Advies Afdeling advisering Raad van State
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2016
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2015D33788, datum: 2015-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2015Z16031:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-09-15 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-09-16 09:30: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-09-16 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-09-22 12:00: Begroting Infrastructuurfonds 2016 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-10-15 13:00: Begrotingsonderzoek Infrastructuur en Milieu (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2015-12-03 18:15: Stemmingen (over alle begrotingen (amendementen en wetsvoorstellen), behalve de begroting Economische Zaken (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W14.15.0298/IV 's-Gravenhage, 7 september 2015
Bij Kabinetsmissive van 28 augustus 2015, no.2015001427, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds (A) voor het jaar 2016, met memorie van toelichting.
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van
State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De
Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van
State, is de Afdeling van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege kan blijven.
De vice-president van de Raad van State,