[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

34528, bijgewerkt t/m nr. 8 (2e NvW d.d. 7 oktober 2016)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2016D34472, datum: 2016-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z15867:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (Tweede Nota van wijziging d.d. 7 oktober 2016)



	34 528 	Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2017)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige
wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van het Ministerie van Veiligheid en
Justitie;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:

0A

	In paragraaf 1 van hoofdstuk III wordt voor artikel 7 een nieuw artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 6b

	Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder centrum voor topsport
verstaan een voorziening waar een topsporter op tenminste
toptalentniveau de mogelijkheid heeft op Ă©Ă©n locatie te trainen, wonen
en studeren.

1A

In artikel 7, zesde lid, onderdeel b, onder 1°, wordt na “voor het
volgen van voortgezet onderwijs” ingevoegd: of een opleiding volgt in
het voorbereidend beroepsonderwijs of in het beroepsonderwijs en als
topsporter op tenminste toptalentniveau een opleiding bij een bij
ministeriële regeling te bepalen centrum voor topsport volgt.

A

Artikel 7c vervalt.

B

In artikel 11, eerste lid, vervalt: dan wel voldoet aan de voorwaarden
van artikel 7c.

C

In artikel 13, tweede en derde lid, wordt “prijsindex
gezinsconsumptie” telkens vervangen door: consumentenprijsindex. 

D

In de artikelen 14a, derde lid, 15, eerste lid, 15a, eerste en tweede
lid, 16, tweede lid, 17, eerste, tweede en derde lid, 17a, eerste, derde
tot en met zesde en tiende lid, 17g, vijfde lid, 19, onderdeel c, 24,
eerste en tweede lid, en 24c, eerste lid, aanhef en onderdeel a, tweede
en derde lid, aanhef en onderdeel b, wordt “de artikelen 7c of 21”
vervangen door: artikel 21.

E

	In artikel 17g, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

ARTIKEL II. ALGEMENE NABESTAANDENWET

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 26a vervalt.

Aa

	In artikel 45, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.  

B

In artikel 66a, eerste en derde lid, wordt “geboren voor 1 januari
1950” vervangen door: rechthebbende op een nabestaandenuitkering.

ARTIKEL III. ALGEMENE OUDERDOMSWET

	De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 9, vierde lid, wordt “artikel 1” vervangen door: artikel
2.

B

	Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

	b. voor elk kalenderjaar dat de pensioengerechtigde na het bereiken van
de aanvangsleeftijd schuldig nalatig is geweest als bedoeld in artikel
61 van de Wet financiering sociale verzekeringen, de over dat jaar
verschuldigde premie, bedoeld in artikel 61, derde lid, onderdeel b, van
die wet, te betalen.

	2. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

	b. voor elk kalenderjaar dat de echtgenoot van de pensioengerechtigde
na het bereiken van de aanvangsleeftijd, doch voor het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd van de pensioengerechtigde, schuldig
nalatig is geweest als bedoeld in artikel 61 van de Wet financiering
sociale verzekeringen, de over dat jaar verschuldigde premie, bedoeld in
artikel 61, derde lid, onderdeel b, van die wet, te betalen.

Ba

	In artikel 17i, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

C

	In artikel 33a, vierde lid, wordt “Artikel 9, zevende lid”
vervangen door: Artikel 9, achtste lid.

ARTIKEL IV. BURGERLIJK WETBOEK

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 671a, vijfde lid, onderdeel b, wordt “als bedoeld in
artikel 628a” vervangen door: waarin de omvang van de arbeid niet is
vastgelegd.

B

In artikel 686a, eerste lid en vierde lid, onderdeel a, wordt “672,
lid 9” vervangen door: 672, lid 10.

ARTIKEL V. BURGERLIJK WETBOEK BES

Artikel 1614ca van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES komt te
luiden:

Artikel 1614ca

1. De vrouwelijke arbeider heeft recht op doorbetaling van het volledige
salaris gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof.

2. Het recht op het zwangerschapsverlof bestaat vanaf zes weken voor de
dag na de vermoedelijke datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan
de werkgever overgelegde schriftelijke verklaring van een arts of
verloskundige, tot en met de dag van de bevalling. Het
zwangerschapsverlof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de
vermoedelijke datum van bevalling.

