kapitaalmarktunie’ en consultatiedocumenten over securitisaties en herziening van prospectusrichtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 1950)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2015D13229, datum: 2015-04-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.J. Duisenberg, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.F. Berck, griffier
Onderdeel van zaak 2015Z04735:
- Indiener: J.R.V.A. Dijsselbloem, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2015-03-24 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-03-25 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2015-04-09 14:00: Kabinetsreactie op groenboek kapitaalmarktunie en consultatiedocumenten over securitisaties en herziening prospectusrichtlijn (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2015-05-20 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2015-06-04 16:00: Start Europese bankenunie en werkafspraken bij ingrepen in de financiële sector; Groenboek kapitaalmarktunie c.a. (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2015-09-03 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 9 april 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de minister van Financiën inzake de kabinetsreactie op het groenboek kapitaalmarktunie’ en consultatiedocumenten over securitisaties en herziening van prospectusrichtlijn van 17 maart 2015 met betrekking tot het groenboek van de Europese Commissie over het onderwerp “Het opbouwen van een kapitaalmarktenunie”, samen met consultatiedocumenten over securitisaties en de herziening van de prospectusrichtlijn (Kamerstuk 22112, nr. 1950). De voorzitter van de commissie, Duisenberg De adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het groenboek “Het opbouwen van een kapitaalmarktunie” en de consultatiedocumenten “Securitisaties” en “Herziening prospectusrichtlijn”. De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de kapitaalmarktunie nu eigenlijk is of moet worden. Wat is het eindplaatje? Wat is het doel c.q. effect dat bereikt moet worden? Het lijkt nu vooral nog op een vrij losse verzameling van punten. De leden van de fractie van de VVD kunnen zich vinden in de drie prioriteiten van de minister, namelijk herziening van de prospectusrichtlijn, het uitwerken van het regime voor securitisaties en het aanmoedigen van alternatieve financieringsvormen, zoals kredietunies en crowdfunding. De leden van de VVD-fractie vinden dat door de Europese Commissie heldere prioriteiten moeten worden gesteld waarmee eerder dan 2019 kan worden begonnen en tegelijkertijd dat bijvoorbeeld het aanpassen van belastingstelsels niet door de Europese Commissie wordt opgepakt. De leden van de VVD-fractie zien graag een uitwerking om de interne markt te verbeteren en de focus daarop te houden. De leden van de VVD-fractie benadrukken dat herziening of nieuwe EU-regelgeving proportioneel moet zijn en dat Europese wetgeving niet moet kunnen worden voorzien van nationale koppen, waardoor de Europese wetgeving om de interne markt te versterken haar impact verliest. Kan de minister hierop ingaan? En gaat de Europese Commissie een impactassessment en probleemanalyse doen nadat de consultatie met stakeholders is geweest? In hoeverre is de kapitaalmarktunie afgebakend? Ook zaken als faillissementsrecht, corporate governance en belastingen worden immers mogelijk meegenomen. Kan de minister aangeven wat de voornaamste redenen zijn waarom bedrijven in andere delen van de wereld (buiten Europa) minder afhankelijk zijn van bancaire kredieten, zo vragen de leden van de VVD-fractie?. De leden van de VVD-fractie willen in de kabinetsreactie meer aandacht voor het beperken en verlagen van administratieve lasten, nalevingskosten, etc., zeker ook als het gaat om het opzetten van een jaarrekeningstandaard speciaal voor MKB-ondernemingen, maar ook bij de verbetering van de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van bedrijfsinformatie. Plannen voor EU-regelgeving beginnen vaak met een goede intentie, maar uiteindelijk worden het dan te veel regels en veel administratieve rompslomp. Het moet nadrukkelijk niet gaan om méér regelgeving maar om betere regelgeving en minder administratieve lasten. De minister stelt dat hij het initiatief van de Europese Commissie om tot een echte Europese kapitaalunie te komen steunt en in beginsel positief tegenover alle ideeën uit het groenboek staat. Geldt deze positieve grondhouding op alle deelterreinen die de Europese Commissie aanstipt in haar groenboek? Welke problemen wil de minister als eerste oplossen tijdens het Nederlandse voorzitterschap? Wat wordt er bijvoorbeeld bedoeld met een gemeenschappelijk minimumpakket van vergelijkbare informatie voor kredietrapportage en -beoordeling? In het groenboek en de kabinetsreactie komt vaak het woord ‘standaardisatie’ of ‘gestandaardiseerd product’ voor. Welke beperkingen kan dit opleveren, zeker als het gaat om het leveren van maatwerk qua producten? Hoe ziet de minister de balans tussen standaardisatie en innovatie? Hoe wordt hier aandacht aan besteed en hoe blijft hiervoor ruimte? Wie bepaalt deze standaarden? Kan de minister aangeven hoe er wordt bepaald of de door de Europese