[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal

Eindtekst

Nummer: 2016D33688, datum: 2016-09-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z02505:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

8 september 2016





	Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet
rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling
van het College van procureurs-generaal







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de
rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
te wijzigen in verband met de samenstelling van het College van
procureurs-generaal, teneinde de mogelijkheden te verruimen tot het
benoemen van een lid van het College met specialistische kennis en
ervaring op het gebied van financiën en bedrijfsvoering; 

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

De Wet op de rechterlijke organisatie wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van artikel 1, onderdeel b, onder 5º, wordt voor de
puntkomma toegevoegd: , met uitzondering van de procureur-generaal,
bedoeld in artikel 130, vierde lid.

B

In artikel 130 worden, onder vernummering van het vierde lid tot zesde
lid, de volgende leden ingevoegd:

4. Ten hoogste één van de procureurs-generaal, bedoeld in het derde
lid, wordt niet aangesteld als rechterlijk ambtenaar. Deze
procureur-generaal wordt niet benoemd tot voorzitter van het College.

5. De in het vierde lid bedoelde procureur-generaal wordt bij koninklijk
besluit op voordracht van Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen.
Ten aanzien van deze procureur-generaal worden de overige bij of
krachtens de Ambtenarenwet aan het bevoegd gezag toegekende bevoegdheden
uitgeoefend door Onze Minister.

C

In artikel 135, zesde lid, wordt na “De procureurs-generaal” de
volgende zinsnede ingevoegd: , met uitzondering van de in artikel 130,
vierde lid, bedoelde procureur-generaal,

ARTIKEL II

Na artikel 1 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt een
artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Het in deze wet bepaalde ten aanzien van de leden van het College van
procureurs-generaal is niet van toepassing op de procureur-generaal,
bedoeld in artikel 130, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke
organisatie.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1