[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

33996, eindtekst

Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Eindtekst

Nummer: 2016D29608, datum: 2016-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2014Z13604:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

7 juli 2016



	 

Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en
enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op
afstand







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling
te treffen voor het organiseren van kansspelen op afstand; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de kansspelen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onder b, wordt na “te bevorderen” ingevoegd: ,
daartoe middelen te verschaffen.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onder c, is niet van
toepassing ten aanzien van de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel
34, eerste lid, bij de rechtmatige uitoefening van de bevoegdheid,
bedoeld in artikel 34c.

B

In artikel 1a, eerste lid, wordt na “piramidespel” toegevoegd: en
poker.

Ba

	Na artikel 1a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1b

	1. Het is verboden om op een open televisieprogrammakanaal als bedoeld
in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008, programma’s aan te
laten bieden waarin gelegenheid wordt geboden om deel te nemen aan een
kansspel als bedoeld in artikel 1, onder a, van deze wet.

	2. Het is een publieke media-instelling of een commerciële
media-instelling als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet
2008,  verboden televisieprogramma’s uit te zenden waarin gelegenheid
wordt geboden om deel te nemen aan een kansspel als bedoeld in artikel
1, onder a, van deze wet.

Bb

	Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Bij
wervings- en reclameactiviteiten voor kansspelen maakt een houder van
een vergunning in ieder geval geen gebruik van persoonsgegevens die hij
heeft verwerkt in het kader van deelname van die personen aan een ander
kansspel als bedoeld in deze wet.

2. In het derde lid komt onderdeel a te luiden:

	a. bij iedere activiteit afzonderlijk wordt gewezen op de risico’s
van onmatige deelneming aan kansspelen door middel van het tonen van een
tekst met een dergelijke strekking, opgesteld in samenspraak met
representatieve en onafhankelijke organisaties die tot doel hebben
verslaving aan kansspelen te beperken en te voorkomen;.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de gronden waarop een aanvraag tot het verlenen of
wijzigen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3 en 4 kan
worden afgewezen.

2. De aanvraag tot het verlenen of wijzigen van een vergunning kan in
ieder geval worden afgewezen en de vergunning kan in ieder geval worden
ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3
van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur. Voordat de aanvraag wordt afgewezen of de vergunning wordt
ingetrokken, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door
het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als
bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

3. De vergunning kan worden verleend onder een beperking verband houdend
met de aard en de organisatie van de kansspelen. Aan de vergunning
kunnen voorschriften worden verbonden in het belang van de verantwoorde,
betrouwbare en controleerbare organisatie van de kansspelen en de
afdracht van de opbrengst. De beperkingen en voorschriften kunnen worden
gewijzigd.

4. De vergunning kan in ieder geval worden ingetrokken, indien:

a. de gegevens, die met het oog op de verkrijging van de vergunning zijn
verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig zijn gebleken dat op de
aanvraag een andere beslissing zou zijn gegeven indien bij de
beoordeling daarvan de juiste en volledige gegevens bekend waren
geweest;

b. niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de verlening
van de vergunning;

c. een aan de vergunning verbonden voorschrift of een beperking
waaronder de vergunning is verleend, is overtreden;

d. onvoldoende medewerking is verleend aan het toezicht op de naleving
en de handhaving van de bij of krachtens deze wet en de Wet op de
kansspelbelasting gestelde voorschriften.

5. De vergunning kan worden geschorst op grond van ernstige vermoedens
dat er grond bestaat om de vergunning in te trekken.

6. De vergunning is niet overdraagbaar.

7. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het
eerste lid, kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot:

a. de termijn waarbinnen een beschikking op de aanvraag omtrent een
vergunning als bedoeld in de artikelen 3 en 4 wordt gegeven;

b. de geldigheidsduur van de vergunning;

c. de beperkingen en voorschriften, bedoeld in het derde lid;

d. de intrekking en schorsing van de vergunning, en

e. de organisatie van de kansspelen;

f. de verplichtingen van de vergunninghouder.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Voor de behandeling van een aanvraag omtrent een vergunning als bedoeld
in de artikelen 3, 4, 9, 14b, 16, 24, 27b en 27h is overeenkomstig door
Onze Minister van Veiligheid en Justitie gestelde regels een vergoeding
verschuldigd. Als betaling achterwege blijft, wordt de aanvraag niet in
behandeling genomen. Artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht is niet van toepassing.

E

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

1. Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan worden
bepaald dat de houder van een vergunning als bedoeld in de artikelen 9,
14b, 16, 24, 27b en 27h aan Onze Minister van Veiligheid en Justitie
overeenkomstig bij die regeling te stellen regels voor het gebruik van
die vergunning eenmalig of periodiek een bedrag is verschuldigd.

2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan bij dwangbevel worden
ingevorderd.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld met betrekking tot de inning van dat bedrag.

Ea

		Het opschrift van Titel III komt te luiden:

Titel III. Sportweddenschappen

Eb

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “sportprijsvragen” vervangen door:
sportweddenschappen.

	2. In het tweede lid wordt “sportprijsvragen” vervangen door
“sportweddenschappen” en “prijsvragen” door: weddenschappen. 

3. In het vierde lid wordt “sportprijsvraag” telkens vervangen door:
sportweddenschap. 

Ec

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt “sportprijsvragen” vervangen
door: sportweddenschappen.

	2. In het tweede lid wordt “prijsvraag” vervangen door:
sportweddenschap.

F

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:.

1. In het eerste lid wordt “sportprijsvragen” vervangen door:
sportweddenschappen.

2. In het tweede lid wordt “prijsvragen” telkens vervangen door:
sportweddenschappen.

3. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel g door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. het onderkennen en voorkomen van manipulatie met sportwedstrijden.

4. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. De houder van een ingevolge artikel 16 verleende vergunning is
verplicht informatie over verdachte gokpatronen bij de
kansspelautoriteit te melden. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden nadere regels gesteld over hetgeen onder informatie over
verdachte gokpatronen wordt verstaan en over de wijze waarop de melding
aan de kansspelautoriteit moet plaatsvinden.

	5. Na het derde lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
en criteria gesteld met betrekking tot de vergunning voor het
organiseren van sportprijsvragen. Deze regels en criteria hebben in
ieder geval betrekking op:

	a. de sportprijsvragen die op grond van een vergunning mogen worden
georganiseerd, waarbij spelregels en andere kenmerken van die
sportprijsvragen kunnen worden gegeven;

	b. regels met betrekking tot het onderkennen en voorkomen van
manipulatie met sportwedstrijden.

	5. De regels en criteria, bedoeld in het vierde lid, worden in beginsel
vastgesteld na overleg met de kansspelautoriteit, sportbonden en
vergunninghouders die sportprijsvragen aanbieden. Tot de regels, bedoeld
in het vierde lid, onder b, kan een lijst behoren met kansspelen,
spelregels en andere kenmerken van die spelen die door een
vergunninghouder voor het organiseren van sportprijsvragen niet mogen
worden aangeboden.

G

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. het onderkennen en voorkomen van manipulatie met sportwedstrijden.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. De houder van een ingevolge artikel 24 verleende vergunning is
verplicht informatie over verdachte gokpatronen bij de
kansspelautoriteit te melden. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden nadere regels gesteld over hetgeen onder informatie over
verdachte gokpatronen wordt verstaan en over de wijze waarop de melding
aan de kansspelautoriteit moet plaatsvinden.

	2. Na het vierde lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende:

	5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
en criteria gesteld met betrekking tot de vergunning tot het organiseren
van totalisators. Deze regels en criteria hebben in ieder geval
betrekking op:

	a. de totalisators die op grond van een vergunning mogen worden
georganiseerd, waarbij spelregels en andere kenmerken van die
totalisators kunnen worden gegeven.

	b. regels met betrekking tot het onderkennen en het voorkomen van
manipulatie met totalisators.

