34162, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 18 augustus 2015)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2015D29965, datum: 2015-08-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2015Z03035:
- Indiener: I.W. Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-02-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-03-04 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-04-30 14:00: Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie (34162) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-09-09 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-09-10 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-11-12 10:14: Hamerstuk: wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie (34 162) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW 18 augustus 2015) | |
34 162 | Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding van rechters en officieren van justitie |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de opleiding van rechters en officieren van justitie te herzien en in dat verband de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In de onderdelen c, d en e, vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
b. De onderdelen f en h vervallen, onder verlettering van onderdeel g tot onderdeel f, en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f (nieuw) door een punt.
2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In onderdeel a vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij een rechtbank.
b. In onderdeel e vervalt: , alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij een arrondissementsparket.
c. In onderdeel f vervalt: , alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij het landelijk parket.
d. In onderdeel g vervalt: , alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij het functioneel parket.
e. In onderdeel h vervalt: , alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie.
f. In onderdeel i vervalt: , alsmede de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover de opleiding wordt doorgebracht bij het ressortsparket.
g. Onderdeel l vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel k door een punt.
B
Artikel 2, achtste lid, komt te luiden:
8. De benoeming in het ambt van rechter in opleiding en officier in opleiding geschiedt bij besluit van Onze Minister.
C
Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het derde lid wordt âartikel 1, onderdeel b, onder 1o tot en met 7 o en 9 o, van de Wet op de rechterlijke organisatie, en de rechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: artikel 1, onderdeel b, onder 1 o tot en met 7 o, 9 o en 10 o, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
D
Artikel 5b wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt âeerste en zesde lidâ vervangen door: eerste, zesde en achtste lid.
2. In het tweede lid wordt âtweede en derde lidâ vervangen door: tweede, derde en achtste lid.
E
Artikel 5f wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het vierde lid vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
F
Artikel 5g, vijfde lid, vervalt.
G
In artikel 6 vervalt: , en ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar in opleiding uitgeoefend door de Raad voor de rechtspraak.
H
Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In de aanhef vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.
b. Na categorie 9 wordt een categorie ingevoegd, luidende:
Categorie 9a: rechter in opleiding; officier in opleiding;
c. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van categorie 11 door een punt, vervalt categorie 12.
3. In het derde lid vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding,.
I
In artikel 9, eerste en tweede lid, vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
J
Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of een rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar, anders dan bedoeld in het tweede lid, kan door Onze Minister van het eerste lid worden afgeweken, doch niet anders dan op voorstel van of na het inwinnen van advies bij de functionele autoriteit.
K
Artikel 14, derde lid, komt te luiden:
3. Ten aanzien van een rechterlijk ambtenaar, anders dan bedoeld in het tweede lid, kan door Onze Minister van het eerste lid worden afgeweken, doch niet anders dan op voorstel van of na het inwinnen van advies bij de functionele autoriteit.
L
Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of de rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het zesde lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
M
Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste tot en met vijfde lid vervalt: of de rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het tweede en zesde lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
N
In artikel 18a vervalt telkens: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
O
In artikel 19 vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding,.
P
In artikel 19a vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
Q
In artikel 19b vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
R
In artikel 40 vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
S
Artikel 41 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt âvierde lidâ vervangen door: derde lid.
T
1. In artikel 42, eerste lid, vervalt: of een rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In de artikelen 42, tweede en vierde lid, 43, eerste lid, en 46, tweede lid, vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
U
In de artikelen 44, eerste, vierde en vijfde lid, en 44a, eerste en tweede lid, vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage.
Ua
In artikel 44a, zesde lid, vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding gedurende de binnenstage.
V
In de artikelen 45, eerste en tweede lid, en 46, eerste lid, vervalt: onderscheidenlijk rechterlijk ambtenaar in opleiding.
W
Artikel 48 wordt gewijzigd als volgt:
1.In het eerste lid vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.
2. In het tweede lid vervalt: of rechterlijke ambtenaren in opleiding.
X
In artikel 49 vervalt: en de rechterlijke ambtenaren in opleiding.
Y
In de artikelen 50, tweede lid, onderdeel b, 51, eerste en tweede lid, onderdeel a tot en met c, 54, aanhef en onderdeel e, vervalt: en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
Z
In artikel 54, onderdeel i, vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
ARTIKEL II
De Wet op de rechterlijke organisatie wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt aan de opsomming in onderdeel b toegevoegd:
10o. de rechters in opleiding en de officieren in opleiding.
B
In de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 wordt âde senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs, de rechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: de rechters in opleiding en de officieren in opleiding, de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.
C
Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt âsenior-gerechtsauditeurs, gerechtsauditeurs en rechtelijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: rechters in opleiding, senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.