3. Het recht op bevallingsverlof gaat in op de dag na de dag van de
bevalling en bedraagt tien aaneengesloten weken vermeerderd met het
aantal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke
datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de
werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen.

4. Van dit artikel kan niet ten nadele van de vrouwelijke arbeider
worden afgeweken.

ARTIKEL VI. GEMEENTEWET

In de bij de Gemeentewet behorende Bijlage I, bedoeld in artikel 124b,
eerste lid, van de Gemeentewet, komt onderdeel 4, van onderdeel B te
luiden:

4. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

ARTIKEL VII. INVOERINGSWET NIEUWE EN GEWIJZIGDE
ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSREGELINGEN

In artikel XXIV, vierde lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde
arbeidsongeschiktheidsregelingen wordt na “3:8,” ingevoegd
“3:8a,” en wordt “en 7:2” vervangen door: , 7:2 en 8:10b.

ARTIKEL VIII. INVOERINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN
SABA

In artikel 18.3, zevende lid, van de Invoeringswet openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt “artikel 288 van het Burgerlijk
Wetboek BES” vervangen door: artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek BES.

ARTIKEL IX. PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

0A

	In artikel 8, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van
onderdeel e tot onderdeel d. 

1A

	In artikel 9a, twaalfde lid, wordt “artikel 8, eerste lid, onderdeel
e” vervangen door: artikel 8, eerste lid, onderdeel d.

A

In artikel 15, vierde lid, wordt “de toetsing aan en de toepassing van
de voorwaarden in het tweede lid, onderdeel b” vervangen door: de
toetsing aan en de toepassing van de voorwaarden in het tweede lid,
onderdeel b, in relatie tot het derde lid.

B

Artikel 17, tweede lid, komt te luiden:

2. De belanghebbende verleent het college desgevraagd de medewerking die
redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.

C

In artikel 37, derde lid, vervalt de komma na
“consumentenprijsindex” en wordt “artikel 13, zesde lid,”
vervangen door: artikel 13, zevende lid,.

D

In artikel 38, derde lid, wordt “onderdelen j, n, en z” vervangen
door: onderdelen j, n, en y.

E

In artikel 39, eerste lid, wordt ”artikel 15, eerste lid, onderdeel
b” vervangen door: artikel 15, tweede lid, onderdeel b.

F

Het opschrift van artikel 48 komt te luiden:

Artikel 48. Geldlening en borgtocht 

G

Artikel 53a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na “dan wel de voorzetting daarvan”
ingevoegd: en de arbeidsinschakeling. 

2. In het vijfde lid, wordt “Artikel 40, vierde lid, aanhef en
onderdeel c, en zesde lid, tweede zin, zijn van overeenkomstige
toepassing.” vervangen door: Artikel 40, derde lid, aanhef en
onderdeel c, en vijfde lid, tweede zin, zijn van overeenkomstige
toepassing.

Ga

	In artikel 60, zesde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

H

Artikel 64, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel i komt te luiden:

i. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het
betreft het onderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving
en voedsel, Onze Minister van Economische Zaken;.

2. In onderdeel j wordt “Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie” vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

3. Onderdeel p komt te luiden:

p. Onze Minister betreffende de toepassing van de Wet inburgering;.

I

Artikel, 67, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. Onze Minister voor de uitvoering van de Wet inburgering;. 

ARTIKEL X. REMIGRATIEWET

De Remigratiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2b, eerste lid, onderdeel i, 2b, zesde lid, 6f, eerste
lid, onderdeel e, en 6f, tweede lid, onderdeel a, onder 9 °, wordt
“Wet werk en bijstand” vervangen door: Participatiewet.

B

In artikel 5a wordt “de artikelen 2a, 2b, 4,5,6, 6a en 11,”
vervangen door: de artikelen 4, 5 en 11,.

C

Aan artikel 6aa, eerste lid, wordt toegevoegd: , dan wel de
verplichting, bedoeld in artikel 5a, niet binnen de door de Sociale
verzekeringsbank daarvoor vastgestelde termijn is nagekomen.

D

Aan artikel 6e worden twee leden toegevoegd, luidende:

6. In afwijking van het eerste en tweede lid kan de Sociale
verzekeringsbank besluiten van terugvordering of van verdere
terugvordering af te zien, indien de remigrant, zijn partner, zijn
wettelijk vertegenwoordiger, zijn kinderen dan wel hun wettelijke
vertegenwoordiger:

a. gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft
voldaan;

b. gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen
heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode,
vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de
invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;

c. gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet
aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten, of

d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom, in Ă©Ă©n
keer aflost.

