[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het verbeteren van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging, alsmede het voorkomen van faillissementsfraude (herziening strafbaarstelling faillissementsfraude)

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het verbeteren van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging, alsmede het voorkomen van faillissementsfraude (herziening strafbaarstelling faillissementsfraude)

Eindtekst

Nummer: 2015D25506, datum: 2015-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z13599:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 juni 2015

	

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering
en de Wet op de economische delicten met het oog op het verbeteren van
de mogelijkheden tot opsporing en vervolging, alsmede het voorkomen van
faillissementsfraude (herziening strafbaarstelling faillissementsfraude)



	

GEWIJIZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is aanvullende
maatregelen te treffen in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van
Strafvordering en de Wet op de economische delicten teneinde de
mogelijkheden tot bestrijding van faillissementsfraude te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van het derde tot vierde lid komen de eerste drie
leden van artikel 194 te luiden:

1. Hij die in staat van faillissement is verklaard en wettelijk
verplicht is tot het geven van inlichtingen, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde
categorie, indien hij hetzij zonder geldige reden opzettelijk wegblijft,
hetzij weigert de vereiste inlichtingen te geven, hetzij opzettelijk
onjuiste of onvolledige inlichtingen geeft. 

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in het faillissement van
een ander wettelijk verplicht is tot het geven van inlichtingen en
hetzij zonder geldige reden opzettelijk wegblijft, hetzij weigert de
vereiste inlichtingen te geven, hetzij opzettelijk onjuiste of
onvolledige inlichtingen geeft.

3. Met dezelfde straf wordt gestraft hij ten aanzien van wie de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard
en wettelijk verplicht is tot het geven van inlichtingen, of die op
grond van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien
van een ander wettelijk verplicht is tot het geven van inlichtingen,
hetzij zonder geldige reden opzettelijk wegblijft, hetzij weigert de
vereiste inlichtingen te geven, hetzij opzettelijk onjuiste of
onvolledige inlichtingen geeft.

B

De artikelen 340 tot en met 344 komen te luiden:

Artikel 340

Hij die in staat van faillissement is verklaard wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde
categorie, indien hij voor de intreding van het faillissement
buitensporige uitgaven heeft gedaan, ten gevolge waarvan een of meer
schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld.

Artikel 341

1. Hij die in staat van faillissement is verklaard wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde
categorie, indien hij, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in
hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:

1°. voor of tijdens het faillissement enig goed aan de boedel heeft
onttrokken of onttrekt;

2°. voor of tijdens het faillissement een van zijn schuldeisers op
enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld of bevoordeelt.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij ten aanzien van wie de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in
hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:

1°. voor of tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling enig
goed aan de boedel heeft onttrokken of onttrekt;

2°. voor of tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling een
van zijn schuldeisers op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld
of bevoordeelt.

Artikel 342

Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de
vijfde categorie wordt gestraft de bestuurder of commissaris van een
rechtspersoon die voor de intreding van het faillissement, indien dit is
gevolgd, buitensporig middelen van de rechtspersoon heeft verbruikt,
uitgegeven of vervreemd, dan wel hieraan heeft meegewerkt of daarvoor
zijn toestemming heeft gegeven, ten gevolge waarvan een of meer
schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld.

Artikel 343

Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde
categorie wordt gestraft de bestuurder of commissaris van een
rechtspersoon die wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers van de
rechtspersoon in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:

1°. voor de intreding van het faillissement, indien dit is gevolgd, of
tijdens het faillissement enig goed aan de boedel heeft onttrokken of
onttrekt;

2Âș. voor de intreding van het faillissement, indien dit is gevolgd,
buitensporig middelen van de rechtspersoon heeft verbruikt, uitgegeven
of vervreemd, dan wel hieraan heeft meegewerkt of daarvoor zijn
toestemming heeft gegeven;

3Âș. voor de intreding van het faillissement, indien dit is gevolgd, of
tijdens het faillissement een van de schuldeisers van de rechtspersoon
op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld of bevoordeelt.

Artikel 344

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of
geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die in geval van
een faillissement van een ander, of daaraan voorafgaand indien het
faillissement is gevolgd, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers
in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:

1Âș. enig goed aan de boedel onttrekt of heeft onttrokken;

2Âș. zich wederrechtelijk bevoordeelt of laat bevoordelen, dan wel zich
wederrechtelijk heeft bevoordeeld of heeft laten bevoordelen. 

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in geval de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op een ander van toepassing
is verklaard, of daaraan voorafgaand indien de toepassing wordt
uitgesproken, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun
verhaalsmogelijkheden worden benadeeld: 

1Âș. enig goed aan de boedel onttrekt of heeft onttrokken;

2Âș. zich wederrechtelijk bevoordeelt of laat bevoordelen, dan wel zich
wederrechtelijk heeft bevoordeeld of zich heeft laten bevoordelen. 

C

Na artikel 344 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 344a

1.  Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde
categorie:

1Âș. indien hij desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de
op hem rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de
wettelijke verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de
daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in
ongeschonden vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen
redelijke termijn leesbaar te maken, aan de curator verstrekt; 

2Âș. indien hij voor of tijdens het faillissement opzettelijk niet heeft
voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een
administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden
en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling wordt
bemoeilijkt.

2.  Met dezelfde straf wordt gestraft de bestuurder of commissaris van
een rechtspersoon, indien:

1Âș. hij tijdens het faillissement van de rechtspersoon desgevraagd
opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem rustende wettelijke
verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke verplichtingen
gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe behorende boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden vorm, zo nodig met
de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken,
aan de curator verstrekt; 

2Âș. hij tijdens het faillissement van de rechtspersoon, of voor het
faillissement indien dit is gevolgd, opzettelijk niet heeft voldaan aan
of heeft bewerkstelligd dat werd voldaan aan de wettelijke
verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van
de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten
gevolge waarvan de afhandeling wordt bemoeilijkt.

3.  Hij ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen van toepassing is verklaard wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien:

1Âș. hij desgevraagd opzettelijk niet terstond, overeenkomstig de op hem
rustende wettelijke verplichtingen ter zake, een ingevolge de wettelijke
verplichtingen gevoerde en bewaarde administratie en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in ongeschonden
vorm, zo nodig met de hulpmiddelen om de inhoud binnen redelijke termijn
leesbaar te maken, aan de bewindvoerder verstrekt;

2Âș. hij voor of tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling
opzettelijk niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het
voeren van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de
schuldsanering wordt bemoeilijkt.

Artikel 344b

1. Hij die in staat van faillissement is verklaard aan wiens schuld het
te wijten is dat voor of tijdens het faillissement niet is voldaan aan
de wettelijke verplichtingen tot het voeren van een administratie en het
bewaren van de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling wordt bemoeilijkt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de vierde categorie.

2.  De bestuurder of de commissaris van een rechtspersoon aan wiens
schuld het te wijten is dat tijdens het faillissement van de
rechtspersoon, of voor het faillissement indien het faillissement is
gevolgd, niet is voldaan aan de wettelijke verplichtingen tot het voeren
van een administratie en het bewaren van de daartoe behorende boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers, ten gevolge waarvan de afhandeling
wordt bemoeilijkt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de vierde categorie.

3. Hij ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen van toepassing is verklaard wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien
het aan zijn schuld te wijten is dat voor of tijdens de toepassing van
de schuldsaneringsregeling niet is voldaan aan de wettelijke
verplichtingen tot het voeren van een administratie en het bewaren van
de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, ten
gevolge waarvan de schuldsanering wordt bemoeilijkt.

D

Artikel 347 komt te luiden:

Artikel 347

1. De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon die, buiten het
geval van de artikelen 342 en 343, buitensporig middelen van de
rechtspersoon heeft verbruikt, uitgegeven of vervreemd, dan wel hieraan
zijn medewerking heeft verleend of daarvoor zijn toestemming heeft
gegeven, ten gevolge waarvan de rechtspersoon ernstig nadeel ondervindt
en het voortbestaan in gevaar komt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de
vijfde categorie wordt gestraft de bestuurder of commissaris van een
rechtspersoon die, buiten het geval van de artikelen 342 en 343,
buitensporig middelen van de rechtspersoon verbruikt, uitgeeft of
vervreemdt, dan wel hieraan medewerkt of daaraan zijn toestemming geeft,
met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, ten gevolge
waarvan de rechtspersoon ernstig nadeel ondervindt en het voortbestaan
in gevaar komt.

E

Na artikel 348 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 348a 

1.  Onder bestuurder van een rechtspersoon worden voor de toepassing van
de bepalingen in deze Titel mede begrepen zij die feitelijk optreden als
bestuurder van een rechtspersoon. 

2.  Voor de toepassing van de bepalingen in deze Titel worden onder
bestuurders van een rechtspersoon tevens begrepen de bestuurders van een
vennootschap onder firma en van een commanditaire vennootschap.

ARTIKEL II

In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van
Strafvordering wordt na “326c, tweede lid,” ingevoegd: 340, 342,
344a, 344b, 347, eerste lid, .

ARTIKEL III

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder 4Âș, wordt in de zinsnede met betrekking tot het
Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen) voor “19, vijfde lid,
tweede volzin,” ingevoegd: 10, eerste lid, . 

B

In artikel 1, onder 4Âș, wordt in de zinsnede met betrekking tot Boek 3
(Vermogensrecht) van het Burgerlijk Wetboek “artikel 15d, eerste en
tweede lid, en artikel 15e, eerste en tweede lid;” vervangen door: de
artikelen 15d, eerste en tweede lid, artikel 15e, eerste en tweede lid,
en artikel 15i; .

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   6