[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

33852, bijgewerkt t/m nr. 30 (tweede NvW d.d. 8 juni 2016)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2015D33528, datum: 2015-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z00988:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 30 (NvW d.d. 8 juni 2016)



	33 852 (R2023)	Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter
verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap en
enige andere wijzigingen







Nr. 2 Herdruk	VOORSTEL VAN RIJKSWET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige
bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap te wijzigen ter
verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap, en
het doen van enige andere wijzigingen, 

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State van het
Koninkrijk gehoord,

en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1, tweede lid wordt “artikelen 2 en 3 van de Wet
conflictenrecht geregistreerd partnerschap” telkens vervangen door:
artikelen 61 en 62 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek.

B

	Artikel 5b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste en tweede lid wordt “artikel 6 of artikel 7 van de
Wet conflictenrecht adoptie” telkens vervangen door: artikel 108 of
artikel 109 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek.

	2. In de aanhef van het tweede lid wordt “artikel 9 van de Wet
conflictenrecht adoptie” wordt vervangen door: artikel 111 van Boek 10
van het Burgerlijk Wetboek.

C

	Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt de laatste volzin geschrapt. 

	2. In het vierde lid wordt na “indien” ingevoegd: de vreemdeling de
leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en.

	3. In het vijfde lid wordt de eerste ”dertien weken” vervangen
door: zesentwintig weken.

	4. In het achtste lid komt in de een-na-laatste volzin “en jegens hem
geen vermoedens bestaan als in het vierde lid bedoeld” te vervallen,
en wordt na de een-na-laatste volzin een nieuwe volzin toegevoegd,
luidende: Een kind dat ten tijde van het afleggen van de
bereidverklaring de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, deelt
slechts in de verkrijging indien jegens hem geen vermoedens bestaan als
in het vierde lid bedoeld.

	5.	In het achtste lid wordt “artikel 11, achtste lid,” vervangen
door: artikel 11, zevende lid,..

D

	Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:

	

	1. In het eerste lid wordt "artikel 6, tweede lid" gewijzigd door:
artikel 6, derde lid.

	2. In het zesde lid wordt "artikel 6, vierde lid" vervangen door:
artikel 6, vijfde lid.

E

	Onder het vervallen van de 1 voor de tekst van het eerste lid vervalt
artikel 7, tweede lid.

F

	Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel c wordt “vijf jaren” vervangen door
“zeven jaren”. 

	2. Het tweede lid komt te luiden:

	2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt op drie jaren
gesteld voor de verzoeker die sedert ten minste drie jaren de echtgenoot
is van en samenwoont met een Nederlander.

	3. Onder vernummering van het zesde tot het vijfde lid vervalt het
vijfde lid.

G

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vervanging van de puntkomma aan het eind van onderdeel b door
een punt vervalt het eerste lid, onderdeel c.

	2. In het vijfde lid wordt een volzin toegevoegd die luidt:
Beslissingen tot afwijzing van een bezwaar ingediend tegen een besluit
tot naturalisatie worden eveneens door Onze Minister genomen.

	3. In artikel 9, derde lid, onderdeel d, wordt "de Nederlandse Antillen
of Aruba" vervangen door: Aruba, Curaçao of Sint Maarten.

H

	In artikel 10 vervalt de zinsnede “artikel 9, eerste lid, aanhef en
onder c,”. 

I

	Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Aan een
kind dat ten tijde van het verzoek de leeftijd van twaalf jaar heeft
bereikt, wordt het Nederlanderschap slechts verleend indien op hem geen
van de afwijzingsgronden van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a,
met inbegrip van het tweede lid van dat artikel, van toepassing is.

	2. In het vierde lid wordt de derde volzin vervangen door: Aan een kind
dat ten tijde van het verzoek de leeftijd van zestien jaar heeft
bereikt, wordt het Nederlanderschap slechts verleend, indien hij daarmee
uitdrukkelijk instemt en hij bereid is bij de verkrijging van het
Nederlanderschap een verklaring van verbondenheid af te leggen. Aan een
kind dat ten tijde van het verzoek de leeftijd van twaalf jaar heeft
bereikt, wordt het Nederlanderschap slechts verleend indien op hem geen
van de afwijzingsgronden van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a,
met inbegrip van het tweede lid van dat artikel, van toepassing is.

	3. Onder vernummering van het zevende en achtste lid tot het zesde en
zevende lid vervalt het zesde lid. 

Ia

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

	1.	In het eerste lid, onderdeel c, wordt “tien jaar” vervangen
door: vijftien jaren.

	2.	In het vierde lid wordt “tien jaren” vervangen door: vijftien
jaren.

J

	Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

	1.	In het eerste lid, onderdeel b, wordt “artikel 11, achtste lid”
vervangen door: artikel 11, zevende lid.

	2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede “artikel 15,
eerste lid, onder b, c of d” vervangen door: artikel 15, eerste lid,
onder b, c, d of f.

	3.	In het tweede lid wordt “artikel 11, achtste lid,” vervangen
door: artikel 11, zevende lid,.

K

	Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid onder d wordt de zinsnede “het eerste lid van
artikel 14, en artikel 15, eerste lid, onder d” vervangen door: het
eerste en tweede lid van artikel 14, en artikel 15, eerste lid, onder d
en f.

	2. In het tweede lid wordt de zinsnede “Onze Ministers van
Justitie” vervangen door: De Gouverneurs.

L

	Artikel 26 komt te vervallen.

M

	In artikel 28, derde lid, wordt “artikel 11, achtste lid,”
vervangen door: artikel 11, zevende lid,.

N

	Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De zinsnede “tijdvakken van hoofdverblijf” wordt vervangen door:
tijdvakken

van toelating en hoofdverblijf.

	2. De zinsnede “Aruba, ” komt te vervallen.

ARTIKEL II

	De in artikel I genoemde wijzigingen zijn niet van toepassing op
verklaringen tot verkrijging van het Nederlanderschap en verzoeken om
verlening van het Nederlanderschap ingediend voor de inwerkingtreding
van deze Rijkswet.

ARTIKEL IIA

	Indien het bij koninklijke boodschap van 4 december 2015 ingediende
voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet op het
Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap
in het belang van de nationale veiligheid (Kamerstukken 34 356 (R2064)),
tot wet is of wordt verheven, en die Rijkswet eerder in werking treedt
of is getreden dan deze wet, wordt artikel I van deze wet als volgt
gewijzigd: 

A

	In onderdeel J, tweede lid, wordt de zinsnede "artikel 15, eerste lid,
onder b, c, d of f" vervangen door: artikel 15, eerste lid, onder b, c,
d of e.

B

	In onderdeel K, eerste lid, wordt de zinsnede "artikel 15, eerste lid,
onder d en f" vervangen door: artikel 15, eerste lid, onder d en e.

ARTIKEL III

	De artikelen van deze Rijkswet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad
van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad
van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven, 

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 I.v.m. een correctie in de titel en het afdrukken van de juiste versie
van het voorstel van wet.

 

 

 PAGE