[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) (Implementatiewet wijziging richtlijn icbe’s)

Eindtekst

Nummer: 2016D03683, datum: 2016-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z19481:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

28 januari 2016





	Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van
richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23
juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van
de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde
instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat
bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257)
(Implementatiewet wijziging richtlijn icbe’s)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat
richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23
juli 2014 tot wijziging van richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde
instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat
bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) en
de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen in Nederland dienen te
worden geïmplementeerd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze;

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van bewaarder komt te luiden: 

bewaarder: degene die belast is met de bewaring van de activa van een
beleggingsinstelling of icbe;

2. De definitie van bewaarder van een icbe vervalt.

3. De definitie van financiële onderneming wordt als volgt gewijzigd: 

Onderdeel i vervalt onder verlettering van de onderdelen j tot en met
het eerste onderdeel r tot onderdelen i tot en met q.

B

In artikel 1:13, derde lid, wordt “bewaarders van icbe’s”
vervangen door: bewaarders.

C

In artikel 1:48, tweede lid, wordt “artikel 2:67, 2:67b, 2:68, 2:69c
of 2:99” vervangen door: artikel 2:3i, 2:67, 2:67b, 2:68, 2:69c of
2:99.

D

Onder vernummering van artikel 1:77a tot artikel 1:77b wordt een artikel
ingevoegd, luidende: 

Artikel 1:77a

De Autoriteit Financiële Markten kan de beheerder van een
beleggingsinstelling of de beheerder van een icbe door middel van een
aanwijzing verplichten om in het algemeen belang of in het belang van de
deelnemers de inschrijving, inkoop of terugbetaling van rechten van
deelneming op te schorten.

E

Artikel 1:81 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt “aan een bank of aan een
beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten”
vervangen door: aan een bank, beheerder van een beleggingsinstelling,
beheerder van een icbe, beleggingsonderneming in de zin van de
verordening kapitaalvereisten of bewaarder.

2. In het achtste lid wordt “een centrale effectenbewaarinstelling of
aangewezen kredietinstelling in de zin van de verordening centrale
effectenbewaarinstellingen” vervangen door: een beheerder van een
beleggingsinstelling, beheerder van een icbe, bewaarder of centrale
effectenbewaarinstelling of aangewezen kredietinstelling in de zin van
de verordening centrale effectenbewaarinstellingen.

F

Artikel 1:87 komt te luiden: 

Artikel 1:87

1. De toezichthouder of de Europese Centrale Bank, indien deze bevoegd
is toezicht uit te oefenen op grond van de artikelen 4 en 6 van de
verordening bankentoezicht, kan bij overtreding van een voorschrift dat
op grond van artikel 1:81 beboetbaar is met een boete van de derde
categorie, de overtreder of, indien de overtreding is begaan door een
rechtspersoon, de natuurlijke personen die tot de betrokken gedraging
opdracht hebben gegeven of daar feitelijk leiding aan hebben gegeven, de
bevoegdheid ontzeggen om bij een financiële onderneming of
marktexploitant bepaalde functies uit te oefenen.

2. Een ontzegging als bedoeld in het eerste lid kan, onverminderd het
derde lid, worden opgelegd voor de duur van ten hoogste een jaar en
eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.

3. Een ontzegging om bij een financiële onderneming of marktexploitant
een functie als beleidsbepaler of medebeleidsbepaler uit te oefenen kan
voor onbepaalde tijd worden opgelegd, indien ten tijde van het plegen
van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert het opleggen
aan betrokkene van een bestuurlijke sanctie ter zake van eenzelfde
overtreding.

G

In artikel 1:102, vierde lid, wordt “een vergunning voor een icbe”
vervangen door: een vergunning voor een bewaarder en een vergunning voor
een icbe. 

H

Na afdeling 2.2.0 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 2.2.0A UITOEFENEN VAN HET BEDRIJF VAN BEWAARDER.

§2.2.0A.1 Vergunningplicht en -eisen voor bewaarders met zetel in
Nederland en zetel buiten Nederland.

Artikel 2:3g

1. Het is verboden zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële
Markten verleende vergunning in Nederland het bedrijf van bewaarder uit
te oefenen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op financiële ondernemingen:

a. waaraan voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een vergunning
als bedoeld in artikel 2:11 is verleend of waaraan het ingevolge
paragraaf 2.2.2.2 is toegestaan in Nederland het bedrijf van bank uit te
oefenen, voor zover het ingevolge de vergunning is toegestaan de
werkzaamheden bewaarneming en beheer van effecten te verrichten;

b. waaraan voor het uitoefenen van het bedrijf van beleggingsonderneming
een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 is verleend of waaraan het
ingevolge paragraaf 2.2.12.2 is toegestaan in Nederland
beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten,
voor zover:

1°. de beleggingsonderneming beschikt over een minimum eigen vermogen
als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de richtlijn
kapitaalvereisten;

2°. voldoet aan hoofdstuk 1 van deel 3 van de verordening
kapitaalvereisten; en

3°. het ingevolge de vergunning is toegestaan de nevendienst bewaring
en beheer van financiële instrumenten voor rekening van cliënten, met
inbegrip van bewaarneming en daarmee samenhangende diensten zoals
contanten- of zekerhedenbeheer te verrichten. 

Artikel 2:3h

Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van artikel
2:3g, eerste lid.

Artikel 2:3i

1. De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning
voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder indien de aanvrager
aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:

a. artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid en
vakbekwaamheid van de in dat artikel bedoelde personen;

b. artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat
artikel bedoelde personen;

c. artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid met
betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;

d. artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;

e. artikel 4:14, eerste en tweede lid, onderdelen a en b, met betrekking
tot de inrichting van de bedrijfsvoering; en

f. artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum
eigen vermogen.

2. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.

I

Artikel 2:67, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt “en, indien van toepassing, de bewaarders die
zijn verbonden aan de beleggingsinstellingen die de beheerder van een
beleggingsinstelling voornemens is te beheren,”.

2. In onderdeel i wordt “artikel 4:37f, eerste lid” vervangen door:
artikel 4:62m, eerste lid.

3. In onderdeel j wordt “artikel 4:37f, tweede lid” vervangen door:
artikel 4:62m, tweede lid.

4. Onder vernummering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met
n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.

J

Artikel 2:68, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt “en, indien van toepassing, de daaraan
verbonden bewaarder”.

2. In onderdeel i wordt “artikel 4:37f, eerste lid” vervangen door:
artikel 4:62m, eerste lid.

3. In onderdeel j wordt “artikel 4:37f, tweede lid” vervangen door:
artikel 4:62m, tweede lid.

4. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met
n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.

K

Artikel 2:69c wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef vervalt “en, indien van toepassing, de bewaarders
van icbe’s die zijn verbonden aan de icbe’s die de beheerder
voornemens is te beheren”.

2°. In onderdeel h wordt “artikel 4:43” vervangen door: artikel
4:62m, tweede lid.

3°. In onderdeel k wordt “artikel 4:56” vervangen door: 4:62m,
eerste lid.

4°. Onder verlettering van de onderdelen l tot en met q tot m tot en
met r, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

l. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.

5°. In onderdeel m (nieuw) wordt “artikel 4:57, eerste lid”
vervangen door: 4:62o, vierde lid.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef vervalt “en, indien van toepassing, de daaraan
verbonden bewaarder”.

2°. In onderdeel h wordt “artikel 4:43” vervangen door: artikel
4:62m, tweede lid.

3°. In onderdeel j wordt “artikel 4:56” vervangen door: artikel
4:62m, eerste lid.

4°. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met p tot l tot en
met q wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

k. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.

5°. In onderdeel l (nieuw) wordt “artikel 4:57” vervangen door:
artikel 4:62o, vierde lid.

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef vervalt “en, indien van toepassing de daaraan
verbonden bewaarder”.

2°. In onderdeel d wordt “artikel 4:56” vervangen door: artikel
4:62m, eerste lid.

3°. Onder verlettering van de onderdelen e tot en met h tot f tot en
met i, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. artikel 4:62n, met betrekking tot het aanstellen van de bewaarder;.

4°. In onderdeel f (nieuw) wordt “artikel 4:57” vervangen door:
artikel 4:62o, vierde lid.

