[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn 2014/60/EU betreffende teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (herschikking) (PbEU 2014, L 159)

Eindtekst

Nummer: 2015D18953, datum: 2015-05-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z22044:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

21 mei 2015





	Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter
implementatie van Richtlijn 2014/60/EU betreffende teruggave van
cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van
een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU)
nr. 1024/2012 (herschikking) (PbEU 2014, L 159) 







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het noodzakelijk is het
Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten te wijzigen in verband met
Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement  en de Raad van 15 mei
2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige
wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende
wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (herschikking) (PbEU 2014,
L 159); 

Zo is het, dat Wij de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 86a lid 1 worden de woorden “artikel 1, onder 1, van
richtlijn nr. 93/7/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15
maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op
onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lid-staat zijn
gebracht (PbEG L 74)” vervangen door: artikel 2, onder 1, van
Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei
2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige
wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende
wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2014, L 159).

B

Artikel 87a lid 1 wordt vervangen door:

1. Om vast te stellen of de bezitter bij de verkrijging van een
cultuurgoed als bedoeld in artikel 86a lid 1 of in artikel 1 onder d van
de Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer,
uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen de nodige
zorgvuldigheid heeft betracht, wordt rekening gehouden met alle
omstandigheden van de verwerving, in het bijzonder 

	a. de documentatie over de herkomst van het goed; 

b. de volgens het recht van de verzoekende lidstaat dan wel het recht
van de verdragsstaat waaruit het goed afkomstig is, vereiste
vergunningen om het goed buiten het grondgebied van die lidstaat of die
verdragsstaat te brengen; 

c. de hoedanigheid van de partijen;

d. de betaalde prijs;

e. het feit of de bezitter elk redelijkerwijs toegankelijk register met
betrekking tot gestolen cultuurgoederen en elke andere relevante
informatie en documentatie die hij redelijkerwijs zou kunnen hebben
verkregen, heeft geraadpleegd, en het feit of de bezitter toegankelijke
instanties heeft geraadpleegd;

f. het feit of de bezitter alle andere stappen heeft genomen die een
redelijk handelende persoon in die omstandigheden zou hebben genomen.

C

Artikel 310a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid worden de woorden “artikel  1, onder 1,”
vervangen door: artikel  2, onder 1,. Voorts worden de woorden “één
jaar” vervangen door: drie jaren. Tot slot worden de woorden “aan
die staat” vervangen door: aan de centrale autoriteit van die staat
als bedoeld in artikel 4 van de richtlijn. 

2. In het tweede lid worden de woorden “zaken die deel uitmaken van
openbare collecties in de zin van artikel 1, onder 1, van de richtlijn,
bedoeld in artikel 86a,” vervangen door: zaken die deel uitmaken van
openbare collecties in de zin van artikel 2, onder 8, van de richtlijn.

ARTIKEL II

Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 126 lid 2 wordt vervangen door:

2. Deze titel laat onverlet Richtlijn 2014/60/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van
cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van
een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU)
nr. 1024/2012 (PbEU 2014, L 159) alsmede de bepalingen ter implementatie
van deze richtlijn in het Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en de Wet tot behoud van cultuurbezit.

B

Indien het bij koninklijke boodschap van        ingediende voorstel van
wet tot Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel
erfgoed (Erfgoedwet) tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder in
werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in
werking treedt als deze wet, komt artikel 126 lid 2 in onderdeel A van
dit artikel te luiden:

2. Deze titel laat onverlet Richtlijn 2014/60/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van
cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van
een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU)
nr. 1024/2012 (PbEU 2014, L 159) alsmede de bepalingen ter implementatie
van deze richtlijn in het Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en de Erfgoedwet.

ARTIKEL III

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1008 worden de woorden “een roerende zaak die een
cultuurgoed is in de zin van artikel 1, onder 1, van richtlijn nr.
93/7/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 maart 1993
betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze
buiten het grondgebied van een lid-staat zijn gebracht (PbEG L 74)”
vervangen door: een roerende zaak die een cultuurgoed is in de zin van
artikel 2, onder 1, van Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement
en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen
die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lid-staat zijn
gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU
2014, L 159).

B

In artikel 1010 wordt “artikel 3” vervangen door: artikel 4.

C

In artikel 1011 wordt “artikel 3” vervangen door artikel 4. Voorts
wordt “artikel 4, onder 4,” vervangen door: artikel 5, onder 4,. 

ARTIKEL IV

De Wet tot behoud van cultuurbezit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16 lid 2 worden de woorden “in de zin van artikel 1, onder
1, van richtlijn nr. 93/7/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op
onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn
gebracht (PbEG L 74)” vervangen door: in de zin van artikel 2, onder
1, van Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15
mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op
onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn
gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU
2014, L 159).  

B

In artikel 16 lid 3 wordt “de richtlijn nr. 93/7/EEG” vervangen
door: de richtlijn 2014/60/EU.

C

Indien het bij koninklijke boodschap van        ingediende voorstel van
wet tot Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel
erfgoed (Erfgoedwet) tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder in
werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in
werking treedt als deze wet, vervallen de wijzigingen in de onderdelen 
A en B van dit artikel. 

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie, 

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5