[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34384, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 7 april 2016)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D14612, datum: 2016-04-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z00446:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 7 april 2016)



	34 384	Wijziging van de Kieswet in verband met het vereenvoudigen van
de procedure voor registratie als kiezer voor Nederlanders die in het
buitenland wonen (permanente kiezersregistratie niet-ingezetenen)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is voor
Nederlanders die in het buitenland wonen de procedure van registratie
als kiezer te vereenvoudigen door een voorziening van permanente
registratie te introduceren ter vervanging van de procedure met
registraties per verkiezing;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel B 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, derde volzin, vervalt: en aan Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 

2. Het derde lid komt te luiden: 

3. De burgemeester respectievelijk de burgemeester van 's-Gravenhage
stelt de persoon na ontvangst van de mededeling in kennis van zijn
uitsluiting en de duur daarvan.

B

Hoofdstuk D komt te luiden:

Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid 

	

Artikel D 1

Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de
ingezetenen van de gemeente. 

Artikel D 2

Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage dragen zorg voor een
registratie van personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland
hebben en aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel B 1 en die niet
zijn uitgesloten van het kiesrecht op grond van artikel B 5. 

Artikel D 3

1. Registratie van een persoon als bedoeld in artikel D 2 gebeurt op
aanvraag, onverminderd artikel D 6, tweede en derde lid. Een aanvraag
van een persoon die de leeftijd van zeventien jaar heeft, wordt in
behandeling genomen ten behoeve van een registratie met ingang van de
vierenveertigste dag voor het bereiken van de achttienjarige leeftijd.

2. Een aanvraag dient uiterlijk zes weken voor de dag van de stemming te
zijn ontvangen om registratie ten behoeve van die stemming mogelijk te
maken. 

3. In afwijking van het tweede lid dient een aanvraag om een registratie
te wijzigen uiterlijk negen weken voor de dag van de stemming te zijn
ontvangen om registratie ten behoeve van die stemming mogelijk te maken.


4. Voor het indienen van een aanvraag wordt een formulier gebruikt. Bij
ministeriële regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld. 

Artikel D 4

Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld uit welke gegevens
en bescheiden een registratie als bedoeld in artikel D 2 bestaat. 

Artikel D 5

Burgemeester en wethouders respectievelijk burgemeester en wethouders
van 's-Gravenhage delen een persoon op zijn verzoek onverwijld mee of
hij als kiezer is geregistreerd. Indien hij niet als kiezer is
geregistreerd, worden hem uiterlijk op een bij algemene maatregel van
bestuur te bepalen moment de redenen daarvan meegedeeld.

Artikel D 6

1. Een registratie kan worden gewijzigd:

a. wat betreft een registratie als bedoeld in artikel D 1, indien de
persoon niet of niet op de juiste wijze als kiezer is geregistreerd, op
aanvraag; en

b. wat betreft een registratie als bedoeld in artikel D 2, voor zover
niet op aanvraag, ambtshalve overeenkomstig het tweede en derde lid.

2. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage verwerken in de
registratie gegevens van een persoon die voortvloeien uit een wijziging
van zijn gegevens in de basisregistratie personen. 

3. Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage verwijderen een
persoon uit de registratie indien aan hen omstandigheden bekend worden
op grond waarvan de persoon niet als kiezer behoort te zijn
geregistreerd. 

Artikel D 7 

1. Op een aanvraag wordt uiterlijk op een bij algemene maatregel van
bestuur te bepalen moment beslist.

2. Ambtshalve wijzigingen als bedoeld in artikel D 6 worden
gelijkgesteld met een beschikking.

Artikel D 8

1. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op
beschikkingen als bedoeld in dit hoofdstuk.

2. In afwijking van artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of
storting van het verschuldigde bedrag dient plaats te vinden, twee
weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State kan een kortere termijn stellen.

3. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behandelt de
zaak met toepassing van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet
bestuursrecht. Afdeling 8.2.4 blijft buiten toepassing. Aan burgemeester
en wethouders wordt terstond een afschrift van het beroepschrift
gezonden.

