[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34358, eindtekst

Wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd

Eindtekst

Nummer: 2016D27169, datum: 2016-06-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z23894:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

7 juni 2016



	Wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten
vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is
opgelegd







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Paspoortwet te wijzigen in verband met het van rechtswege laten
vervallen van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten van personen
aan wie een uitreisverbod is opgelegd op grond van de Tijdelijke wet
bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het
Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de
bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij
deze:

ARTIKEL I

De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De eerste zin komt te luiden: Identiteitskaarten van het Europese
deel van Nederland zijn de Nederlandse identiteitskaart en de
vervangende Nederlandse identiteitskaart.

	2. In de tweede zin wordt na “op de Nederlandse identiteitskaart”
ingevoegd: en de vervangende Nederlandse identiteitskaart.

B

	In artikel 3, tweede lid, wordt “De Nederlandse identiteitskaart
is” vervangen door: De Nederlandse identiteitskaart en de vervangende
Nederlandse identiteitskaart zijn.

C

In artikel 4a, derde lid, wordt “artikel 47, eerste lid, onder a, b,
c, e, f of h” vervangen door: artikel 47, eerste lid, onder a, b, c,
e, f, h of i.

Ca

	Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende: 

	6. Hetgeen krachtens het eerste tot en met vijfde lid bij algemene
maatregel van rijksbestuur, gemeentelijke verordening of
eilandsraadsverordening is geregeld voor de Nederlandse identiteitskaart
met een geldigheidsduur van vijf jaren is mede van toepassing op de
vervangende Nederlandse identiteitskaart, tenzij  krachtens dat eerste
tot en met vijfde lid bij algemene maatregel van rijksbestuur,
gemeentelijke verordening of eilandsraadsverordening anders is bepaald.

D

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17

1. Aan een Nederlander als bedoeld in artikel 16a, eerste lid, aan wie
een verbod is opgelegd als bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke wet
bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding wordt na een daartoe
strekkende aanvraag binnen de grenzen van deze wet bepaald een
vervangende Nederlandse identiteitskaart verstrekt geldig voor de duur
van vijf jaren. 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op de persoon die verblijft in
een land, tot welke het verbod, bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke
wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding, zich uitstrekt.

E

Na artikel 23a wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 23b

Weigering geschiedt op verzoek van Onze Minister die het aangaat, indien
de betrokken persoon een verbod is opgelegd als bedoeld in artikel 3 van
de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding. 

F

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “bedoeld in artikel 18 en de artikelen 20
tot en met 24” vervangen door: bedoeld in de artikelen 18, 20 tot en
met 23a en 24.

2. In het vierde lid wordt na “kan worden geweigerd,” ingevoegd:
moet worden geweigerd,.

G

In artikel 26, vierde lid, wordt na “Nederlandse identiteitskaarten”
ingevoegd: en vervangende Nederlandse identiteitskaarten.

H

Artikel 30, derde lid, komt te luiden:

3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval
afgewezen, indien:

a. zowel het aangevraagde document als het geldig Nederlands document
waarvan de aanvrager houder wenst te blijven, een Nederlandse
identiteitskaart is;

b. het geldig Nederlands document waarvan de aanvrager houder wenst te
blijven een vervangende Nederlandse identiteitskaart is.

I

In de artikelen 34, zesde lid, en 37, tweede lid, wordt na
“Nederlandse identiteitskaart” ingevoegd: of een vervangende
Nederlandse identiteitskaart.

J

In artikel 40, vierde lid, wordt na “Nederlandse identiteitskaarten”
ingevoegd: en vervangende Nederlandse identiteitskaarten.

K

In artikel 42, derde lid, onderdeel c, wordt “of h” vervangen door:
, h of i. 

L

Na artikel 46 wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 46a0

1. De artikelen 44, vierde lid, 45 en 46 zijn niet van toepassing indien
de weigering geschiedt op de grond, genoemd in artikel 23b. 

2. Aan de Nederlander aan wie ontheffing is verleend van het
uitreisverbod, bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke wet bestuurlijke
maatregelen terrorismebestrijding, maar aan wie de verstrekking van een
reisdocument moet worden geweigerd op grond van artikel 23b, kan een
reisdocument worden verstrekt als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
onder a of onder f, met een zodanige beperkte tijdelijke en territoriale
geldigheid als de ontheffing vereist.

M

Artikel 46a komt te luiden:

Artikel 46a

1. Een Nederlandse identiteitskaart kan niet vervallen worden verklaard
en kan uitsluitend worden geweigerd op de grond, genoemd in artikel 23b.

2. Een vervangende Nederlandse identiteitskaart kan niet worden
geweigerd of vervallen verklaard.

N

Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. aan de houder van het reisdocument een verbod is opgelegd als bedoeld
in artikel 3 van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
terrorismebestrijding en dat reisdocument geen vervangende Nederlandse
identiteitskaart is.

2. In het tweede en derde lid wordt “of h” telkens vervangen door:,
h of i.

ARTIKEL II 

In artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap wordt
“ of Nederlandse identiteitskaart” vervangen door: , Nederlandse
identiteitskaart of vervangende Nederlandse identiteitskaart.

ARTIKEL III

In artikel 1, derde lid, van de Wet betreffende de positie van Molukkers
wordt “ of Nederlandse identiteitskaart” vervangen door: ,
Nederlandse identiteitskaart of vervangende Nederlandse
identiteitskaart. 

ARTIKEL IV 

In artikel 460 van het Wetboek van Strafrecht BES wordt “ of
Nederlandse identiteitskaarten” vervangen door: Nederlandse
identiteitskaarten of vervangende Nederlandse identiteitskaarten.