7. Degene van wie wordt teruggevorderd is verplicht desgevraagd aan de
Sociale verzekeringsbank de inlichtingen te verstrekken die voor de
terugvordering van belang zijn.

E

	Artikel 6f wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, vervalt onderdeel b, onder verlettering van de
onderdelen c tot en met e tot de onderdelen b tot en met d.

	2. In het derde lid wordt “hem” vervangen door: haar.

	3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. De in artikel 479g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
aan de raad voor de kinderbescherming toegekende bevoegdheid komt
gelijkelijk toe aan de Sociale verzekeringsbank. Indien de Sociale
verzekeringsbank gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de
bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4:123, eerste
lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per
post aan degene aan wie de boete is opgelegd.

	5. Zolang de belanghebbende zijn verplichting, bedoeld in artikel 6b,
achtste lid, niet of niet behoorlijk nakomt:

	a. is de Sociale verzekeringsbank, in afwijking van artikel 4:93,
vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot verrekening
voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn;

	b. geldt de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met
475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in afwijking van
artikel 4:116 van de Algemene wet bestuursrecht, niet bij de invordering
van een bestuurlijke boete bij dwangbevel.

F

Na artikel 6g wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6h

Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in artikel 6e
is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in
artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL XI. TOESLAGENWET

De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

0A

	In artikel 1, eerste lid, onderdeel f, onder 2°, wordt “bedoeld in
artikel 2, tweede lid” vervangen door: bedoeld in artikel 2, tweede en
zevende lid.

A

In artikel 4a, tweede lid, wordt “artikel 2, eerste, tweede of zesde
lid” vervangen door: artikel 2, eerste, tweede of zevende lid.

B

In artikel 8, derde lid, wordt “artikel 2, zesde lid” telkens
vervangen door: artikel 2, zevende lid. 

C

In de artikelen 8a, eerste lid, onderdeel c, 12, tweede lid, 44f, eerste
lid, en 44g, aanhef, wordt “artikel 2, zesde lid” vervangen door:
artikel 2, zevende lid. 

D

	In artikel 14g, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

ARTIKEL XII. VERZAMELWET SZW 2015

Artikel XXXVI van de Verzamelwet SZW 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel Aa vervalt.

B

Onderdeel F komt te luiden:

F

Artikel 102 komt te luiden:

Artikel 102

1. De artikelen 15 en 16 en de daarop berustende bepalingen en artikel
29, zevende lid, zoals deze luidden voor 1 juli 2015 blijven van
toepassing met betrekking tot de werknemer wiens eerste dag van
werkloosheid op grond van de Werkloosheidswet is gelegen voor die
inwerkingtreding mits het recht op ziekengeld, bedoeld in artikel 29,
tweede lid, is ontstaan voor de omzetting, bedoeld in artikel 130z,
tweede lid, of 130aa, eerste lid, van de Werkloosheidswet.

2. Artikel 29h is niet van toepassing met betrekking tot de werknemer
wiens eerste dag van werkloosheid op grond van de Werkloosheidswet is
gelegen voor 1 juli 2015, mits het recht op ziekengeld, bedoeld in
artikel 29, tweede lid, is ontstaan voor de omzetting, bedoeld in
artikel 130z, tweede lid, of 130aa, eerste lid, van de Werkloosheidswet.

3. Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

ARTIKEL XIII. WERKLOOSHEIDSWET 

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. In afwijking van het eerste lid behoudt een persoon de hoedanigheid
van werknemer voor zover het aantal uren in een kalenderweek waarop hij
de werkzaamheden uit hoofde waarvan hij op grond van deze wet niet als
werknemer wordt beschouwd, verricht niet hoger is dan het gemiddeld
aantal uren per kalenderweek waarop hij deze werkzaamheden verrichtte in
de 26 kalenderweken onmiddellijk voorafgaande aan het moment waarop de
werkzaamheden in dienstbetrekking, waaruit de werknemer werkloos is
geworden, eindigden.

2. In het derde lid wordt “als bedoeld in het tweede lid” vervangen
door: in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige
uitoefening van een beroep.