Commissie genoemde principes ook daadwerkelijk terugkomen in de voorstellen, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Bancaire financiering zorgt nu nog voor 80% van de kredieten. Dat moet en gaat veranderen. Het nieuwe financieren is het combineren en stapelen van verschillende vormen van financiering: crowdfunding, kredietunies, factoring, leasing, durfkapitaal, MKB-aandelen of obligaties, private investeerders én banken. Maar wellicht ook nog wel weer hele nieuwe (tussen)vormen. De leden van de fractie van de VVD willen daar ruimte voor bieden: dus géén belemmeringen en eventuele knelpunten snel oplossen. Dit kan door acties in het kader van de kapitaalmarktunie. De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat het accent komt te liggen op (alternatieve) financieringsmogelijkheden voor het MKB. Zij hebben dringend behoefte aan meer mogelijkheden voor krediet. De insteek van het groenboek lijkt vooral gericht op het grensoverschrijdende aspect. Vrij verkeer van kapitaal is natuurlijk belangrijk, maar vooral een middel als oplossing voor een geconstateerd probleem. Voor het MKB is het echter vooral van belang de belangrijkste belemmeringen in de Europese regels weg te nemen. Bijvoorbeeld voor kredietunies, waar elk land nu nog speciaal een ontheffing van de Capital Requirements Directive (CRD) voor moet aanvragen van. De leden van de fractie van de VVD vinden het bijzonder dat kredietunies en het wegnemen van belemmeringen daarvoor geen onderdeel zijn van het groenboek. Deze leden willen de oplossing vooral zoeken in het wegnemen van belemmeringen in bestaande regelgeving in plaats van weer allemaal nieuwe regelgeving. Is de minister bereid om in zijn reactie meer aandacht te schenken aan kredietunies, crowdfunding en het ruimte bieden aan nieuwe vormen van (alternatieve) financieringsmogelijkheden voor het MKB? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe? De minister geeft ook aan dat hij overweegt om effectievere investeringsvehikels mogelijk te maken? Waar wordt dan concreet aan gedacht? De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister de komende tijd een nadere analyse zal verrichten, toezichthouders zal betrekken en marktpartijen zal consulteren (en de Tweede Kamer te zijner tijd zal informeren over een aanvullende reactie). De leden van de fractie van de VVD vinden het goed dat er een nadere analyse wordt gedaan. De leden van de VVD-fractie vinden namelijk dat een goede, gedegen analyse van de problemen feitelijk in het groenboek ontbreekt. Dit is absoluut nodig voor het onderbouwen van de gekozen oplossingen. De leden van de VVD-fractie willen nog wel weten welke marktpartijen worden betrokken? Deze leden vinden het in ieder geval belangrijk ook het MKB (MKB Nederland en ONL) worden betrokken, maar ook partijen zoals NPEX (MKB-beurs). De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie van mening is dat de effectiviteit van kapitaalsmarkten vergroot kan worden door toezichtconvergentie tussen nationale toezichthouders. Wat bedoelt de Europese Commissie daarmee? Deze leden willen namelijk niet toe naar overdracht van bevoegdheden. De ontwikkeling van één rulebook zorgt voor een gelijk speelveld. Dit moet ook op dezelfde manier gehandhaafd worden, maar de leden van de fractie van de VVD willen niet naar een grotere rol voor de Europese toezichtinstanties toe. Welke rol ziet de minister voor de ETA’s (Europese toezichthouders) en welke vooral niet? Deze leden zijn van mening dat er allereerst aandacht zou moeten zijn voor het ‘gold plating’ door de lidstaten, die op enkele essentiële onderdelen van de EU-wetgeving nog steeds de ruimte laten voor de toevoeging van vereisten. Deze veroorzaken verschillen en een ongelijk speelveld. Ook in het groenboek wordt dit geconstateerd. Hoe kan dit vormgegeven worden? Kan hier in de kabinetsreactie ook meer aandacht aan worden besteed? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe? Wat zijn volgens de minister de grootste barrières om toe te treden op de kapitaalmarkt? En hoe wordt voorkomen dat de toezichthouders naast het toezichthouden op regels ook regels zelfstandig gaan interpreteren? De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie aangeeft dat UCITS en AIFMD een belangrijke rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarkt. Waarop is deze constatering gebaseerd? Hoe is dat onderzocht? AIFMD is toch nog maar net van kracht? Kredietinformatie MKB De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het verbeteren van de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van informatie die investeerders nodig hebben om tot een goed kredietwaardigheidsoordeel te komen, kan bijdragen aan het makkelijker krediet krijgen door het MKB. Deze leden vinden het daarbij wel belangrijk dat dit aansluit bij wat in het MKB al gebruikelijk is, zonder extra administratieve lasten of nalevingkosten. Hoe is dit gewaarborgd? Hoe sluiten de plannen in het groenboek aan bij de plannen van de minister op dit punt? Bijna 13% van de aanvragen van bancaire leningen van het MKB wordt afgewezen in Europa. Hoe hoog is dit percentage in de landen c.q. de rest van de wereld? Crowdfunding De minister