Inbreng verslag schriftelijk overleg over ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener
Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2015D43635, datum: 2015-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2015Z19168:
- Indiener: E.I. Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2015-10-27 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-10-28 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2015-11-12 14:00: Ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener - (29282-233) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2017-02-15 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------------- In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 14 oktober 2014 inzake het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener (Kamerstuk 29 282, nr. 233). De op 13 november 2015 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Lodders Adjunct-griffier van de commissie, Clemens Inhoudsopgave blz. I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II. Reactie van de minister I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener. Zij hebben nog enkele vragen. De bachelor medisch hulpverlener verricht werkzaamheden binnen de medisch ondersteunende acute, interventie dan wel diagnostische zorg. De leden van de VVD-fractie vragen de minister hoe dit beroep zich verhoudt tot andere beroepen in bijvoorbeeld de acute zorg, zoals de verpleegkundig specialist acute zorg, de physician assistant en de SEH-verpleegkundige. Voor de bachelor medisch hulpverlener zijn de regels inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst van toepassing, hetgeen betekent dat de patiënt alleen met zijn of haar toestemming door hulpverleners behandeld kan worden. Genoemde leden vragen de minister hoe wordt omgegaan met deze bepaling in het geval van acute of spoedeisende zorg, waarbij de patiënt mogelijk niet aanspreekbaar is. In het Kwaliteitsregister staan de bachelor medisch hulpverleners vermeld die hun opleiding hebben voltooid. Wat is de status van het Kwaliteitsregister? Wat zijn de voor- en nadelen van opname in dit Kwaliteitsregister ten opzichte van opname in het BIG-register? Op welke manier is het Kwaliteitsregister toegankelijk voor patiënten, zorgverleners en andere geïnteresseerden zoals het BIG-register dat is? De leden van de VVD-fractie vragen of andere beroepen die niet in het BIG-register staan vermeld ook de mogelijkheid hebben om een dergelijk kwaliteitsregister op te richten. De bachelor medisch hulpverlener wordt wel onder de werking van het tuchtrecht van de Wet BIG gebracht, maar de tuchtmaatregelen die betrekking hebben op inschrijving in het BIG-register kunnen niet worden opgelegd. Kan de minister specificeren welke handhavingsinstrumenten ingezet kunnen worden nu deze tuchtmaatregelen niet kunnen worden opgelegd? Wordt hiervan melding gemaakt in het Kwaliteitsregister? De leden van de VVD-fractie vragen tot slot of er andere voorbeelden van nieuwe beroepen zijn die op dit moment niet geregistreerd zijn in het BIG-register omdat zij een experimenteertitel hebben. Zij vragen waarom daar al dan niet voor gekozen is. Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie De leden van de fractie van de PvdA hebben het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener gelezen. De bachelor medisch hulpverlener is geïntroduceerd om een bijdrage te leveren aan de opvang van de sterk toenemende vraag naar medisch ondersteunende zorg en om de mogelijkheid tot bredere opleidingsperspectieven te vergroten, zo lezen deze leden. Genoemde leden hebben in de praktijk kunnen zien dat medisch hulpverleners een mooie positie als rechterhand van de medisch specialist in het ziekenhuis kunnen hebben. Kan door de minister nader gespecificeerd worden waar medisch hulpverleners werken? Welke ziekenhuizen in Nederland maken inmiddels gebruik van deze beroepsbeoefenaren? Kan hiervan een nader overzicht gegeven worden? In het verleden waren er problemen rondom registratie van de bachelor medisch hulpverlener in het BIG-register. Studenten konden wel afstuderen, maar vervolgens hun vak niet uitoefenen. Deze leden hebben hierover eerder vragen gesteld aan het kabinet. Met dit ontwerpbesluit wordt voor een periode van maximaal vijf jaar de bachelor medisch hulpverlener bevoegd verklaard tot het zelfstandig verrichten van de in de maatregel aangewezen handelingen. Hiermee