L

In artikel 2:72, tweede lid, onderdeel a, wordt “de artikelen 23,
vijfde lid, en 33, vijfde lid, van de richtlijn instellingen voor
collectieve belegging in effecten” vervangen door: artikel 22, tweede
lid, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in
effecten.

M

In artikel 3:3 wordt “bewaarders, bewaarders van een icbe” vervangen
door: bewaarders.

N

In artikel 3:17, derde lid, wordt “bewaarders met zetel in Nederland,
bewaarders met zetel in Nederland van een icbe” vervangen door:
bewaarders met zetel in Nederland.

O

Artikel 3:53 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt “een bewaarder met zetel in Nederland, een
bewaarder met zetel in Nederland van een icbe” vervangen door: een
bewaarder met zetel in Nederland.

2. In het vijfde lid wordt “bewaarder, bewaarder van een icbe”
vervangen door: bewaarder

P

In artikel 3:57, zesde lid, wordt “bewaarders met zetel in Nederland
en bewaarders met zetel in Nederland van icbe’s” vervangen door:
bewaarders met zetel in Nederland.

Q

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt aan het eind van de volzin
“van die beleggingsinstellingen”.

2. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt “eventueel”.

3. In het derde lid wordt “4:10, 4:37e en 4:37g” vervangen door:
4:10 en 4:37e.

R

In de artikelen 4:9, eerste lid, 4:10, eerste lid, en 4:16, derde lid,
onderdeel c, wordt “bewaarder, bewaarder van een icbe” vervangen
door: bewaarder.

S

In artikel 4:13, eerste en tweede lid, wordt telkens “bewaarder,
bewaarder van een icbe” vervangen door: bewaarder.

T

In artikel 4:14, eerste lid, wordt “bewaarder van een
beleggingsinstelling, bewaarder van een icbe” vervangen door:
bewaarder.

U

Artikel 4:16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel b, wordt “bewaarders, bewaarders van
icbe’s” vervangen door: bewaarders.

2. In het derde lid, onderdeel c, wordt “bewaarder, bewaarder van een
icbe” vervangen door: bewaarder.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het ingevolge dit artikel bepaalde is niet van toepassing op het
uitbesteden van werkzaamheden door een bewaarder aan centrale
effectenbewaarinstellingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder
1, van de verordening centrale effectenbewaarinstellingen en centrale
effectenbewaarinstellingen met zetel in een staat die geen lidstaat is
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder 2.

V

De artikelen 4:37f tot en met 4:37i vervallen.

W

In artikel 4:37p, eerste lid, vervalt “de bewaarder,”.

X

In de artikelen 4:38, eerste lid, en 4:48, eerste lid, wordt
“bewaarders van icbe’s” vervangen door: bewaarders.

Y

De artikelen 4:43, 4:57 tot en met 4:57b vervallen.

Z

In de artikelen 4:49, tweede lid, onderdeel b, en 4:50, eerste lid,
onderdeel d, wordt “bewaarder van een icbe” vervangen door:
bewaarder.

AA

In de artikelen 4:51, eerste en derde lid, en 4:52, eerste lid, wordt
“, icbe of bewaarder van een icbe” vervangen door: of icbe.

AB

Artikel 4:56 vervalt.

AC

Na paragraaf 4.3.1.4d wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§4.3.1.4e Bewaarders.

Artikel 4:62l

Deze paragraaf is niet van toepassing op:

a. beheerders van een icbe met zetel in een andere lidstaat die geen
icbe’s met zetel in Nederland beheren, icbe’s met zetel in een
andere lidstaat en de aan die icbe’s verbonden bewaarders;

b. beheerders van een beleggingsinstelling met zetel in een andere
lidstaat die geen beleggingsinstellingen met zetel in Nederland beheren,
beleggingsinstellingen met zetel in een andere lidstaat en de eventueel
aan die beleggingsinstellingen verbonden bewaarders; 

c. beheerders van beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen
staat die geen beleggingsinstellingen met zetel in Nederland beheren, en
beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat en de aan die
beleggingsinstellingen verbonden bewaarders.

