[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake aanbieding besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum (Kamerstuk 34 284, nr. 5)

Groen onderwijs

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2016D02040, datum: 2016-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2015Z24240:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


34284-5 Aanbieding besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de aanbieding van het besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum (TK 34284 nr. 5).

De op 20 januari 2016 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de staatssecretaris van Economische zaken bij brief van … toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken

Vermeij

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken

Konings

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

II Antwoord / Reactie van de staatssecretaris

III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorgenomen besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum (Kamerstuk 34 284 nr. 5) en de reactie op de motie Van Meenen c.s. (Kamerstuk 34 284 nr. 6). Naar aanleiding van de onderliggende stukken hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie willen vragen naar de passage in de toelichting bij het voorgenomen besluit dat het ondersteuningsbedrag in plaats van in september in november zal worden vastgesteld. De staatssecretaris geeft aan dat dit tot weinig problemen zal leiden. Deze leden willen vragen tegen welke problemen de onderwijsinstellingen zouden kunnen aanlopen. Is er nu nog voldoende ruimte, tijd en flexibiliteit voor onderwijsinstellingen om hiermee rekening te houden?

Kan de staatssecretaris aangeven hoe dit voorgenomen besluit tot stand is gekomen? Is er voorafgaand overleg geweest met de sector, de AOC Raad? Hoe past dit voorgenomen besluit in de Meerjarige Investerings Programma’s (MIP’s) van het groene onderwijs?

De leden van de VVD-fractie zouden graag aan de staatssecretaris willen vragen hoe de kwaliteit van het groene onderwijs gewaarborgd  blijft met dit voorgenomen besluit. Ook om aan de vraag naar gekwalificeerde mensen te kunnen blijven voldoen. Kan de staatssecretaris hier nader op ingaan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige besluit. De aanpassing van de berekeningswijze van de rijksbijdrage voor voorbereidend beroepsonderwijs bij agrarische opleidingscentra (aoc’s) is noodzakelijk in verband met de invoering van het passend onderwijs. Het ondersteuningsbedrag dat aoc’s ontvangen per leerling van het leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs wordt gelijk aan het bedrag dat geldt voor het voorbereidend beroepsonderwijs dat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bekostigt. Welke prikkels bestaan er, zo vragen deze leden, opdat de aoc’s het ondersteuningsbedrag ook daadwerkelijk aanwenden voor de betrokken zorgleerlingen?

De leden van de PvdA-fractie wijzen op het rapport Prijsfactoren onder de loep van de Advies Commissie Herziening Prijsfactoren MBO van juni 2014 (Kamerstuk 31 524, nr. 209), waarin werd gesteld dat de prijsfactoren voor groen onderwijs herzien moesten worden omdat de toenmalige prijsfactoren onvoldoende meewogen dat groen onderwijs veel kenmerken heeft van technisch onderwijs. Werden aan dit rapport ook consequenties verbonden voor de bekostiging van groen voorbereidend beroepsonderwijs? Zo ja, hoe is dit geschied? Zo nee, welke overwegingen lagen daaraan ten grondslag?

In het groen voortgezet onderwijs maken de leerlingenaantallen een groei door van 34.000 in 2014 naar zo’n 36.000 in 2017. Welke budgettaire gevolgen gaat dit hebben, zo vragen de deze leden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum en de reactie op de motie Van Meenen c.s. (Kamerstuk 34 284 nr. 6). Zij hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.

Deze leden zien graag dat groen onderwijs op eenzelfde soort financiering per student kan rekenen als regulier onderwijs. Zij krijgen bij de beantwoording graag een staatje waarbij de financiering per student in regulier (technisch) onderwijs wordt afgezet tegen de financiering van groen onderwijs. De leden van de SP-fractie ontvangen graag een meerjarig overzicht.

Deze leden vinden de uitvoering van de motie over groen onderwijs naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstuk 34 300, nr. 91) onduidelijk. Kan de staatssecretaris de uitvoering en het tijdspad nader verhelderen? Zij vinden het van belang dat bij de uitvoering goed overlegd wordt met, en geluisterd wordt naar, het onderwijsveld en vragen de staatssecretaris hoe hij dit vorm geeft.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum en de reactie op de motie Van Meenen c.s. (Kamerstuk 34 300, nr. 91) om groen onderwijs onder te brengen bij het ministerie van OCW.

Deze leden betreuren dat dit kabinet nog steeds niets heeft ondernomen om de financiering van het groen onderwijs op orde te brengen.

Zij vragen of de staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) en minister van OCW bereid zijn om in 2016 de bekostiging per leerling bij de aoc’s gelijk te trekken met die van de roc’s. Zo nee, waarom niet? Kunt u garanderen dat de bekostiging per leerling in 2016 gelijk ligt tussen de aoc’s en de roc’s?

