Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. aanbieding “Voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer”
Urgentieprogramma Randstad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2015D16704, datum: 2015-04-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.R. van Dekken, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2014Z21377:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2014-11-25 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2014-12-10 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-03-25 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-04-30 12:00: RRAAM (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-06-03 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-03-24 16:00: RRAAM (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-07-06 13:25: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014-2015 Informatievoorziening Groot Project RRAAM (31089) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld op ……. 2015 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de informatievoorziening inzake het Groot Project RRAAM (Kamerstuk 31089), in het bijzonder ten aanzien van de reactie op het voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 31089, nr. 113); het accountantsrapport bij de geactualiseerde Basisrapportage RRAAM (Kamerstuk 31089, nr. 114); de aanvullende informatie inzake het Voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM (Kamerstuk 31089, nr. 115); de reactie op de tweede herziene uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM (Kamerstuk 31089, nr. 116) en de reactie op Tweede herziene uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM (Kamerstuk 31089, nr. 117). De vragen en opmerkingen zijn op 30 april 2015 aan de minister van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door haar beantwoord. De voorzitter van de commissie, Tjeerd van Dekken De adjunct-griffier van de commissie, Jansma I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Inhoudsopgave Inleiding Inbreng van de leden van de VVD-fractie Inbreng van de leden van de PvdA-fractie Inbreng van de leden van de SP-fractie Inbreng van de leden van de CDA-fractie 1 2 3 4 5 Inleiding De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de informatievoorziening inzake het Groot Project Rijk-regioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM) en hebben nog enkele vragen aan de minister. De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de tweede herziene uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM en de reactie hierop. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen waarop ze de minister verzoeken in te gaan. De leden van de SP-fractie hebben met enige verbazing kennis genomen van de voorliggende stukken over de informatievoorziening. Deze leden menen enige tegenstrijdigheden te lezen, wat vragen oproept bij deze leden. De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief van 21 november 2014 over het voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer en de daarbij behorende stukken inzake informatievoorziening over het vervolg van RRAAM. Inbreng van de leden van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie merken op dat met de vaststelling van de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer de eerste fase van de MIRT-verkenning voltooid is. Een vervolg op de MIRT-verkenning naar verdere infrastructuurmaatregelen wordt gestart als er voldoende stedelijke druk is opgebouwd. Kan de minister toelichten wat zij onder voldoende stedelijke druk verstaat? Is dit beperkt tot het bouwen van 25.000 nieuwe woningen in Almere en het in zicht zijn van de realisatie van IJburg? Zo nee, welke indicatoren worden daarnaast gehanteerd? De leden van de VVD-fractie merken op dat OV SAAL Lange Termijn onderdeel uitmaakt van RRAAM. In hoeverre kunnen de lange termijn doelstellingen uit OV SAAL op basis van de toekomstige MIRT verkenning nog worden aangepast? De leden van de VVD-fractie merken op dat het regime voor de transformatie binnen de 20 Kosteneenheid (Ke)-contour rondom Schiphol mogelijk wordt versoepeld. Kan de minister dit nader toelichten? Wanneer komt hier duidelijkheid over? De leden van de VVD-fractie merken op dat in de verdere uitwerking en uitvoering van het in de Rijksstructuurvisie beschreven toekomstperspectief er gekozen is voor een organische, gefaseerde en adaptieve aanpak. Welk hard kader gaat hier gelden? Met het oog op de latere fasen van de uitvoering van de Rijksstructuurvisie is nog financiële dekking nodig. Wanneer wordt hierover besloten? Een belangrijk instrument voor de financiële dekking van de