is op verzoek van de leden van de fractie van de VVD inmiddels bereid om de investeringsgrenzen van 20.000 euro en 40.000 euro voor crowdfunding per 1 januari 2016 los te laten. Welke belemmeringen zijn er nog in de EU-regeling om meer ruimte te kunnen bieden aan crowdfunding en hoe kan dit opgelost worden? Hoe kan bijvoorbeeld de belemmering voor het MKB van de verplichting van drie jaar gecontroleerde jaarrekeningen opgelost worden? Een knelpunt is ook de verhandelbaarheid van bijvoorbeeld crowdfunding-leningen. Het is wat de leden van de fractie van de VVD betreft wenselijk deze te vergroten. Welke belemmeringen moet de Europese Commissie daarvoor wegnemen? Overig De leden van de VVD-fractie lezen in het groenboek een passage over het kapitalisatiestelsel voor de pensioenvoorziening. In de kabinetsreactie staat hierover niets opgenomen. Waarom niet? Waarom is hierover een passage opgenomen in het groenboek? Welke plannen zijn er c.q. zitten er achter deze passage? De leden van de VVD-fractie lezen in het groenboek: “Dit doet de vraag rijzen of de invoering van een gestandaardiseerd product, bijvoorbeeld via een pan-Europese of “29e” regeling, waardoor obstakels voor grensoverschrijdende toegang worden opgeheven, de eengemaakte markt voor individuele pensioenvoorziening zou kunnen versterken.” Wat zijn hiervan de gevolgen voor het Nederlandse pensioenstelsel? Pensioenen zijn wat de leden van de fractie van de VVD betreft allereerst een nationale aangelegenheid. Voor pensioenfondsen moet ook geen dwang of drang aan de orde zijn als het gaat om langetermijninvesteringen. De leden van de fractie van de VVD vinden het vooral belangrijk dat pensioenuitvoerders kiezen voor rendement in plaats van een bepaald type investering. De minister pleit voor een gestandaardiseerd product. Deze leden zijn daar geen voorstander van. Kan de minister aangeven wat hij precies bedoelt? De leden van de VVD-fractie lezen: “bij alle wijzigingen zou voor een effectieve mate van consumentenbescherming, terwijl tegelijk ook de dekking en het gebruik worden verbeterd, en passende beveiliging van de besparingen moeten worden gezorgd.” Is er een effectieve mate van consumentenbescherming? Pleit men daarvoor? Wat bedoelt men precies? De leden van de VVD-fractie lezen dat de minister het met de Europese Commissie eens is dat op de lange termijn gekeken moet worden naar de mogelijke barrières die voortvloeien uit het vennootschapsrecht, faillissementsrecht en belastingrecht. De minister geeft aan dat dit uiteraard met inachtneming van de nationale competenties is. Belastingen zijn volgens de leden van de fractie van de VVD sowieso een nationale bevoegdheid. Wat zijn de nationale competenties op deze terreinen volgens de minister en hoe kijkt de minister daar richting de toekomst naar? Hoe kunnen met inachtneming van de nationale competenties barrières worden weggenomen? Welke barrières zijn er eigenlijk? Welke zaken is de minister bereid om eventueel Europees te regelen? En welke niet? Wat bedoeld de Europese Commissie met “de Commissie zal in een later stadium de noodzakelijke maatregelen nemen als discriminerende regels en discriminerende belastingstelselregels met betrekking tot grensoverschrijdende beleggingen door levensverzekeringsmaatschappijen en door pensioenfondsen in vastgoed worden vastgesteld?” En wat bedoelt de Europese Commissie met “ook de werkzaamheden met betrekking tot het vereenvoudigen van de procedures voor posttransactionele bronbelastingvermindering gaan voort” (beide zinnen op pagina 28 van het groenboek)? De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat Nederlandse banken die bijvoorbeeld in Duitsland opereren, zoals ING, en daar spaargeld ophalen, dat gedwongen door Duitse regelgeving ook in Duitsland moeten houden. Dat is een beperking waardoor er dus geen sprake van sprake van vrij verkeer van kapitaal. Is de minister bereid om aan deze problematiek aandacht te besteden in de kabinetsreactie? Zo nee, waarom niet? De leden van de VVD-fractie lezen in het groenboek dat private equity en durfkapitaal een belangrijke rol spelen als financieringsalternatief in de Europese economie. De leden van de fractie van de VVD zijn het daarmee eens, en willen dit ook de ruimte geven. Welke mogelijkheden ziet de minister om deze onderdelen verder te stimuleren? Welke belemmeringen zijn er op dit moment in de Nederlandse en/of Europese regelgeving? De leden van de VVD-fractie vragen of de minister voornemens is om bepaalde zaken tijdens het Nederlandse voorzitterschap al verder te concretiseren? Zo ja, aan welke onderwerpen denkt de minister dan? Prospectusrichtlijn De leden van de VVD-fractie steunen een herziening van de prospectusrichtlijn, die erop is gericht de financiering voor bedrijven, met name het MKB, te vergemakkelijken. Het doel moet zijn dat het minder lang duurt, minder complex en minder duur wordt, en meer aansluit bij zaken die al zijn geregeld voor het MKB. De leden van de fractie van de VVD vinden dat de minister in de kabinetsreactie ook al concrete aanpassingen voor de prospectusrichtlijn voor moet stellen. Welke concrete aanpassingen wil de minister voorstellen? Denkt zij er bijvoorbeeld aan de reikwijdte van de prospectusplicht (met uitzonderingen en vrijstellingen) aan te passen? MKB-aandelen en -obligaties zijn een belangrijke bron van eigen vermogen, waar het MKB juist nu behoefte aan heeft. Om het aantrekkelijker te maken voor het MKB moeten de kosten omlaag. Hoe kan dat volgens de minister gerealiseerd worden? Hoe kijkt de minister naar het verhogen van de vrijstellingsgrenzen (in Nederland 2,5 miljoen euro per effect, in veel andere landen 5 miljoen euro per effect)? Welke mogelijkheden ziet de minister hiertoe? Wat is de huidige vrijstellingsgrens? En kan deze opgehoogd worden naar 10 miljoen euro? Zo nee, waarom niet? Welke mogelijkheden ziet de minister om te komen tot een verlicht prospectusregime voor het MKB? In het kader van een verlicht prospectusregime voor het MKB heeft de minister aan de leden van de fractie van de VVD toegezegd in het kader van de prospectusrichtlijn te zullen kijken of de goedkeurende verklaring, welke nu wordt opgelegd aan MKB-bedrijven bij uitgiftes boven de 2,5 miljoen euro, kan worden vervangen door een samenstellingsverklaring welke is afgetekend door de accountant, wat MKB’ers gezien hun grootte meer gewend zijn. Hoe is deze toezegging terug te vinden in de kabinetsreactie? Is de minister bereid om dit punt in de kabinetsreactie te adresseren? Zo nee, waarom niet? Welke belemmeringen moeten er nog meer weggenomen worden om aandelen en obligaties aantrekkelijker te maken voor het MKB? Is de minister ook bereid nog eens verder naar de nationale prospectuskosten (o.a. toezichtkosten) te kijken als mogelijke belemmering? Securitisaties De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van de ontwikkeling van een Europese markt voor securitisaties van hoge kwaliteit. Securitisaties dragen bij aan het beter spreiden van risico’s en er ontstaat daardoor ruimte op de balans bij banken, die weer kan worden gebruikt voor nieuwe kredieten. Deze leden steunen dan ook het versterken en vergroten van de Europese securitisatiemarkt. De Europese Commissie onderkent het belang van dit onderscheid in kwaliteit van securitisaties. Ook hier geldt het belang van een gelijk speelveld. Als afspraken over standaardisatie en transparantie van securitisaties bijvoorbeeld worden gekoppeld aan kapitaaleisen die meer in lijn zijn met de kapitaaleisen van vergelijkbare producten (onverpakte leningen, Covered Bonds), dan kan dit bijdragen aan een opleving van securitisatiemarkten en daarmee aan de financiering van de reële economie. Het doel moet uiteindelijk zijn om securitisaties van hoge kwaliteit en private placement te ondersteunen. Om dit te bewerkstelligen moet de Europese Commissie bestaande wetgeving (met name via kapitaalseisen en prospectus richtlijn) nu herzien. Welke wijzigingen zijn hiervoor nodig? Wanneer kunnen deze wijzigingen doorgevoerd worden? Ook wordt aangegeven dat securitisaties die aan de criteria ‘eenvoudig’, ‘transparant’ en ‘gestandaardiseerd’ voldoen in aanmerking zouden kunnen komen voor een gunstiger prudentiële behandeling. Kan de minister al concreet aangeven waaraan hier gedacht wordt? Waarom richt het kabinet zich in de kabinetsreactie op voorhand alweer op zaken als een niet-passende relatieve behandeling en eenzijdige voorkeur voor securitisaties? De leden van de fractie van de VVD steunen het feit dat de minister meer specifiek wil laten kijken naar de rol van securitisaties voor het MKB. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsreactie op het groenboek kapitaalmarktunie. De genoemde leden denken dat een verdere ontwikkeling van een echte Europese kapitaalmarktunie een belangrijke stap kan zijn richting een meer gediversifieerde financiering van het bedrijfsleven, en dat is met name voor het midden- en kleinbedrijf belangrijk. De leden van de PvdA-fractie hebben de volgende vragen. De leden van de PvdA-fractie vragen wat de grote verschillen in kapitaalmarktontwikkelingen binnen de EU betekenen voor de vorming van een kapitaalmarktunie? Worden naast het wegnemen van barrières nog gerichte initiatieven genomen om de achterblijvende kapitaalmarkten aan te pakken en de onderliggende financiële infrastructuur in sommige lidstaten te verbeteren? Zal de kapitaalmarktunie naar verwachting leiden tot een netto toename van de beschikbare financiering voor Nederlandse kredietvragers? Of is het ook denkbaar dat Nederlandse verstrekkers vooral in het buitenland zullen uitbreiden en Nederland met zijn diepe kapitaalmarkt een achteruitgang zal ervaren? De leden van de PvdA-fractie vragen wat de Europese Commissie precies bedoelt met de observatie, dat aandelenmarkten een voorkeur hebben voor de thuismarkt, en wat betekent dit voor de kapitaalmarktunie? In het aanvullend actieplan MKB-financiering (Kamerstukken II, Vergaderjaar 2013-14, 32637, nr. 147) is aandacht voor standaardisering van kredietinformatie; de leden van de PvdA-fractie vragen of het klopt, dat kredietinformatie over het MKB doorgaans in het bezit is van banken? In hoeverre kunnen MKB-ondernemers vrijelijk over deze gegevens beschikken en welke mogelijkheden hebben MKB-ondernemers om deze informatie te gebruiken voor het aantrekken van andere financiering dan van de bank? De leden van de PvdA-fractie vragen welke initiatieven door de Europese Commissie momenteel onderneemt met betrekking tot credit scoring? De leden van de PvdA-fractie denken dat alternatieve financieringsvormen zoals kredietunies een belangrijke bron van financiering voor het MKB kunnen worden en daarom is zij mede-indiener van een wetsvoorstel die het opstarten van kredietunies gemakkelijker maakt. De leden van de PvdA-fractie zijn blij dat de Europese Commissie in het groenboek het belang van alternatieve financieringsvormen onderstreept en wil vergemakkelijken. De genoemde leden vragen of de van een kredietunie starkapitaalmarktunie ook beoogt te komen tot een gemeenschappelijk kader voor de regulering van alternatieve financieringsvormen zoals crowdfunding en kredietunies? En zou de regering voorstander zijn van een dergelijk gemeenschappelijk kader? De leden van de PvdA-fractie zien de voordelen van securitisatie, maar vragen of er naar de mening van de regering nu voldoende aandacht is voor het inbouwen van checks en balances om nieuwe problemen met securitisatie binnen de kapitaalunie te voorkomen? De leden van de PvdA-fractie vragen hoe hypotheken zullen worden behandeld binnen de kapitaalmarktunie? Zal de relatieve risicoweging van hypotheken vergelijkbaar blijven zoals nu het geval is bij de Nederlandse banken? Sinds 2008 bestaat de verplichting tot het centraal clearen van derivaten via centrale tegenpartijen (CCP’s); de leden van de PvdA-fractie vragen of de Europese Commissie aandacht heeft voor de noodzaak een kader op te stellen voor herstel- en afwikkeling voor CCP’s, en kunnen op korte termijn voorstellen van de Commissie worden verwacht? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het groenboek Kapitaalmarktunie, de consultatiedocumenten over securitisaties en herziening prospectusrichtlijn, en de kabinetsreactie op dit groenboek en deze documenten. Deze leden hebben de volgende vragen en opmerkingen over dit initiatief en de daarbij behorende stukken. De Europese Commissie wil de reële economie minder afhankelijk maken van banken gezien de rol van banken in de financiële crisis, constateren deze leden. Om die reden zou het aangaan van leningen op de kapitaalmarkten moeten worden gestimuleerd. Deze leningen worden ondergebracht in securitisaties. De Europese Commissie geeft vervolgens aan welke voordelen deze securitisaties hebben en hoe veilig ze zullen zijn. Kan de minister aangeven of er volgens hem ook risico’s verbonden zijn aan deze securitisaties? Zo ja, welke? Wat vindt de minister van de gemaakte afspraken over risk retention? Vindt de minister het een goed idee om af te spreken dat de bank een verticale tranche moet aanhouden? Hoe groot moet die tranche volgens hem zijn en waarom? Wat is de definitie van een ‘good securitisation’? Wanneer is een securitisatie als ‘goed’ en ‘veilig’ aan te merken? De leden van de SP-fractie willen graag een zo concreet en precies mogelijke definitie en duidelijke criteria waaraan moet zijn voldaan wil men van een goede en veilige securitisatie spreken. In hoeverre wordt er gebruik gemaakt van credit enhancements bij securitisaties? Wat is de rol van investeringsbanken bij de ontwikkeling en productie van deze securitisaties? Hoe verhoudt deze rol van investeringsbanken zich met de stelling van de Europese Commissie dat banken een minder grote rol dienen te krijgen bij kredietverstrekking? In hoeverre worden de kredietrisico’s verschoven van banken naar pensioenfondsen en andere non-bancaire instellingen? Voor zover dit gebeurt, is de minister het eens met de stelling dat het risico met deze verschuiving niet verdwijnt, maar elders binnen het financiële systeem weer opduikt, met alle gevolgen van dien? Welke andere maatregelen zouden kunnen bijdragen aan het vergroten van de toegang tot financiering en het kanaliseren van financiële middelen naar degenen die ze nodig hebben? Zijn er nationale beste praktijken bij de ontwikkeling van eenvoudige en transparante securitisaties die kunnen worden gedeeld? Welke maatregelen kunnen worden genomen om de toegang van EU-bedrijven tot beleggers en kapitaalmarkten in derde landen te vergemakkelijken? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA Een belangrijke doelstelling van de kapitaalmarkt unie is dat het MKB minder afhankelijk wordt van banken in hun mogelijkheid tot financiering. De minister stelt terecht om het traject van Nederlandse en Europese verbreding van financiering mogelijkheden voor het MKB naast elkaar te laten bestaan. De leden van de fractie van het CDA vragen zich af hoe de minister de afstemming tussen beide trajecten ziet. Om consistente toepassing van Europese wetgeving te realiseren dicht de minister ESAs een centrale rol toe. De leden van de CDA-fractie vragen zich af welke rol Eurocommissaris Timmermans hierin speelt? Het wegnemen van overbodige regelgeving en het consistent toepassen van bestaande regels kan op zichzelf al een grote bijdrage leveren aan een beter functionerende kapitaalmarkt. Zowel de Europese commissie als de minister geven het belang van securitisaties aan in het in beweging brengen van kapitaal binnen de kapitaalmarkt unie. De