Artikel 4:62m

1. Een beheerder van een beleggingsinstelling of beheerder van een icbe
treft maatregelen opdat de activa van een door hem beheerde
beleggingsinstelling of icbe ten behoeve van de deelnemers worden
bewaard door een onafhankelijke bewaarder.

2. De beheerder gaat met de bewaarder mede ten behoeve van de
beleggingsinstelling of icbe en de deelnemers een schriftelijke
overeenkomst inzake bewaring aan.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de onafhankelijkheid van de bewaarder,
bedoeld in het eerste lid.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met
betrekking tot de taken van de bewaarder en de inhoud van de tussen de
beheerder en de bewaarder te sluiten overeenkomst.

Artikel 4:62n

Een beheerder van een beleggingsinstelling of een beheerder van een icbe
stelt als bewaarder aan: 

a. een rechtspersoon met een vergunning op grond van artikel 2:3g; 

b. een bank met zetel in een lidstaat en met een vergunning als bedoeld
in artikel 8 van de richtlijn kapitaalvereisten; 

c. een beleggingsonderneming met zetel in een lidstaat en met een
vergunning als bedoeld in artikel 5 van de richtlijn markten voor
financiële instrumenten en die voldoet aan artikel 2:3g, tweede lid,
onderdeel b; of

d. een bij ministeriële regeling van artikel 2:3g, eerste lid,
vrijgestelde bewaarder.

Artikel 4:62o

1. Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling stelt als
bewaarder van een Europese beleggingsinstelling slechts aan een
bewaarder die is gevestigd in de lidstaat van herkomst van de
beleggingsinstelling.

2. Een Nederlandse beheerder van een beleggingsinstelling stelt als
bewaarder van een niet-Europese beleggingsinstelling slechts aan een
bewaarder die is gevestigd:

a. in de staat waarin de beleggingsinstelling gevestigd is; of

b. in de lidstaat van herkomst van de beheerder.

3. Als bewaarder van een belegginginstelling als bedoeld in het tweede
lid, aanhef, kan, in afwijking van artikel 4:62n, een entiteit optreden
van dezelfde aard als de financiële ondernemingen, bedoeld in artikel
4:62n, eerste lid, onderdeel b of c, indien deze entiteit is onderworpen
aan effectieve prudentiële regelgeving en toezicht dat dezelfde
strekking heeft als bedoeld in artikel 4:62n, eerste lid, onderdelen b
en c, en dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd. 

4. Een beheerder van een icbe stelt als bewaarder slechts aan een
bewaarder die is gevestigd in de lidstaat van herkomst van de icbe.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot het derde lid.

Artikel 4:62p

1. Een bewaarder is jegens de Nederlandse beleggingsinstelling of de
icbe aansprakelijk voor verlies van een in bewaring genomen financieel
instrument.

2. In geval van verlies van een in bewaring genomen financieel
instrument geeft de bewaarder onverwijld een financieel instrument van
hetzelfde type of het overeenkomstige bedrag terug aan de
beleggingsinstelling of icbe.

3. De bewaarder kan zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in
bewaring gegeven financiële instrumenten jegens de beleggingsinstelling
respectievelijk icbe niet beperken of uitsluiten.

4. De bewaarder is aansprakelijk voor andere verliezen dan het verlies
van een financieel instrument als bedoeld in het eerste lid jegens de
beleggingsinstelling respectievelijk icbe indien hij door opzet of
nalatigheid niet voldoet aan het ingevolge deze wet bepaalde. 

5. Bedingen in een overeenkomst in strijd met het eerste, tweede of
vierde lid zijn nietig.

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld met betrekking tot de voorwaarden waaronder en de omstandigheden
waarin in bewaring genomen financiële instrumenten als verloren worden
beschouwd voor de toepassing van dit artikel.