ARTIKEL V

In artikel 1, eerste lid, eerste onderdeel, van de Wet op de
identificatieplicht wordt na “Nederlandse identiteitskaart”
ingevoegd: en vervangende Nederlandse identiteitskaart.

ARTIKEL VI

1. Indien artikel I, onderdeel D, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan deze wet, vervalt artikel I, onderdeel C van deze
wet.

2. Indien artikel I, onderdeel N, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan deze wet, wordt in artikel I, onderdeel K, van
deze wet “onderdeel c” vervangen door: onderdeel d.

3. Indien artikel I, onderdeel O, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking
treedt als deze wet, vervallen in artikel I, onderdeel N, onder 2, van
deze wet “en derde lid” en “telkens”.

ARTIKEL VIa

	De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:

	1. Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	a. De eerste zin komt te luiden: Identiteitskaart van het Europese deel
van Nederland is de Nederlandse identiteitskaart. 

	b. In de tweede zin vervalt “en de vervangende Nederlandse
identiteitskaart”.

	2. In artikel 3, tweede lid, wordt “De Nederlandse identiteitskaart
en de vervangende Nederlandse identiteitskaart zijn” vervangen door:
De Nederlandse identiteitskaart is.

	3. In artikel 4a, derde lid, wordt “artikel 47, eerste lid, onder a,
b, c, e, f, h of i” vervangen door: artikel 47, eerste lid, onder a,
b, c, e, f of h.

	4. Artikel 7, zesde lid, vervalt.

	5. Artikel 17 vervalt.

	6. Artikel 23b vervalt.

	7. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

	a. In het eerste lid “bedoeld in de artikelen 18, 20 tot en met 23a
en 24” vervangen door: bedoeld in artikel 18 en de artikelen 20 tot en
met 24.

	b. In het vierde lid vervalt “moet worden geweigerd,”.

	8. In artikel 26, vierde lid, vervalt “en vervangende Nederlandse
identiteitskaarten”.

	9. Artikel 30, derde lid, komt te luiden:

	3. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan niet worden gedaan,
indien zowel het aangevraagde document als het geldig Nederlands
document waarvan de aanvrager houder wenst te blijven, een Nederlandse
identiteitskaart is.

	10. In de artikelen 34, zesde lid, en 37, tweede lid, vervalt “of een
vervangende Nederlandse identiteitskaart”.

	11. In artikel 40, vierde lid, vervalt “en vervangende Nederlandse
identiteitskaarten”.

	12. In artikel 42, derde lid, onderdeel c, wordt “, h of i”
vervangen door: of h.

	13. Artikel 46a0 vervalt.

	14. Artikel 46a komt te luiden:

Artikel 46a

	Een Nederlandse identiteitskaart kan niet worden geweigerd of vervallen
verklaard.

	15. Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

	a. In het eerste lid vervalt onderdeel i, onder vervanging van de
puntkomma aan het slot van onderdeel h door een punt.

	b. In het tweede en derde lid wordt “, h of i” telkens vervangen
door: of h.

ARTIKEL VIb

	1. In artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap
wordt “, Nederlandse identiteitskaart of vervangende Nederlandse
identiteitskaart” vervangen door: of Nederlandse identiteitskaart.

	2. In artikel 1, derde lid, van de Wet betreffende de positie van
Molukkers wordt “, Nederlandse identiteitskaart of vervangende
Nederlandse identiteitskaart” vervangen door: of Nederlandse
identiteitskaart. 

	3. In artikel 460 van het Wetboek van Strafrecht BES wordt
“Nederlandse identiteitskaarten of vervangende Nederlandse
identiteitskaarten” vervangen door: of Nederlandse identiteitskaarten.

	4. In artikel 1, eerste lid, eerste onderdeel, van de Wet op de
identificatieplicht vervalt: en vervangende Nederlandse
identiteitskaart.

ARTIKEL VIc

	1. Indien artikel I, onderdeel D, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan artikel VIa, derde lid, van deze wet, vervalt
artikel VIa, derde lid.

	2. Indien artikel I, onderdeel N, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan artikel VIa van deze wet, wordt in artikel VIa,
twaalfde lid, van deze wet “onderdeel c” vervangen door: onderdeel
d.

	3. Indien artikel I, onderdeel O, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot
wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de
reisdocumentenadministratie (Stb. 2009, 252) eerder in werking is
getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking
treedt als artikel VIa van deze wet, vervallen in artikel VIa,
vijftiende lid, onderdeel b, van deze wet “en derde lid” en
“telkens”.

ARTIKEL VII

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2015 ingediende
voorstel van wet houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van
vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen voor
de nationale veiligheid of die voornemens zijn zich aan te sluiten bij
terroristische strijdgroepen en inzake het weigeren en intrekken van
beschikkingen bij ernstig gevaar voor gebruik ervan voor terroristische
activiteiten (Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
terrorismebestrijding) (34 359) tot wet is of wordt verheven en artikel
3 van die wet in werking treedt, treden de artikelen I tot en met VI van
deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

	2. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2015 ingediende
voorstel van wet houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van
vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen voor
de nationale veiligheid of die voornemens zijn zich aan te sluiten bij
terroristische strijdgroepen en inzake het weigeren en intrekken van
beschikkingen bij ernstig gevaar voor gebruik ervan voor terroristische
activiteiten (Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen
terrorismebestrijding) (34 359) tot wet is of wordt verheven en artikel
13 in werking treedt of is getreden, treden de artikelen VIa tot en met
VIc van deze wet in werking met ingang van het tijdstip waarop die wet
op grond van artikel 13, tweede lid van die wet vervalt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad
van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad
van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4