2. In het derde lid wordt ârechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: rechters in opleiding.
3. In het vierde en zevende lid wordt ârechterlijk ambtenaar in opleidingâ vervangen door: rechter in opleiding.
D
In artikel 15, achtste lid, wordt âtot en met 9oâ vervangen door: tot en met 10o.
E
In artikel 22, eerste lid, wordt âen de rechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: en de rechters in opleiding.
F
In artikel 26, zevende lid, wordt âen rechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door âen rechters in opleidingâ en wordt âof rechterlijk ambtenaar in opleidingâ vervangen door: of rechter in opleiding.
G
In artikel 48a, vierde lid, wordt âdragen Wij zorg,â vervangen door: wordt ervoor zorg gedragen.
H
In artikel 135, tweede lid, wordt âplaatsvervangende officieren van justitieâ vervangen door: plaatsvervangende officieren van justitie, officieren in opleiding.
I
In de artikelen 136, tweede lid, onderdeel d, 137, tweede lid, onderdeel d, 137a, tweede lid, onderdeel d, 137b, tweede lid, onderdeel d, en 138, tweede lid, wordt ârechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: officieren in opleiding.
J
Het opschrift van Hoofdstuk 5 komt te luiden:
HOOFDSTUK 5. DE OPLEIDING VAN RECHTERLIJKE AMBTENAREN
K
In artikel 145 wordt ârechterlijke ambtenaren in opleidingâ vervangen door: rechters in opleiding en officieren in opleiding.
ARTIKEL III
Artikel 35, zesde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet komt te luiden:
6. De daartoe door het bestuur van de rechtbank Amsterdam aangewezen gerechtsambtenaren, rechters in opleiding, senior gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs verrichten de werkzaamheden die bij of krachtens de wet aan de griffier zijn opgedragen. Voor het verrichten van deze werkzaamheden kan hij zich met toestemming van de voorzitter doen vervangen door een andere door het bestuur van de rechtbank Amsterdam aangewezen gerechtsambtenaar, rechter in opleiding, senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur.
ARTIKEL IV
In artikel 3 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, en wordt voor de zinsnede met betrekking tot de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers een zinsnede ingevoegd, luidende:
Een besluit waarbij de volgende ambtenaren, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden belanghebbende zijn:
a. een rechterlijk ambtenaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de rechterlijke organisatie als zodanig
b. een lid van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven met rechtspraak belast als zodanig
c. een senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven als zodanig
d. een gewezen ambtenaar als bedoeld in onderdeel a, b of c als zodanig
ARTIKEL V
In artikel 2, tweede lid, van de Ambtenarenwet wordt âde rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onderdelen 5° tot en met 9°, van de Wet op de rechterlijke organisatie, en de rechterlijke ambtenaren in opleiding , bedoeld in artikel 145 van diezelfde wetâ vervangen door: de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onderdelen 5° tot en met 10°, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
ARTIKEL VI
Op rechterlijke ambtenaren in opleiding die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet als zodanig zijn benoemd, blijven de artikelen van de ingevolge deze wet gewijzigde wetten en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag vóór de dag van inwerkingtreding van deze wet, van toepassing.
ARTIKEL VII
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 28 november 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen (34 096), tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel I, onderdeel R van deze wet, komt artikel I, onderdeel R, van deze wet te luiden:
R
Artikel 40 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het tweede lid vervalt: en aan rechterlijke ambtenaren in opleiding,.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 28 november 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen (34 096), tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan artikel I, onderdeel R, van deze wet, komt artikel I van die wet te luiden:
ARTIKEL I
Artikel 40 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd
1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, kunnen aan rechterlijke ambtenaren als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 7, van de Wet op de rechterlijke organisatie, voor zover werkzaam bij een arrondissementsparket of bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie, werkzaamheden worden opgedragen op zondagen en dagen die bij of krachtens de Algemene termijnenwet zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen, indien de aard en of organisatie van de arbeid dit onvermijdelijk maakt.
ARTIKEL VIII
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 31 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen (33 861), tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel I, onderdeel L, van deze wet, vervalt in artikel 4a van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren telkens: of rechterlijk ambtenaar in opleiding, en komt artikel I, onderdeel L, van deze wet te luiden:
L
Artikel 17 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: of de rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. In het zesde en zevende lid vervalt: of rechterlijk ambtenaar in opleiding.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 31 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen (33 861), tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan artikel I, onderdeel L, van deze wet, komt artikel I, onderdeel A, van die wet te luiden als volgt:
A
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a
1. Tot rechterlijk ambtenaar kan slechts worden benoemd degene die in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden en afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op degene die op het moment van zijn benoeming al rechterlijk ambtenaar is.
ARTIKEL IX
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,