[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. aanbieding “Voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer”

Urgentieprogramma Randstad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2015D16704, datum: 2015-04-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2014Z21377:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2014-2015





	Informatievoorziening Groot Project RRAAM (31089)









	Nr. 	VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld op ……. 2015





Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben
verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de
informatievoorziening inzake het Groot Project RRAAM (Kamerstuk 31089),
in het bijzonder ten aanzien van de reactie op het voorstel
informatievoorziening Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 
31089, nr. 113); het accountantsrapport bij de geactualiseerde
Basisrapportage RRAAM (Kamerstuk 31089, nr. 114); de aanvullende
informatie inzake het Voorstel informatievoorziening Vervolg RRAAM
(Kamerstuk 31089, nr. 115);  de reactie op de tweede herziene
uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM
(Kamerstuk 31089, nr. 116) en de reactie op Tweede herziene
uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM
(Kamerstuk 31089, nr. 117).

De vragen en opmerkingen zijn op 30 april 2015 aan de minister van
Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door
haar beantwoord.





De voorzitter van de commissie,

Tjeerd van Dekken





De adjunct-griffier van de commissie,

Jansma





I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties





Inhoudsopgave

Inleiding

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

Inbreng van de leden van de SP-fractie

Inbreng van de leden van de CDA-fractie	

1

2

3

4

5





Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de informatievoorziening inzake het Groot Project Rijk-regioprogramma
Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM) en hebben nog enkele vragen aan de
minister.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de tweede herziene
uitgangspuntennotitie informatievoorziening Groot Project RRAAM en de
reactie hierop. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen waarop ze
de minister verzoeken in te gaan. 

De leden van de SP-fractie hebben met enige verbazing kennis genomen van
de voorliggende stukken over de informatievoorziening. Deze leden menen
enige tegenstrijdigheden te lezen, wat vragen oproept bij deze leden.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de brief van 21 november 2014 over het voorstel informatievoorziening
Vervolg RRAAM aan de Tweede Kamer en de daarbij behorende stukken inzake
 informatievoorziening over het vervolg van RRAAM.

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie merken op dat met de vaststelling van de
Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer de eerste fase van de
MIRT-verkenning voltooid is. Een vervolg op de MIRT-verkenning naar
verdere infrastructuurmaatregelen wordt gestart als er voldoende
stedelijke druk is opgebouwd. Kan de minister toelichten wat zij onder
voldoende stedelijke druk verstaat? Is dit beperkt tot het bouwen van
25.000 nieuwe woningen in Almere en het in zicht zijn van de realisatie
van IJburg? Zo nee, welke indicatoren worden daarnaast gehanteerd? 

De leden van de VVD-fractie merken op dat OV SAAL Lange Termijn
onderdeel uitmaakt van RRAAM. In hoeverre kunnen de lange termijn
doelstellingen uit OV SAAL op basis van de toekomstige MIRT verkenning
nog worden aangepast?

De leden van de VVD-fractie merken op dat het regime voor de
transformatie binnen de 20 Kosteneenheid (Ke)-contour rondom Schiphol
mogelijk wordt versoepeld. Kan de minister dit nader toelichten? Wanneer
komt hier duidelijkheid over?

De leden van de VVD-fractie merken op dat in de verdere uitwerking en
uitvoering van het in de Rijksstructuurvisie beschreven
toekomstperspectief er gekozen is voor een organische, gefaseerde en
adaptieve aanpak. Welk hard kader gaat hier gelden? Met het oog op de
latere fasen van de uitvoering van de Rijksstructuurvisie is nog
financiële dekking nodig. Wanneer wordt hierover besloten? Een
belangrijk instrument voor de financiële dekking van de
gebiedsontwikkeling zal het Fonds Verstedelijking Almere (FVA) zijn.
Verwacht de minister dat de in dit Fonds beschikbare middelen voldoende
zijn? Zijn er ook nog andere bronnen die worden aangesproken voor de
gebiedsontwikkeling?

De leden van de VVD-fractie lezen in het accountantsrapport de opmerking
dat de uitwerking van de informatiecategorie ‘De reikwijdte van het
project’ geen heldere beschrijving van de reikwijdte (scope) bevat.
Kan de minister op deze uitspraak reageren? Is de minister voornemens
een heldere beschrijving van de reikwijdte van het project op te nemen?

De leden van de VVD-fractie merken op dat de Basisrapportage de
integrale financiën moet bevatten. Het reeds genoemde
accountantsrapport bij deze Basisrapportage geeft aan dat de
informatiecategorie ‘De financiën van het project’ zich beperkt tot
de Rijksfinanciën. Kan de minister een overzicht geven van de integrale
financiën?

Voorts merken deze leden op dat in de geactualiseerde Basisrapportage
niet is aangegeven wat de rol van het regievoerend ministerie van
Infrastructuur en Milieu precies inhoudt en hoe het ministerie deze rol
in wil gaan vullen. Ook is er nog geen vastgesteld project specifiek
beheersplan waarin dit is beschreven. Kan de minister aangeven wanneer
er duidelijkheid komt over deze drie aspecten?

De leden van de VVD-fractie merken op dat in de reactie op de Aanbieding
van de tweede herziene uitgangspuntennotitie informatie voorziening
Groot Project RRAAM geschreven staat dat er in deel B nog een
toelichting op de ecologische ambitie nodig is waaruit blijkt welke
financiële uitgaven hiermee gemoeid zijn; wat de verschillende
ontvangers van deze uitgaven zijn en wat de verantwoording over- en
controle van deze financiële bedragen inhoudt. Wat is hier tot nu toe
over geleverd of bekend? Heeft de minister informatie over deze
aspecten? 

Inbreng leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie vinden de minder zware rapportage inzake
het project RRAAM gepast en zijn van mening in de gekozen modus
voldoende inzicht te houden over de voortgang van het project RRAAM.

De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister nader in te gaan op
de uitwerking van de motie De Vries (Kamerstuk 31089, nr. 106) over een
uitvoeringsovereenkomst met de regio, waarin bindende afspraken over de
voeding van het FVA zijn vastgelegd.

De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister in te gaan op de
stand van zaken rondom het aanpassen van de verdeelsleutel in het
gemeentefonds met betrekking tot de voeding van het FVA.

De leden van de PvdA-fractie verzoeken de minister te reageren op het
accountantsrapport waarin wordt opgemerkt dat de doelstelling van het
groot project RRAAM – het realiseren van de stedelijke ontwikkeling
van Almere – niet specifiek en meetbaar is geformuleerd. 

De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd wat de stand van zaken is
omtrent de fondsenwerving voor het project Marker Wadden. 

Inbreng leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie begrijpen dat de informatievoorziening inzake
RRAAM afwijkt van de gebruikelijke Basisrapportages. Het is naar mening
van deze leden immers een ‘uitgekleed’ Groot Project. De crisis
heeft een grote streep gezet door een groot aantal van de plannen,
waarbij eigenlijk alleen een deel van de infrastructurele projecten over
is gebleven. Deze projecten vinden naar mening van deze leden hun plek
in het MIRT. Daarnaast wordt een aantal ecologische projecten op een
andere wijze gemonitord. Deze leden begrijpen – vanuit een historisch
perspectief – de behoefte aan een rapporteur. Maar deze leden vragen
of de status van Groot Project in dit geval niet een maat te groot is.
Temeer omdat deze leden lezen dat de rol van het Rijk voornamelijk
faciliterend en kaderstellend zal zijn en dat afgesproken is de
administratieve last te beperken. Daarnaast heeft de rapporteur van het
Groot Project ook nog aangegeven dat er ruimte is voor maatwerk wat zich
onder meer uit door verschillende artikelen van de Regeling Grote
Projecten niet van toepassing te verklaren. Moet er met al deze feiten
op een rijtje niet van de Grote Project-status afgezien worden?

De leden van de SP-fractie merken op dat de status van Groot Project ook
een accountantsrapportage inhoudt. Dat is zo lezen deze leden, vooral
een uitwerking van feitelijke bevindingen geworden en bevat daarom geen
oordelen. Wat wordt in het accountantsrapport bedoeld met de opmerking
dat ’er voor een belangrijk deel van de geactualiseerde
basisrapportage onvoldoende aanvaarde normen beschikbaar zijn’? Waarom
is er geen control-, beoordelings- of andere assurance opdracht
uitgevoerd? Wat zou er wellicht aan andere onderwerpen zijn
geconstateerd indien er wel een controle- of een beoordelingsopdracht
zou zijn uitgevoerd? Waarom is voor deze wijze van rapporteren gekozen? 
Hoe kwalificeert de minister voorliggend accountantsrapport, zo vragen
deze leden.

De leden van de SP-fractie vragen tevens waarom het realiseren van de
stedelijke ontwikkeling - dé doelstelling van het grote project RRAAM-
niet specifiek meetbaar geformuleerd is. Lag nu net in de schaalsprong
van 60.000 woningen in Almere niet de reden besloten om dit hele project
überhaupt aan te gaan? 

