[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op een e-mail van een vader over passend onderwijs voor zijn zoon

Brief regering

Nummer: 2015D19194, datum: 2015-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2015Z09383:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2015

Op 17 april jl. heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap verzocht om een reactie op een e-mail van een vader over een
passende onderwijsplek voor zijn zoon. Het betreft een leerling die per
1 augustus 2014 van een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso)
is overgestapt naar een andere school voor vso. De overstap was
ingegeven door de veronderstelling dat het samenwerkingsverband
onderwijs op de ‘oude’ school niet meer zou toestaan. Deze overstap
is niet goed verlopen en de betreffende jongen zit nu thuis.

Voordat ik op deze specifieke situatie inga, wil ik eerst een
misverstand uit de betreffende e-mail rechtzetten. In de e-mail wordt de
indruk gewekt dat een toelaatbaarheidsverklaring tot het vso alleen
geldig is bij bepaalde scholen, bijvoorbeeld scholen in een bepaalde
regio of scholen waarmee een samenwerkingsverband een
samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Dit is echter onjuist. Een
toelaatbaarheidsverklaring tot het vso is landelijk geldig.

Naar aanleiding van de commissiebrief is contact opgenomen met het
betreffende samenwerkingsverband. Uit dat contact is gebleken dat de
leerling en zijn onderwijssituatie niet bekend waren bij het
samenwerkingsverband. Uit contact met de gemeente blijkt verder dat er
in december 2014 een brief is ontvangen, waarin ouders leerplicht hebben
geïnformeerd over de stand van zaken. De afdeling leerplicht geeft aan
dat zij vanwege het vertrouwelijke en informatieve karakter van de brief
en de beschreven procesgang (school, expertisecentrum en huisarts waren
betrokken bij het vinden van een oplossing) geen directe aanleiding
zagen om te interveniëren. 

Het samenwerkingsverband geeft aan te betreuren dat er over het
onderwijs aan deze leerling nooit contact gelegd is met het
samenwerkingsverband door betrokken scholen, leerplicht of de ouders.
Het beleid van het verband is erop gericht leerlingen een passend
onderwijsaanbod te doen, het liefst thuisnabij, maar als dat nodig is,
gebeurt dat ook buiten de regio. Dit schooljaar heeft het
samenwerkingsverband dan ook al verschillende
toelaatbaarheidsverklaringen afgegeven voor leerlingen die onderwijs
volgen in vso-scholen buiten de regio. Het lijkt er dus helaas op dat er
hier sprake is geweest van onjuiste informatie en miscommunicatie.
Hierdoor is er onnodig van school gewisseld, uiteindelijk leidend tot
het uitvallen van de betreffende leerling. 

Het samenwerkingsverband heeft inmiddels contact opgenomen met de
betrokken scholen. De leerling heeft de mogelijkheid het onderwijs
komend schooljaar voort te zetten op de school van inschrijving. Als
deze optie niet wenselijk wordt geacht, dan kunnen de ouders in gesprek
gaan met de school om te bekijken wat een passende voortzetting van de
studie voor hem zou zijn. Omdat de leerling nog over een oude
(cvi-)indicatie voor het vso beschikt, daterend van voor de invoering
van passend onderwijs, is voor de toelaatbaarheid tot een andere
vso-school een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband
nodig. Het samenwerkingsverband geeft aan dat deze verklaring bij hen
kan worden aangevraagd. Voor meer informatie kunnen ouders ook
rechtstreeks bij het samenwerkingsverband terecht. 

Ik vertrouw er op dat partijen alsnog met elkaar tot een passend vervolg
komen. 

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker