[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73)

Eindtekst

Nummer: 2015D47924, datum: 2015-12-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z02667:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

1 december 2015



	Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde
wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
(Tr.2011, 73)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet
internationale misdrijven te wijzigen ter uitvoering van de op 10 en 11
juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome
inzake het Internationaal Strafhof;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet internationale misdrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, vierde lid, wordt «de artikelen 3 tot en met 8a»
vervangen door: de artikelen 3 tot en met 8b.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «een Nederlander» ingevoegd: , een
Nederlandse ambtenaar, dan wel een Nederlands voertuig, vaartuig of
luchtvaartuig.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Met een Nederlander wordt voor de toepassing van het eerste lid
gelijkgesteld de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of
verblijfplaats heeft, alsmede, voor zover het de toepassing van het
eerste lid, onder c, betreft, de vreemdeling die na het plegen van het
feit Nederlander wordt. Artikel 86b van het Wetboek van Strafrecht is
van overeenkomstige toepassing.

C

Artikel 6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1.Aan het slot van onderdeel h vervalt «of».

2. Onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel i door een
puntkomma, worden na onderdeel i drie onderdelen ingevoegd, luidende: 

j. gebruik van gif of giftige wapens;

k. gebruik van verstikkende, giftige of andere gassen en overige
soortgelijke vloeistoffen, materialen of apparaten; of

l. gebruik van kogels die in het menselijk lichaam gemakkelijk in omvang
toenemen of platter en breder worden, zoals kogels met een harde mantel
die de kern gedeeltelijk onbedekt laat of voorzien is van inkepingen,

D

Na artikel 8a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8b

1.Hij die, in de positie verkerende daadwerkelijk controle uit te
oefenen over of leiding te geven aan het politieke of militaire optreden
van een staat, een daad van agressie die door zijn aard, ernst en schaal
een onmiskenbare schending vormt van het Handvest van de Verenigde
Naties, plant, voorbereidt, in gang zet of uitvoert, wordt als schuldig
aan het misdrijf agressie gestraft met levenslange gevangenisstraf of
tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de zesde
categorie.

2.Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder «daad van
agressie»: het gebruik van wapengeweld door een staat tegen de
soevereiniteit, territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid
van een andere staat, of het gebruik van wapengeweld door een staat dat
op enige andere wijze onverenigbaar is met het Handvest van de Verenigde
Naties. Elk van de volgende handelingen wordt, ongeacht of er een
oorlogsverklaring is, in ieder geval als een daad van agressie
aangemerkt:

a.de invasie of aanval door de strijdkrachten van een staat van
respectievelijk op het grondgebied van een andere staat, of een
militaire bezetting, ook als deze van tijdelijke aard is, die het gevolg
is van een dergelijke invasie of aanval, of de annexatie door middel van
geweld van het grondgebied van een andere staat of deel daarvan; 

b.het bombarderen door de strijdkrachten van een staat van het
grondgebied van een andere staat of het gebruik van enig wapen door een
staat tegen het grondgebied van een andere staat;

c.de blokkade van de havens of kusten van een staat door de
strijdkrachten van een andere staat; 

d.een aanval door de strijdkrachten van een staat op de land-, zee- of
luchtstrijdkrachten of de zee- en luchtvloot van een andere staat; 

e.de inzet van strijdkrachten van een staat die met instemming van een
andere staat aanwezig zijn op het grondgebied van die staat, in strijd
met de voorwaarden vervat in de daarop betrekking hebbende overeenkomst
of een verlenging van hun aanwezigheid op dit grondgebied na het
verstrijken van de overeenkomst; 

f. het feit dat een staat toestaat dat zijn grondgebied, dat hij aan een
andere staat ter beschikking heeft gesteld, door die andere staat wordt
gebruikt om een daad van agressie te plegen tegen een derde staat; 

g.het sturen door of namens een staat van gewapende bendes, groepen,
ongeordende troepen of huurlingen, die met wapengeweld gepaard gaande
handelingen plegen tegen een andere staat die zo ernstig zijn dat zij
gelijkstaan met de hierboven genoemde handelingen, of die daar in
aanzienlijke mate bij betrokken zijn. 

ARTIKEL II

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen van
artikel I verschillend kan worden vastgesteld. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

De Minister van Buitenlandse Zaken

De Minister van Defensie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

De Minister van Buitenlandse Zaken

De Minister van Defensie

 

 

 PAGE    

 PAGE   1