Op welke wijze zal tegemoet gekomen worden aan de Regeling Grote
Projecten dat de doelstellingen vanaf nu wel specifiek, meetbaar,
realistisch en tijdgebonden worden geformuleerd? Waarom is er geen
heldere beschrijving van de reikwijdte (de scope) gegeven? Waarom is de
minister akkoord met deze werkwijze?

De leden van de SP-fractie vragen of indien gekozen wordt voor een
‘organische en adaptieve aanpak’ er dan niet gewoon toegegeven moet
worden dat er geen te monitoren plan ligt. De wijze waarop nu inzicht
wordt gegeven in dit onderdeel van de Rijksfinanciën is volstrekt
onvoldoende. Is de taxatie vanuit 2013, voor een periode van 20 jaar,
nog wel toereikend, in het licht dat in het hele land gemeenten en
provincies grote bedragen afschrijven op hun grondexploitaties? Er wordt
volgens het accountantsrapport niet ingegaan op de wijze waarop het
geraamde bedrag van 130 miljoen euro voor de opbrengst uit de verkoop
van Rijksgronden in Almere Oostwold tot stand is gekomen. Hoe is die tot
stand gekomen?  Waarom is die onduidelijkheid er? Is de gewenste bouw
van 25.000 woningen in 2025 realistisch? Kan uitgebreider worden
ingegaan op de geschetste risico’s? Waarom zijn de risico’s voor
rekening van het Rijk wanneer de investeringen in het FVA niet of
onvoldoende leiden tot een beter vestigingsklimaat? Wat leveren de
Rijksinvesteringen op qua banen? Deze leden hechten er aan dat op al
deze punten meer duidelijkheid wordt verschaft.

De leden van de SP-fractie willen graag een uitgebreidere beschrijving
van het aspect ‘Governance’ van dit project. Waaruit bestaat de
regievoering van het ministerie? Hoe zal deze rol worden ingevuld?
Waarom ligt er geen vastgesteld project specifiek beheersplan? Kan de
opzet van het aspect Governance met spoed wel gaan voldoen aan de eisen
zoals gesteld in de Regeling Grote Projecten? Zo nee, waarom niet? 

De leden van de SP-fractie vragen of er in verband met de (door de
accountant genoemde) vijf punten waar sprake is van onvoldoende
beschikbare informatie, wel iemand is die enig idee heeft waar men in
het project RRAAM mee bezigis. Deze leden zien uit naar een uitgebreide
toelichting van de minister. 

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie menen dat de drievoudige doelstelling op het
terrein van verstedelijking, bereikbaarheid, natuur en recreatie heel
goed door de betrokken provincies opgepakt kan worden. Is daar met de
betrokken provincies over gesproken en wat is hun visie daarop, zo
vragen zij. 

De leden van de CDA-fractie zijn in dat kader ook benieuwd of de
onderlinge verhoudingen van provinciebestuurders daarbij ook een rol
spelen, en of dat wellicht veranderd is na de Provinciale
Statenverkiezingen.  

De leden van de CDA-fractie hadden graag gezien dat het project niet
langer onder de Regeling Grote Projecten zou vallen. Een meerderheid van
de Kamer deelt die gedachte niet, daarom wordt de thans voorgestane
werkwijze gewaardeerd omdat verschillende artikelen van de Regeling
Grote Projecten niet van toepassing worden verklaard op RRAAM. Een nog
verdergaande vereenvoudiging van de procedure zouden deze leden zeker
waarderen. Kan de minister aangeven of zij daartoe bereid is?

De leden van de CDA-fractie vragen of het nodig en wenselijk is dat de
doelstelling van het project RRAAM alsnog specifieker en meetbaar wordt
geherformuleerd.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de inschatting thans is dat
er op zijn vroegst in 2025 25.000 nieuwe woningen in Almere ten opzichte
van  2010 gerealiseerd zijn (schaalsprong Almere). Houdt dat in dat
normaliter ook dan pas het eindpunt van het onderhavige groot project in
beeld is? Kan dat eindpunt verschuiven bij verdere vertraging of
versnelling van het project?

De leden van de CDA-fractie vragen of de interne controlfunctie van de
projectorganisatie versterkt kan worden omdat de projectorganisatie
momenteel steunt op de concerncontroller van het ministerie van
Infrastructuur en Milieu.





II 	Reactie van de bewindspersoon



	

 PAGE    

 PAGE   1