gebiedsontwikkeling zal het Fonds Verstedelijking Almere (FVA) zijn. Verwacht de minister dat de in dit Fonds beschikbare middelen voldoende zijn? Zijn er ook nog andere bronnen die worden aangesproken voor de gebiedsontwikkeling? De leden van de VVD-fractie lezen in het accountantsrapport de opmerking dat de uitwerking van de informatiecategorie ‘De reikwijdte van het project’ geen heldere beschrijving van de reikwijdte (scope) bevat. Kan de minister op deze uitspraak reageren? Is de minister voornemens een heldere beschrijving van de reikwijdte van het project op te nemen? De leden van de VVD-fractie merken op dat de Basisrapportage de integrale financiën moet bevatten. Het reeds genoemde accountantsrapport bij deze Basisrapportage geeft aan dat de informatiecategorie ‘De financiën van het project’ zich beperkt tot de Rijksfinanciën. Kan de minister een overzicht geven van de integrale financiën? Voorts merken deze leden op dat in de geactualiseerde Basisrapportage niet is aangegeven wat de rol van het regievoerend ministerie van Infrastructuur en Milieu precies inhoudt en hoe het ministerie deze rol in wil gaan vullen. Ook is er nog geen vastgesteld project specifiek beheersplan waarin dit is beschreven. Kan de minister aangeven wanneer er duidelijkheid komt over deze drie aspecten? De leden van de VVD-fractie merken op dat in de reactie op de Aanbieding van de tweede herziene uitgangspuntennotitie informatie voorziening Groot Project RRAAM geschreven staat dat er in deel B nog een toelichting op de ecologische ambitie nodig is waaruit blijkt welke financiële uitgaven hiermee gemoeid zijn; wat de verschillende ontvangers van deze uitgaven zijn en wat de verantwoording over- en controle van deze financiële bedragen inhoudt. Wat is hier tot nu toe over geleverd of bekend? Heeft de minister informatie over deze aspecten? Inbreng leden van de PvdA-fractie De leden van de PvdA-fractie vinden de minder zware rapportage inzake het project RRAAM gepast en zijn van mening in de gekozen modus voldoende inzicht te houden over de voortgang van het project RRAAM. De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister nader in te gaan op de uitwerking van de motie De Vries (Kamerstuk 31089, nr. 106) over een uitvoeringsovereenkomst met de regio, waarin bindende afspraken over de voeding van het FVA zijn vastgelegd. De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister in te gaan op de stand van zaken rondom het aanpassen van de verdeelsleutel in het gemeentefonds met betrekking tot de voeding van het FVA. De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister te reageren op het accountantsrapport waarin wordt opgemerkt dat de doelstelling van het groot project RRAAM – het realiseren van de stedelijke ontwikkeling van Almere – niet specifiek en meetbaar is geformuleerd. De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd wat de stand van zaken is omtrent de fondsenwerving voor het project Marker Wadden. Inbreng leden van de SP-fractie De leden van de SP-fractie begrijpen dat de informatievoorziening inzake RRAAM afwijkt van de gebruikelijke Basisrapportages. Het is naar mening van deze leden immers een ‘uitgekleed’ Groot Project. De crisis heeft een grote streep gezet door een groot aantal van de plannen, waarbij eigenlijk alleen een deel van de infrastructurele projecten over is gebleven. Deze projecten vinden naar mening van deze leden hun plek in het MIRT. Daarnaast wordt een aantal ecologische projecten op een andere wijze gemonitord. Deze leden begrijpen – vanuit een historisch perspectief – de behoefte aan een rapporteur. Maar deze leden vragen of de status van Groot Project in dit geval niet een maat te groot is. Temeer omdat deze leden lezen dat de rol van het Rijk voornamelijk faciliterend en kaderstellend zal zijn en dat afgesproken is de administratieve last te beperken. Daarnaast heeft de rapporteur van het Groot Project ook nog aangegeven dat er ruimte is voor maatwerk wat zich onder meer uit door verschillende artikelen van de Regeling Grote Projecten niet van toepassing te verklaren. Moet er met al deze feiten op een rijtje niet van de Grote Project-status afgezien worden? De leden van de SP-fractie merken op dat de status van Groot Project ook een accountantsrapportage inhoudt. Dat is zo lezen deze leden, vooral een uitwerking van feitelijke bevindingen geworden en bevat daarom geen oordelen. Wat wordt in het accountantsrapport bedoeld met de opmerking dat ’er voor een belangrijk deel van de geactualiseerde basisrapportage onvoldoende aanvaarde normen beschikbaar zijn’? Waarom is er geen control-, beoordelings- of andere assurance