34507 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht
Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2016D26739, datum: 2016-06-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P.H. Donner, vicepresident van de Raad van State (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2016Z13011:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-06-28 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2016-09-07 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-09-27 12:00: Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-12-21 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2016-12-22 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-01-19 10:14: Hamerstuk: Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht (34 507) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W14.16.0107/IV 's-Gravenhage, 9 juni 2016
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 28 april 2016, no.2016000773, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht, met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel wijzigt de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG) naar aanleiding van de eerste evaluatie van deze wet door de Auditdienst Rijk.1 De voorgestelde wijzigingen strekken er onder meer toe de regelgeving voor de basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: BAG) en het toezicht daarop meer toe te spitsen op de kwaliteit van de BAG.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het voorstel naar de Tweede Kamer te zenden, maar acht het wenselijk dat een wettelijke verplichting in stand blijft om de effecten van de voorliggende wijziging van de Wet BAG te evalueren. De Afdeling adviseert het voorstel daartoe aan te passen.
1. Wettelijke evaluatieverplichting
De Wet BAG bevat de verplichting om eens in de vier jaar een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet naar de Eerste en Tweede Kamer te zenden.2 Het wetsvoorstel regelt in artikel I, onderdeel FF dat deze bepaling vervalt. De toelichting bij dit artikel vermeldt dat deze wetswijziging geen grote gevolgen met zich brengt die nopen tot een nieuwe evaluatie en dat ook nadere evaluaties van de wet niet wenselijk worden geacht wegens de verwachte zeer beperkte opbrengst daarvan. De Afdeling onderkent dat het wetsvoorstel geen wijziging beoogt van de inhoud van de registratie maar acht een evaluatiebepaling toch aangewezen vanwege het volgende.
De Wet BAG is in 2009 in werking getreden. Daarbij werd het wenselijk geacht de wet elke vier jaar te evalueren. Een eerste evaluatie heeft nu plaatsgevonden. In het evaluatierapport van januari 2014 wordt onder meer geconstateerd dat de doelen al voor een behoorlijk deel worden gerealiseerd maar dat vooral bij de doelen kwaliteit, gebruik en terugmelding er ruimte is voor verbetering. Vermeld wordt daarbij dat dit verklaarbaar is gezien de fase waarin de BAG, die pas sinds 2011 operationeel is, zich bevindt. Ook ten aanzien van de geconstateerde beperkte realisatie van de beoogde effecten3 wordt opgemerkt dat de BAG pas sinds medio 2011 volledig is gevuld. Tevens wordt vermeld dat er nog steeds gewerkt wordt aan kwaliteitsverbetering, aan instrumenten voor een betere ontsluiting van gegevens en aan koppeling met andere registraties.4 Gelet hierop komt het de Afdeling voor dat niet het schrappen van een evaluatieverplichting voor de hand ligt maar juist de in de huidige wet voorziene volgende evaluatie van belang is.
Voorts is het wetsvoorstel erop gericht de kwaliteit van de BAG te
verbeteren, onder meer door procedurele regels te vervangen door regels
die gericht zijn op de kwaliteit van het resultaat. Tevens brengt het
voorstel een belangrijke verandering aan in de wijze waarop het toezicht
op de BAG plaatsvindt: de huidige driejaarlijkse externe controle op de
wijze waarop de colleges van burgemeester en wethouders hun
verplichtingen op grond van de Wet BAG naleven, zal worden vervangen
door een jaarlijkse interne controle door het college van burgemeester
en wethouders.5
De Afdeling onderschrijft de voorstellen met betrekking tot de
kwaliteitsverbetering en de controle maar acht het van belang – mede
vanwege de hierboven weergegeven constatering uit het evaluatierapport -
dat de doeltreffendheid en de effecten van de voorgestelde wijzigingen
geëvalueerd worden. Dit temeer, daar het wetsvoorstel zelf nog niet tot
de conclusie kan leiden dat de daarin opgenomen wijzigingen tot het
beoogde doel zullen leiden. In dit verband wijst de Afdeling op de
impactanalyse op het wetsvoorstel die in opdracht van de VNG is
uitgevoerd door het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING).6 KING wijst erop dat uitspraken over
de daadwerkelijke effecten van het wetsvoorstel pas gedaan kunnen worden
als ook de op het voorstel gebaseerde lagere regelgeving bekend is.7
Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling het voorstel aan te passen zodat de evaluatieverplichting in de Wet BAG in stand blijft dan wel in ten minste één volgende evaluatie wordt voorzien.
2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging
het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W14.16.0107/IV
Artikel I, F: in het eerste lid van artikel 8 tot uitdrukking brengen dat het hier om geometrische gegevens van panden en verblijfsobjecten gaat. Nu artikel 7 vervalt, is dat uit het voorgestelde eerste lid van artikel niet voldoende duidelijk.
De BAG bekeken: goed op weg naar een registratie van adressen en gebouwen voor iedereen. Kamerstukken II 2014/15, 33 926 met bijlagen.↩︎
Artikel 46 Wet BAG↩︎
Het beoogde directe effect van de BAG, namelijk een efficiëntere taakvervulling door bestuursorganen, is volgens het evaluatierapport nog niet gerealiseerd vanwege het stroomlijnen van IT-systemen en processen binnen de bestuursorganen. Dat is volgens het rapport een kwestie van lange adem maar er zijn kansen voor de toekomst. Dit geldt ook voor de beoogde indirecte effecten, te weten fraudebestrijding, administratieve lastenverlichting, betere taakuitoefening en dienstverlening door de overheid en ruimere benutting van overheidsgegevens door private gebruikers, aldus het rapport.↩︎
Kamerstukken II 2014/15, 33 926, bijlage 1, blz. 21-22 en bijlage 2, blz 57-58.↩︎
Vergelijk artikel 42, eerste lid van de Wet BAG en artikel I, EE van het wetsvoorstel.↩︎
Impactindicatie voorgenomen wijziging Wet BAG, KING, maart 2016↩︎
Idem, blz. 15.↩︎