[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34455, bijgewerkt t/m nr. 9 (2e NvW d.d. 30 juni)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D27761, datum: 2016-06-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z08064:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 9 (tweede nota van wijziging d.d. 30 juni)



	34 455	Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet
handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en
het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van
de Europese Unie van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (PbEU 2014,
L 173) en Richtlijn nr. 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke
sancties voor marktmisbruik (PbEU 2014, L 173) (Wet implementatie
verordening en richtlijn marktmisbruik)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels
te stellen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014
betreffende marktmisbruik (PbEU 2014, LĀ 173) en Richtlijn nr.
2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor
marktmisbruik (PbEU 2014, L 173;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van gereglementeerde informatie wordt ā€œartikel
5:25c tot en met 5:25e, 5:25h of 5:25iā€ vervangen door: artikel 5:25c
tot en met 5:25e of 5:25h.

2. De definitie van richtlijn marktmisbruik vervalt.

3. In de alfabetische rangschikking wordt een definitie ingevoegd,
luidende: 

verordening marktmisbruik: verordening (EU) nr. 596/2014 van het
Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende
marktmisbruik (PbEU 2014, L 173/1);

Aa

In artikel 1:2, eerste lid, wordt de zinsnede ā€œ, de hoofdstukken 5.1,
5.1a, 5.3, 5.5 en afdeling 5.4.2ā€ vervangen door: en de hoofdstukken
5.1, 5.1a, 5.3 en 5.5.

B

Aan artikel 1:3a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor de goede
uitvoering van een verordening als bedoeld in artikel 1:24, derde lid,
1:25, derde lid, of 1:25a, tweede lid, nadere regels worden gesteld met
betrekking tot de in die verordening geregelde onderwerpen.

Ba

In artikel 1:6a, eerste lid, wordt de zinsnede ā€œ, de hoofdstukken 5.1,
5.3, 5.5 en afdeling 5.4.2ā€ vervangen door: en de hoofdstukken 5.1,
5.3 en 5.5.

Bb

In artikel 1:13a, tweede lid, wordt de zinsnede ā€œ, de hoofdstukken
5.1, 5.1a, 5.3, 5.5 en afdeling 5.4.2ā€ vervangen door: de hoofdstukken
5.1, 5.1a, 5.3 en 5.5.

C

In artikel 1:25a, derde lid, wordt de zinsnede ā€œ1:80, met uitzondering
van het eerste lid, onderdeel d, 1:81, met uitzondering van het derde
lidā€ vervangen door: 1:80, onderdeel d, 1:81, met uitzondering van het
derde lid, artikel 1:82, artikel 1:83.

D 

Artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ā€œ1.ā€ voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt. 

E

Artikel 1:81 komt te luiden:

Artikel 1:81

1. Het bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene
maatregel van bestuur, met dien verstande dat de bestuurlijke boete voor
een afzonderlijke overtreding ten hoogste ā‚¬Ā 20Ā 000Ā 000, of, in
gevallen bedoeld in het vierde lid, ten hoogste ā‚¬Ā 40 000 000
bedraagt.

2. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, bepaalt
bij elke daarin omschreven overtreding het maximale bedrag van de
deswege op te leggen bestuurlijke boete. De overtredingen worden
gerangschikt in categorieƫn naar zwaarte van de overtreding met de
daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen.
Daarbij wordt de volgende indeling gebruikt.

Categorie	Basis-

bedrag	Minimum-

bedrag	Maximum-

bedrag 

1	ā‚¬Ā 10Ā 000,ā€“	ā‚¬Ā 0,ā€“	ā‚¬Ā 10Ā 000,ā€“

2	ā‚¬Ā 500Ā 000,ā€“	ā‚¬Ā 0,ā€“	ā‚¬Ā 1Ā 000Ā 000,ā€“

3	ā‚¬Ā 2Ā 500Ā 000,ā€“	ā‚¬Ā 0,ā€“	ā‚¬Ā 5Ā 000Ā 000,ā€“.