3. In het vijfde lid wordt “tweede” vervangen door: derde.

B

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel k, wordt “in het vijfde lid,
onderdeel b” vervangen door: in het achtste lid, onderdeel b.

	2. In het eerste lid, onderdeel k, wordt “in het achtste lid,
onderdeel b” vervangen door: in het negende lid, onderdeel b.

3. Onder vernummering van het zesde tot en met dertiende lid tot het
zevende tot het veertiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

6. De werknemer ten aanzien van wie het derde of vierde lid is
toegepast, heeft enkel geen recht op uitkering voor zover het de
beëindiging van de arbeidsovereenkomst, bedoeld in het derde en vierde
lid, betreft.

4. In het twaalfde lid (nieuw) vervalt onderdeel b onder verlettering
van onderdeel c tot onderdeel b.

Ba

	In artikel 27g, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

C

In artikel 68, eerste lid, wordt “19, eerste lid, onderdelen e tot en
met m, derde tot en met zesde lid, achtste lid, en tiende tot en met
dertiende lid,” vervangen door: 19, eerste lid, onderdelen e tot en
met m, derde tot en met zevende lid, negende lid, en elfde tot en met
veertiende lid,.

D

	Aan de artikelen 130bb, eerste lid, en 130dd, eerste lid, wordt een zin
toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste volzin blijft artikel
6, eerste lid, van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, zoals dat
luidde op de dag voor de datum waarop artikel XXVI, onderdeel S, van de
Wet werk en zekerheid in werking is getreden, van toepassing, met dien
verstande dat voor de dagloonvaststelling van een werknemer die in een
aangiftetijdvak geen of minder loon heeft genoten omdat hij de bedongen
arbeid niet heeft verricht wegens ziekte, in aanmerking genomen wordt
het loon in het aangiftetijdvak waarin die ziekte heeft plaatsgevonden.

ARTIKEL XIIIa WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

	De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste en derde lid wordt telkens “USD 6704” vervangen
door: USD 12.844 indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar
lichaam Bonaire, USD 14.521 indien belanghebbende woonachtig is in het
openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 14.677 indien belanghebbende
woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 12.844 indien
belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba.

	2. In het vierde lid wordt “de belastbare som, bedoeld in artikel 24,
eerste lid” vervangen door: het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel
3, tweede lid.

B

	Aan artikel 14, eerste lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en
dat een bij ministeriële regeling in overeenstemming met de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te bepalen bedrag bij de betaling
aan dat orgaan buiten beschouwing wordt gelaten ter voorziening in de
voor rekening van de gepensioneerde blijvende kosten van bestaan.

C

	In Hoofdstuk VII wordt na artikel 43 een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 43.0a

	Op de persoon die op de dag voor de datum van inwerkingtreding van
artikel XIIIa, onderdeel A, van de Verzamelwet SZW 2017 recht heeft op
een partnertoeslag op grond van deze wet en toepassing van dat artikel
tot geen of een lagere toeslag leidt, blijven artikel 7a, eerste en
derde lid, zoals deze luidden op de dag voor de datum van
inwerkingtreding, van toepassing gedurende zes maanden na de dag van
inwerkingtreding van artikel XIIIa, onderdeel A, van de Verzamelwet SZW
2017.

ARTIKEL XIIIb. WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

	Aan artikel 17, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en
wezenverzekering BES wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en dat een
bij ministeriële regeling in overeenstemming met de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport te bepalen bedrag bij de betaling aan
dat orgaan buiten beschouwing wordt gelaten ter voorziening in de voor
rekening van de gepensioneerde blijvende kosten van bestaan.

ARTIKEL XIV. WET ALLOCATIE ARBEIDSKRACHTEN DOOR INTERMEDIAIRS

	Artikel 14b van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

	a. In onderdeel b wordt “of 15” vervangen door: 2a, 15, of 15a. 

	b. Onderdeel c vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot
onderdeel c en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van
onderdeel b door “; of”. 

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. Op verzoek van een erkende certificerende instelling die vermoedt
dat een verklaring toepasselijke wetgeving als bedoeld in artikel 19,
tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees
Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze
van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de
coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2009, L 284)
onterecht danwel onjuist is afgegeven of vervalst is ten behoeve van een
bij een onderneming of rechtspersoon werkzame persoon, verstrekt de
Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, kosteloos aan die instelling
gegevens omtrent de betreffende verklaring, waarvan is gebleken dat deze
verklaring terecht, onterecht, juist dan wel onjuist is afgegeven of
vervalst is. Bij dit verzoek wordt een afschrift van de betreffende
verklaring verstrekt. 