	6. De regels en criteria, bedoeld in het vijfde lid, worden in beginsel
vastgesteld na overleg met de kansspelautoriteit en vergunninghouders
die totalisators aanbieden. Tot de regels, bedoeld in het vijfde lid,
onder b, kan een lijst behoren met kansspelen, spelregels en andere
kenmerken van die spelen die door een vergunninghouder voor het
organiseren van totalisators niet mogen worden aangeboden.

H

Artikel 27j wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 4a, biedt de
houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino geen
toegang tot het speelcasino aan een persoon:

a. die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

b. wiens gegevens zijn opgenomen in het register, bedoeld in artikel
33h;

c. ten aanzien van wie hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door
onmatige deelname aan kansspelen of door kansspelverslaving schade kan
berokkenen aan zichzelf of aan naasten.

2. Onder vernummering van het tweede tot het derde lid, wordt een lid
toegevoegd, luidende:

2. Bij de toepassing van het eerste lid kan de vergunninghouder gebruik
maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. Bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking
tot het eerste lid.

I

Na artikel 27j wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 27ja

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 4a, registreert en
analyseert de houder van een vergunning tot het organiseren van een
speelcasino op consequente en eenduidige wijze gegevens met betrekking
tot het speelgedrag van de speler. Hij kan hierbij bijzondere
persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming
persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de speler verwerken voor
zover dit noodzakelijk is voor het voorkomen van onmatige deelname aan
kansspelen of van kansspelverslaving.

2. Bij een redelijk vermoeden van onmatige deelname aan kansspelen of
kansspelverslaving onderzoekt de vergunninghouder het gedrag van de
speler in een persoonlijk onderhoud met die speler.

3. De vergunninghouder die na het onderzoek, bedoeld in het tweede lid,
redelijkerwijs moet vermoeden dat de speler door onmatige deelname aan
kansspelen of door kansspelverslaving schade kan berokkenen aan zichzelf
of aan naasten adviseert die speler tot tijdelijke uitsluiting van
deelname aan kansspelen, georganiseerd in speelcasino’s als bedoeld in
artikel 27g, tweede lid, in inrichtingen als bedoeld in artikel 30c,
eerste lid, onder b, en op afstand als bedoeld in artikel 31, door
inschrijving in het register, bedoeld in artikel 33h.

4. De vergunninghouder stelt de raad van bestuur, bedoeld in artikel
33a, ervan in kennis, indien de speler, bedoeld in het derde lid, zich
niet in het daarbedoelde register inschrijft. Hij kan hierbij gebruik
maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de voorgaande leden. Deze hebben in ieder
geval betrekking op:

a. de registratie en analyse, bedoeld in het eerste lid;

b. de verwerking van persoonsgegevens, de waarborgen voor rechtmatige
verwerking van persoonsgegevens en het burgerservicenummer, de passende
technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van
persoonsgegevens en het burgerservicenummer tegen verlies of
onrechtmatige verwerking en het toezicht daarop;

c. het onderzoek en het advies, bedoeld in het tweede en derde lid;

d. de kennisgeving, bedoeld in het vierde lid, en de door de
vergunninghouder te verstrekken gegevens.

J

Artikel 30i wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het tweede lid, onderdeel a, wordt na “de bij of krachtens deze
Titel vastgestelde voorschriften” toegevoegd: en de invordering van
die kosten verbonden aan dat toezicht.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De kosten, bedoeld in het tweede lid, onder a, kunnen bij dwangbevel
worden ingevorderd.

K

Aan artikel 30o, vierde lid, worden twee zinnen toegevoegd, luidende:
Daarbij kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de invordering
van deze kosten. Deze kosten kunnen bij dwangbevel worden ingevorderd.

L

In artikel 30r, eerste lid, tweede volzin, wordt “Hij geeft tevens
regels omtrent de afgifte van merktekens” vervangen door: Onze
Minister van Veiligheid en Justitie geeft regels omtrent de afgifte van
merktekens.

M

Het opschrift van titel VA, paragraaf 5, komt te luiden:

§ 5. Overige gebods- en verbodsbepalingen

N

Artikel 30u wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 4a, biedt de
houder van een vergunning tot het aanwezig hebben van een of meer
kansspelautomaten in een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste
lid, onder b, geen toegang tot die inrichting aan een persoon:

a. die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

b. wiens gegevens zijn opgenomen in het register, bedoeld in artikel
33h;

c. ten aanzien van wie hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door
onmatige deelname aan kansspelen of door kansspelverslaving schade kan
berokkenen aan zichzelf of aan naasten.

2. In het derde lid worden “Bij algemene maatregel van bestuur”
vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, wordt
“exploitant” vervangen door: vergunninghouder, en wordt een volzin
toegevoegd, luidende: Daarbij kan de vergunninghouder gebruik maken van
het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer.

O

Na artikel 30u wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 30v

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 4a, registreert en
analyseert de houder van een vergunning tot het aanwezig hebben van een
of meer kansspelautomaten in een inrichting als bedoeld in artikel 30c,
eerste lid, onder b, op consequente en eenduidige wijze gegevens met
betrekking tot het speelgedrag van de speler. Hij kan hierbij bijzondere
persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming
persoonsgegevens betreffende de gezondheid van de speler verwerken voor
zover dit noodzakelijk is voor het voorkomen van onmatige deelname aan
kansspelen of van kansspelverslaving.

2. Bij een redelijk vermoeden van onmatige deelname aan kansspelen of
kansspelverslaving onderzoekt de vergunninghouder het gedrag van de
speler in een persoonlijk onderhoud met die speler.

3. De vergunninghouder die na het onderzoek, bedoeld in het tweede lid,
redelijkerwijs moet vermoeden dat de speler door onmatige deelname aan
kansspelen of door kansspelverslaving schade kan berokkenen aan zichzelf
of aan naasten, adviseert die speler tot tijdelijke uitsluiting van
deelname aan kansspelen, georganiseerd in speelcasino’s als bedoeld in
artikel 27g, tweede lid, in inrichtingen als bedoeld in artikel 30c,
eerste lid, onder b, en op afstand als bedoeld in artikel 31, door
inschrijving in het register, bedoeld in artikel 33h. 

4. De vergunninghouder stelt de raad van bestuur, bedoeld in artikel
33a, ervan in kennis, indien de speler, bedoeld in het derde lid, zich
niet in het daarbedoelde register inschrijft. Hij kan hierbij gebruik
maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de voorgaande leden. Deze hebben in ieder
geval betrekking op:

a. de registratie en analyse, bedoeld in het eerste lid;

b. de verwerking van persoonsgegevens, de waarborgen voor rechtmatige
verwerking van persoonsgegevens en het burgerservicenummer, de passende
technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van
persoonsgegevens en het burgerservicenummer tegen verlies of
onrechtmatige verwerking en het toezicht daarop; 

c. het onderzoek en het advies, bedoeld in het tweede en derde lid;

d. de kennisgeving, bedoeld in het vierde lid, en de door de
vergunninghouder te verstrekken gegevens.

P

Na artikel 30aa wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL Vb. KANSSPELEN OP AFSTAND

Afdeling 1. Inleidende bepalingen

Artikel 31

1. Onder een kansspel op afstand wordt verstaan: een gelegenheid als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, die op afstand met
elektronische communicatiemiddelen wordt gegeven en waaraan wordt
deelgenomen zonder fysiek contact met degene die die gelegenheid geeft
of die voor deelname aan die kansspelen ruimte en middelen ter
beschikking stelt.

2. Tot het organiseren van kansspelen op afstand, anders dan aanbieden
van deelnamebewijzen aan de bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur aangewezen kansspelen waarvoor op grond van een andere dan deze
titel vergunning is verleend, kan uitsluitend vergunning worden verleend
overeenkomstig de bepalingen van deze titel.

Afdeling 2. De vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand

Artikel 31a

1. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, kan vergunning verlenen
tot het organiseren van kansspelen op afstand.

2. De vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand wordt
voor bepaalde tijd verleend en is niet overdraagbaar.

3. De vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand kan
worden verleend onder een beperking verband houdend met de aard van de
te organiseren kansspelen. Aan de vergunning kunnen voorschriften in het
belang van de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie
van die kansspelen worden verbonden. De beperkingen en voorschriften
kunnen worden gewijzigd.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
en criteria gesteld met betrekking tot de vergunning tot het organiseren
van kansspelen op afstand. Deze regels en criteria hebben in ieder geval
betrekking op:

a. de kansspelen die op grond van een vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand mogen worden georganiseerd, waarbij spelregels en
andere kenmerken van die spelen kunnen worden gegeven;

b. regels met betrekking tot het onderkennen en voorkomen van
manipulatie met sportwedstrijden;

c. de geldigheidsduur van de vergunning;

d. de overgang van de vergunning.

5. De regels en criteria, bedoeld in het vierde lid, onder a en b,
worden in beginsel vastgesteld na overleg met de kansspelautoriteit,
sportbonden en vergunninghouders van kansspelen op afstand die
sportprijsvragen of een totalisator aanbieden. Tot de regels als bedoeld
in het vierde lid, onder b, kan een lijst behoren met kansspelen,
spelregels en andere kenmerken van die spelen die door de houder van een
vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand niet mogen
worden aangeboden.

Artikel 31b

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de termijn waarbinnen een beschikking op de aanvraag
omtrent de vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand
wordt gegeven, en kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de
indiening en behandeling van de aanvraag.

Artikel 31c

1. De aanvraag tot het verlenen en wijzigen van een vergunning tot het
organiseren van kansspelen op afstand wordt afgewezen indien onvoldoende
is gewaarborgd dat: 

a. de aanvrager en diens onderneming zullen voldoen aan de bij of
krachtens deze wet gestelde voorschriften;

b. de kansspelen op afstand overeenkomstig de bij of krachtens deze wet,
de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de
Sanctiewet 1977 gestelde voorschriften zullen worden georganiseerd;

c. het toezicht op naleving en de handhaving van deze wet, de Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de Sanctiewet
1977 en de Wet op de kansspelbelasting doelmatig en doeltreffend kan
worden uitgeoefend.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste lid.

Artikel 31d

1. De vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand kan
worden ingetrokken, indien:

a. de gegevens, die met het oog op de verkrijging van de vergunning zijn
verstrekt, zodanig onjuist of onvolledig zijn gebleken dat op de
aanvraag een andere beslissing zou zijn gegeven indien bij de
beoordeling daarvan de juiste en volledige gegevens bekend waren
geweest;

b. niet of niet meer wordt voldaan aan de bij of krachtens deze wet, de
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de
Sanctiewet 1977 of de Wet op de kansspelbelasting gestelde regels;

c. een aan de vergunning verbonden voorschrift of een beperking
waaronder de vergunning is verleend, is overtreden;

d. onvoldoende medewerking is verleend aan het toezicht op de naleving
en de handhaving van de bij of krachtens deze wet, de Sanctiewet 1977,
en de Wet op de kansspelbelasting gestelde voorschriften.

2. De vergunning tot het organiseren van kansspelen op afstand kan
worden geschorst op grond van ernstige vermoedens dat er grond bestaat
om de vergunning in te trekken.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de voorgaande leden.

Artikel 31e

Voor de behandeling van een aanvraag omtrent een vergunning tot het
organiseren van kansspelen op afstand is overeenkomstig door Onze
Minister van Veiligheid en Justitie gestelde regels een vergoeding
verschuldigd. Als betaling achterwege blijft, wordt de aanvraag niet in
behandeling genomen. Artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet
bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 31f 

Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan worden
bepaald dat de houder van een vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand overeenkomstig bij die regeling te stellen regels
periodiek een bedrag afdraagt aan een of meer instellingen die een
algemeen belang dienen, werkzaam op het gebied van sport en lichamelijke
vorming, cultuur, maatschappelijk welzijn of volksgezondheid. Daarbij
kan onderscheid worden gemaakt naar de aard van de door die
vergunninghouder georganiseerde kansspelen.

Afdeling 3. De houder van de vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand

Artikel 31g 

1. De houder van de vergunning tot het organiseren van kansspelen op
afstand heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn
hoofdvestiging in een staat die partij is bij het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte.

2. De vergunninghouder heeft de rechtsvorm van een naamloze vennootschap
of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar het
recht van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de
Europese Economische Ruimte, of een Europese vennootschap.

3. De vergunninghouder verschaft inzicht in de eigendoms- en
zeggenschapsstructuur van zijn onderneming, in die van het concern
waartoe hij behoort en in de persoon van de uiteindelijke
belanghebbende. De vergunninghouder is niet verbonden met personen in
een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur die:

a. ingevolge het recht van een andere staat dat op die personen van
toepassing is, of 

b. door de ondoorzichtigheid van die structuur, 

een belemmering kan vormen voor het doelmatig en doeltreffend uitoefenen
van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet
of de Sanctiewet 1977.

4. De continuĂŻteit van de vergunninghouder is redelijkerwijs
gewaarborgd.

5. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, kan ontheffing verlenen
van het vereiste, bedoeld in het eerste lid, indien de vergunninghouder
zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging heeft in
een derde staat, indien het recht van die staat voldoende waarborgen
biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de vergunninghouder. Deze regels hebben in
ieder geval betrekking op de ontheffing, bedoeld in het vijfde lid, en
de continuĂŻteit van de vergunninghouder.

Artikel 31h

1. De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op
afstand richt zijn bedrijfsvoering zodanig in dat een verantwoorde,
betrouwbare en controleerbare organisatie van de kansspelen op afstand,
alsmede het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze wet en de
Sanctiewet 1977 gestelde voorschriften en de handhaving daarvan, zijn
gewaarborgd.

2. Daartoe gebruikt de vergunninghouder in ieder geval passende
middelen, processen en procedures die: 

a. voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
gestelde technische en operationele vereisten met betrekking tot de
veiligheid, vertrouwelijkheid, eerlijkheid, continuĂŻteit,
betrouwbaarheid, controleerbaarheid en geschiktheid van de
bedrijfsvoering, en

b. zijn gekeurd door een door Onze Minister aangewezen instelling die
door de Raad voor Accreditatie of door een andere nationale
accreditatie-instantie als bedoeld in Verordening 765/2008 tot
vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht
betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van
Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 21) is geaccrediteerd.

3. De vergunninghouder laat de middelen, processen en procedures in
ieder geval op een daartoe strekkende aanwijzing van de raad van
bestuur, bedoeld in artikel 33a, binnen de in die aanwijzing gestelde
termijn geheel of gedeeltelijk onderwerpen aan een keuring door een
instelling als bedoeld in het tweede lid, onder b.

4. De vergunninghouder wijst een of meer ter zake kundige
functionarissen aan die binnen zijn organisatie verantwoordelijk en
beschikbaar zijn voor de uitvoering en het interne toezicht op naleving
van bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de bedrijfsvoering van de vergunninghouder en
de keuring van de middelen, processen en procedures. Daarbij worden in
ieder geval regels gesteld met betrekking tot: 

a. de aanwijzing van instellingen als bedoeld in het tweede lid, onder
b, de intrekking en schorsing van die aanwijzing en de verplichtingen
van de aangewezen instelling;

b. de gevallen waarin de vergunninghouder de middelen, processen en
procedures, bedoeld in het tweede lid, geheel of gedeeltelijk laat
onderwerpen aan een keuring;

c. de gevallen waarin de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a,
tijdelijk ontheffing kan verlenen van het vereiste, bedoeld in het
tweede lid, onder b; 

d. de samenwerking met derden in het belang van de verantwoorde,
betrouwbare en controleerbare organisatie van de kansspelen op afstand;

e. de bescherming van de consument;

f. de uitbesteding van onderdelen van de bedrijfsvoering aan derden; 

g. het verrichten van andere activiteiten dan de krachtens de vergunning
georganiseerde kansspelen, en

h. de administratie van de krachtens de vergunning georganiseerde
kansspelen.

Artikel 31i 

1. De betrouwbaarheid van de houder van de vergunning tot het
organiseren van kansspelen op afstand, van de personen die zijn beleid
bepalen of mede bepalen en van zijn uiteindelijke belanghebbende staat
buiten twijfel.

2. De vergunninghouder voert een adequaat beleid dat strekt tot
waarborging van de betrouwbaarheid van leidinggevenden, van personen op
sleutelposities en van personen die bij het organiseren van de
kansspelen op afstand met spelers in aanraking komen.

3. De vergunning kan in ieder geval worden geweigerd in het geval en
onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

4. Voordat de aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het
organiseren van kansspelen op afstand wordt afgewezen of een dergelijke
vergunning wordt geschorst of ingetrokken, kan het Bureau bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel
8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden
gevraagd.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid. Deze regels hebben
in ieder geval betrekking op de wijze waarop wordt vastgesteld of de
betrouwbaarheid van de vergunninghouder en een persoon als bedoeld in
het eerste lid buiten twijfel staat en welke feiten en omstandigheden
daarbij worden betrokken.

Artikel 31j 

1. Het beleid van de houder van de vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand wordt bepaald door personen die deskundig zijn in
verband met de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie
van kansspelen op afstand.

2. De vergunninghouder draagt zorg voor passende deskundigheid van de
leidinggevenden, van de personen op sleutelposities en van de personen
die bij het organiseren van kansspelen op afstand met spelers in
aanraking komen.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid. 

Afdeling 4. Het organiseren van kansspelen op afstand

Artikel 31k

1. De houder van een vergunning tot het organiseren van kansspelen op
afstand biedt een persoon die niet bij hem als speler is ingeschreven en
aangemeld geen kansspelen op afstand aan.

2. De vergunninghouder schrijft een persoon niet in als speler, dan
nadat de identiteit van die persoon is vastgesteld en is vastgesteld
dat:

a. die persoon 18 jaar of ouder is;

b. die persoon niet is opgenomen in het register, bedoeld in artikel
33h, en

c. die persoon de grenzen van zijn speelgedrag heeft aangegeven.

3. De vergunninghouder staat geen aanmelding toe van een persoon ten
aanzien van wie hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze door onmatige
deelname aan kansspelen of door kansspelverslaving schade kan berokkenen
aan zichzelf of aan naasten.

4. Bij de uitvoering van de voorgaande leden kan de vergunninghouder
gebruik maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder
b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de inschrijving en aanmelding als speler.
Daarbij worden in ieder geval regels gesteld met betrekking tot:

a. de vaststelling van de identiteit, bedoeld in het tweede lid;

b. de grenzen van het speelgedrag, bedoeld in het tweede lid;

c. de overige voorwaarden voor inschrijving als speler;

d. de schorsing van de inschrijving als speler, en

e. de beëindiging van de inschrijving als speler.

	6. De houder van een ingevolge artikel 31a verleende vergunning is
verplicht informatie over verdachte gokpatronen bij de
kansspelautoriteit te melden. Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden nadere regels gesteld over hetgeen onder informatie over
verdachte gokpatronen wordt verstaan en over de wijze waarop de melding
aan de kansspelautoriteit moet plaatsvinden.

Artikel 31l

1. Betalingen tussen de houder van de vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand en de speler verlopen overeenkomstig bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels.

2. De vergunninghouder treft passende waarborgen voor:

a. het veilige verloop van de betalingen, bedoeld in het eerste lid, en

b. de afscheiding van de tegoeden van de spelers van ander vermogen of
de verzekering van die tegoeden, en

c. de uitkering van de tegoeden aan de spelers.

3. De vergunninghouder kan ter uitvoering van het tweede lid, onder b,
een of meer bijzondere rekeningen aanhouden bij een financiële
onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland
het bedrijf van bank mag uitoefenen, welke rekeningen uitsluitend
bestemd zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden als
zodanig ten behoeve van spelers onder zich neemt. In dat geval is
artikel 19, eerste lid, tweede en derde volzin, tweede en derde lid,
vierde lid, tweede en derde volzin, vijfde, zesde en achtste lid, van de
Gerechtsdeurwaarderswet van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat:

a. voor “gerechtsdeurwaarder” telkens wordt gelezen:
vergunninghouder, en

b. voor “derden” telkens wordt gelezen: spelers.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot het tweede en derde lid.

Artikel 31m

1. Onverminderd het bepaalde bij of krachtens artikel 4a, registreert en
analyseert de houder van een vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand systematisch gegevens met betrekking tot het
speelgedrag van de speler. Hij kan hierbij bijzondere persoonsgegevens
als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens
betreffende de gezondheid van de speler verwerken voor zover dit
noodzakelijk is voor het voorkomen van onmatige deelname aan kansspelen
of van kansspelverslaving.

2. Bij een redelijk vermoeden van onmatige deelname aan kansspelen of
kansspelverslaving onderzoekt de vergunninghouder het gedrag van de
speler in een persoonlijk onderhoud met die speler.

3. De vergunninghouder die na het onderzoek, bedoeld in het tweede lid,
redelijkerwijs moet vermoeden dat de speler door onmatige deelname aan
kansspelen of door kansspelverslaving schade kan berokkenen aan zichzelf
of aan naasten, adviseert die speler tot tijdelijke uitsluiting van
deelname aan kansspelen, georganiseerd in speelcasino’s als bedoeld in
artikel 27g, tweede lid, in inrichtingen als bedoeld in artikel 30c,
eerste lid, onder b, en op afstand als bedoeld in artikel 31, door
inschrijving in het register, bedoeld in artikel 33h.

4. De vergunninghouder stelt de raad van bestuur, bedoeld in artikel
33a, ervan in kennis, indien de speler, bedoeld in het derde lid, zich
niet in het daarbedoelde register inschrijft. Hij kan hierbij gebruik
maken van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de
Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

5. De vergunninghouder stelt gegevens en analyses als bedoeld in het
eerste lid geanonimiseerd beschikbaar voor onderzoek naar
kansspelverslaving.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels
gesteld met betrekking tot de voorgaande leden. Deze hebben in ieder
geval betrekking op:

a. de registratie en analyse, bedoeld in het eerste lid;

b. de verwerking van persoonsgegevens, de waarborgen voor rechtmatige
verwerking van persoonsgegevens en het burgerservicenummer, de passende
technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van
persoonsgegevens en het burgerservicenummer tegen verlies of
onrechtmatige verwerking en het toezicht daarop; 

c. het onderzoek en het advies, bedoeld in het tweede en derde lid;

d. de kennisgeving, bedoeld in het vierde lid, en de door de
vergunninghouder te verstrekken gegevens.

Q

Artikel 33b wordt gewijzigd als volgt:

1. Het woord “verstrekken” wordt vervangen door: verlenen.

2. Na “wijzigen” wordt toegevoegd: , schorsen.

3. Na “modeltoelatingen voor speelautomaten,” wordt ingevoegd: het
beheer van het register, bedoeld in artikel 33h,.

	4. “alsmede de handhaving daarvan” wordt vervangen door: de
handhaving daarvan, alsmede het tegengaan en beperken van manipulatie
met sportwedstrijden, voor zover deze betrekking heeft op
sportwedstrijden waarvoor op grond van titel III, titel IV dan wel titel
Vb van deze wet vergunning is verleend tot het organiseren van
kansspelen.

