[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijgewerkt t/m nr. 23 (nota van wijziging d.d. 7 september 2016)

Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D33208, datum: 2016-09-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z08396:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 23, NvW d.d. 7 september 2016



	34 457 	Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele
andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en
toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter
vermindering van de uitval en het bevorderen van een goede doorstroom
bij de overstap van het voortgezet onderwijs naar het beroepsonderwijs
onder meer een landelijke aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het
beroepsonderwijs in te voeren en daartoe onder meer de Wet educatie en
beroepsonderwijs aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “8.1.1 tot en met 8.1.1d” vervangen door
“8.0.1 tot en met 8.1.1d” en wordt na “8.2.1” ingevoegd: ,
8.2.2a.

2. In het tweede lid wordt “8.1.1 tot en met 8.1.1d” vervangen door
“8.0.1 tot en met 8.1.1d” en wordt na “8.2.1” ingevoegd: ,
8.2.2a.

B

In artikel 2.3.6a, vierde lid, wordt, na “de opgave aan burgemeester
en wethouders, bedoeld in” ingevoegd: artikel 8.0.2, eerste lid, en.

C

Artikel 2.5.5a, zesde lid, komt als volgt te luiden:

6. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van de
betrokkene bij de opgave, bedoeld in artikel 8.0.3, derde en vierde lid,
en bij de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid.

D

In hoofdstuk 8 wordt vóór titel 1 ingevoegd:

Titel 0. Aanmelding

Artikel 8.0.1. Aanmelding uiterlijk op 1 april 

1. Uiterlijk op 1 april voorafgaand aan een studiejaar meldt degene die
zich als deelnemer wenst te laten inschrijven voor een beroepsopleiding
die start bij de aanvang van dat studiejaar, zich aan bij de
desbetreffende instelling. Na de aanmelding kan de betrokkene zijn
aanmelding nog wijzigen. 

2. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal beroepsopleidingen
worden vastgesteld waarvoor de betrokkene zich kan aanmelden. 

3. Dit artikel is niet van toepassing op: 

a. een deelnemer die zich aanmeldt bij een andere beroepsopleiding dan
die waar hij oorspronkelijk was ingeschreven maar kan aantonen dat de
aanmelding het gevolg is van een beëindiging van de inschrijving op
grond van artikel 8.1.7a, op een zodanig tijdstip dat hij zich niet kon
aanmelden uiterlijk 1 april voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij
zich wenst in te schrijven; en

b. deelnemers aan een experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo als
bedoeld in 

het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022.   

Artikel 8.0.2. Gegevensverstrekking deelnemers voortgezet algemeen
volwassenenonderwijs die naar verwachting overstappen naar het
middelbaar beroepsonderwijs

1. Het bevoegd gezag geeft jaarlijks op welke deelnemers die aan die
instelling een opleiding voor voortgezet algemeen volwassenen onderwijs
gericht op het behalen van een diploma van onderwijs als bedoeld in
artikel 9 van de Wet op het voortgezet onderwijs volgen, naar
verwachting het aankomend studiejaar hun opleiding zullen vervolgen aan
een beroepsopleiding. De opgave wordt gedaan aan het college van
burgemeester en wethouders van de woon- of verblijfplaats van deze
deelnemers. Deze informatie wordt uitsluitend gebruikt om schooluitval
bij de overgang naar het beroepsonderwijs te voorkomen.

2. Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van het eerste lid
regels vastgesteld. Deze betreffen in ieder geval een specificatie van
de bij de opgave te leveren gegevens, het tijdstip en de wijze waarop
deze gegevens worden geleverd. 

Artikel 8.0.3. Te verstrekken gegevens bij aanmelding; terugmelding
gegevens

1. Bij de aanmelding, bedoeld in artikel 8.0.1, legt de betrokkene of,
als deze minderjarig is, diens ouders, voogden of verzorgers, zijn
persoonsgebonden nummer over onder vermelding van, indien van
toepassing, de school als bedoeld in de Wet op het voorgezet onderwijs,
de school of instelling als bedoeld in de Wet op de expertisecentra of
de instelling als bedoeld in deze wet waar hij op het moment van
aanmelding staat ingeschreven. 

2. Het persoonsgebonden nummer wordt overgelegd door middel van een van
overheidswege verstrekt document, waarop tevens de gegevens over de
geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van
betrokkene zijn vermeld. Indien geen persoonsgebonden nummer kan worden
overgelegd, worden in plaats daarvan de geslachtsnaam, de voorletters,
de geboortedatum en het geslacht van betrokkene vermeld. 

3. Indien degene die zich aanmeldt nog is ingeschreven bij een school of
instelling als bedoeld in het eerste lid, doet het bevoegd gezag waar
betrokkene zich aanmeldt, aan het bevoegd gezag van de school of
instelling waar betrokkene is ingeschreven, zo snel mogelijk opgave van
deze aanmelding en vermeldt daarbij: 

a. of aan de betrokkene een onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel
8.1.3, is aangeboden;

b. of de aanmelding in verband met de toepassing van artikel 8.1.1c niet
tot inschrijving kan leiden;

c. of de aanmelding is ingetrokken; en 

d. of de betrokkene is ingeschreven.

4. Indien degene die zich aanmeldt niet in het bezit is van een diploma
als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, dan
wel een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger
algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 respectievelijk 8
van de Wet op het voortgezet onderwijs, de leeftijd van 23 jaren nog
niet heeft bereikt en niet of niet meer is ingeschreven bij een school
of instelling als bedoeld in het eerste lid, doet het bevoegd gezag waar
betrokkene zich aanmeldt, zo snel mogelijk aan het college van
burgemeester en wethouders van de woon- of verblijfplaats van
betrokkene, opgave van deze aanmelding en vermeldt daarbij: 

a. of aan de betrokkene is een onderwijsovereenkomst als bedoeld in
artikel 8.1.3 is aangeboden;

b. of de aanmelding in verband met de toepassing van artikel 8.1.1c niet
tot inschrijving leidt;

c. of de aanmelding is ingetrokken; en

d. of de betrokkene is ingeschreven. 

5. Bij ministeriële regeling worden regels vastgesteld ter uitvoering
van het derde en vierde lid. Deze betreffen in ieder geval een
specificatie van de gegevens en het tijdstip en de wijze waarop deze
gegevens worden geleverd. 

6. De informatie bedoeld in het derde lid, respectievelijk het vierde
lid, wordt door het bevoegd gezag van de school of instelling waar een
betrokkene op het moment van aanmelding is ingeschreven respectievelijk
door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar
deze woon- of verblijfplaats heeft, uitsluitend gebruikt ten behoeve van
het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. 

Artikel 8.0.4. Intakeactiviteiten en studiekeuzeadvies 

1. Een betrokkene die uiterlijk 1 april is aangemeld in overeenstemming
met artikel 8.0.1, eerste lid, heeft desgevraagd recht op een
studiekeuzeadvies. 

Dit recht geldt alleen als betrokkene deelneemt aan de
intakeactiviteiten die het bevoegd gezag met het oog op dit
studiekeuzeadvies organiseert.

2. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal studiekeuzeadviezen
worden vastgesteld waarop de betrokkene recht heeft. 

3. Het bevoegd gezag kan intakeactiviteiten organiseren en aan de hand
daarvan een studiekeuzeadvies uitbrengen ten behoeve van andere dan de
in het eerste lid bedoelde betrokkenen. 

4. De studiekeuzeadviezen zijn niet bindend.

5. Het bevoegd gezag stelt ter uitvoering van dit artikel nadere regels
vast die in elk geval betrekking hebben op de intakeactiviteiten die
door de instelling, al dan niet per opleiding, worden georganiseerd, de
aard en inhoud van de intakeactiviteiten, de termijn waarbinnen de
intakeactiviteiten plaatsvinden en de gevallen waarin, de termijn
waarbinnen en de wijze waarop studiekeuzeadviezen wordt uitgebracht. 

6. Bij het vaststellen van de nadere regels treft het bevoegd gezag voor
betrokkenen afkomstig uit de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba respectievelijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten zodanige
voorzieningen dat zij kunnen deelnemen aan de intakeactiviteiten zonder
dat hun fysieke aanwezigheid op de instelling vereist is. 

7. Het bevoegd gezag stelt de in het vijfde lid bedoelde informatie voor
een ieder beschikbaar uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het
studiejaar waarvoor deze geldt.

E

Artikel 8.1.1, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In de eerste volzin wordt na “ingeschreven” ingevoegd: voor een
entreeopleiding of een basisberoepsopleiding.

2. Na de tweede volzin wordt een volzin toegevoegd, luidend: 

Ten aanzien van degenen die wensen te worden ingeschreven voor een
vakopleiding, middenkaderopleiding of een specialistenopleiding, kan het
bevoegd gezag ook aangeven dat zij geacht worden de grondslag en de
doelstellingen van de instelling te onderschrijven en kan de
inschrijving van een betrokkene ook worden geweigerd dan wel beëindigd,
indien deze de grondslag en de doelstellingen van de instelling niet
onderschrijft.

3. In de laatste volzin wordt na “de tweede” ingevoegd: of derde.

F

In artikel 8.1.1b, eerste lid, wordt “De toelating tot de
entreeopleiding, staat” vervangen door: Onverminderd de artikelen
8.1.1, 8.1.2 en 8.1.7b, staat de toelating tot de entreeopleiding. 

G

Artikel 8.1.1c komt als volgt te luiden:

Artikel 8.1.1c. Recht op toelating basisberoepsopleiding, vakopleiding,
middenkaderopleiding en specialistenopleiding

1. Onverminderd de artikelen 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.7b, staat de toelating
tot een basisberoepsopleiding, een vakopleiding, een
middenkaderopleiding en een specialistenopleiding open voor degene die
voldoet aan de in de bij of krachtens de artikelen 8.2.1, 8.2.2 en
8.2.2a ten aanzien van die opleidingen gestelde eisen. 

2. Het bevoegd gezag kan het aantal deelnemers voor een opleiding
beperken wegens de opleidingscapaciteit of uit oogpunt van
arbeidsmarktperspectief.

3. Het bevoegd gezag kan de toelating van degene die om toelating
verzoekt weigeren indien:

a. paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is op
hem, zijn inschrijving reeds driemaal is beëindigd op grond van artikel
8.1.7a, tweede lid en sinds de laatste dag van inschrijving minder dan
drie studiejaren zijn verstreken; of

b. hij reeds zes jaar of langer in een beroepsopleiding ingeschreven is
geweest zonder een diploma te hebben behaald en sinds de laatste dag van
inschrijving minder dan drie studiejaren zijn verstreken. 

4. Indien een betrokkene niet kan worden ingeschreven op grond van het
tweede lid, of omdat hij niet voldoet aan de voor die opleiding
krachtens artikel 8.2.2a gestelde eisen, biedt het bevoegd gezag deze de
mogelijkheid zich te laten inschrijven aan een andere opleiding aan de
instelling waarvoor de inschrijving wel mogelijk is, rekening houdend
met diens voorkeuren. Dit geldt niet voor vakinstellingen als bedoeld in
artikel 1.3.2a en agrarische opleidingscentra als bedoeld in artikel
1.3.3. 

5. Bij een inschrijvingsbeperking als bedoeld in het tweede lid hanteert
het bevoegd gezag geen toelatingscriteria waarbij aan betrokkenen die
aan de vooropleidingseisen voor de desbetreffende opleiding voldoen,
extra eisen worden gesteld aan hun geschiktheid. Onverminderd de vorige
volzin, verleent het bevoegd gezag aan de inschrijving van betrokkenen
die in overeenstemming met artikel 8.0.1, eerste lid, uiterlijk op 1
april voor de desbetreffende opleiding zijn aangemeld, voorrang. 

6. Het bevoegd gezag stelt met in achtneming van de voorgaande leden de
toelatingsprocedure vast en stelt deze informatie voor een ieder
beschikbaar uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarvoor
deze geldt.

H

Artikel 8.1.7a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

1. Het bevoegd gezag brengt aan iedere deelnemer die zich inschrijft,
advies uit over de voortzetting van zijn opleiding. Aan degenen die zijn
ingeschreven  in een entreeopleiding wordt dit advies uiterlijk binnen
vier kalendermaanden na aanvang van de opleiding gegeven en aan degenen
die zijn ingeschreven voor een basisberoepsopleiding, vakopleiding,
middenkaderopleiding of specialistenopleiding na ten minste drie en
binnen uiterlijk twaalf kalendermaanden na aanvang van de opleiding.

2. In het derde lid, eerste volzin, wordt “entreeopleiding”
vervangen door: opleiding.

I 

Na artikel 8.1.7a wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 8.1.7b. Ongeschiktheid voor toekomstige beroepsuitoefening

1. Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen na advies van de
examencommissie en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen de
onderwijsovereenkomst met een deelnemer ontbinden dan wel weigeren, als
die deelnemer door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven
van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe
de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische
voorbereiding op de beroepsuitoefening.

2. Het bevoegd gezag dan wel het bevoegd gezag van een andere instelling
die een zelfde of verwante opleiding verzorgt, kan besluiten de
deelnemer niet opnieuw of niet voor die opleiding in te schrijven.

J

Na artikel 8.2.2 wordt een artikel ingevoegd, luidend: 

Artikel 8.2.2a. Aanvullende eisen	

1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een
opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het
onderwijs, specifieke eisen stellen ten aanzien van kennis of
vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het
voortgezet onderwijs, bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, of
scholen en instellingen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra
respectievelijk specifieke eisen stellen ten aanzien van de
eigenschappen van de deelnemer, kunnen bij ministeriële regeling
opleidingen worden aangewezen die op daarbij aangegeven gronden eisen
kunnen stellen in aanvulling op de eisen, bedoeld in artikel 8.2.1 en
8.2.2. 

2. Het bevoegd gezag stelt een regeling vast voor de selectiecriteria en
de selectieprocedure en stelt deze uiterlijk 1 februari voorafgaand aan
het studiejaar waar deze voor geldt, voor een ieder beschikbaar. De
selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband
houden met de gronden, bedoeld in het eerste lid. 

3. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen
tevens voorschriften van procedurele aard worden vastgesteld.

K

Aan artikel 8a.2.2, vierde lid, wordt onder wijziging van de punt aan
het slot van onderdeel f in een puntkomma, toegevoegd:

g. de regeling die het bevoegd gezag vaststelt voor de selectiecriteria
en de selectieprocedure, bedoeld in artikel 8.2.2a.

ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 27c wordt ingevoegd:

Artikel 27d. Gegevensverstrekking leerlingen die naar verwachting
overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs

1. Het bevoegd gezag geeft jaarlijks de leerlingen op die aan die school
een opleiding praktijkonderwijs of de basisberoepsgerichte,
kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg volgen, en naar
verwachting het aankomend schooljaar hun opleiding zullen vervolgen aan
een beroepsopleiding in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
De opgave wordt gedaan aan het college van burgemeester en wethouders
van de woon- of verblijfplaats van deze leerlingen. Deze informatie
wordt uitsluitend gebruikt om schooluitval bij de overgang naar het
beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, te
voorkomen. 

2. Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van het eerste lid
regels vastgesteld. Deze betreffen in ieder geval een specificatie van
de bij de opgave te leveren gegevens, het tijdstip en de wijze waarop
deze gegevens worden geleverd. 

B 

In artikel 103b, zesde lid, wordt na “de opgave aan burgemeester en
wethouders, bedoeld in” ingevoegd: artikel 27d, eerste lid, en. 

ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP DE EXPERTICECENTRA

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 42a wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 42b. Gegevensverstrekking leerlingen die naar verwachting
overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs

1. Het bevoegd gezag geeft jaarlijks de leerlingen op die aan die school
voor speciaal onderwijs ingeschreven staan op het uitstroomprofiel
vervolgonderwijs of het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel en naar
verwachting het aankomend schooljaar hun opleiding zullen vervolgen aan
een beroepsopleiding in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
De opgave wordt gedaan aan het college van burgemeester en wethouders
van de woon- of verblijfplaats van de deze leerlingen. Deze informatie
wordt uitsluitend gebruikt om schooluitval bij de overgang naar het
beroepsonderwijs te voorkomen 

2. Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van het eerste lid
regels vastgesteld. Deze betreffen in ieder geval een specificatie van
de bij de opgave te leveren gegevens, het tijdstip en de wijze waarop
deze gegevens worden geleverd. 

B

In artikel 164a, zesde lid, wordt na “de opgave aan burgemeester en
wethouders, bedoeld in” ingevoegd: artikel 42b, eerste lid, en. 

ARTIKEL IV. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES

De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na “hoofdstuk 7” ingevoegd “, 8.0.1 tot
en met 8.0.3” en na “8.2.1”: , 8.2.2a.

2. In het tweede lid wordt na “hoofdstuk 7” ingevoegd “, 8.0.1 tot
en met 8.0.3” en na “8.2.1”: , 8.2.2a.

B

In hoofdstuk 8 wordt vóór titel 1 ingevoegd:

Titel 0. Aanmelding

Artikel 8.0.1. Aanmelding uiterlijk op 1 april 

1. Uiterlijk op 1 april voorafgaand aan een studiejaar meldt degene die
zich als deelnemer wenst in te inschrijven voor een beroepsopleiding die
start bij de aanvang van dat studiejaar, zich aan bij de desbetreffende
instelling. Na de aanmelding kan de betrokkene zijn aanmelding nog
wijzigen. 

2. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal beroepsopleidingen
worden vastgesteld waarvoor de betrokkene zich kan aanmelden.

3. Dit artikel is niet van toepassing op een deelnemer die zich aanmeldt
bij een andere beroepsopleiding dan die waar hij oorspronkelijk was
ingeschreven maar kan aantonen dat de aanmelding het gevolg is van een
beëindiging van de inschrijving op grond van artikel 8.1.7a, op een
zodanig tijdstip dat hij zich niet kon aanmelden uiterlijk 1 april
voorafgaand aan het studiejaar waarvoor hij zich wenst in te schrijven. 

Artikel 8.0.2. Te verstrekken gegevens bij aanmelding

1. Bij de aanmelding, bedoeld in artikel 8.0.1, legt de betrokkene of,
indien deze minderjarig is, zijn ouders, voogden of verzorgers, zijn
persoonsgebonden nummer BES over onder vermelding van, voor zover van
toepassing, de school of instelling waar betrokkene op het moment van
aanmelding staat ingeschreven. 

2. Het persoonsgebonden nummer BES wordt overgelegd door middel van een
van overheidswege verstrekt document, waarop tevens de gegevens over de
geslachtsnaam, voorletters, geboortedatum en het geslacht van betrokkene
zijn vermeld. 

3. Indien aannemelijk kan worden gemaakt dat geen persoonsgebonden
nummer BES kan worden overgelegd, worden in plaats daarvan de
geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van
betrokkene vermeld.

Artikel 8.0.3. Intakeactiviteiten en studiekeuzeadvies 

1. Een betrokkene die uiterlijk 1 april is aangemeld in overeenstemming
met artikel 8.0.1, eerste lid, heeft desgevraagd recht op een
studiekeuzeadvies. 

Dit recht geldt alleen als betrokkene deelneemt aan de
intakeactiviteiten die het bevoegd gezag met het oog op dit
studiekeuzeadvies organiseert.

2. Bij ministeriële regeling kan een maximum aantal studiekeuzeadviezen
worden vastgesteld waarop de betrokkene recht heeft.

3. Het bevoegd gezag kan intakeactiviteiten organiseren en aan de hand
daarvan een studiekeuzeadvies uitbrengen ten behoeve van andere dan de
in het eerste lid bedoelde betrokkenen. 

4. De studiekeuzeadviezen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn
niet bindend.

5. Het bevoegd gezag stelt ter uitvoering van dit artikel nadere regels
vast die in elk geval betrekking hebben op de intakeactiviteiten die
door de instelling, al dan niet per opleiding worden georganiseerd, de
aard en inhoud van de intakeactiviteiten, de termijn waarbinnen de
intakeactiviteiten plaatsvinden en de gevallen waarin, de termijn
waarbinnen en de wijze waarop studiekeuzeadviezen wordt uitgebracht. 

6. Het bevoegd gezag van een instelling op Bonaire, Sint Eustatius en
Saba treft voor inwoners van een land dat behoort tot het Koninkrijk der
Nederlanden, die zich als deelnemer hebben aangemeld maar niet
woonachtig zijn op het desbetreffende eiland, zodanige voorzieningen dat
zij kunnen deelnemen aan de intakeactiviteiten zonder dat hun fysieke
aanwezigheid op de instelling vereist is. Deze voorzieningen maken deel
uit van de nadere regels, bedoeld in het vijfde lid.

7. Het bevoegd gezag stelt de in het vijfde lid bedoelde informatie voor
een ieder beschikbaar uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het
studiejaar waarvoor deze geldt.

C

In artikel 8.1.1a, eerste lid, wordt “De toelating tot de
entreeopleiding, staat” vervangen door: Onverminderd de artikelen
8.1.1, 8.1.2 en 8.1.7b, staat de toelating tot de entreeopleiding. 

D

Artikel 8.1.1b komt als volgt te luiden:

Artikel 8.1.1b. Recht op toelating basisberoepsopleiding, vakopleiding,
middenkaderopleiding en specialistenopleiding

1. Onverminderd de artikelen 8.1.1, 8.1.2 en 8.1.7b, staat de toelating
tot een basisberoepsopleiding, een vakopleiding, een
middenkaderopleiding en een specialistenopleiding open voor degene die
voldoet aan de in de bij of krachtens de artikelen 8.2.1, 8.2.2 en
8.2.2a ten aanzien van die opleidingen gestelde eisen. 

2. Het bevoegd gezag kan voor een opleiding als bedoeld in het eerste
lid het aantal deelnemers beperken wegens de opleidingscapaciteit of uit
oogpunt van arbeidsmarktperspectief. 