	3. Ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen kunnen bij algemene
maatregel van bestuur voor bij die maatregel aan te geven overtredingen
de basis- en maximumbedragen van de tweede en derde categorie worden
verhoogd, met dien verstande dat:

a. het maximumbedrag van de boete voor een afzonderlijke overtreding van
een voorschrift dat is gerangschikt in de tweede categorie wordt
vastgesteld op ā‚¬Ā 2 500 000;

b. het maximumbedrag van de boete voor een afzonderlijke overtreding van
een voorschrift dat is gerangschikt in de derde categorie wordt
vastgesteld op ā‚¬Ā 10 000 000, ā‚¬Ā 15 000 000 of ā‚¬Ā 20Ā 000Ā 000;

c. het basisbedrag voor een overtreding wordt vastgesteld op de helft
van het maximumbedrag voor die overtreding.

4. Indien ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen vijf
jaren zijn verstreken sinds het opleggen van een bestuurlijke boete aan
de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, bedraagt de
bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste
tweemaal het ingevolge het tweede of derde lid toepasselijke
maximumbedrag.

F

Na artikel 1:81 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1:82

1. In afwijking van artikel 1:81 bedraagt de bestuurlijke boete voor een
afzonderlijke overtreding van een voorschrift gerangschikt in de derde
categorie ten hoogste 10% van de netto-omzet van de overtreder in het
boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarmee de bestuurlijke boete
wordt opgelegd, indien dit meer is dan tweemaal het ingevolge artikel
1:81, tweede of derde lid, toepasselijke maximumbedrag.

2. Ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen kan bij algemene
maatregel van bestuur voor bij die maatregel aan te geven overtredingen:

a. het percentage bedoeld in het eerste lid worden verhoogd tot 15%; 

b. worden bepaald dat voor een overtreding van een voorschrift
gerangschikt in de tweede categorie een boete kan worden opgelegd van
ten hoogste 5% van de netto-omzet van de overtreder in het boekjaar
voorafgaande aan de beschikking waarmee de bestuurlijke boete wordt
opgelegd, indien dit meer is dan tweemaal het ingevolge artikel 1:81,
tweede of derde lid, toepasselijke maximumbedrag.

3. Indien de bestuurlijke boete wordt opgelegd aan een onderneming die
opgenomen is in een groep met een geconsolideerde jaarrekening, worden
bij de berekening van de netto-omzet de totaalbedragen gehanteerd uit de
geconsolideerde jaarrekening van de uiteindelijke moederonderneming.

Artikel 1:83

Voorts kan de toezichthouder in afwijking van artikel 1:81 een
bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste driemaal het bedrag van het
voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.

G 

In artikel 1:86 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ā€™1.ā€™
voor het eerste lid.

H

Na artikel 1:87 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1:88

1. De toezichthouder kan wegens overtreding van artikel 14 of artikel 15
van de verordening marktmisbruik een natuurlijk persoon tijdelijk de
bevoegdheid ontzeggen om te handelen voor eigen rekening.

2. Een ontzegging als bedoeld in het eerste lid kan worden opgelegd voor
de duur van ten hoogste een jaar en kan eenmaal met ten hoogste een jaar
verlengd worden.

Artikel 1:88a

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de uitoefening van de bevoegdheden geregeld in dit hoofdstuk.

Ha

In artikel 1:94, derde lid, vervalt: 5:25i.

I

Artikel 1:96 vervalt.

J

De artikelen 1:97, 1:98 en 1:99 komen te luiden: 

Artikel 1:97

1. De toezichthouder maakt een besluit tot het opleggen van een
bestuurlijke sanctie ingevolge deze wet openbaar. De openbaarmaking
geschiedt zodra het besluit onherroepelijk is geworden. Indien tegen het
besluit bezwaar, beroep of hoger beroep is ingesteld, maakt de
toezichthouder de uitkomst daarvan tezamen met het besluit openbaar.

2. In aanvulling op artikel 5:2, eerste lid, onderdeel a, van de
Algemene wet bestuursrecht wordt onder bestuurlijke sanctie mede
verstaan: het door de toezichthouder wegens een overtreding beƫindigen
of beperken van een recht of bevoegdheid alsmede het opleggen van een
verbod.

3. In afwijking van het eerste lid maakt de toezichthouder een besluit
tot het opleggen van een bestuurlijke boete zo spoedig mogelijk
openbaar, indien het een bestuurlijke boete betreft ter zake overtreding
van:

a. een voorschift dat op grond van artikel 1:81 is gerangschikt in de
derde categorie;

b. in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen: een
voorschrift dat op grond van artikel 1:81 is gerangschikt in de tweede
categorie.

4. De toezichthouder maakt in afwijking van het eerste lid een besluit
tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolge deze wet zo
spoedig mogelijk openbaar, indien een dwangsom wordt verbeurd.

5. De toezichthouder maakt de indiening van een bezwaar of de instelling
van een beroep of hoger beroep tegen een besluit als bedoeld in het
derde of vierde lid, alsmede de beslissing op bezwaar en de uitkomst van
dat beroep of hoger beroep, zo spoedig mogelijk openbaar, tenzij het
besluit op grond van artikel 1:98 niet openbaar is gemaakt.

Artikel 1:98

1. Openbaarmaking op grond van artikel 1:97 wordt uitgesteld of
geschiedt in zodanige vorm dat de openbaar te maken gegevens niet
herleidbaar zijn tot afzonderlijke personen, voor zover:

a. die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en
bekendmaking van zijn persoonsgegevens onevenredig zou zijn;

b. betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;

c. een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de
toezichthouder naar mogelijke overtredingen zou worden ondermijnd; of

d. de stabiliteit van het financiƫle stelsel in gevaar zou worden
gebracht.

2. Openbaarmaking op grond van artikel 1:97 blijft achterwege, indien
openbaarmaking overeenkomstig het eerste lid:

a. onevenredig zou zijn gezien de geringe ernst van de overtreding,
tenzij het een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete
betreft; of

b. de stabiliteit van het financiƫle stelsel in gevaar zou brengen.

Artikel 1:99

1. De toezichthouder gaat pas over tot openbaarmaking op grond van
artikel 1:94 of 1:97, derde of vierde lid, nadat vijf werkdagen zijn
verstreken na de dag waarop de betrokken persoon van het besluit tot het
publiceren van een waarschuwing of verklaring in kennis is gesteld of
het besluit tot opleggen van een boete of last onder dwangsom aan hem is
bekendgemaakt.

2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in
artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op
grond van artikel 1:94 of 1:97 te voorkomen, gaat de toezichthouder niet
over tot openbaarmaking totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft
gedaan of het verzoek is ingetrokken.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid en artikel 1:97, eerste lid
kan de toezichthouder onverwijld overgaan tot openbaarmaking van de
waarschuwing, de verklaring of het besluit tot het opleggen van een
bestuurlijke sanctie , indien bescherming van de belangen die deze wet
beoogt te beschermen geen uitstel toelaat.

K

Artikel 1:100 vervalt.

L

In artikel 1:101 wordt ā€œ, 1:97, eerste lid en artikel 1:99, eerste
lid,ā€ telkens vervangen door: en 1:97.

M

Artikel 1:107, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c wordt als volgt gewijzigd:

a. onder 2Ā° wordt ā€œartikel 5:25i, tweede of vijfde lidā€ vervangen
door: artikel 17, eerste en achtste lid, van de verordening
marktmisbruik;

b. onder 3Ā° wordt ā€œartikel 5:60ā€ vervangen door: artikel 19 van de
verordening marktmisbruik.

2. In onderdeel k wordt ā€œartikelen 5:25m, zesde lidā€ vervangen door:
artikelen 5:25m, vijfde lid.

N

In artikel 5:3a wordt ā€œde richtlijn marktmisbruikā€ vervangen door:
de verordening marktmisbruik.

O

In artikel 5:25b vervalt steeds de zinsnede: , met uitzondering van
artikel 5:25i,.

P

Artikel 5:25i vervalt.

Pa

Artikel 5:25j, tweede lid, vervalt onder vernummering van het derde en
vierde lid tot het tweede en derde lid. 

Q

Artikel 5:25m wordt als volgt gewijzigd:

1. onder vernummering van het vierde tot en met negende lid tot derde
tot en met achtste lid en het elfde lid tot negende lid vervallen het
derde en tiende lid.

2. In het zevende lid (nieuw) wordt ā€œeerste tot en met derde, zesde en
zevende lidā€ vervangen door: eerste, tweede, vijfde en zesde lid.

3. In het achtste lid (nieuw) wordt ā€œHet eerste tot en met derde
lidā€ vervangen door: Het eerste en tweede lid.

4. In het negende lid (nieuw) wordt ā€œhet zesde lidā€ vervangen door:
het vijfde lid.

R

In artikel 5:25s, eerste lid, vervalt ā€œ5:25i,ā€ en wordt ā€œ5:25m,
eerste, zesde of achtste lidā€ vervangen door: 5:25m, eerste, vijfde of
zevende lid.

S

In artikel 5:25v, derde lid, wordt ā€œartikel 5:25m, vierde lidā€
vervangen door: artikel 5:25m, derde lid.

T

In artikel 5:25w, tweede lid, wordt ā€œartikel 5:25m, vijfde lidā€
vervangen door: artikel 5:25m, vierde lid.

U

Het opschrift van hoofdstuk 5.4 wordt vervangen door: 

HOOFDSTUK 5.4. REGELS VOOR HET OPTREDEN OP MARKTEN IN FINANCIƋLE
INSTRUMENTEN

V

De afdelingen 5.4.1 en 5.4.2 en het opschrift van afdeling 5.4.3
vervallen.

W

Artikel 5:68, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c worden geletterd c en d. 

2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: 

b. effectieve regels en procedures vaststelt voor het melden van
inbreuken op de verordening marktmisbruik; 

X

In artikel 5:69 wordt ā€œdeze afdelingā€ vervangen door: artikel 5:68.

Xa

In artikel 5:74, derde lid, wordt ā€œartikel 5:25iā€ vervangen door:
artikel 5:25m. 

Y

De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiĆ«le markten wordt ā€œartikel 5:25m, eerste tot en met derde lid,
zesde en achtste lidā€ vervangen door: artikel 5:25m, eerste, tweede,
vijfde en zevende lid.

2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiƫle markten vervallen de volgende artikelen:

5:25i

5:58, eerste lid

5:58a, eerste tot en met derde lid

5:59, eerste en tweede lid

5:60, eerste en derde lid

5:61, eerste lid

5:62, eerste en derde lid

5:64, eerste en derde tot en met zevende lid

5:65

Z

De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiĆ«le markten wordt ā€œartikel 5:25m, eerste tot en met derde lid,
zesde en achtste lidā€ vervangen door: artikel 5:25m, eerste, tweede,
vijfde en zevende lid.

2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht
financiƫle markten vervallen de volgende artikelen:

5:25i

5:56, eerste, derde en zevende lid

5:57, eerste en derde lid

5:58, eerste lid

5:58a, eerste tot en met derde lid

5:59, eerste en tweede lid

5:60, eerste en derde lid

5:61, eerste lid

5:62, eerste en derde lid

5:63, derde lid

5:64, eerste en derde tot en met zevende lid

5:65

ARTIKEL IA

	In Bijlage II van de Wet bekostiging financieel toezicht wordt in het
onderdeel ā€œToezichthouder: Autoriteit FinanciĆ«le Marktenā€ de
categorie ā€œEffectenuitgevende instellingen: marktā€ als volgt
gewijzigd:

	1. De tekst in de kolom ā€œPersonenā€ komt te luiden:

	a. Uitgevende instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid,
onderdeel 21, van verordening (EU) nr. 596/2014 (verordening
marktmisbruik) die financiƫle instrumenten als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, onderdeel 1, van verordening (EU) nr. 596/2014 heeft
uitgegeven die met haar instemming zijn toegelaten, of waarvoor met haar
instemming verzocht is om toelating, tot de handel in Nederland op een
handelsplatform als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 10, van
verordening (EU) nr. 596/2014.  

	b. Uitgevende instelling zijnde een naamloze vennootschap naar
Nederlands recht waarvan aandelen als bedoeld in artikel 5:33, eerste
lid, onderdeel b, onder 1Ā° en 2Ā°, van de Wft, zijn toegelaten tot de
handel op een gereglementeerde markt, of een rechtspersoon, opgericht
naar het recht van een staat die geen lidstaat van de Europese Unie is,
waarvan de aandelen als bedoeld in onderdeel b, onder 1Ā° en 2Ā°, van de
Wft, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt
waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, van de
Wft is verleend.

	c. Uitgevende instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid,
onderdeel 21, van verordening (EU) nr. 596/2014 met zetel in Nederland
of met zetel in een staat die geen lidstaat van de Europese Unie is
waarvan Nederland de lidstaat van herkomst is als bedoeld in artikel
5:25a, eerste lid, onderdeel c, van de Wft. 