Artikel 4:62q

1. In afwijking van artikel 4:62p kan een bewaarder van een Nederlandse
beleggingsinstelling indien hij werkzaamheden uitbesteedt als bedoeld in
artikel 4:16, zijn aansprakelijkheid voor verlies van de in bewaring
gegeven financiële instrumenten jegens de beleggingsinstelling of de
deelnemers uitsluiten indien:

a. hij een schriftelijke overeenkomst met de derde die de uitbestede
werkzaamheden verricht, heeft gesloten waarin zijn aansprakelijkheid
voor tekortkomingen van de derde wordt uitgesloten en op grond waarvan
de beleggingsinstelling, de deelnemer of de bewaarder namens hen, op
dezelfde voet als waarin oorspronkelijk de bewaarder kon worden
aangesproken, de derde kan aanspreken wegens schade door dat verlies; en

b. hij een schriftelijke overeenkomst met de beleggingsinstelling of de
beheerder heeft gesloten waarin deze instemt met de uitsluiting van de
aansprakelijkheid van de bewaarder, waarin een objectieve reden voor die
uitsluiting is opgenomen en, indien van toepassing, op grond waarvan hij
namens de beleggingsinstelling of de deelnemers de derde voor de schade
kan aanspreken.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld met betrekking tot de aansprakelijkheid van de bewaarder voor
verlies van in bewaring gegeven financiële instrumenten indien op grond
van wetgeving van een staat die geen lidstaat is bepaalde financiële
instrumenten door een entiteit in die staat in bewaring moeten worden
genomen.

Artikel 4:62r

1. De bewaarder van een Nederlandse beleggingsinstelling of de bewaarder
van een icbe verstrekt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan
de Autoriteit Financiële Markten een jaarrekening, een bestuursverslag
en overige gegevens als bedoeld in de artikelen 361, eerste lid, 391,
eerste lid, onderscheidenlijk 392, eerste lid, onderdelen a tot en met
h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. De bewaarder stelt de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige
gegevens, bedoeld in het eerste lid, op overeenkomstig internationale
jaarrekeningstandaarden of Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek, met uitzondering van artikel 396, zevende lid, van Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek, voor zover het de vrijstelling van de
verplichting, bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, betreft. 

3. De bewaarder maakt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de
jaarrekening en het bestuursverslag openbaar.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de verstrekking en de inhoud van de
jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens, bedoeld in het
eerste lid.

5. Onverminderd het bepaalde in Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek kan de Autoriteit Financiële Markten op aanvraag geheel of
gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van
het eerste tot en met derde lid of het op grond van het vierde lid
bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet
kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te
bereiken anderszins worden bereikt.

Artikel 4:62s

1. Een bewaarder handelt eerlijk, billijk, professioneel en in het
belang van de beleggingsinstelling of icbe en haar deelnemers.

2. Een bewaarder verricht geen activiteiten die kunnen leiden tot
belangenconflicten tussen hem en de beheerder, de belegginginstelling,
de icbe, de deelnemers in de beleggingsinstelling of de deelnemers in de
icbe, tenzij de bewaarder zijn bewaartaken functioneel en hiërarchisch
gescheiden heeft van zijn andere, mogelijkerwijs, conflicterende taken,
en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd,
beheerd, gecontroleerd en medegedeeld aan de deelnemers in de
desbetreffende beleggingsinstelling of icbe.

Artikel 4:62t

1. De bewaarder van een icbe verstrekt aan de beheerder periodiek een
overzicht van alle activa van de icbe.

2. De bewaarder houdt alle gegevens van door hem verrichte diensten en
transacties bij die de Autoriteit Financiële Markten redelijkerwijs
nodig heeft ten behoeve van het toezicht op de naleving van het
ingevolge deze wet bepaalde door de bewaarder. 

Artikel 4:62u

1. De bewaarder van een beleggingsinstelling mag de bij hem in bewaring
gegeven activa niet hergebruiken tenzij de beheerder van de
beleggingsinstelling vooraf uitdrukkelijk zijn toestemming heeft
verleend. 

2. De bewaarder van een icbe hergebruikt de bij hem in bewaring gegeven
activa niet voor eigen rekening.

3. Onder hergebruik als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt
verstaan elke transactie met betrekking tot de in bewaring gegeven
activa, met inbegrip van overdragen, als zekerheid verstrekken, verkopen
of uitlenen.

4. De bewaarder van een icbe mag de activa hergebruiken indien:

a. het hergebruik voor rekening van de icbe is;

b. de bewaarder de instructies van de beheerder voor rekening van icbe
uitvoert;

c. het hergebruik ten goede komt aan de icbe en in het belang is van de
deelnemers; en

d. de transactie wordt gedekt door een liquide zekerheid van hoge
kwaliteit die door de icbe wordt ontvangen door overdracht onder
bijzondere titel.

