[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34253 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator)

Wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2015D28262, datum: 2015-07-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z14043:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No.W03.15.0091/II	's-Gravenhage, 4 juni 2015

Bij Kabinetsmissive van 1 april 2015, no.2015000588, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij
de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Faillissementswet in
verband met de versterking van de positie van de curator (Wet
versterking positie curator), met memorie van toelichting.

De voorgestelde wijzigingen in de Faillissementswet (Fw) hebben tot doel
faillissementsfraude te bestrijden. Daartoe wordt onder meer voorgesteld
de fraudesignalerende rol van de curator wettelijk vast te leggen en te
versterken door te voorzien in vervolgstappen voor de curator als hij in
een faillissement onregelmatigheden signaleert.  

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel naar
de Tweede Kamer te zenden, maar adviseert in de toelichting nader in te
gaan op de noodzaak van de bevoegdheid voor de rechter-commissaris om de
curator te bevelen melding of aangifte van onregelmatigheden te doen bij
de bevoegde instanties en het voorstel zo nodig aan te passen.

De curator wordt volgens het voorstel verplicht bij het beheer en de
vereffening van de failliete boedel te bezien of zich onregelmatigheden
voordoen. Hij dient vervolgens de rechter-commissaris vertrouwelijk te
informeren over de onregelmatigheden en doet, zo hij of de
rechter-commissaris dit nodig acht, melding of aangifte ervan bij de
bevoegde instanties. 

In de toelichting wordt vermeld dat indien de rechter-commissaris meent
dat de door de curator gerapporteerde onregelmatigheden qua aard of
omvang dermate ernstig zijn, dat melding of aangifte geboden is, hij de
curator daartoe kan gelasten. Voorts wordt vermeld dat “vooropgesteld
moet worden dat het primaat om melding te maken of aangifte te doen van
onregelmatigheden bij de curator ligt. Mochten de rechter-commissaris en
de curator van mening verschillen over de noodzaak om melding te maken
of aangifte te doen van onregelmatigheden, dan is het in het kader van
de fraudebestrijding van belang dat de beslissing om wél melding te
maken of aangifte te doen prevaleert. Hierin wordt voorzien door te
bepalen dat de curator van geconstateerde of vermoede onregelmatigheden
melding of aangifte doet als hij dat nodig acht. In het geval de curator
nalaat om te voldoen aan het bevel van de rechter-commissaris om melding
te maken of aangifte te doen, dan kan de rechter-commissaris de
rechtbank verzoeken om de curator te ontslaan (art. 73 Fw).” 

De Afdeling merkt op dat onvoldoende duidelijk is wat de toegevoegde
waarde is van de voorgestelde bevoegdheid voor de rechter-commissaris.
De rechter-commissaris is immers te allen tijde bevoegd de rechtbank te
verzoeken de curator te ontslaan dan wel te vervangen (artikel 73 Fw).
Dat geldt ook in het geval de curator een verzoek van de
rechter-commissaris niet wenst op te volgen. In dat licht is de
introductie van een mogelijk bevel aan de curator tot melding van
faillissementsfraude niet noodzakelijk. Uit de toelichting blijkt voorts
niet dat zich in de samenwerking tussen de curator en de
rechter-commissaris problemen voordoen, ook niet in de gevallen waarin
de rechter-commissaris en de curator van mening verschillen over de
noodzaak om melding te maken of aangifte te doen.   

De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de noodzaak
van de bevoegdheid voor de rechter-commissaris om de curator te bevelen
melding of aangifte van onregelmatigheden te doen bij de bevoegde
instanties en het voorstel zo nodig aan te passen. 

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

	Het betreft onregelmatigheden die het faillissement, althans mede,
hebben veroorzaakt (paulianeuze onttrekkingen, kennelijk onbehoorlijk
bestuur), die de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken
(afwezigheid van adequate administratie) of die het tekort in het
faillissement hebben vergroot (paulianeuze onttrekkingen).   

	Voorgesteld artikel 68, tweede lid, Fw.  

	Memorie van toelichting, paragraaf 4.1. Versterking van de
fraudesignalerende rol van de curator. 	 

	Artikel 73 Fw: 1. De rechtbank heeft de bevoegdheid de curator te allen
tijde, na hem gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, te ontslaan en
door een ander te vervangen, of hem een of meer medecurators toe te
voegen, een en ander hetzij op voordracht van de rechter-commissaris,
hetzij op een met redenen omkleed verzoek van een of meer schuldeisers,
de commissie uit hun midden, of de gefailleerde. 2. De ontslagen curator
legt rekening en verantwoording van zijn beheer af aan de in zijn plaats
benoemde curator.

 	Memorie van toelichting, Artikelsgewijze toelichting bij artikel I,
onderdeel B, onder ‘Het maken van een melding of het doen van aangifte
bij onregelmatigheden’.

	De Raad voor de rechtspraak merkt in zijn advies op dat het staande
praktijk is dat de curator de rechter-commissaris van zijn bevindingen
op de hoogte stelt en in dat kader de wenselijkheid van aangifte met de
rechter-commissaris bespreekt. Advies Raad voor de rechtspraak d.d. 16
juni 2014, blz. 2.   

  PAGE  2 

........................................................................
...........

AAN DE KONING