leden van de CDA-fractie delen het standpunt van de minister dat securitisaties eenvoudig en transparant moeten zijn, dit is van groot belang om ze inzichtelijk te maken voor het MKB waar vaak niet de expertise en middelen in huis zijn om zeer complexe financiële producten te doorgronden. De leden van de fractie van het CDA roepen de minister op hier waakzaam te zijn zodat we niet de zelfde fouten maken zoals voor de crisis, door het toestaan van ondoorzichtelijke producten die zwerven binnen de mondiale financiële markten, telkens verder worden opgetuigd en uiteindelijk dusdanig ondoorzichtig zijn zodat ze leiden tot grote problemen voor financiële instellingen. De leden van de CDA-fractie stellen zich voor dat er een soort van credit rating van “Kapitaalmarkt Unie securitisaties” wordt ontwikkeld. Hoewel de minister stelt dat securitisaties uitgegeven moeten worden door banken is het doel van de kapitaalmarkt unie het aanboren van alternatieve financiële bronnen. Juist voor alternatieve financiële instellingen zijn securitisaties interessant omdat zo een groot aantal financiële producten gebundeld kan worden tot een “schijnbaar” overzichtelijk product dat eenvoudig is te verhandelen op de kapitaalmarkt. Hierin schuilt volgens de leden van de fractie van het CDA het gevaar van het gebruik van securitisaties in de vorming van de kapitaalmarkt unie. Securitisaties worden uitgevoerd door financiële instellingen, niet zijnde banken, de inhoud van deze producten kunnen hierdoor zeer divers zijn en dus ondoorzichtelijk. Een belangrijk element waarbij rekening is te houden in de vorming en harmonisering als gevolg van de kapitaalmarkt unie is taal. De leden van de CDA-fractie delen de mening van de minister dat het aanpassen van de prospectusrichtlijn in het belang is van het aantrekken van financiering. Echter de Europese commissie geeft nadrukkelijk aan dat het gaat om grensoverschrijdende financiering. Het component van taal heeft hierbij zeker voor het MKB van groot belang. Wanneer krediet verstrekking voor het MKB in Spanje vanuit bijvoorbeeld Duitsland plaatsvindt, in welke taal wordt de prospectus dan opgesteld? In de context van het begrijpelijker maken van de prospectus (de minister noemt bv legalistische teksten) en het doel grensoverschrijdende producten te vereenvoudigen is het component taal essentieel. Standaardisering van de boekhouding in de context van kredietinformatie overzichtelijk maken. Hierbij is rekening te houden met verschillende zeer uiteenlopende nationale wetgeving, zoals privacywetgeving, administratieve lasten en kredietregistratiesystemen. Grensoverschrijdende standaardisering vergt vergaande Europese voorschriften, waarbij rekening gehouden moet worden op harmonisatie van het ondernemersrecht. Het initiatief tot standaardisering kan dus verstrekkende juridische gevolgen voor nationale systemen hebben. De leden van de fractie van het CDA delen het belang van kredietinformatie, maar de vraag is hoe dit te bereiken in grensoverschrijdende “Standaard Business Reporting” zonder nationale stelsels te veel geweld aan te doen? Het wegnemen van barrières die voortvloeien uit het vennootschapsrecht, faillissementsrecht en belastingrecht. De minister noemt bijvoorbeeld de ontwikkeling van een jaarrekeningstandaard. De leden van de CDA-fractie delen de mening van de minister dat het wegnemen van barrières uit bovengenoemd recht, maar het subsidiariteitbeginsel dient hierbij nadrukkelijk in acht genomen te worden. De minister noemt dit in acht neming van nationale competenties, maar subsidiariteit gaat verder, niet zozeer een nationale competentie, maar de leden van de CDA-fractie vragen zich af of het niet beter is geregeld op nationaal niveau. In het groenboek van de Europese Commissie stelt de Europese Commissie dat de verschillende belastingstelsels in de lidstaten de ontwikkeling van een één gemaakte kapitaalmarkt kunnen belemmeren (p. 28). De leden van de fractie van het CDA trekken hieruit de conclusie dat om een goed functionerende kapitaalmarkt unie te realiseren het Nederlandse belastingsysteem op voorschriften van de Europese Commissie aangepast zal moeten worden. De minister maakt hierover geen notie in zijn brief, echter hij stelt wel dat de vorming van de kapitaalmarkt unie binnen de competenties van de EU moet blijven. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de competenties van de EU dan uitgebreid moeten worden om de kapitaalmarkt unie te realiseren. Aangezien dit niet wenselijk is zal als oplossing naar bilaterale belastingverdragen gekeken moeten worden, dit maakt de vorming van de kapitaalmarkt unie echter zeer complex. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet duidelijkheid te verstrekken over de invloed van de kapitaalmarkt unie op het Nederlandse belastingstelsel. Best practices is een belangrijk element in het harmoniseren van verschillende Europese stelsels. Nederlandse krediet unies als best practices, gaan deze dan ook dienen voor buitenlandse financieringstrajecten? Daarnaast vragen de leden van de fractie van het CDA zich af of de minister iets ziet in een Europese variant van de Nederlandse Investeringsinstelling? Tevens vragen deze leden zich af hoe de Financial Transaction Taks (FTT) zich verhoudt tot de kapitaalmarkt unie. Geldt de FTT ook voor transacties die door MKB-ers wordt gemaakt binnen de kaders van de kapitaalmarkt unie? In de brief stelt de minister dat de Europese Unie de interne markt voor diensten moet vervolmaken (sociale consequenties?) en zich moet blijven inzetten voor multilaterale vrijhandelsverdragen met de VS, Canada en Japen. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de kapitaalmarkt unie dus ook onderdeel uitmaakt van TTIP? Gaan Nederlandse alternatieve financiële bronnen dan het Amerikaanse MKB financieren? Tevens noemt de minister dat er geen barrières opgeworpen moeten worden voor Europese beleggers buiten Europa, het lijkt de leden van de CDA-fractie aannemelijk dat dit dan ook de andere kant op geldt. Hoe zit het met strategische sectoren binnen en investeringen van buiten Europa? In het groenboek van de Europese Commissie legt de Europese Commissie een link tussen de nationale pensioen voorzieningen en het kapitalisatiestelsel. Hierbij wordt de opmerking gemaakt over gestandaardiseerde producten en een “één gemaakte markt voor individuele pensioenvoorzieningen” (p.19). Als dit betekent dat er naar een uniform pensioensysteem wordt gewerkt onder de noemer van de kapitaalmarkt unie is dit absoluut onwenselijk volgens de leden van de CDA-fractie. Deze leden vragen de minister duidelijkheid te scheppen over de invloed van de vorming de kapitaalmarkt unie op het Nederlandse pensioenstelsel? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het groenboek kapitaalmarktunie en consultatiedocumenten over securitisaties en herziening van prospectusrichtlijn. Naar aanleiding van het genoemde punt brengt deze fractie het volgende naar voren. Kapitaalmarktunie De leden van de PVV-fractie merken allereerst op dat met het oprichten van de kapitaalmarktunie opnieuw soevereiniteit wordt afgestaan aan Brussel. Naar aanleiding hiervan willen de leden van de PVV-fractie weten waar de minister precies de grens trekt met betrekking tot het steeds verder afstaan van soevereiniteit aan de EU. Verder stellen de leden van de PVV-fractie vast dat de minister aangeeft dat het ruimte ziet de Nederlandse en Europese trajecten omtrent het verdiepen en verbreden van financieringsmogelijkheden naast elkaar te laten bestaan. Kan de minister precies omschrijven op welke wijze deze trajecten naast elkaar zullen bestaan? Ook merken de leden van de PVV-fractie op dat de minister aangeeft dat een aantal van de prioriteiten van de minister onder Nederlands voorzitterschap zou kunnen worden (uit)onderhandeld. De leden van de PVV-fractie vragen om de inzet van de Nederlandse regering. Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten wat het oprichten van de kapitaalmarktunie Nederland zal kosten. In hoeverre zal dit tevens administratieve lasten voor Nederlandse bedrijven met zich meebrengen en hoe hoog zullen deze zijn? Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten welke hervormingen er in Nederland precies nodig zullen zijn als gevolg van het oprichten van de kapitaalmarktunie. Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie naar een tijdlijn waarin wordt aangegeven welke maatregelen er precies getroffen zullen worden in aanloop naar de kapitaalmarktunie in 2019. De leden van de PVV-fractie merken verder op dat de Europese Commissie een gemeenschappelijke kapitaalmarkt wil creëren voor alle lidstaten door o.a. barrières voor grensoverschrijdende investeringen weg te nemen. De leden van de PVV-fractie vragen naar een overzicht van de genoemde barrières. Met welke barrières heeft Nederland precies te maken? Voorts stellen de leden van de PVV-fractie vast dat de Europese Commissie constateert dat de kapitaalmarkt in de Europese Unie ‘onderontwikkeld’ is, zeker in vergelijking met andere landen zoals de Verenigde Staten. Kan de minister hier nader op ingaan? In hoeverre is de minister in het verlengde hiervan van mening dat de kapitaalmarkt in Nederland onderontwikkeld is? Securitisaties Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat er wat deze minister betreft gekeken kan worden of – bij vergelijkbaar kredietrisicoprofiel – voor securitisaties die voldoen aan de additionele criteria op het terrein van eenvoud, transparantie en standaardisatie, andere kapitaaleisen zouden kunnen gelden ten opzichte van securitisaties die hier niet aan voldoen. De leden van de PVV-fractie vragen de minister om hier nader op in te gaan. Op wat voor soort kapitaaleisen doelt de minister ? Daarnaast vragen de leden van de PVV-fractie op welke wijze voorkomen zal worden dat het korte termijn traject voor wat betreft een Europese markt voor securitisaties van hoge kwaliteit zal botsen met de eerder aangescherpte prudentiële maatregelen voor securitisaties. Prospectusrichtlijn Vervolgens stellen de leden van de PVV-fractie vast dat de Europese Commissie aangeeft dat het huidige raamwerk m.b.t. prospectusvereisten als een barrière wordt gezien en niet effectief is om toegang tot de kapitaalmarkt te verkrijgen. De leden van de PVV-fractie vragen te motiveren waarom het huidige raamwerk als een barrière wordt gezien. Overig Daarnaast merken de leden van de PVV-fractie op dat de minister het eens is met de Europese Commissie dat op de lange termijn gekeken moet worden naar mogelijke barrières die voortvloeien uit het vennootschaps-, faillissements- en belastingrecht. De leden van de PVV-fractie vragen de minister hier nader op in te gaan. In hoeverre is het kabinet voorstander van een Europese harmonisatie voor wat betreft vennootschaps-, faillissements- en belastingrecht? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66 De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het groenboek van de Europese Commissie over het opbouwen van een kapitaalmarktunie en de kabinetsreactie op de consultatiedocumenten over securitisaties en de herziening van de prospectusrichtlijn. Deze leden zijn voorstander van een verdere ontwikkeling van de kapitaalmarkt in de Europese Unie als aanvulling op bankfinanciering, waar de Europese economie nu grotendeels van afhankelijk is. Met name het wegnemen van drempels voor MKB-financiering op de kapitaalmarkt door verbetering van de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van bedrijfsinformatie juichen deze leden toe. Dit kan helpen informatieproblemen weg te nemen. Deze leden zien de concrete voorstellen van de Europese Commissie graag tegemoet en hebben nog enkele vragen voor de minister. De leden van de D66-fractie vragen of de minister een nadere (kwantitatieve) toelichting kan geven op de ontwikkeling die centrale tegenpartijen, CCP’s, hebben doorgemaakt sinds 2008? De leden van de D66-fractie zien dat securitisaties bij kunnen dragen aan het spreiden van risico’s en het daarmee bereiken van gediversifieerde investeringsportfolio, maar achten het zeer van belang dat de complexiteit beheerst wordt. Het is dan ook goed dat de Europese Commissie in beginsel streeft naar eenvoud en transparantie, maar dit wordt uiteindelijk bepaald door de criteria die hieraan verbonden worden. Deze leden vragen de minister om de Kamer te informeren op het moment dat deze criteria meer vorm krijgen. Ten aanzien van de prospectusrichtlijn vragen de leden van de D66-fractie hoe de Nederlandse eisen en de Nederlandse vrijstelling voor kleine uitgiftes zich verhouden tot andere Europese lidstaten? Heeft Nederland op specifieke punten significant strengere regelgeving? Deze leden zijn voorstander van een meer gedifferentieerde aanpak, bijvoorbeeld door een apart regime voor het MKB. Deze leden lezen dat de minister benadrukt dat een apart regime voor het MKB niet ten koste mag gaan van adequate beleggersbescherming en vragen of de minister kan bevestigen dat er ruimte is voor een gedifferentieerde aanpak, zonder deze andere doelstelling van de prospectusrichtlijn uit het oog wordt verloren. Vragen en opmerkingen van de fractie van de ChristenUnie De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsreactie op het groenboek kapitaalmarktunie en de consultatiedocumenten over securitisaties en herziening prospectusrichtlijn. Zij willen de minister hierover enkele vragen voorleggen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de voorstellen voor een kapitaalmarktunie volgens de minister inderdaad zullen leiden tot een verdere verbreding van de financieringsmogelijkheden voor projecten en ondernemers in Nederland, met name voor het MKB. Kan de minister hierbij concrete voorbeelden noemen van financieringsmogelijkheden waar het Nederlandse MKB baat bij kan hebben? Hoe kan het verbeteren van de kredietinformatie leiden tot meer financieringsmogelijkheden voor het MKB? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke kansen en risico’s de minister ziet voor private placements in Nederland? Maken Nederlandse bedrijven ook al veel gebruik van deze onderhandse leningen? Zo ja, wat zijn hierbij de ervaringen? Zo nee, waarom niet? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de minister kan toelichten hoe de financiële stabiliteit van de EMU-landen en de EMU als geheel verbetert door het integreren van kapitaalmarkten. Genoemde leden vragen welke risico’s de minister ziet bij het verder integreren van de Europese kapitaalmarkten. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in dit verband ook naar de plannen van de Europese Commissie voor het ontwikkelen van een raamwerk voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen. Wat houden deze plannen in? Is het de bedoeling dat er een afwikkelingsfonds komt en zo ja, waar wordt het risico neergelegd? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de minister vindt van de voorstellen van de Europese Commissie over securitisaties. Vindt hij het wenselijk om meer differentiatie toe te passen tussen verschillende securitisaties waarbij eenvoudige securitisaties in aanmerking kunnen komen voor een gunstiger prudentiële behandeling? Wordt hiermee niet juist een stap terug gezet ten opzichte van de aangescherpte prudentiële maatregelen? De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat het kabinet het met de Europese Commissie eens is dat op de lange termijn gekeken moet worden naar mogelijke barrières die voortvloeien uit het vennootschapsrecht, faillissementsrecht en belastingrecht. Wat wordt hiermee bedoeld?