34345 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2015D45468, datum: 2015-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2015Z22404:
- Indiener: G.A. van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2015-12-01 15:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2015-12-02 14:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2016-01-14 14:00: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel (34345) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2016-02-17 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2016-03-02 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-03-23 19:45: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel (34 345) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2016-03-29 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W03.15.0373/II 's-Gravenhage, 13 november 2015
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 21 oktober 2015, no.2015001857, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel, met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel strekt ertoe de strafmaxima voor mensensmokkel te verhogen. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het belang van het voorkomen en bestrijden van mensonterende mensensmokkelpraktijken. De Afdeling geeft in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, maar acht op enkele onderdelen een dragende motivering of aanpassing van het voorstel aangewezen. In dat verband maakt de Afdeling opmerkingen over de motivering van de strafverhoging, de te verwachten effecten ten aanzien van andere lidstaten en ten aanzien van het spoedkarakter dat aan het wetsvoorstel is gegeven.
1. Redengeving strafverhoging
De huidige instroom van migranten in de Europese Unie gaat gepaard
met mensonterende mensensmokkelpraktijken. Aan de binnenkomst en
doorreis van migranten in de Europese Unie wordt veel geld verdiend. Het
profijt trekken uit illegale migratie door criminelen dient met kracht
bestreden te worden, aldus de toelichting.1 Het
wetsvoorstel strekt ertoe de strafmaxima voor mensensmokkel te
verhogen.2
a. In de toelichting wordt onder meer gesteld dat van een hogere
strafbedreiging voor het delict mensensmokkel een ontmoedigende werking
uitgaat.3 Dit wordt echter niet gemotiveerd
door middel van bijvoorbeeld een vergelijkend onderzoek naar de mate
waarin mensensmokkel plaatsvindt naar landen waar de strafbedreiging
veel hoger of juist veel lager is.
De Afdeling adviseert dan ook de toelichting aan te vullen met
gegevens waaruit volgt dat van de verhoging van de strafmaxima zoals
voorgesteld inderdaad een ontmoedigende werking uit gaat.
b. Daarnaast wordt in de toelichting onder meer aangevoerd dat de
stafverhoging een steun in de rug vormt voor politie, Koninklijke
Marechaussee en openbaar ministerie die de daders van mensensmokkel
opsporen en vervolgen.4
De Afdeling merkt op dat dit op zichzelf geen argument is om tot verhoging van de strafmaxima over te gaan. Het aangescherpte strafvorderingsbeleid waar in de toelichting aan gerefereerd wordt, kan immers gewoon doorgang vinden, omdat mensensmokkel ook nu al strafbaar is. Uit de toelichting blijkt niet dat de huidige strafmaxima in de praktijk voor de opsporing en vervolging tot problemen leidt, noch dat bij veroordelingen terzake van mensensmokkel de rechter bij de strafbepaling behoefte heeft aan een hoger strafmaximum.
De Afdeling adviseert op het vorenstaande in de toelichting in te gaan.
2. Uniformering van sancties
Met de verhoging van het strafmaximum sluit Nederland aan bij een
groep van EU-lidstaten die mensenhandel fors bestraft, aldus de
toelichting.5 De toelichting geeft verder geen
beeld van de strafmaxima van andere lidstaten.
Uit het standpunt van de regering blijkt dat zij graag de mogelijkheden
van verdere uniformering van sancties op mensensmokkel in Europees
verband zou willen bezien, waaronder de verdere onderlinge uniformering
van strafhoogtes.6 Het valt dan ook op dat thans een
verhoging van de strafmaxima in Nederland wordt voorgesteld, zonder dat
in de toelichting aandacht wordt geschonken aan de strafhoogtes van
andere lidstaten.
Voor de beoordeling van het effect van de strafverhoging is het van belang dat inzichtelijk wordt gemaakt wat de strafmaxima van de andere Europese landen zijn. Ook zou de toelichting aandacht moeten besteden aan de te verwachten gevolgen van de strafverhoging in Nederland voor de mensensmokkel in die andere landen.
De Afdeling adviseert hier in de toelichting op in te gaan.
3. Spoedeisendheid
a. Datum inwerkingtreding
De inwerkingtreding van het wetsvoorstel is voorzien voor 1 januari
2016. Die inwerkingtreding zet een grote tijdsdruk op de totstandkoming
van het wetsvoorstel en op de parlementaire besluitvorming daarover. Uit
de toelichting volgt dat de nationale politie, de KMAR en het OM
positief hebben gereageerd op het voorstel. Het is echter niet duidelijk
of andere relevante betrokkenen zoals de Nederlandse Vereniging voor
Rechtspraak en de Raad voor de Rechtspraak geconsulteerd zijn.
De toelichting stelt dat het wetsvoorstel een spoedkarakter heeft omdat
de bestrijding van de mensonterende praktijken van mensensmokkelaars
geen uitstel kan lijden. Dit vormt echter onvoldoende motivering voor
een dergelijke spoed, nu mensensmokkel ook op dit moment al strafbaar
is. De noodzakelijke voortvarende bestrijding van mensensmokkel is dan
ook niet afhankelijk van dit wetsvoorstel.
De Afdeling adviseert de toelichting in het licht van het
bovenstaande aan te vullen en de beoogde inwerkingtredingsdatum zo nodig
aan te passen.
b. Spoedprocedure Wet raadgevend referendum (Wrr)
In artikel II wordt de mogelijkheid gecreëerd om in het
inwerkingtredingsbesluit de spoedprocedure uit artikel 12 van de Wrr toe
te passen. Uitgangspunt van de Wrr is dat een wet niet in werking treedt
voordat een referendum is gehouden of de gelegenheid is geweest om een
inleidend verzoek daartoe in te dienen. Daarvan kan slechts worden
afgeweken als een wet dermate spoedeisend is dat zij onmiddellijk in
werking moet treden. Als de wetgever daarvoor te lichtvaardig zou
kiezen, zou dat het karakter van de Wrr als algemene wet aantasten.7
De toelichting houdt in dat het wetsvoorstel een spoedkarakter heeft omdat de bestrijding van de mensonterende praktijken van mensensmokkelaars geen uitstel kan lijden. Dit is echter geen afdoende motivering voor het gebruik van de spoedprocedure van de Wrr nu de bestrijding van mensensmokkel op basis van de huidige wet al mogelijk is. Die aanpak van mensensmokkel lijdt op zichzelf derhalve geen uitstel wanneer de spoedprocedure niet wordt gevolgd.
De Afdeling adviseert dragend te motiveren waarom de spoedprocedure noodzakelijk is en bij gebreke van een dergelijke motivering de mogelijkheid voor toepassing van de spoedprocedure van artikel 12 Wrr te schrappen.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
Toelichting, paragraaf 1, eerste tekstblok.↩︎
Artikel 197a Sr.↩︎
Toelichting, paragraaf 1, derde tekstblok.↩︎
Toelichting, paragraaf 1, derde tekstblok.↩︎
Toelichting, Verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel.↩︎
Kamerstukken I 2014/15, 22 112, HC, blz. 4.↩︎
Kamerstukken II 2005/06, 30 372, nr. 3, blz. 9-10, 19-21.↩︎