[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34503 Adv RvSt inzake Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47)

Goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 113 en Trb. 2016, 47)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2016D26221, datum: 2016-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z12722:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


No.W06.16.0016/III	's-Gravenhage, 18 maart 2016

Bij Kabinetsmissive van 29 januari 2016, no.2016000164, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiƫn, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van
wet houdende goedkeuring van het op 15 juli 2015 te Addis Abeba tot
stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Republiek Zambia tot het vermijden van dubbele belasting en het
voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen (Trb. 2015, 113), met memorie van toelichting.

Het verdrag vervangt het bestaande verdrag met Zambia uit 1977 en bevat
regels om dubbele belasting te vermijden en het ontgaan van belastingen
te voorkomen met betrekking tot belastingen naar het inkomen.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel van
wet tot goedkeuring van het verdrag aan de Tweede Kamer te zenden, maar
wijst erop dat de toelichting niet duidelijk maakt of er overleg over
het verdrag heeft plaatsgevonden met het Caribische deel van Nederland
en zo ja, wat de resultaten zijn van dit overleg.

In de Wet openbare lichamen BES is de zogenoemde consultatieplicht

opgenomen. Op basis daarvan dient de regering de bestuurscolleges van
Bonaire,

Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) te informeren over haar
standpunten en

voornemens met betrekking tot aangelegenheden die voor het openbaar
bestuur

van belang zijn, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.
Tevens dient zij

de bestuurscolleges de gelegenheid te bieden daarover overleg te plegen.

De Staatssecretaris van Financiƫn heeft bij het schriftelijk overleg
met de vaste

commissie voor Financiƫn uit de Tweede Kamer over het tussen het
Koninkrijk der

Nederlanden (voor zowel het Caribische deel van Nederland ā€” de
BES-eilanden ā€”

als voor het in Europa gelegen deel van Nederland) en Ethiopiƫ gesloten
verdrag,

opgemerkt dat met de bestuurscolleges van de BES-eilanden op reguliere
basis overleg plaatsvindt over fiscale aangelegenheden, waaronder
begrepen

internationale aspecten (zoals het overeenkomen van belastingverdragen).

De Afdeling merkt op dat de toelichting op voorliggend verdrag niet

duidelijk maakt of, en zo ja op welke wijze, de bestuurscolleges van de
BES-eilanden over het verdrag zijn geraadpleegd. Zo er overleg heeft
plaatsgevonden

vermeldt de toelichting niet welke opmerkingen door de bestuurscolleges
naar

voren zijn gebracht, wat daarop de reactie van de regering is en in
hoeverre en op

welke wijze de opmerkingen zijn verwerkt in het verdrag dan wel in de
toelichting

op het verdrag.

De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het
voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State,

 	Aldus de artikelen 207-209 van deze wet.

 	Kamerstukken II 2012/13, 33 638, nr. 4, blz. 6, tweede tekstblok.

  PAGE  2 

........................................................................
...........

AAN DE KONING