wordt het voor afgestudeerden mogelijk het vak waarvoor zij opgeleid zijn ook daadwerkelijk uit te voeren. Vanuit de beroepsvereniging V&VN zijn er echter vraagtekens gesteld bij de behoefte aan een nieuwe beroepsbeoefenaar in de zorg. Deze leden zouden graag een nadere toelichting willen op het nut en de noodzaak van een nieuwe beroepsbeoefenaar in de acute zorg. Kan nader worden aangegeven waarom een nieuwe functie noodzakelijk is en welke meerwaarde er voor de zorg is? Leidt het introduceren van een nieuwe beroepsbeoefenaar in de zorg tot verdere versnippering van zorgtaken in de acute zorg? Genoemde leden ontvangen graag een nadere reactie van de minister. Positionering van de bachelor medisch hulpverlener De leden van de PvdA-fractie lezen dat de bachelor medisch hulpverlener werkzaamheden verricht binnen de medisch ondersteunende acute, interventie dan wel diagnostische zorg en dat de bachelor medisch hulpverlener zelfstandig medisch ondersteunende taken uitvoert. Kan nader worden aangegeven wat de verhouding van de bachelor medisch hulpverlener is tot de andere beroepen in de acute zorg waaronder de physician assistant, verpleegkundig specialist, spoedeisende eerste hulp verpleegkundigen en spoedeisende eerste hulp artsen? Na de komst van de physician assistant en de verpleegkundig specialist is men in de beroepsgroep bezig met taakherschikking. Is er met het introduceren van een nieuwe beroepsbeoefenaar een risico op fragmentatie en versnippering in het veld? Hoe wordt dit voorkomen? Kan de minister een nadere toelichting op haar antwoord geven? Deskundigheidsgebied en voorbehouden handelingen De bachelor medisch hulpverleners mogen zelfstandig een aantal voorbehouden handelingen uitvoeren, mits zij naast bevoegd ook bekwaam zijn, zo lezen de leden van de fractie van de PvdA. De beroepsvereniging van verpleegkundigen spreekt zorgen uit over de mogelijkheid van veiligheidsrisico’s voor patiënten. Kan de minister nader toelichten of en zo ja, waarom zij vier jaar opleiding voldoende vindt om zelfstandig voorbehouden handelingen uit te voeren zonder opdracht van een arts? Deelt de minister de zorgen van de beroepsvereniging? Hoe wordt de veiligheid van patiënten voldoende geborgd? SEH-verpleegkundigen en ambulanceverpleegkundigen hebben een langere opleiding genoten, maar hebben geen zelfstandige bevoegdheden. Hoe strookt dit met het wel toekennen van zelfstandige bevoegdheden aan de bachelor medisch hulpverlener? Studenten van de opleiding bachelor medisch hulpverlener hadden in het verleden moeite met het vinden van een stageplaats. Is dit nog steeds het geval? Wat zijn de oorzaken hiervan? Wat betekent het niet kunnen vinden van een stageplaats voor de voortgang van de opleiding van studenten? Is het juridisch mogelijk om de bachelor medisch hulpverlener stage te laten lopen in de ambulancezorg, aangezien de ambulanceverpleegkundige niet bevoegd is tot het uitvoeren van voorbehouden handelingen? Kan de minister een nadere toelichting geven? Vragen en opmerkingen van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben met bevreemding kennisgenomen van het voorliggende ontwerpbesluit. Zij hebben een aantal vragen over onderhavige algemene maatregel van bestuur om voor een periode van vijf jaar de beroepsgroep bachelor medisch hulpverleners aan te wijzen. De minister geeft aan dat het beroep van de bachelor medisch hulpverlener in Nederland is geïntroduceerd om een bijdrage te leveren aan de opvang van de sterk toenemende vraag naar medisch ondersteunende zorg en de mogelijkheid tot bredere opleidingsperspectieven te vergroten. Kan de minister aangeven van wie deze vraag voor deze beroepsgroep precies komt? Voorts geeft de minister aan dat de betreffende beroepsgroep ingezet wordt in situaties waarin direct toezicht en tussenkomst van een arts niet mogelijk is en de bachelor medisch hulpverlener zelfstandig bevoegd dient te zijn. Genoemde leden vinden dit vreemd. Zij vragen de minister in welke situaties geen direct toezicht en/of tussenkomst van een arts mogelijk is. Kan de minister hiervan voorbeelden geven? Impliceert het inzetten van een bachelor medisch hulpverlener dat er tekorten zijn aan artsen en verpleegkundigen? Kan de minister hierop ingaan? Deze leden lezen in het ontwerpbesluit dat de bachelor medisch hulpverleners in tegenstelling tot verpleegkundigen uitsluitend actief handelen binnen het geneeskundig proces van anamnese, lichamelijk onderzoek, diagnostiek, behandeling en effectmeting, terwijl de verpleegkundige gericht is op zelfzorg en het dagelijks functioneren van de patiënt. Waarop is deze redenering gebaseerd en wie heeft dit bepaald? Ook lezen zij dat de taken van de bachelor medisch hulpverlener bestaan uit medisch ondersteunende zorgprocessen en uit spoedeisende medische standaardtaken en routinematige, geprotocolleerde handelingen in levensbedreigende situaties. Met welke reden wordt een extra beroepsgroep ingezet, terwijl artsen en verpleegkundigen deze taak eerder toebedeeld kregen? En hoe verhoudt dit zich tot spoedeisende situaties? Deelt de minister de mening van de leden van de SP-fractie dat bij spoedeisende situaties te allen tijde een arts aanwezig dient te zijn? Verder vragen deze leden de minister of zij kan uitleggen in hoeverre het beroep van bachelor medisch hulpverlener zich onderscheidt van de beroepen van nurse practitioners en physician assistants. Genoemde leden zijn ook benieuwd waarom de minister ervoor kiest om deze beroepsgroep voor een periode van vijf jaar aan te stellen. Waarom is exact gekozen voor deze termijn? Positionering van de bachelor medisch hulpverlener In het ontwerpbesluit wordt aangegeven dat de bachelor medisch hulpverlener zelfstandig medische taken uitoefent. De leden van de SP-fractie willen weten wie toezicht houdt op de handelwijze van deze zorgverleners. Kan de minister dit nader toelichten? Deskundigheidsgebied De leden van de SP-fractie hebben een aantal vragen over het deskundigheidsgebied. Zo lezen deze leden dat wanneer een bachelor medisch hulpverlener constateert dat er handelingen zijn die buiten zijn deskundigheid en expertise liggen, de bachelor medisch hulpverlener een consult of hulp dient te verzoeken aan een arts-specialist, een physician assistant of een nurse practitioner. Maar wie toetst nu deze afweging, is dit de arts of een verpleegkundig specialist? En wat gebeurt er als een bachelor medisch hulpverlener een verkeerde afweging maakt, wat zijn dan de precieze consequenties? Kan de minister dit toelichten? Voorbehouden handelingen De leden van de SP-fractie lezen in het ontwerpbesluit dat de vereiste bekwaamheid van de bachelor medisch hulpverlener bij het uitvoeren van voorbehouden handelingen in elk geval tijdens de opleiding is vastgelegd. Maar hoe is dit precies geregeld voor het bijhouden van de vereiste bekwaamheid van voorbehouden handelingen? Geldt dit volgens de Wet BIG en de richtlijnen van de betreffende instelling? Hoe wordt hierop getoetst? Kan de minister dit nader uitleggen? Kwaliteitsregister/handhaving De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen bij de BIG-registratie van het beroep bachelor medisch hulpverlener. Zij begrijpen dat deze beroepsgroep niet onder deze registratie valt, omdat dit de noodzakelijke omkeerbaarheid van dit experiment in de weg kan staan. Echter deze leden vragen de minister wat belangrijker is, de veiligheid van de patiënt of de onomkeerbaarheid van dit experiment. Is het mogelijk om een tijdelijke opname van deze beroepsgroep onder de registratie van de BIG te plaatsen? Voorts willen genoemde leden weten welke handhavingsinstrumenten ingezet kunnen worden indien de bachelor medisch hulpverlener in de fout gaat. Hoe gaat de minister voorkomen dat zorgverleners die in de fout gaan, niet ergens anders opduiken in de zorg? Artikel 7 De leden van de SP-fractie constateren dat bachelor medisch hulpverleners een zelfstandige bevoegdheid krijgen voor het uitvoeren van vijf van de 14 voorbehouden handelingen, zoals is geregeld in artikel 36 van de Wet BIG. Gezien de aard van de vijf voorbehouden handelingen die verschillen in complexiteit, vragen deze leden op basis van welke redenen is besloten om bachelor medisch hulpverleners de vijf betreffende handelingen te laten uitvoeren. Tot slot vragen de leden van de SP-fractie of de minister kan ingaan op alle gestelde vragen van de KNMG in de brief: ‘Aandachtspunten en vragen KNMG en Federatie Medisch Specialisten bachelor medisch hulpverlener’ die op 11 november naar de commissie VWS is gestuurd. Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener en hebben hier enkele vragen bij. De leden van de CDA-fractie vragen wat de noodzaak is voor de introductie van een nieuw beroep in de spoedeisende zorg. Deze leden constateren dat er juist gestreefd wordt naar een eenduidige beroepenstructuur. Hoe verhoudt zich de introductie van een nieuw beroep tot dit streven? De leden van de CDA-fractie vragen hoe het kan dat de opleiding voor bachelor medisch hulpverlener enkele jaren geleden gestart is, zonder dat voor deze categorie van beroepsbeoefenaren was vastgelegd voor welke handelingen zij bevoegd verklaard zouden worden. Op welke basis is destijds het curriculum van de opleiding gebaseerd? De leden van de CDA-fractie horen uit het veld dat de begrenzing tot andere beroepen die op hetzelfde werkterrein worden ingezet niet helder is. Deze leden vragen daarom of de minister kan aangeven op welke wijze zij beroepsgroepen in de spoedeisende zorg geconsulteerd heeft over het voornemen om een nieuw beroep te introduceren. Is de minister bereid om in gesprek te gaan met deze beroepsgroepen om te kijken hoe voorkomen kan worden dat introductie van het nieuwe beroep tot versnippering van zorgtaken leidt? De minister heeft in reactie op de tweede evaluatie van de Wet BIG aangekondigd voor verschillende zorgberoepen wijzigingen in de wet voor te zullen stellen. De leden van de CDA-fractie vragen waarom voor de bachelor medisch hulpverlener met grote spoed een tijdelijk besluit genomen kan worden om deze in de Wet BIG op te nemen, terwijl voor bijvoorbeeld de orthopedagoog-generalist geen haast wordt gemaakt. Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener. Genoemde leden stemmen in principe in met de introductie van deze nieuwe beroepsgroep maar hebben nog wel een paar specifieke vragen. De leden van de PVV-fractie vragen om te beginnen hoe het is gesteld met de praktijkervaring van de medisch hulpverlener. De medisch hulpverlener wordt immers tewerkgesteld op het gebied van de acute zorg en dan is praktijkervaring toch wezenlijk van belang, aldus genoemde leden. Kan de minister hierop nader ingaan? De leden van de PVV-fractie constateren dat SEH-verpleegkundigen een langere opleiding doorlopen dan de medisch hulpverlener. De SEH-verpleegkundige kent daarbij geen zelfstandige bevoegdheden en de medisch hulpverlener wel. Kan de minister dit verschil uitleggen? Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie waarom er niet voor is gekozen om de medisch hulpverlener in het BIG-register op te nemen en deze beroepsgroep onder het medisch tuchtrecht te laten vallen. Graag ontvangen deze leden hierop een nadere toelichting. Vragen en opmerkingen van de D66-fractie De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener. Het besluit om een nieuw beroep te introduceren roept echter nog enkele vragen op. Deze leden vragen bijvoorbeeld of de introductie van een nieuwe beroepsgroep het antwoord is op de vraag naar meer medisch ondersteunende zorg. Daarom maken zij graag van deze gelegenheid gebruik om nog enkele vragen voor te leggen. De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre het besluit om een nieuw beroep te introduceren gegrond is vanuit de beroepsgroep zelf. Kan de minister aangeven in hoeverre er behoefte is gebleken aan een bachelor medische hulpverlening; was de vraag naar medische ondersteuning niet op te vangen met bestaande beroepsgroepen? De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de hoeveelheid professionals die nu in de spoedeisende zorg werken: van medisch specialisten tot SEH-artsen, van physician assistants tot (ambulance)verpleegkundigen. Op welke manier blijft het helder voor de patiënt wie waar verantwoordelijk voor is? En hebben de verschillende beroepsgroepen dit zelf helder voor ogen? Wat is bijvoorbeeld het daadwerkelijke verschil tussen een physician assistant en de bachelor medisch hulpverlener? Temeer omdat zowel bachelor medisch hulpverleners als physician assistants beiden vergelijkbare routinematige, geprotocolleerde handelingen (zoals bijvoorbeeld plaatsen katheter en injecties) mogen uitvoeren. Deze leden horen dit graag nog van de minister. De bachelor medisch hulpverleners staan niet geregistreerd in het BIG-register. Genoemde leden vragen waarom hiervoor is gekozen aangezien de bachelor medisch hulpverlener vergaande bevoegdheden krijgt die zelfstandig uitgevoerd mogen worden. Erkent de minister het risico dat hieraan verbonden is, omdat er bij mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen géén maatregelen opgelegd kunnen worden? II. REACTIE VAN DE MINISTER Kenmerk: 2015D43185 PAGE PAGE 1