opdracht uitgevoerd? Wat zou er wellicht aan andere onderwerpen zijn geconstateerd indien er wel een controle- of een beoordelingsopdracht zou zijn uitgevoerd? Waarom is voor deze wijze van rapporteren gekozen? Hoe kwalificeert de minister voorliggend accountantsrapport, zo vragen deze leden. De leden van de SP-fractie vragen tevens waarom het realiseren van de stedelijke ontwikkeling - dé doelstelling van het grote project RRAAM- niet specifiek meetbaar geformuleerd is. Lag nu net in de schaalsprong van 60.000 woningen in Almere niet de reden besloten om dit hele project überhaupt aan te gaan? Op welke wijze zal tegemoet gekomen worden aan de Regeling Grote Projecten dat de doelstellingen vanaf nu wel specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden worden geformuleerd? Waarom is er geen heldere beschrijving van de reikwijdte (de scope) gegeven? Waarom is de minister akkoord met deze werkwijze? De leden van de SP-fractie vragen of indien gekozen wordt voor een ‘organische en adaptieve aanpak’ er dan niet gewoon toegegeven moet worden dat er geen te monitoren plan ligt. De wijze waarop nu inzicht wordt gegeven in dit onderdeel van de Rijksfinanciën is volstrekt onvoldoende. Is de taxatie vanuit 2013, voor een periode van 20 jaar, nog wel toereikend, in het licht dat in het hele land gemeenten en provincies grote bedragen afschrijven op hun grondexploitaties? Er wordt volgens het accountantsrapport niet ingegaan op de wijze waarop het geraamde bedrag van 130 miljoen euro voor de opbrengst uit de verkoop van Rijksgronden in Almere Oostwold tot stand is gekomen. Hoe is die tot stand gekomen? Waarom is die onduidelijkheid er? Is de gewenste bouw van 25.000 woningen in 2025 realistisch? Kan uitgebreider worden ingegaan op de geschetste risico’s? Waarom zijn de risico’s voor rekening van het Rijk wanneer de investeringen in het FVA niet of onvoldoende leiden tot een beter vestigingsklimaat? Wat leveren de Rijksinvesteringen op qua banen? Deze leden hechten er aan dat op al deze punten meer duidelijkheid wordt verschaft. De leden van de SP-fractie willen graag een uitgebreidere beschrijving van het aspect ‘Governance’ van dit project. Waaruit bestaat de regievoering van het ministerie? Hoe zal deze rol worden ingevuld? Waarom ligt er geen vastgesteld project specifiek beheersplan? Kan de opzet van het aspect Governance met spoed wel gaan voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Regeling Grote Projecten? Zo nee, waarom niet? De leden van de SP-fractie vragen of er in verband met de (door de accountant genoemde) vijf punten waar sprake is van onvoldoende beschikbare informatie, wel iemand is die enig idee heeft waar men in het project RRAAM mee bezigis. Deze leden zien uit naar een uitgebreide toelichting van de minister. Inbreng van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie menen dat de drievoudige doelstelling op het terrein van verstedelijking, bereikbaarheid, natuur en recreatie heel goed door de betrokken provincies opgepakt kan worden. Is daar met de betrokken provincies over gesproken en wat is hun visie daarop, zo vragen zij. De leden van de CDA-fractie zijn in dat kader ook benieuwd of de onderlinge verhoudingen van provinciebestuurders daarbij ook een rol spelen, en of dat wellicht veranderd is na de Provinciale Statenverkiezingen. De leden van de CDA-fractie hadden graag gezien dat het project niet langer onder de Regeling Grote Projecten zou vallen. Een meerderheid van de Kamer deelt die gedachte niet, daarom wordt de thans voorgestane werkwijze gewaardeerd omdat verschillende artikelen van de Regeling Grote Projecten niet van toepassing worden verklaard op RRAAM. Een nog verdergaande vereenvoudiging van de procedure zouden deze leden zeker waarderen. Kan de minister aangeven of zij daartoe bereid is? De leden van de CDA-fractie vragen of het nodig en wenselijk is dat de doelstelling van het project RRAAM alsnog specifieker en meetbaar wordt geherformuleerd. De leden van de CDA-fractie constateren dat de inschatting thans is dat er op zijn vroegst in 2025 25.000 nieuwe woningen in Almere ten opzichte van 2010 gerealiseerd zijn (schaalsprong Almere). Houdt dat in dat normaliter ook dan pas het eindpunt van het onderhavige groot project in beeld is? Kan dat eindpunt verschuiven bij verdere vertraging of versnelling van het project? De leden van de CDA-fractie vragen of de interne controlfunctie van de projectorganisatie versterkt kan worden omdat de projectorganisatie momenteel steunt op de concerncontroller van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. II Reactie van de bewindspersoon PAGE PAGE 1