3. Het bevoegd gezag kan de toelating van degene die om toelating
verzoekt weigeren indien:

a. paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is op
hem, zijn inschrijving reeds driemaal is beëindigd op grond van artikel
8.1.7a, tweede lid en sinds de laatste dag van inschrijving minder dan
drie studiejaren zijn verstreken; of

b. hij reeds zes jaar of langer in een beroepsopleiding ingeschreven is
geweest zonder een diploma te hebben behaald en sinds de laatste dag van
inschrijving minder dan drie studiejaren zijn verstreken. 

4. Indien een betrokkene niet kan worden ingeschreven op grond van het
tweede lid, of omdat hij niet voldoet aan de voor die opleiding
krachtens artikel 8.2.2a gestelde eisen, biedt het bevoegd gezag deze de
mogelijkheid zich te laten inschrijven aan een andere opleiding aan de
instelling waarvoor de inschrijving wel mogelijk is, rekening houdend
met diens voorkeuren. 

5. Bij een inschrijvingsbeperking als bedoeld in het tweede lid hanteert
het bevoegd gezag geen toelatingscriteria waarbij aan betrokkenen die
aan de vooropleidingseisen voor de desbetreffende opleiding voldoen,
extra eisen worden gesteld aan hun geschiktheid. Onverminderd de vorige
volzin, verleent het bevoegd gezag aan de inschrijving van betrokkenen
die in overeenstemming met artikel 8.0.1, eerste lid, uiterlijk op 1
april voor de desbetreffende opleiding zijn aangemeld, voorrang. 

6. Het bevoegd gezag stelt met in achtneming van de voorgaande leden de
toelatingsprocedure vast en stelt deze informatie uiterlijk 1 februari
voorafgaand aan het studiejaar waarvoor deze geldt, voor een ieder
beschikbaar. 

E

Artikel 8.1.7a komt als volgt te luiden: 

1. Het bevoegd gezag brengt aan iedere deelnemer die zich inschrijft,
advies uit over de voortzetting van zijn opleiding. Aan degenen die zijn
ingeschreven  in een entreeopleiding wordt dit advies uiterlijk binnen
vier kalendermaanden na aanvang van de opleiding gegeven en aan degenen
die zijn ingeschreven voor een basisberoepsopleiding, vakopleiding,
middenkaderopleiding of specialistenopleiding na ten minste drie en
binnen uiterlijk twaalf kalendermaanden na aanvang van de opleiding.

2. In het derde lid, eerste volzin, wordt “entreeopleiding”
vervangen door: opleiding.

F

Na artikel 8.1.7a wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 8.1.7b. Ongeschiktheid voor toekomstige beroepsuitoefening

1. Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen na advies van de
examencommissie en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen de
onderwijsovereenkomst met een deelnemer ontbinden dan wel weigeren, als
die deelnemer door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven
van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe
de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische
voorbereiding op de beroepsuitoefening.

2. Het bevoegd gezag dan wel het bevoegd gezag van een andere instelling
die een zelfde of verwante opleiding verzorgt, kan besluiten de
deelnemer niet opnieuw of niet voor die opleiding in te schrijven. 

G

Na artikel 8.2.2 wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 8.2.2a. Aanvullende eisen	

1. Indien de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een
opleiding voorbereidt, dan wel de organisatie en de inrichting van het
onderwijs, specifieke eisen stellen ten aanzien van kennis of
vaardigheden die niet of niet in voldoende mate onderdeel zijn van het
voortgezet onderwijs, bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs BES,
of scholen en instellingen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra
BES, respectievelijk specifieke eisen stellen ten aanzien van de
eigenschappen van de deelnemer, kunnen bij ministeriële regeling
opleidingen worden aangewezen die op daarbij aangegeven gronden eisen
kunnen stellen in aanvulling op de eisen, bedoeld in de artikelen 8.2.1
en 8.2.2. 

2.Het bevoegd gezag stelt een regeling vast voor de selectiecriteria en
de selectieprocedure en stelt deze uiterlijk 1 februari voorafgaand aan
het studiejaar waar deze voor geldt, voor een ieder beschikbaar. De
selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband
houden met de gronden, bedoeld in het eerste lid. 

3. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, kunnen
tevens voorschriften van procedurele aard worden vastgesteld.

ARTIKEL V. EVALUATIEBEPALING

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt binnen vier
jaar na de inwerkingtreding van deze wet, aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk.

ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   11