5. Na “informatie,” wordt ingevoegd: het bestrijden van niet
toegestaan kansspelaanbod,.

R

Na artikel 33d wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33da

1. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, kan een persoon bij een
redelijk vermoeden dat deze door onmatige deelname aan kansspelen of
door kansspelverslaving zichzelf of zijn naasten schade kan berokkenen,
door inschrijving in het register, bedoeld in artikel 33h, voor de duur
van zes maanden uitsluiten van deelname aan kansspelen, georganiseerd in
speelcasino’s als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, in inrichtingen
als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, en op afstand als
bedoeld in artikel 31.

2. Een persoon als bedoeld in artikel 33h, tweede lid, onder b, wordt
slechts in het register opgenomen, indien dit noodzakelijk is ter
voorkoming van schade als bedoeld in dat onderdeel, en indien
aannemelijk is geworden dat niet kan worden volstaan met minder
ingrijpende maatregelen.

3. De houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino,
de houder van een vergunning tot het aanwezig hebben van een of meer
kansspelautomaten in een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste
lid, onder b, en de houder van de vergunning tot het organiseren van
kansspelen op afstand verstrekken de raad van bestuur desgevraagd de
gegevens en bescheiden die deze behoeft voor de toepassing van het
eerste lid.

	4. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, stelt beleidsregels
vast over de wijze waarop de uitsluiting bedoeld in het eerste lid en in
het tweede lid wordt toegepast. De beleidsregels behoeven de goedkeuring
van Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

S

Artikel 33e wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, komt te luiden:

1. Onder de naam kansspelheffing legt de kansspelautoriteit een
bestemmingsheffing op:

a. ter bestrijding en ten hoogste ten bedrage van de geraamde kosten van
de kansspelautoriteit in Ă©Ă©n kalenderjaar van de uitoefening van de in
artikel 33b genoemde taken, en

b. ter hoogte van een bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en
Justitie na overleg met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport vastgesteld bedrag als bijdrage ter bestrijding van de kosten van
de anonieme behandeling van kansspelverslaving, van het bevorderen van
het voorkomen en het beperken van kansspelverslaving, van het geven van
voorlichting en informatie omtrent kansspelverslaving en van onderzoek
naar kansspelverslaving.

2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

1. De punt aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door een
puntkomma.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een
puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. degene die op grond van artikel 31 een vergunning is verleend,
waarbij als grondslag wordt aangehouden:

1o. het verschil tussen de ontvangen inzetten en de ter beschikking
gestelde prijzen;

2o. hetgeen anders dan als inzet ontvangen is voor het geven van
gelegenheid tot deelneming aan de kansspelen.

T

Artikel 33f wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a wordt “€ 164” vervangen door:  € 2125. 

2. In onderdeel b wordt “€ 123” vervangen door: € 219.  

3. In onderdeel c wordt “€ 80” vervangen door: € 119.

4. In onderdeel d wordt onder vervanging van de puntkomma aan het slot
door een punt “€ 40” vervangen door: € 79.

2. Het derde tot en met het negende lid worden vernummerd tot het vierde
tot en met het tiende lid.

3. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Het tarief van de heffing bedoeld in artikel 33e, tweede lid, onder
c, subonderdelen 1o en 2o, bedraagt 1,75%, respectievelijk 1,75% van de
grondslag.

5. In het vijfde lid (nieuw) wordt “derde lid” vervangen door:
vierde lid.

6. In het zesde lid (nieuw) wordt “zesde lid” vervangen door:
zevende lid.

7. In het tiende lid (nieuw) wordt na “bedragen” ingevoegd: en de in
het derde lid genoemde percentages.

U

Artikel 33g, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt na “strafrechtelijke persoonsgegevens”
ingevoegd: en gezondheidsgegevens.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door “,
of” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. administratieve samenwerking met andere instanties overeenkomstig
artikel 34m.

V

Na artikel 33g wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33h

1. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, houdt een register van
personen die tijdelijk zijn uitgesloten van deelname aan kansspelen,
georganiseerd in een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid,
onder b, in een speelcasino als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, en
op afstand als bedoeld in artikel 31, eerste lid.

2. Het register heeft tot doel het voorkomen van deelname aan kansspelen
als bedoeld in het eerste lid door personen:

a. die tijdelijk niet willen deelnemen aan kansspelen als bedoeld in het
eerste lid, of

b. ten aanzien van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze
door onmatige deelname aan kansspelen of door kansspelverslaving
zichzelf of zijn naasten schade kunnen berokkenen.

3. Het register bevat gegevens met betrekking tot:

a. de in het register opgenomen personen;

b. de periode van uitsluiting van deelname als bedoeld in het eerste
lid;

c. de aan de registratie ten grondslag liggende redenen;

d. de herkomst van de in het register opgenomen gegevens.

4. Uit het register worden slechts gegevens verstrekt aan:

a. de houders van een vergunning tot het organiseren van kansspelen als
bedoeld in het eerste lid, voor zover het betreft de enkele indicatie of
een persoon in het register is opgenomen;

b. de ambtenaren, bedoeld in artikel 34, eerste lid, voor zover dat
noodzakelijk is voor het toezicht op naleving van deze wet;

c. de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, voor zover dat
noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taken op grond van deze wet.

5. Bij de verwerking van persoonsgegevens kan gebruik worden gemaakt van
het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer.

6. De raad van bestuur haalt de inschrijving in het register door:

a. na afloop van de termijn van uitsluiting als bedoeld in het eerste
lid;

b. op verzoek van de ingeschreven persoon. 

	De inschrijving wordt niet doorgehaald, indien sedert de inschrijving
nog geen zes maanden zijn verstreken.

7. De in het register opgenomen gegevens worden na afloop van de
uitsluiting onverwijld geanonimiseerd en voor beleidsontwikkeling en
statistische doeleinden buiten het register geplaatst.

8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot het register en het gebruik van het
burgerservicenummer. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de
gegevens, bedoeld in het derde lid, en de wijze waarop:

a. de verwerking van persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer
plaatsvindt;

b. de persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer door passende
technische en organisatorische maatregelen worden beveiligd tegen
verlies of onrechtmatige verwerking;

c. wordt gewaarborgd dat de verwerkte persoonsgegevens, waaronder het
burgerservicenummer slechts worden verwerkt voor de preventie en
behandeling van kansspelverslaving, en hoe daarop wordt toegezien.

9. Met betrekking tot het beheer van en de verstrekkingen uit het
register is de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, de
verantwoordelijke in de zin van artikel 1, onder d, van de Wet
bescherming persoonsgegevens.

W

Voor artikel 34 wordt het opschrift § 1. Aanwijzing toezichthouders
geplaatst.

X

Na artikel 34 wordt het opschrift § 2. Bevoegdheden geplaatst.

Y

Na artikel 34b worden acht artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 34c

1. De ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, zijn
bevoegd tot deelname aan kansspelen op afstand als bedoeld in artikel
31, onder verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens met
betrekking tot hun identiteit, voor zover dat voor de vervulling van hun
taken redelijkerwijs noodzakelijk is. Zij brengen de organisator van die
kansspelen daarbij niet tot andere overtredingen dan waarop diens opzet
reeds was gericht.

2. De ambtenaar of persoon die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid,
bedoeld in het eerste lid, maakt daarvan een schriftelijk verslag op
waarin hij vermeldt:

a. zijn naam en zijn hoedanigheid;

b. de reden voor het gebruik van die bevoegdheid;

c. de voorschriften op de naleving of handhaving waarvan wordt
toegezien;

d. het elektronische adres en, voor zover bekend, de omschrijving van
degene die de kansspelen op afstand organiseerde;

e. de onjuiste of onvolledige gegevens die bij de deelname zijn
verstrekt;

f. de wijze waarop de deelname en het tijdvak waarin de deelname heeft
plaatsgevonden;

g. hetgeen tijdens het onderzoek is verricht, gebleken en overigens is
voorgevallen.