5. De marktwaarde van de zekerheid, bedoeld in het vierde lid, onderdeel
d, bedraagt ten minste de marktwaarde van de hergebruikte activa
vermeerderd met een toeslag.

Artikel 4:62v

1. De bewaarder van een master-icbe meldt aan de Autoriteit Financiële
Markten, de feeder-icbe of, indien van toepassing, de beheerder en
bewaarder van de feeder-icbe onregelmatigheden waarvan zij bij de
uitvoering van haar werkzaamheden ten aanzien van de master-icbe kennis
heeft gekregen en die geacht worden een negatief effect op feeder-icbe
te zullen hebben.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de onregelmatigheden, bedoeld in het
eerste lid.

Artikel 4:62w

1. Indien een master-icbe en een feeder-icbe verschillende bewaarders
hebben, sluiten de bewaarders een overeenkomst tot uitwisseling van
informatie.

2. Een feeder-icbe verstrekt aan haar bewaarder alle informatie over de
master-icbe die de bewaarder nodig heeft voor de uitvoering van haar
taken.

3. Een bewaarder als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk
voor een beperking van informatieverstrekking aan de andere bewaarder
vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een overeenkomst
met derden of ingevolge de wet is bepaald.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.

AD

Artikel 5:45, zevende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt “bewaarder of de bewaarder van de icbe”
vervangen door: bewaarder.

2. De tweede volzin komt te luiden:

De rechtspersoon die de juridische eigendom van een beleggingsfonds of
een fonds voor collectieve belegging in effecten houdt, wordt geacht
niet te beschikken over de aandelen of stemmen.

AE

De bijlage bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Markttoegang
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd: 

2:3g, eerste lid.

2. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen vervallen de volgende artikelen: 

4:37f, eerste en tweede lid 

4:37g 

4:37h, eerste lid 

4:37i

4:43, eerste en tweede lid 

4:56, eerste lid 

4:57 

4:57a, eerste en tweede lid 

4:57b, eerste, tweede en vierde lid

3. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde de volgende
artikelen ingevoegd:

4:62m, eerste en tweede lid

4:62n

4:62o, eerste tot en met vierde lid

4:62q, eerste lid

4:62r, eerste tot en met derde lid

4:62s, eerste en tweede lid

4:62t, eerste en tweede lid

4:62u, eerste, tweede en vierde lid

4:62v, eerste lid

4:62w, eerste en tweede lid

AF

De bijlage bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Markttoegang
financiële ondernemingen wordt in de numerieke volgorde ingevoegd: 

2:3g, eerste lid.

2. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen vervallen de volgende artikelen: 

4:37f, eerste en tweede lid 

4:37g 

4:37h, eerste lid 

4:37i

4:43, eerste en tweede lid 

4:56, eerste lid 

4:57 

4:57a, eerste en tweede lid 

4:57b, eerste, tweede en vierde lid

3. In de opsommingen van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde ingevoegd:

4:62m, eerste en tweede lid

4:62n

4:62o, eerste tot en met vierde lid

4:62q, eerste lid

4:62r, eerste tot en met derde lid

4:62s, eerste en tweede lid

4:62t, eerste en tweede lid

4:62u, eerste, tweede en vierde lid

4:62v, eerste lid

4:62w, eerste en tweede lid

ARTIKEL II

De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1, onderdeel “Toezichthouder: AFM” wordt als volgt
gewijzigd:

1. In de categorie “Wft.A1: aanvraag vergunning” wordt voor de
eenmalige toezichthandeling met code Wft.A1.01 de volgende eenmalige
toezichthandeling ingevoegd:

Wft.A1.00	De behandeling van een aanvraag tot verlening van een
vergunning als bedoeld in artikel 2:3g, eerste lid, van de Wet op het
financieel toezicht voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder
€ 5.500



2. In de categorie “Wft.A2: aanvraag wijziging vergunning” wordt
voor de eenmalige toezichthandeling met code Wft.A2.01 de volgende
eenmalige toezichthandeling ingevoegd:

Wft.A2.00	De behandeling van een aanvraag om wijziging van een
vergunning als bedoeld in artikel 2:3g, eerste lid, van de Wet op het
financieel toezicht voor het uitoefenen van het bedrijf van bewaarder
€ 2.700



3. In de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling Wft.A7.03 wordt
voor “Wft.A1.02,” ingevoegd: Wft.A1.00.