Artikel D 9

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot de registratie van de kiesgerechtigdheid, onder meer
over:

a. de indiening van een aanvraag, de beslissing op een aanvraag en de
verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel D 3; en

b. ambtshalve wijzigingen als bedoeld in artikel D 6.

C

In de artikelen G 5, tweede lid, en I 7, tweede lid, wordt "Artikel D 9"
telkens vervangen door: Artikel D 8. 

D

In artikel K 2 wordt "is toegestaan bij volmacht of per brief te
stemmen" vervangen door: is toegestaan bij volmacht te stemmen of een
briefstembewijs is verstrekt.

E

Artikel K 6, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Voor het
indienen van een schriftelijk verzoek wordt een formulier gebruikt.

F

Artikel K 7 komt te luiden:

Artikel K 7

1. In afwijking van artikel K 3 dient een persoon die als kiezer is
geregistreerd als bedoeld in artikel D 2, een schriftelijk verzoek in
bij de burgemeester van 's-Gravenhage. 

2. Een verzoek dient uiterlijk zes weken voor de dag van de stemming te
zijn ontvangen. 

G

Artikel K 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt "of hem is toegestaan per brief te stemmen"
vervangen door: of een briefstembewijs is verstrekt.

2. In het vierde lid wordt "Artikel D 9" vervangen door: Artikel D 8.

H

Artikel K 9 komt te luiden:

Artikel K 9

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot het stemmen met een kiezerspas, onder meer over de
indiening van een verzoek, de beslissing op een verzoek en de
verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel K 6, eerste lid.

I

Artikel L 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: Voor het indienen van
een verzoekschrift wordt een formulier gebruikt.

2. In het vierde lid wordt "het verzoekschrift" vervangen door: het
formulier.

J

Artikel L 9 komt te luiden:

Artikel L 9

1. In afwijking van artikel L 8, eerste lid, eerste volzin, dient een
persoon die als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D 2, een
verzoekschrift in bij de burgemeester van 's-Gravenhage. 

2. Een verzoekschrift dient uiterlijk zes weken voor de dag van de
stemming te zijn ontvangen. 

K

In artikel L 11, vierde lid, wordt "Artikel D 9" vervangen door: Artikel
D 8.

L

Artikel L 12 komt te luiden:

Artikel L 12

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot het stemmen bij volmacht, onder meer over de
indiening van een verzoekschrift, de beslissing op een verzoekschrift en
de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel L 8, eerste lid.    

M

Artikel L 13 vervalt. 

N

Artikel M 1 komt te luiden:

Artikel M 1

1. Een persoon die als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D
2, ontvangt als bewijs dat hij per brief mag stemmen voor de stemming
een briefstembewijs. Hij ontvangt geen briefstembewijs indien hem is
toegestaan bij volmacht te stemmen of een kiezerspas is verstrekt.

2. Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt een persoon
die kiesgerechtigd is en op de dag van de stemming buiten Nederland zal
verblijven overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens dit hoofdstuk op
zijn verzoek toegestaan per brief te stemmen. Aan hem wordt als bewijs
dat aan zijn verzoek is voldaan een briefstembewijs verstrekt.

O

Artikel M 2 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Het eerste lid vervalt.

2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid. 

3. In het eerste en tweede lid (nieuw) wordt “de kiezer” telkens
vervangen door: een persoon.

P

Artikel M 3 komt te luiden: 

Artikel M 3

1. Een verzoek om per brief te stemmen wordt ingediend bij de
burgemeester van 's-Gravenhage. 

2. Een verzoek dient uiterlijk op de achtentwintigste dag voor de
stemming te zijn ontvangen.

3. Voor het indienen van een verzoek wordt een formulier gebruikt. Bij
ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.

Q

Artikel M 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na "artikel M 1" ingevoegd: , tweede lid,.

2. Het vierde lid komt te luiden: 

4. De burgemeester van 's-Gravenhage doet zo spoedig mogelijk mededeling
van de beslissing aan de burgemeester van de gemeente waar de persoon
als kiezer is geregistreerd.

3. In het vijfde lid wordt "Artikel D 9" vervangen door: Artikel D 8.

R

Artikel M 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt “zendt de kiezers, bedoeld in de
artikelen D 3 en M 3, eerste lid, tweede zin, en de vertegenwoordiger
van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten zendt de kiezers,
bedoeld in artikel D 3a” vervangen door: zendt de personen, bedoeld in
artikel M 1.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “door de kiezer” vervangen
door: door de persoon.

3. Het derde lid vervalt.

S

Artikel M 6a vervalt.

T

Artikel M 7 komt te luiden:

Artikel M 7

1. Een persoon stemt door op het hem toegezonden stembiljet een wit
stipje, geplaatst vóór de kandidaat van zijn keuze, rood, blauw, zwart
of groen te maken.

2. Daarna vouwt hij het stembiljet dicht op zodanige wijze dat de namen
van de kandidaten niet zichtbaar zijn en doet hij het stembiljet in de
enveloppe voor het stembiljet.

3. Hij ondertekent een op het briefstembewijs gestelde verklaring, dat
hij het stembiljet persoonlijk heeft ingevuld.

4. Hij voegt een kopie van een identiteitsdocument toe dat bij algemene
maatregel van bestuur is aangewezen. Het identiteitsdocument is geldig
op de dag van de kandidaatstelling. Een persoon als bedoeld in artikel B
1, tweede lid, onderdeel b, voegt een verklaring toe dat hij of een aan
hem gerelateerde persoon in Nederlandse openbare dienst is.

5. Vervolgens doet hij het briefstembewijs, de kopie van het
identiteitsdocument, indien van toepassing de verklaring vanwege de
Nederlandse openbare dienst, en de enveloppe met het stembiljet in de
bijbehorende retourenveloppe en retourneert hij deze gesloten. De
persoon draagt er zorg voor dat de retourenveloppe voldoende is
gefrankeerd.

U

In artikel M 7a wordt na “het stemmen per brief” ingevoegd: , onder
meer over:

a. de gegevens en bescheiden waaruit een verzoek bestaat, het indienen
van een verzoek, de beslissing op een verzoek en de verstrekking van
formulieren, bedoeld in artikel M 3; en 

b. de toezending en retourzending van stembescheiden.

V

Artikel M 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “artikel M 7, vierde lid” vervangen door:
artikel M 7, vijfde lid.

2. In het derde lid, derde volzin, wordt “en briefstembewijzen”
vervangen door: , briefstembewijzen en de kopieën van de
identiteitsdocumenten.

W

Artikel M 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, eerste volzin, wordt "zeven dagen" vervangen door:
veertien dagen.

2. In het zesde lid wordt “liggen op de tafel van deze stembureaus de
ingewilligde verzoekschriften” vervangen door: ligt op de tafel van
deze stembureaus een lijst van personen die per brief mogen stemmen. Bij
algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld uit welke gegevens de
lijst bestaat. 

X

Artikel M 10, eerste en tweede lid, komt te luiden: 

1. De voorzitter van het stembureau opent de retourenveloppe en neemt
het briefstembewijs, de kopie van het identiteitsdocument, indien van
toepassing de verklaring vanwege de Nederlandse openbare dienst, en de
enveloppe met het stembiljet eruit. Hij controleert aan de hand van de
kopie of het identiteitsdocument geldig was op de dag van de
kandidaatstelling. Hij controleert indien van toepassing of de
verklaring vanwege de Nederlandse openbare dienst is ondertekend. Hij
controleert of de verklaring dat de kiezer het stembiljet persoonlijk
heeft ingevuld, is ondertekend en of de daaronder geplaatste
handtekening overeenstemt met de handtekening op het identiteitsdocument
en indien van toepassing met de handtekening onder de verklaring vanwege
de Nederlandse openbare dienst. 

2. Het tweede lid van het stembureau houdt aantekening dat een persoon
van zijn kiesrecht gebruik heeft gemaakt door op de lijst van personen
die per brief mogen stemmen zijn paraaf te zetten.

Y

Artikel M 11 komt te luiden:

Artikel M 11

Indien de retourenveloppe niet alle stembescheiden bevat of de
stembescheiden anders dan het stembiljet, niet voldoen aan de vereisten
die bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld, doet de voorzitter de
aangetroffen bescheiden, zonder het stembiljet in te zien of zonder de
enveloppe met het stembiljet te openen, wederom in de retourenveloppe en
legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde. De voorzitter doet
hetzelfde indien in een retourenveloppe stembescheiden van meer personen
zijn gevoegd waarvan er een of meer niet voldoet aan de vereisten die
bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld of waarvan het aantal
stembescheiden niet overeenkomt met het aantal stembiljetten,
onderscheidenlijk enveloppen met stembiljet.

Z

In artikel M 13, tweede lid, wordt “voor kiesgerechtigden” vervangen
door: voor personen. 

AA

Artikel M 14 komt te luiden:

Artikel M 14

Indien op grond van artikel M 13 een briefstembureau is ingesteld, zendt
de burgemeester van ’s-Gravenhage de lijst van personen die per brief
mogen stemmen naar dat briefstembureau.

BB

Artikel N 16, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Bij een
briefstembureau wordt, nadat aan artikel N 1, tweede lid, toepassing is
gegeven, de lijst van personen die per brief mogen stemmen met een
gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal
gezette parafen, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld.

CC

In artikel X 9 wordt "Artikel D 9" vervangen door: Artikel D 8.

DD

Artikel Y 5a komt te luiden:

Artikel Y 5a

In artikel D 2 wordt in plaats van “aan wie kiesrecht toekomt op grond
van artikel B 1” gelezen: aan wie kiesrecht toekomt op grond van
artikel Y 3, onderdeel a.

EE

Artikel Y 6 komt te luiden:

Artikel Y 6

1. Voor Nederlanders die hun werkelijke woonplaats in een andere
lidstaat hebben, bevat de aanvraag, bedoeld in artikel Y 2 juncto D 3,
mede hun verklaring dat zij niet tevens zullen deelnemen aan de
verkiezing in de andere lidstaat. 

2. Bij ministeriële regeling wordt voor de verklaring een model
vastgesteld.

3. Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage wijzen een aanvraag mede
af of verwijderen een persoon mede uit de registratie, bedoeld in
artikel Y 2 juncto D 2, indien zij van de lidstaat bericht hebben
ontvangen dat de persoon in die lidstaat als kiezer is geregistreerd. De
artikelen D 7, D 8 en D 9 zijn van overeenkomstige toepassing op de
beslissing van burgemeester en wethouders.

FF

In de artikelen Y 32, tiende lid, en Y 33, vierde lid, wordt "Artikel D
9" telkens vervangen door: Artikel D 8.

GG

In artikel Ya 41 wordt “een verzoek” vervangen door “een
aanvraag” en wordt “artikel

D 5” vervangen door “artikel D 6, eerste lid”.

HH

In artikel Ya 42, eerste lid, wordt “artikel D 6” vervangen door:
artikel D 7, eerste lid.

ARTIKEL II

De Wet raadgevend referendum wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 21 tot en met 21b vervallen.

B

Artikel 22 komt te luiden: 

Artikel 22 

De artikelen D 2 tot en met D 9 van de Kieswet zijn van toepassing.

C

In de artikelen 34, tweede lid, en 46, tweede lid, wordt “van
kiesgerechtigden, bedoeld in artikel  21” telkens vervangen door: van
kiesgerechtigde personen met een woonplaats buiten Nederland.

D

In artikel 60, tweede lid, vervalt onderdeel c en wordt de puntkomma aan
het slot van onderdeel b vervangen door een punt.

E

Artikel 61 komt te luiden:

Artikel 61

Met toepassing van   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004627/AfdelingII/HoofdstukL/geldigheids
datum_25-08-2015"  hoofdstuk L van de Kieswet  kan bij volmacht worden
gestemd, met dien verstande dat in de artikelen   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004627/AfdelingII/HoofdstukL/2/ArtikelL7
/geldigheidsdatum_25-08-2015"  L 7, tweede lid ,   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004627/AfdelingII/HoofdstukL/2/ArtikelL8
/geldigheidsdatum_25-08-2015"  L 8, eerste en tweede lid , en  
HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004627/AfdelingII/HoofdstukL/2/ArtikelL1
1/geldigheidsdatum_25-08-2015"  L 11, eerste lid , in plaats van «dag
van de kandidaatstelling» wordt gelezen: vierenveertigste dag voor de
dag van stemming.

F

Artikel 62, tweede lid, komt te luiden: 

2. Bij de toepassing van hoofdstuk M van de Kieswet wordt het volgende
in acht genomen:

a. in artikel M 7, eerste lid, wordt in plaats van «de kandidaat van
zijn keuze» gelezen: zijn keuze inzake de aan het referendum
onderworpen wet;

b. in artikel M 7, tweede lid, wordt gelezen: Daarna vouwt hij het
stembiljet dicht en doet hij het stembiljet in de enveloppe voor het
stembiljet.;

c. in de artikelen M 7, vierde lid, tweede volzin, en   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004627/AfdelingII/HoofdstukL/2/ArtikelL1
1/geldigheidsdatum_25-08-2015"  M 10, eerste lid , tweede volzin, wordt
in plaats van «dag van de kandidaatstelling» gelezen: vierenveertigste
dag voor de dag van stemming;

d. artikel M 7, vierde lid, derde volzin, is niet van toepassing;

e. in artikel M 8, vierde lid, wordt in plaats van “nadat over de
toelating van de gekozenen is beslist” gelezen: nadat de uitslag van
het referendum is vastgesteld.

G

In artikel 67, tweede lid, vervalt: op grond van artikel 21.

ARTIKEL III

In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming wordt "M 2" vervangen door: M 1
en M 2.

ARTIKEL IV

 De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlagen 1 (Regeling rechtstreeks beroep) en 2 (Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak) wordt in het onderdeel Kieswet, onder a, "de
artikelen D 3b, vierde lid, D 6, D 8" telkens vervangen door: de
artikelen D 7. 

B

In bijlagen 1 (Regeling rechtstreeks beroep) en 2 (Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak) wordt in het onderdeel Kieswet, onder b, "artikel D
3, achtste lid, D 6, D 8" telkens vervangen door: artikel D 7.

ARTIKEL V

Onze Minister zendt binnen zes jaar na inwerkingtreding van deze wet aan
de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
in de praktijk van een registratie van de kiesgerechtigdheid van
personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben als
bedoeld in artikel I van deze wet.

ARTIKEL VI

Ten behoeve van de registratie van de kiesgerechtigdheid van personen
die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, kunnen personen
in het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze wet eenmalig worden
uitgenodigd tot registratie op basis van de gegevens die zijn opgenomen
in de bestanden, bedoeld in artikel D 3c, eerste en tweede lid, van de
Kieswet, of bedoeld in artikel D 3c, eerste en tweede lid, van de
Kieswet juncto artikel Y 2 en artikel Y 5a van de Kieswet, of bedoeld in
artikel D 3c, eerste en tweede lid, van de Kieswet juncto artikel 21,
tweede lid, en artikel 21a, tweede lid, van de Wet raadgevend referendum
zoals die artikelen luidden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze
wet.  

ARTIKEL VII

Ten behoeve van de registratie van de kiesgerechtigdheid van personen
die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, kunnen voor het
eerste jaar na de inwerkingtreding van deze wet bij algemene maatregel
van bestuur termijnen worden gesteld die afwijken van de op grond van
artikel D 3 en artikel D 7, eerste lid, van de Kieswet geldende
termijnen, de op grond van artikel D 3 en artikel D 7, eerste lid, van
de Kieswet juncto artikel Y 2 van de Kieswet geldende termijnen, of de
op grond van artikel D 3 en artikel D 7, eerste lid, van de Kieswet
juncto artikel 22 van de Wet raadgevend referendum geldende termijnen. 

ARTIKEL VIII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1