	2. De tekst in de kolom ā€œWetsverwijzingā€ komt te luiden: 

	artikel 3, eerste lid, jo. artikel 17, eerste lid, van verordening (EU)
nr. 596/2014 (verordening marktmisbruik)

	artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, Wft

	artikel 3, eerste lid jo. artikel 19, eerste en tweede lid, van
verordening (EU) nr. 596/2014

ARTIKEL II

In artikel 1.1, onderdeel e, onder 6Ā°, van de Wet handhaving
consumentenbescherming wordt ā€œartikel 5:53, vijfde lid, van de Wet op
het financieel toezichtā€ vervangen door: artikel 3, eerste lid,
onderdeel 35 van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014 betreffende
marktmisbruik (PbEU 2014, L 173).

ARTIKEL III

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 1Ā°, vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet op het
financieel toezicht en wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad
van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en inhoudende intrekking van
Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen
2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014 L 173),
de artikelen 14 en 15;

2. Onder 2Ā° vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het
financieel toezicht ā€œ5:25i, tweede en vijfde lid, 5:2, 5:25i, tweede
en vijfde lidā€ en ā€œ5:59, eerste en tweede lid, 5:60, eerste en derde
lid, 5:63, derde lid, 5:64, eerste en derde tot en met zevende lid,
5:65,ā€ en wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad
van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en inhoudende intrekking van
Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen
2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014 L 173),
de artikelen 17, 18, 19 en 20;

3. Onder 3Ā° vervalt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het
financieel toezicht ā€œ5:53, eerste en tweede lidā€ en wordt in de
alfabetische rangschikking ingevoegd:

de Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad
van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik en inhoudende intrekking van
Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen
2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014 L 173),
artikel 11;

B

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā€œ1.ā€ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De kennisneming van economische delicten met betrekking tot de
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van
16 april 2014 betreffende marktmisbruik en inhoudende intrekking van
Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen
2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014 L 173)
in eerste aanleg is bij uitsluiting opgedragen aan de Rechtbank
Amsterdam.

ARTIKEL IV

Artikel 28 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid vervalt de laatste volzin.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. De omzet, bedoeld in het vijfde lid, bestaat uit de som van de
volgende op de jaarrekening over het voorgaande boekjaar opgenomen
baten:

a. rentebaten en soortgelijke baten;

b. opbrengsten uit waardepapieren;

c. ontvangen provisie;

d. resultaat uit financiƫle transacties;

e. overige bedrijfsopbrengsten;

na aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde en andere
rechtstreeks met de betrokken baten samenhangende belastingen.

7. Voor de toepassing van het vijfde en zesde lid wordt de berekening
van de omzet gedaan op basis van de jaarrekening, opgemaakt
overeenkomstig titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of de in
artikel 362, achtste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde
internationale standaarden voor het opstellen van jaarrekeningen. Indien
de bestuurlijke boete wordt opgelegd aan een dochteronderneming, worden
bij de berekening de totaalbedragen gehanteerd uit de geconsolideerde
jaarrekening van de uiteindelijke moederonderneming.

ARTIKEL V

In artikel 67, eerste lid, onder c, van het Wetboek van Strafvordering
vervalt: de artikelen 5:56, 5:57 en 5:58 van de Wet op het financieel
toezicht;.

ARTIKEL VI

1. Op overtredingen van de bij of krachtens de Wet op het financieel
toezicht gestelde regels, die plaatsvonden voor het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, zijn de artikelen 1:81 tot
en met 1:83 niet van toepassing. Op die overtredingen blijft artikel
1:81 van de Wet op het financieel toezicht van toepassing zoals dat
artikel luidde voor dat tijdstip.

2. Op besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie wegens
overtreding van bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht
gestelde regels, die zijn genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel J, blijven de artikelen 1:97 tot en met 1:101
van de Wet op het financieel toezicht zoals die artikelen voor dat
tijdstip luidden van toepassing.

3. Artikel 1:88 van de Wet op het financieel toezicht is niet van
toepassing op overtredingen die plaatsvonden voor het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H.

ARTIKEL VII

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt ten
aanzien van artikel Ia terug tot en met 3 juli 2016. 

ARTIKEL VIII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet implementatie verordening en
richtlijn marktmisbruik.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiƫn,

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   6