Klopt het dat de aoc’s dit jaar te maken hebben met een tekort van miljoenen? Hoeveel bedraagt dit tekort volgens u, zo vragen de leden van de CDA-fractie.

Deze leden vragen of u inzichtelijk kunt maken op welke wijze de grotere aanwas van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren in het groen onderwijs bekostigd wordt.

Hebben de staatssecretaris en de minister in beeld welke gevolgen de huidige grote bezuiniging zal hebben op het groen onderwijs en met name op de aoc’s? Bent u zich er van bewust dat deze bezuinigingen ten koste zullen gaan van de kleine opleidingen en de kwaliteit bij de aoc’s? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Is de staatssecretaris bekend welke kleine opleidingen dreigen te verdwijnen? Zo ja, wat zijn de gevolgen voor het Nederlandse agrarische bedrijfsleven, met name de primaire sector, als de kleine opleidingen verdwijnen?

Bent u bereid om de ongelijkheid in de bekostiging van het groen onderwijs en regulier onderwijs ongedaan te maken in de Voorjaarsnota? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn voorstander van een gelijke bekostiging van het door het ministerie van Economisch Zaken bekostigde onderwijs ten opzichte van het door het ministerie van OCW bekostigde onderwijs. Deze leden begrijpen dat het ondersteuningsbedrag als opslag op de prijs per leerling wel gelijk is bij het ministerie van EZ en het ministerie van OCW, maar dat dat de prijs per leerling bij het door het ministerie van EZ bekostigde onderwijs aangepast moet kunnen worden op basis van de begrotingsruimte. Deze leden vragen wat dit in de praktijk zal betekenen voor het door het ministerie van EZ bekostigde onderwijs, nu de aoc’s te maken krijgen met een forse bezuinigingsopgave. Zij vragen de staatssecretaris een indicatie te geven van de prijs per leerling die in het schooljaar 2016-2017 zal gelden voor leerlingen binnen het door het ministerie van EZ bekostigde onderwijs versus leerlingen binnen het door het ministerie van OCW bekostigde onderwijs. Hoe gaat de staatssecretaris voorkomen dat de prijs per leerling bij het door het door het ministerie van EZ bekostigde onderwijs te veel gaat afwijken van het door het ministerie van OCW bekostigde onderwijs? Is de staatssecretaris het met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat de begrotingsruimte op de EZ-begroting an sich er niet toe mag leiden dat deze verschillen onaanvaardbaar groot worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie juichen een onderzoek naar een overheveling van het groene onderwijs naar OCW en de hieraan te verbinden voorwaarden allereerst van harte toe. Deze leden vragen de staatssecretaris wat het kabinet verstaat onder een ‘strategische meerjarige ontwikkelagenda voor het groen onderwijs voor de komende tien jaar’. Graag zouden zij een nadere invulling hiervan zien. De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er nog steeds geen duidelijkheid is over hoe de bezuiniging van €33 miljoen moet worden ingevuld. Deze leden hebben al eerder aangegeven dat het hier om een forse bezuiniging gaat, die de basisbekostiging van de aoc’s met 15% vermindert. Zij betreuren het dat de staatssecretaris geen mogelijkheden heeft gezien om deze taakstelling anders in te vullen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de staatssecretaris aan te geven welke concrete maatregelen de aoc’s in zijn optiek moeten nemen om deze bezuiniging door te voeren. Acht hij het haalbaar dat deze bezuinigingen in 2016 volledig tot realisatie komen? Tot slot vragen deze leden wat de gevolgen zijn van het uitstellen van het besluit over de overheveling van het groene onderwijs voor de financiering van de Wageningen Universiteit. Is de staatssecretaris bereid om uitvoering te geven aan de motie Dik-Faber/Bruins (Kamerstuk 34300 XII, nr.131) die de regering verzoekt te waarborgen dat er een gelijk financieel speelveld ontstaat voor Wageningen University, waarbij de technische opleidingen op dezelfde wijze worden gefinancierd als opleidingen bij technische universiteiten en het ministerie van EZ een sterkere vakinhoudelijke rol gaat spelen in de gouden driehoek van groen onderwijs/wetenschap, bedrijfsleven en overheid? Kan de staatssecretaris aangeven wat de voortgang is van zijn gesprekken met Wageningen University over de condities en randvoorwaarden waarbinnen de kwalitatieve en duurzame groei van de universiteit kan plaatsvinden?

II Antwoord / Reactie van de staatssecretaris

III Volledige agenda

Aanbieding besluit tot wijziging van de berekening van de rijksbijdrage voorbereidend beroepsonderwijs aan een agrarisch opleidingscentrum. TK 34284, nr. 5 - Brief regering d.d. 10-12-2015, staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam.

Reactie op motie van het lid Van Meenen c.s. over groen onderwijs onderbrengen bij OCW (Kamerstuk 34 300-VIII, nr. 52). TK 34284 nr. 6 - Brief regering d.d. 18-12-2015, staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam.