34378, bijgewerkt t/m nr. 10 (2e NvW d.d. 7 juni 2016)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2016D18499, datum: 2016-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2015Z25288:
- Indiener: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2016-01-12 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-01-19 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2016-02-11 14:00: Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioen (34378) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2016-04-26 13:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2016-04-28 13:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-06-02 13:30: Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioen (34 378) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2016-06-07 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 7 juni 2016) 34 378 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de arbeidsvoorwaarde pensioen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het instemmingsrecht van de ondernemingsraad over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling worden verduidelijkt; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt “een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering” gewijzigd in: regelingen op grond van een pensioenovereenkomst. 2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Instemming is eveneens niet vereist voor zover ter zake van een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet. 3. Het zevende lid komt te luiden: 7. Onder regelingen op grond van een pensioenovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden mede verstaan regelingen opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of een uitvoeringsreglement als bedoeld in onderdeel b van de definitie van uitvoeringsreglement in artikel 1 van de Pensioenwet, die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst waaronder in ieder geval worden begrepen: regelingen over de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld, de maatstaven voor en de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt en de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder, pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet. B Aan hoofdstuk IVB wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 31f De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk te informeren over elke voorgenomen vaststelling, wijziging of intrekking van een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of een uitvoeringsreglement als bedoeld in onderdeel b van de definitie van uitvoeringsreglement in artikel 1 van de Pensioenwet. ARTIKEL II Artikel 23, vierde lid, van de Pensioenwet vervalt. ARTIKEL III Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PAGE PAGE 1