Artikel 34d

De ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, zijn
bevoegd om bedrijfsruimten en voorwerpen te verzegelen, voor zover dat
voor de uitoefening van de in artikel 5:17 van de Algemene wet
bestuursrecht bedoelde bevoegdheden redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 34e

De ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, zijn
bevoegd een woning zonder toestemming van de bewoner te betreden en te
doorzoeken, voor zover dat voor de uitoefening van de in artikel 5:17
van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde bevoegdheden redelijkerwijs
noodzakelijk is.

Artikel 34f

1. Voor het betreden of het doorzoeken, bedoeld in artikel 34e, is een
voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris, belast met
de behandeling van strafzaken, bij de rechtbank te Rotterdam. De
machtiging kan bij wijze van voorzorgsmaatregel worden gevraagd. De
machtiging wordt zo mogelijk getoond.

2. Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige
toepassing. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen
alvorens te beslissen.

3. Tegen de beslissing van de rechter-commissaris staat voor zover het
verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor de raad van bestuur,
bedoeld in artikel 33a, binnen veertien dagen beroep open bij de
rechtbank te Rotterdam.

4. Het betreden of het doorzoeken vindt plaats onder toezicht van de
rechter-commissaris.

5. De artikelen 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden zijn niet
van toepassing.

Artikel 34g

1. Een machtiging als bedoeld in artikel 34f is met redenen omkleed en
ondertekend en vermeldt:

a. de naam van de rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven;

b. de naam of het nummer en de hoedanigheid van degene aan wie de
machtiging is gegeven;

c. de wettelijke bepalingen waarop de doorzoeking en het binnentreden
berusten;

d. het doel en voorwerp van het onderzoek;

e. de dagtekening.

2. Indien het betreden of het doorzoeken dermate spoedeisend is dat de
machtiging niet tevoren op schrift kan worden gesteld, zorgt de
rechter-commissaris zo spoedig mogelijk voor de opschriftstelling.

3. De machtiging blijft ten hoogste van kracht tot en met de derde dag
na die waarop zij is gegeven.

4. Artikel 6 van de Algemene wet op het binnentreden is niet van
toepassing.

Artikel 34h

1. De ambtenaar of persoon die is binnengetreden of een doorzoeking als
bedoeld in artikel 34e heeft verricht, maakt op zijn ambtseed of
ambtsbelofte een schriftelijk verslag op omtrent het binnentreden of de
doorzoeking.

2. In het verslag vermeldt hij:

a. zijn naam of nummer en zijn hoedanigheid;

b. de dagtekening van de machtiging en de naam van de
rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven;

c. de wettelijke bepalingen waarop de doorzoeking en het binnentreden
berusten;

d. de plaats waar is binnengetreden of is doorzocht en de naam van
degene bij wie is binnengetreden of de doorzoeking is verricht;

e. de wijze van binnentreden en het tijdstip waarop de doorzoeking is
begonnen en is beëindigd;

f. hetgeen tijdens het onderzoek is verricht en overigens is
voorgevallen;

g. de namen of nummers en de hoedanigheid van de overige personen die
zijn binnengetreden of aan de doorzoeking hebben deelgenomen.

3. Het verslag wordt uiterlijk op de vierde dag na die waarop is
binnengetreden of de doorzoeking is beëindigd, toegezonden aan de
rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven.

4. Een afschrift van het verslag wordt uiterlijk op de vierde dag na die
waarop is binnengetreden of de doorzoeking is beëindigd, aan degene bij
wie is binnengetreden of bij wie de doorzoeking is verricht, uitgereikt
of toegezonden. Indien het doel van het onderzoek daartoe noodzaakt, kan
deze uitreiking of toezending worden uitgesteld. Uitreiking of
toezending geschiedt in dat geval, zodra het belang van dit doel het
toestaat. Indien het niet mogelijk is het afschrift uit te reiken of toe
te zenden, houdt de rechter-commissaris of de ambtenaar of persoon die
is binnengetreden of de doorzoeking heeft verricht, het afschrift
gedurende zes maanden beschikbaar voor degene bij wie is binnengetreden
of bij wie de doorzoeking is verricht.

5. De artikelen 10 en 11 van de Algemene wet op het binnentreden zijn
niet van toepassing.

Artikel 34i

1. De ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, zijn
bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. Zij kunnen
daartoe hun uitlevering vorderen.

2. Vatbaar voor inbeslagneming zijn voorwerpen die kennelijk zijn
bestemd voor het organiseren van kansspelen en die van zodanige aard
zijn dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met het belang
van de verantwoorde, betrouwbare en controleerbare organisatie van
kansspelen overeenkomstig deze wet. 

3. Van de inbeslagneming en van de gronden daartoe doet de ambtenaar of
persoon die de inbeslagneming heeft verricht, zo spoedig mogelijk
schriftelijk mededeling aan degene op wie de inbeslagneming heeft
plaatsgehad. In geval van inbeslagneming op onbekende personen geschiedt
die mededeling in het openbaar volgens bij regeling van Onze Minister
van Veiligheid en Justitie te stellen regels.

4. Krachtens het eerste lid in beslag genomen voorwerpen vervallen
zonder rechtsvervolging aan de staat, tenzij bij besluit van de raad van
bestuur, bedoeld in artikel 33a, of bij een rechterlijke beslissing als
bedoeld in het zesde lid de inbeslagneming niet wordt gehandhaafd.

5. De belanghebbende bij het in beslag genomen voorwerp kan binnen een
maand na de mededeling omtrent de inbeslagneming bij de rechtbank van
het arrondissement binnen hetwelk de inbeslagneming heeft plaatsgehad,
daartegen hetzij in persoon, hetzij door een gemachtigde een met redenen
omkleed klaagschrift indienen.

6. De rechtbank behandelt het klaagschrift op de voet van het bepaalde
in   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=1&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=4720129&Dbname=*U&Tref=0103A9E6BEC2C5B54C" \l "start"  artikel
552b  van het Wetboek van Strafvordering, met dien verstande, dat ook de
ambtenaar of persoon die de inbeslagneming heeft verricht, in de
gelegenheid wordt gesteld tijdens de behandeling te worden gehoord en
hem, zo hij voor de behandeling is verschenen, tijdig tevoren door de
griffier schriftelijk mededeling van de dag der uitspraak wordt gedaan.

7.   HYPERLINK
"http://cd0.bistro.ro.minjus/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=1&Ut=3&Frm=b&Dbname
=*U&Ses=4720129&Dbname=*U&Tref=014CF95AB0E897457A" \l "start"  Artikel
552d  van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige
toepassing.

8. Bij regeling van Onze minister van Veiligheid en Justitie worden
regels gesteld met betrekking tot de opslag van de inbeslaggenomen
voorwerpen, de voorwaarden waaronder die opslag plaats vindt en de
vernietiging van de inbeslaggenomen voorwaarden. 

9. De kosten verbonden aan de opslag en de vernietiging, bedoeld in het
achtste lid, zijn voor rekening van de overtreder. De raad van bestuur,
bedoeld in artikel 33a, kan deze kosten invorderen bij dwangbevel.

Artikel 34j

De ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, oefenen de
bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5.17, 5.18 en 5.19 van de Algemene
wet bestuursrecht, de bevoegdheid tot verzegeling, bedoeld in artikel
34d, de bevoegdheid tot binnentreden en doorzoeken, bedoeld in artikel
34e, en de bevoegdheid tot inbeslagneming, bedoeld in artikel 34i, zo
nodig uit met behulp van de sterke arm.

Z

Na artikel 34j wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3. Maatregelen van toezicht

Artikel 34k

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan ten aanzien van
houders van een vergunning op grond van deze wet worden voorzien in een
verplichting tot:

a. het administreren en beheren van gegevens en bescheiden die van
belang zijn voor het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze
wet gestelde regels, en

b. het periodiek en incidenteel verstrekken van gegevens en bescheiden
als bedoeld onder a aan raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, en aan
de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid.

2. De raad van bestuur kan bepalen dat gegevens of bescheiden als
bedoeld in het eerste lid in persoon worden verstrekt of toegelicht door
de door hem daarbij te bepalen functionaris van de vergunninghouder.

3. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het
eerste lid, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de
administratie, het beheer en de verstrekking van de gegevens, bedoeld in
het eerste en tweede lid.

Artikel 34l

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de elektronische toegang van:

a. de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid;

b. functionarissen van de in artikel 31h, tweede lid, onder b, bedoelde
instellingen;

c. de personen die op grond van artikel 24, eerste lid, van de Wet ter
voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme zijn belast met
het toezicht op naleving door instellingen als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 16o, van die wet, 

d. de ambtenaren en personen die op grond van artikel 10 van de
Sanctiewet 1977 zijn belast met het toezicht op naleving van die wet, en


e. ambtenaren van de Belastingdienst, 

tot elektronische middelen die bij het organiseren van kansspelen worden
gebruikt en de daarin opgeslagen gegevens, voor zover dat voor de
vervulling van hun taken redelijkerwijs nodig is.

AA

Na artikel 34l wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4. Internationale samenwerking met andere toezichthoudende instanties

Artikel 34m

1. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, en de ambtenaren en
personen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, werken samen met de
instanties die in andere staten zijn belast met het toezicht op naleving
van de kansspelregelgeving, voor zover dat voor het vervullen van hun
taak op grond van deze wet of voor de vervulling van de taak van die
toezichthoudende instantie nodig is.

2. Ter uitvoering van het eerste lid kunnen de ambtenaren en personen,
bedoeld in artikel 34, eerste lid, de bevoegdheden, bedoeld in afdeling
5.2 van de Algemene wet bestuursrecht en titel VIa van deze wet,
uitoefenen, voor zover dit zich verdraagt met de Nederlandse wetgeving
en de openbare orde. 

3. Tenzij uit een voor Nederland bindend verdrag of Europees recht
anders voortvloeit, worden de bevoegdheden, bedoeld in het tweede lid,
slechts uitgeoefend overeenkomstig een door de raad van bestuur en een
toezichthoudende instantie als bedoeld in het eerste lid gesloten
overeenkomst met betrekking tot die samenwerking.

4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de voorgaande leden. 

BB

Het opschrift “§ 1. Last onder bestuursdwang” wordt vervangen door:
§ 1. Bindende aanwijzing en last onder bestuursdwang.

CC

Voor artikel 35 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34n

1. De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, kan degene die
kansspelen organiseert of die de deelname aan zonder vergunning
krachtens deze wet georganiseerde kansspelen bevordert of daartoe
middelen verschaft, een bindende aanwijzing geven met betrekking tot de
naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften binnen
een in die aanwijzing gegeven redelijke termijn.

2. Degene tot wie een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid is
gericht, handelt overeenkomstig die aanwijzing.

3. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kan er onder meer toe
strekken dat een aanbieder van een betaaldienst wordt verplicht alle
maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd
om betalingsverkeer dat wordt gebruikt voor het organiseren van
kansspelen zonder vergunning op grond van deze wet of voor het deelnemen
aan dergelijke kansspelen, te blokkeren, voor zover dit noodzakelijk is
voor het beëindigen van een overtreding van artikel 1, eerste lid,
onder a, b of c, of het voorkomen van nieuwe overtredingen.

4. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, kan er voorts onder meer
toe strekken dat een aanbieder van een openbare elektronische
communicatiedienst wordt verplicht alle maatregelen te treffen die
redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om bepaalde gegevens die
worden opgeslagen of doorgegeven en die worden gebruikt voor het
organiseren van kansspelen zonder vergunning op grond van deze wet, voor
het deelnemen aan dergelijke kansspelen of voor reclame- of
wervingsactiviteiten ten behoeve van dergelijke kansspelen,
ontoegankelijk te maken, voor zover dit noodzakelijk is voor het
beëindigen van een overtreding van artikel 1, eerste lid, onder a, b of
c, of het voorkomen van nieuwe overtredingen.

5. Onder ontoegankelijkmaking van gegevens wordt verstaan het treffen
van maatregelen om te voorkomen dat de beheerder van geautomatiseerde
werk of derden verder van die gegevens kennisnemen of gebruikmaken,
alsmede ter voorkoming van de verdere verspreiding van die gegevens.
Onder ontoegankelijkmaking wordt mede verstaan het verwijderen van de
gegevens uit het geautomatiseerde werk. Onder ontoegankelijkmaking wordt
niet verstaan het manipuleren, blokkeren of filteren van
internetverkeer, waaronder DNS-verkeer.

6. Voor een aanwijzing als bedoeld in het vierde lid is voorafgaande
machtiging vereist van de rechter-commissaris, belast met de behandeling
van strafzaken, bij de rechtbank te Rotterdam. Artikel 171 van het
Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing. De
rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te
beslissen.

7. Tegen de beslissing van de rechter-commissaris, bedoeld in het zesde
lid, staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen,
voor de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, binnen veertien dagen
beroep open bij de rechtbank te Rotterdam.

8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot de bindende aanwijzing.

DD

Artikel 35 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Ingeval de in artikel 35a, eerste lid, tweede volzin, bedoelde
overtreding een weigering inhoudt medewerking als bedoeld in artikel
5:20 van de Algemene wet bestuursrecht te verlenen, kan de raad van
bestuur een last onder dwangsom opleggen om inzage te verlenen in de in
die last aangegeven zakelijke gegevens en bescheiden.

EE

Artikel 35a, eerste lid, komt te luiden:

1. De raad van bestuur kan een bestuurlijke boete opleggen wegens
overtreding van de voorschriften vastgesteld bij of krachtens de
artikelen 1, eerste lid, onder a, b en d, tweede lid, 1b, 4a, 7, 10, 13,
14, 14c, 14d, eerste lid, 20, eerste lid, 21, 25, 27, 27c, 27e, eerste
lid, 27i, 27j, eerste lid, 27ja, 30h, eerste lid, 30j, eerste lid, 30m,
eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste,
tweede en vijfde lid, 30u, eerste lid, 30v, 30z, 31h, 31i, eerste en
tweede lid, 31j, 31k, 31l, 31m, 34k en 34l, en 34n, tweede lid. De raad
van bestuur kan voorts een bestuurlijke boete opleggen wegens handelen
in strijd met artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht en wegens het verbreken, opheffen of beschadigen van een
verzegeling als bedoeld in artikel 34d of wegens het op andere wijze
verijdelen van de door de verzegeling bedoelde afsluiting.

FF

Na artikel 35c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35d

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot het stellen van financiële zekerheid door de houder
van een vergunning op grond van deze wet voor het nakomen van de
financiële verplichtingen uit:

a. de kansspelheffing, bedoeld in artikel 33e, en

b. de bestuurlijke sancties wegens overtredingen van bij of krachtens
deze wet gestelde voorschriften.

GG

	In titel VIb wordt na paragraaf 2 een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 3. Openbare waarschuwing

Artikel 35e

	1. De raad van bestuur kan in het kader van zijn taken genoemd in deze
wet, een openbare waarschuwing uitvaardigen voordat hij een overtreding
van de voorschriften vastgesteld bij of krachtens deze wet, heeft
vastgesteld, indien dat redelijkerwijs noodzakelijk is om spelers snel
en effectief te informeren over mogelijk schadeveroorzakend
kansspelaanbod.

2. Een kansspelaanbieder wordt uitsluitend met name genoemd in de
openbare waarschuwing indien er sprake is van een reëel en acuut risico
op benadeling van spelers en er sprake is van een redelijk vermoeden van
overtreding. In de openbare waarschuwing komt duidelijk naar voren dat
er nog geen sprake is van een door de raad van bestuur vastgestelde
overtreding.

3. De uitvaardiging van een openbare waarschuwing waarin een
kansspelaanbieder met name wordt genoemd geschiedt niet eerder dan nadat
vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot het
uitvaardigen van de openbare waarschuwing aan hem is bekend gemaakt,
tenzij hij het besluit zelf heeft openbaar gemaakt, heeft doen openbaar
maken of heeft aangegeven geen bedenkingen te hebben tegen eerdere
openbaarmaking.

4. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in
artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de werking van het
besluit opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan
of het verzoek is ingetrokken.

5. Het besluit van de raad van bestuur tot het uitvaardigen van een
openbare waarschuwing als bedoeld in het derde lid vermeldt behalve de
naam van de vergunninghouder in ieder geval het mogelijk
schadeveroorzakend kansspelaanbod, de inhoud van de openbaarmaking, de
gronden waarop het besluit berust alsmede de wijze waarop en de termijn
waarna de openbare waarschuwing zal worden uitgevaardigd.

Artikel 35f

Gegevens die de kansspelautoriteit verkrijgt van andere toezichthoudende
instanties en andere overheidsdiensten maakt de raad van bestuur alleen
openbaar met toestemming van de desbetreffende instantie of dienst.

ARTIKEL II

De Wet op de kansspelbelasting wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Onder de naam kansspelbelasting wordt een belasting geheven van:

a. degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse
casinospelen, niet zijnde kansspelen op afstand;

b. de houder van een vergunning voor de exploitatie van speelautomaten
als bedoeld in artikel 30h, eerste lid, van de Wet op de kansspelen, ten
aanzien van de onder diens vergunning in Nederland geplaatste fysieke
speelautomaten waarop een kansspelautomatenspel wordt gespeeld;

c. degene die opbrengst geniet van zonder een vergunning als bedoeld in
onderdeel b in Nederland geplaatste fysieke speelautomaten waarop een
kansspelautomatenspel wordt gespeeld;

d. degene die gelegenheid geeft tot deelname aan kansspelen op afstand
die worden aangeboden onder een vergunning die verleend is
overeenkomstig de bepalingen van titel Vb van de Wet op de kansspelen;

e. de gerechtigden tot de prijzen van binnenlandse kansspelen, niet
zijnde:

1o. casinospelen;

2o. kansspelautomatenspelen;

3o. kansspelen op afstand;

f. de in Nederland wonende of gevestigde gerechtigden tot de prijzen van
buitenlandse kansspelen, niet zijnde:

1o. casinospelen en kansspelautomatenspelen die worden gehouden door
natuurlijke personen of door lichamen van wie er een of meer wonen of
zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie of in een andere
staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese
Economische Ruimte;

2o. kansspelen op afstand;

g. de in Nederland wonende of gevestigde gerechtigden tot de prijzen van
kansspelen op afstand, niet zijnde kansspelen op afstand als bedoeld in
onderdeel d.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt “met uitzondering van
levensverzekeringen en premieleningen” vervangen door: met inbegrip
van piramidespelen en met uitzondering van levensverzekeringen en
premieleningen.

2. Na het eerste lid worden, onder vernummering van het tweede en derde
lid tot zesde en zevende lid, vier leden ingevoegd, luidende:

2. Onder kansspelen op afstand worden verstaan kansspelen die op afstand
met elektronische communicatiemiddelen worden gegeven en waaraan wordt
deelgenomen zonder fysiek contact met degene die gelegenheid geeft of
die voor deelname aan die kansspelen ruimte en middelen ter beschikking
stelt, met uitzondering van kansspelen waarvoor op grond van een andere
titel dan titel Vb van de Wet op de kansspelen een vergunning is
verleend.

3. Onder kansspelautomatenspel wordt verstaan een kansspel dat bestaat
uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of
elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot rechtstreekse
of niet-rechtstreekse uitkering van prijzen, met inbegrip van extra
speelduur.

4. Onder piramidespelen worden verstaan gelegenheden waarbij deelnemers
een goed afgeven of een verplichting aangaan teneinde daaruit een
voordeel te verwerven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de
afgifte van een goed of het aangaan van een verplichting door latere
deelnemers.

5. Onder casinospelen worden verstaan casinospelen als bedoeld in
artikel 27i van de Wet op de kansspelen, met inbegrip van spelen die
naar hun aard en opzet vergelijkbaar zijn met dergelijke casinospelen,
maar met uitzondering van bingo.

3. In het zesde lid (nieuw) vervalt “(Stb. 1959, 301)”.

4. In het zevende lid (nieuw) wordt “het tweede lid” vervangen door:
het zesde lid.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. in de gevallen waarin artikel 1, onderdeel a, b, c of d, van
toepassing is, naar het verschil tussen de in een tijdvak ontvangen
inzetten en de ter beschikking gestelde prijzen en naar hetgeen in een
tijdvak anders dan als inzet ontvangen is voor het geven van gelegenheid
tot deelneming aan kansspelen;.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt “artikel 1, eerste lid,
onderdeel c of d” vervangen door: artikel 1, onderdeel e of f.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “artikel 1, eerste lid,
onderdeel e” vervangen door: artikel 1, onderdeel g.

D

In artikel 4, eerste lid, wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel c of
d” vervangen door: artikel 1, onderdeel e of f.

E

In artikel 5, tweede lid, wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel c”
vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

G

Artikel 5a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel a of b”
vervangen door: artikel 1, onderdeel a, b, c of d.

2. Het derde lid vervalt.

H

Artikel 5b vervalt.

I

In artikel 6, eerste lid, wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel c”
vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

J

Artikel 7 vervalt.

K

In artikel 8, eerste lid, wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel d”
vervangen door: artikel 1, onderdeel f.

L

In artikel 8a, eerste lid, wordt “artikel 1, eerste lid, onderdeel
e” vervangen door: artikel 1, onderdeel g.

ARTIKEL III

In de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt artikel 67ca, eerste
lid, als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. De onderdelen c tot en met f worden geletterd b tot en met e.

ARTIKEL IV

In de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van
belastingen wordt in artikel 11, eerste lid, “eerste lid, onderdelen b
tot en met f” vervangen door: eerste lid, onderdelen b tot en met e.

ARTIKEL V

In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 11o, van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur wordt “de
artikelen 30b en 30h” vervangen door: de artikelen 3, 4, 30b, 30h en
31.

ARTIKEL VI

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet ter voorkoming van
witwassen en financieren van terrorisme komt onderdeel 16o te luiden:

16o. natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of
bedrijfsmatig een speelcasino in de zin van   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0002469/geldigheidsdatum_09-11-2012" \l
"TitelIVb_Artikel27g"  artikel 27g van de Wet op de kansspelen  dan wel
kansspelen op afstand in de zin van artikel 31 van die wet organiseert;.

ARTIKEL VII

	Na onderdeel h van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet
2007 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: 

	i. de kansspelautoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Wet op de
kansspelen, voor de uitvoering van haar taken.

ARTIKEL VIII

1. Onze Minister van Veiligheid en Justitie zendt binnen drie jaar na de
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

2. In het verslag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval
inzichtelijk gemaakt; de meeropbrengst van de kansspelbelasting van de
landgebonden kansspelen en die van de kansspelen op afstand; de behaalde
kanalisatiegraad; het succes van de verslavingszorg bij speelhallen en
de horeca; de ontwikkeling van de afdrachten aan de sport.

ARTIKEL IX

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.



Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Staatssecretaris van Financiën, 

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Staatssecretaris van Financiën,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5