4. Aan de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling Wft.A8.03
wordt voor “een aanbieder van krediet als bedoeld in artikel 2:60,”
toegevoegd: een persoon die het bedrijf van bewaarder uitoefent als
bedoeld in artikel 2:3g.

B

Bijlage II, onderdeel “Toezichthouder: Autoriteit Financiële
Markten”, categorie “Beheerders van beleggingsinstellingen en
icbe’s alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede
beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten
van een MTF)” wordt als volgt gewijzigd:

1. De tekst in de kolom “Toezichtcategorie” komt te luiden: 

Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s alsmede bewaarders
alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede
beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten
van een MTF).

2. In de tekst in de kolom “Personen” wordt onder verlettering van
de onderdelen a tot en met e tot onderdelen b tot en met f een onderdeel
ingevoegd, luidende: 

a. Bewaarders waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel
2:3g Wft.

3. In de kolom “Wetsverwijzing” wordt in de numerieke volgorde
ingevoegd: 

artikel 2:3g Wft.

4. In de tekst in de kolom “Maatstaf” wordt onder “a.” als
eerste gedachtestreepje ingevoegd:

- het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:3g Wft
uitoefenen van het bedrijf van bewaarder;

C

Bijlage II, onderdeel “Toezichthouder: De Nederlandsche bank”,
categorie “Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s
alsmede beleggingsondernemingen” wordt als volgt gewijzigd: 

1. De tekst in de kolom “Toezichtcategorie” komt te luiden: 

Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede bewaarders
alsmede beleggingsondernemingen.

2. In de tekst in de kolom “Personen” wordt onder verlettering van
de onderdelen a, b en c tot b, c en d een onderdeel ingevoegd, luidende:

a. Bewaarders waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel
2:3g Wft.

3. In de kolom “Wetsverwijzing” wordt in de numerieke volgorde
ingevoegd: 

artikel 2:3g Wft.

4. In de tekst in de kolom “Maatstaf” wordt bovenaan ingevoegd:

Voor bewaarders (personen a): een vast bedrag. Voor beheerders van
beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede beleggingsondernemingen
(personen b, c en d):.

ARTIKEL III

De Wet op de Economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in
de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht in de
numerieke volgorde ingevoegd: 2:3g, eerste lid. 

ARTIKEL IV

Tot en met 17 maart 2018 is artikel 2:3g niet van toepassing op
bewaarders die voor 18 maart 2016 zijn aangesteld door een beheerder van
een beleggingsinstelling of icbe.

ARTIKEL V

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 4 mei 2015 ingediende voorstel
van wet houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en
enige andere wetten op het terrein van de financiële markten
(Wijzigingswet financiële markten 2016) (Kamerstukken 34 198) tot wet
is of wordt verheven en artikel I, onderdeel I, van die wet eerder in
werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel K, van deze wet,
wordt in artikel I, onderdeel K, van deze wet “Artikel 2:69c”
vervangen door: Artikel 2:69d.

B

Indien artikel I, onderdeel A, onder 3, van de Wet toezicht kredietunies
later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, onder 3, van deze
wet:

a. komt artikel I, onderdeel A, onder 3, van deze wet te luiden:

3. Onderdeel i vervalt onder verlettering van de onderdelen j tot en met
r tot onderdelen i tot en met q; 

en 

b. komt artikel I, onderdeel A, onder 3, van de Wet toezicht
kredietunies te luiden:

3. In de definitie van “financiële onderneming” wordt, onder
verlettering van de onderdelen n tot en met q tot onderdelen o tot en
met r, na onderdeel m een onderdeel ingevoegd, luidende: 

n. een kredietunie.

ARTIKEL VI

	Deze wet treedt in werking met ingang van 18 maart 2016. Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 17 maart
2016, treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet wijziging richtlijn
icbe’s.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1