Reactie op de afstudeerscriptie van mevrouw K. over de gevolgen van KEI
Brief regering
Nummer: 2015D32892, datum: 2015-09-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.A. van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2015Z16145:
- Indiener: G.A. van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-09-24 14:05: Aanvang middagvergadering:Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-09-30 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2017-03-29 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 september 2015 Aanleiding De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij bij brief van 2 juli j.l. om een reactie gevraagd op de afstudeerscriptie van mevrouw K. (studente aan de Hogeschool van Amsterdam) over het wetgevingstraject vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (Programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak). Ik heb van die scriptie met veel belangstelling kennis genomen. Haar interesse voor deze nieuwe wetgeving en de uitvoering daarvan verheugt mij zeer. Reactie minister Mevrouw K. heeft goed kennis genomen van de verschillende wetsvoorstellen en bespreekt die gedegen in haar scriptie. Verder haalt zij de impactanalyse aan, die het externe bureau Significant in mijn opdracht heeft gedaan naar de gevolgen van het programma KEI voor de ketenpartijen. Zij heeft zich hierbij met name op de advocatuur en de deurwaarders gericht en heeft met een advocaat en een deurwaarder gesproken. Mevrouw K. heeft aandacht besteed aan de vraag hoe advocatenkantoren zich kunnen voorbereiden op de digitalisering van de rechtspraak en de procesvernieuwing die op stapel staat. Zo adviseert zij kantoren die nog veel met papier werken alvast na te denken over de invoering van digitale kantoorsystemen. Zij verwacht dat digitalisering kan leiden tot een vermindering van de werklast en de mogelijkheid om doeltreffender te procederen, omdat de werkzaamheden van advocaten dan minder tijd in beslag zullen nemen. Ik kan mij goed vinden in de laatste zin van haar scriptie, waarin zij advocatenkantoren in feite oproept om geen tijd te verliezen in hun voorbereiding op het nieuwe procederen en de digitalisering die daarmee samenhangt. Dat is van belang voor die kantoren, hun cliënten en de gerechten waarmee de advocaten in de toekomst digitaal zullen gaan communiceren. Ik zal de afstudeerscriptie van mevrouw K. ook aanbieden aan de NOvA, opdat zij er hun voordeel mee kunnen doen. De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur