[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34295, bijgewerkt t/m nr. 13 (2e N.v.W. d.d. 11 oktober 2016)

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D18226, datum: 2016-04-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z17591:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 13 (Tweede NvW d.d. 11 oktober 2016)
34 295 Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de grondgebondenheid van de melkveehouderij te behouden en waar mogelijk te versterken en deze regels wettelijk te borgen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot zesde tot en met negende lid worden na het tweede lid drie leden ingevoegd, luidende:

3. Het melkveefosfaatoverschot dat in enig jaar voor mestverwerking als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, in aanmerking komt is het melkveefosfaatoverschot dat in het jaar 2014 is ontstaan, vermeerderd met:

a. ten hoogste 100% van het aantal additionele kilogrammen fosfaat dat in dat jaar ten opzichte van het jaar 2014 met melkvee wordt geproduceerd indien het overschot per hectare lager is dan 20 kg/ha;

b. ten hoogste 75% van het aantal additionele kilogrammen fosfaat dat in dat jaar ten opzichte van het jaar 2014 met melkvee wordt geproduceerd indien het overschot per hectare gelijk is aan of hoger is dan 20kg/ha en gelijk is aan of lager is dan 50 kg/ha;

c. ten hoogste 50% van het aantal additionele kilogrammen fosfaat dat in dat jaar ten opzichte van het jaar 2014 met melkvee wordt geproduceerd indien het overschot per hectare hoger is dan 50 kg/ha.
4. Het overschot per hectare, bedoeld in het derde lid wordt berekend door de productie van dierlijke meststoffen door melkvee op een bedrijf in kilogrammen fosfaat in het voorgaande kalenderjaar, verminderd met de fosfaatruimte van het bedrijf in het voorgaande kalenderjaar te delen door het aantal hectaren tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond in het voorgaande kalenderjaar. Indien een landbouwer meldt en aantoont dat een deel van de grond in het voorgaande kalenderjaar tijdelijk niet kon worden gebruikt als landbouwgrond vanwege de aanleg van of onderhoud van publieke infrastructuur, wordt die grond voor de toepassing van dit artikellid beschouwd als tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond.

5. Het derde lid is niet van toepassing op een bedrijf dat:

a. voor 1 februari 2016 heeft aangetoond dat het voor 30 maart 2015 financiële verplichtingen is aangegaan ten einde het gehele melkveefosfaatoverschot te laten verwerken, waardoor naleving van het eerste lid leidt tot disproportionele financiële last en

b. het bedrijf binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar aantoont dat het melkveefosfaatoverschot is verwerkt door degene met wie de financiële verplichtingen, bedoeld in onderdeel a, is aangegaan.

2. Het achtste lid (nieuw) en het negende lid (nieuw) komen te luiden:

8. Indien een landbouwer voor 1 april 2017 meldt en aantoont dat het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan, bedoeld in het derde lid, door buitengewone omstandigheden lager is wordt voor het kalenderjaar 2014 gerekend met het melkveefosfaatoverschot waarover deze landbouwer zonder deze buitengewone omstandigheden zou hebben beschikt.

9. Van buitengewone omstandigheden als bedoeld in het achtste lid is uitsluitend sprake indien:

a. het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan lager is door de realisatie van een natuurgebied ofde aanleg van of onderhoud van publieke infrastructuur;

b. de productie van dierlijke meststoffen door melkvee op het bedrijf in kilogrammen fosfaat in 2014 minimaal vijf procent lager is door:

1˚. dierziekten of ernstige diergezondheidsproblemen,

2˚. ziekte of overlijden van een persoon van het samenwerkingsverband van de landbouwer of een bloed- of aanverwant in de eerste graad, of

3˚. vernieling van de stal waar het melkvee werd gehouden.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

10. Een melding als bedoeld in het vierde en achtste lid wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat door Onze Minister beschikbaar wordt gesteld.

B

Artikel 58a komt te luiden:

Artikel 58a

In geval van overtreding van artikel 21, eerste lid, bedraagt de bestuurlijke boete € 11 per kilogram fosfaat ten aanzien waarvan de landbouwer de beperking als bedoeld in artikel 21, derde lid, niet in acht heeft genomen. De boete wordt vermeerderd met € 11 per kilogram fosfaat ten aanzien waarvan de landbouwer niet heeft gehandeld overeenkomstig artikel 21, tweede lid, onderdeel d, voor zover het kilogrammen fosfaat betreft die niet reeds als gevolg van de eerste volzin voor de bepaling van de boeteomvang in aanmerking zijn genomen.

ARTIKEL Ia

Artikel 21, vijfde lid, van de Meststoffenwet en de op dat lid gebaseerde bepalingen, zoals dat lid en die bepalingen luidden voor inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op het kalenderjaar 2016.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken,