[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34375, bijgewerkt t/m nr. 14 (Overgenomen amendement d.d. 7 september 2016)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D18724, datum: 2016-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z25252:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 14 (Overgenomen amendement d.d. 7 september 2016)



	34 375 	Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de
versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de
arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de
werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts,
en enige andere wijzigingen







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Arbeidsomstandighedenwet te wijzigen ten einde de betrokkenheid van
werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het
bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het
handelen van de bedrijfsarts te versterken en enige andere wijzigingen
aan te brengen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9, derde lid, komt te luiden:

3. De persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, die belast is met de
taak, bedoeld in onderdeel b van dat lid, of de arbodienst meldt
beroepsziekten aan een door Onze Minister hiertoe aangewezen instelling.
Als overtreding wordt aangemerkt het niet naleven van de bij of
krachtens dit lid vastgestelde verplichtingen door de persoon, bedoeld
in artikel 14, eerste lid, of de arbodienst. 

Aa

	Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Onze Minister vergoedt ten laste van ’s Rijks kas de door de
aangewezen instelling, bedoeld in het derde lid, gemaakte
uitvoeringskosten overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te
stellen regels.

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De werkgever laat zich ten aanzien van de naleving van zijn
verplichtingen op grond van deze wet bijstaan door een of meer
deskundige werknemers. Indien in het bedrijf of de inrichting van de
werkgever een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is
ingesteld, wordt de keuze voor de deskundige werknemer, bedoeld in de
eerste zin, en diens positionering, bepaald met instemming van die
ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Artikel 27, derde tot
en met zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden is van
overeenkomstige toepassing.

2. Het zevende lid, onder b, komt te luiden:

b. het adviseren aan onderscheidenlijk nauw samenwerken met de
deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, de
ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging, of, bij het
ontbreken daarvan, de belanghebbende werknemers, inzake de genomen en de
te nemen maatregelen, gericht op een zo goed mogelijk
arbeidsomstandighedenbeleid;  

C

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onder b, wordt “de bijstand” vervangen door:
het adviseren.

2. Aan het eerste lid, onder c, wordt onder vervanging van de punt
achter onderdeel 2, door een puntkomma een onderdeel toegevoegd,
luidende:

3˚. de consultatie met betrekking tot gezondheidskundige vraagstukken
in verband met de arbeid, anders dan de begeleiding, bedoeld onder b.

3. Aan het tweede lid worden onder vervanging van de punt achter
onderdeel d door een puntkomma vijf onderdelen toegevoegd, luidende:

e. er is een doeltreffende toegang tot de bedrijfsarts;

f. de bedrijfsarts is in de gelegenheid iedere arbeidsplaats in het
bedrijf of de inrichting van de werkgever te bezoeken;

g. tenzij zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten, honoreert de
bedrijfsarts een verzoek van de werknemer om in verband met een door hem
gegeven advies dat betrekking heeft op de taken, bedoeld in het eerste
lid, onder b en c, zo spoedig mogelijk een andere bedrijfsarts te
raadplegen;

h. de bedrijfsarts heeft een adequate procedure voor het afwikkelen van
klachten;

i. de personen die bijstand verrichten, werken nauw samen met en
adviseren en verlenen medewerking aan de in artikel 13, eerste lid,
genoemde deskundige personen, de ondernemingsraad of de
personeelsvertegenwoordiging, of, bij het ontbreken daarvan, de
belanghebbende werknemers, inzake te nemen, genomen en uit te voeren
maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid.


4. Het vierde lid komt te luiden:

4. De wijze waarop de bijstandverlening plaatsvindt met betrekking tot
de taken, bedoeld in de artikelen 9, derde lid, 14 en 14a alsmede de
daarop berustende bepalingen, wordt door of vanwege een overeenkomst
tussen de werkgever en de deskundige personen, bedoeld in artikel 14,
eerste lid, schriftelijk vastgelegd. Onderdeel van de overeenkomst is de
wijze waarop de in de aanhef van dit artikel genoemde personen in het
bedrijf of de inrichting van de werkgever met inachtneming van de
professionele dienstverlening uitvoering kunnen geven aan de
verplichtingen die op grond van de in de eerste zin bedoelde taken op
hen rusten. 

5. Het zevende lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde
lid tot zesde en zevende lid.

6. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

5. Aangaande de bedrijfsarts wordt in de overeenkomst, bedoeld in het
vierde lid, in het bijzonder aandacht besteed aan de wijze waarop aan
het tweede lid, onderdelen f tot en met i, en artikel 9, derde lid,
uitvoering wordt gegeven.

7. Na het veertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

15. Het niet naleven van de bij of krachtens deze wet vastgestelde
verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, onder g en h, door de
bedrijfsarts, de verplichting, bedoeld in het tweede lid, onder i, door
de personen, bedoeld in het eerste lid, en de verplichting, bedoeld in
het derde lid, eerste zin, door de personen, bedoeld in het eerste lid,
wordt aangemerkt als een overtreding. 

D

In artikel 14, vijfde lid wordt “artikel 9, derde lid” vervangen
door: artikel 9, derde lid, eerste zin.

E

Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

4. De werknemers van een arbodienst werken nauw samen met en adviseren
en verlenen medewerking aan de in artikel 13, eerste lid, genoemde
deskundige personen, de ondernemingsraad of de
personeelsvertegenwoordiging, of, bij het ontbreken daarvan, de
belanghebbende werknemers, inzake te nemen, genomen en uit te voeren
maatregelen gericht op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid.
Het niet naleven van deze verplichting door de werknemers van een
arbodienst wordt aangemerkt als een overtreding.

2. Het zesde lid komt te luiden:

6. Artikel 14, tweede lid, onder a en onder d tot en met i, derde tot en
met zevende lid en twaalfde tot en met vijftiende lid, is van
toepassing.

F

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Een eis kan worden gesteld tot naleving van de artikelen 3, 4, 5, 6,
8, 11, 13, eerste lid, eerste volzin, en tweede tot en met vierde lid,
zevende lid, onder b, negende en tiende lid, 14, eerste lid, tweede lid,
onder a tot en met f, vierde en vijfde lid, 14a, tweede, derde en vierde
lid, 15, eerste en derde lid, 16, voor zover dat bij de krachtens dat
artikel gestelde regels is bepaald, 18 en 19.

2. Na het vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

6. Een eis kan worden gesteld tot naleving van artikel 14, tweede lid,
onder g en h, waarbij voor de toepassing van het eerste tot en met derde
lid de bedrijfsarts met de werkgever gelijk wordt gesteld en tot
naleving van artikel 14, tweede lid, onder i, waarbij voor de toepassing
van het eerste tot en met derde lid de in artikel 14, eerste lid,
bedoelde personen met de werkgever gelijk worden gesteld.

G

In artikel 28a, eerste en tweede lid, wordt “aan de werkgever”
vervangen door: aan de werkgever of de zelfstandige. 

H

	Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, wordt “artikel 5, en de artikelen 12 tot en met
18” vervangen door “de artikelen 5, 12 tot en met 18 en 20”.

	2. Het zevende lid vervalt.

I

Artikel 33, eerste lid, komt te luiden:

1. Als overtreding wordt aangemerkt het niet naleven van de artikelen 3,
4, eerste lid, 5, 6, eerste lid, eerste volzin, 8, 9, eerste en tweede
lid, 10, 11, 13, eerste lid, eerste volzin, en tweede tot en met vierde
lid, zevende lid, onder b, negende en tiende lid, 14, eerste lid, tweede
lid, onder a tot en met f, derde lid, tweede zin, vierde en vijfde lid,
14a, tweede en derde lid, 15, eerste en derde lid, 18 en 19.

J

Artikel 45 komt te luiden:

Overgangsbepaling

Artikel 45

Op schriftelijke afspraken die zijn gemaakt overeenkomstig artikel 14,
vierde lid, zoals dat artikellid luidde de dag voorafgaand aan het
tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van
……………………………………… tot wijziging van de
Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de
betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de
arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de
werkgever, en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts
(Stb.  …..), blijft artikel 14, vierde lid, zoals dat artikellid
luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van die
wet, van toepassing tot de datum waarop die afspraken expireren, doch
uiterlijk tot een jaar na inwerkingtreding van die wet. Tot dat tijdstip
is artikel 14, vijfde lid, niet van toepassing.

ARTIKEL II

1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

2. De voordracht voor het koninklijk besluit dat het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en D, bepaalt, wordt niet
eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers van
de Staten-Generaal is overgelegd.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken van Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4