[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34007, bijgewerkt t/m nr. 14 (brief van de initiatiefnemer d.d. 6 september 2016)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D22894, datum: 2016-09-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z14630:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 14  (brief van de initiatiefnemer d.d. 6/916)

34 007  	Voorstel van wet van het lid Tellegen tot wijziging van de
Gemeentewet in verband met de aanpak van woonoverlast (Wet aanpak
woonoverlast)

	VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE
AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE

 	 

	

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

     Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
wettelijke mogelijkheden voor gemeenten tot aanpak van woonoverlast te
vergroten; 

    Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 151c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 151d

1. De raad kan bij verordening bepalen dat degene die een woning of een
bij die woning behorend erf gebruikt, er zorg voor draagt dat door
gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke
nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige hinder voor omwonenden
wordt veroorzaakt.

2. De in artikel 125, eerste lid, bedoelde bevoegdheid tot oplegging van
een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het in het eerste
lid bedoelde voorschrift wordt uitgeoefend door de burgemeester. De
burgemeester oefent de bevoegdheid uit met inachtneming van hetgeen
daaromtrent door de raad in de verordening is bepaald en slechts indien
de ernstige hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan
worden tegengegaan.

		3. Onverminderd de laatste volzin van het tweede lid kan de last,
bedoeld in de eerste volzin van dat lid, een verbod inhouden om aanwezig
te zijn in of bij de woning of op of bij het erf. Het verbod geldt voor
een periode van tien dagen. De artikelen 2, tweede lid, en vierde lid,
aanhef en onder a en b, 5 6, 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, 9 en
13 van de Wet tijdelijk huisverbod zijn van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat de burgemeester bij ernstige vrees voor verdere
overtreding de looptijd van het verbod kan verlengen tot ten hoogste
vier weken.

ARTIKEL IA

		In bijlage 1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in onderdeel a
van de zinsnede met betrekking tot de Gemeentewet na “124a,”
ingevoegd: 151d, derde lid,

ARTIKEL II

Onze Minister van Veiligheid en Justitie zendt binnen vijf jaar na de
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanpak woonoverlast.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,