	3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het zesde lid door een
puntkomma wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: de wijze waarop de
gegevensverwerking en het verzoek, bedoeld in het derde lid plaatsvindt.

ARTIKEL XV. WET ARBEID EN ZORG

De Wet arbeid en zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3:10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing indien het
een gelijkgestelde betreft als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,
onderdeel b, onder 2°.

B

Artikel 6:6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende:
In dat geval wordt het recht op verlof opgeschort.

2. In het tweede lid wordt “De tweede zin” vervangen door: De derde
zin.

ARTIKEL XVI. WET ARBEID VREEMDELINGEN

De Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2a, eerste lid, wordt na “ten aanzien waarvan het verbod,
bedoeld in artikel 2, niet geldt” ingevoegd: en die niet behoort tot
de categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel
a,.

B

In artikel 16, tweede lid, wordt na “het burgerservicenummer”
ingevoegd: of het vreemdelingennummer, bedoeld in artikel 107, derde
lid, van de Vreemdelingenwet 2000,. 

ARTIKEL XVII. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als
volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a:4, vierde lid, wordt na “wat onder inkomen” ingevoegd:
per dag in de zin van dit hoofdstuk.

B

	In artikel 3:25, tweede lid, wordt “artikel 3:48, 3:50 of 3:51”
vervangen door: artikel 3:17a, 3:21, vijfde lid, 3:22, zevende lid,
3:48, 3:50 of 3:51.

Ba

	In artikel 3:43, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

ARTIKEL XVIII. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt
gewijzigd: 

A

	In artikel 26, tweede lid, wordt “artikel 58, 59 en 59a” vervangen
door: artikel 16a, 21, zevende lid, 58, 59 of 59a.

B

	In artikel 54, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

ARTIKEL XVIIIa. WET ARBEIDSVOORWAARDEN GEDETACHEERDE WERKNEMERS IN DE
EUROPESE UNIE

	In artikel 12, tweede lid, onderdeel b, van de Wet arbeidsvoorwaarden
gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt “de
dienstontvanger” vervangen door: de dienstverrichter, de
dienstontvanger.

ARTIKEL XIX. WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 38b, eerste lid, wordt “als bedoeld in artikel 10b, eerste
lid, van de Participatiewet en” vervangen door: als bedoeld in artikel
10b, eerste lid, van de Participatiewet.

B

Artikel 38d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid komt te luiden:

7. Het UWV is bevoegd op verzoek van een werkgever aan deze mee te delen
of de door de werkgever aangeduide werknemer, de persoon met wie hij
verwacht een dienstbetrekking aan te gaan of de persoon, die onder zijn
toezicht en leiding arbeid verricht of als bedoeld in artikel 38g,
tweede lid, ter beschikking is gesteld, op basis van het
burgerservicenummer, is opgenomen in de registratie, bedoeld in het
eerste lid.

2. Het tiende lid komt te luiden:

10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels
worden gesteld met betrekking tot: 

a. de ambtshalve verstrekking door het UWV van gegevens uit de
registratie, bedoeld in het eerste lid, aan werkgevers als bedoeld in
het zevende lid;

b. de verstrekking van gegevens aan het UWV door werkgevers als bedoeld
in het zevende lid in verband met het verrichten van arbeid door
arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38g, tweede en vierde lid.

C

In artikel 38f, tweede lid wordt “F = het aantal arbeidsbeperkten,
bedoeld in artikel 38b, tweede lid, in de sector overheid
onderscheidenlijk de sector niet-overheid” vervangen door “F = het
aantal arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38b, tweede lid, bij
werkgevers die op grond van artikel 34, derde en vierde lid,
quotumheffing zijn verschuldigd, in de sector overheid onderscheidenlijk
de sector niet-overheid” en wordt “G = het gemiddeld aantal
verloonde uren van arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b, tweede
lid, in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid.”
vervangen door: G = het gemiddeld aantal verloonde uren van
arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b, tweede lid, in de sector
overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid tezamen die op grond
van artikel 34, derde en vierde lid, quotumheffing zijn verschuldigd.

Ca

	In artikel 38h, derde lid, wordt “1 augustus” vervangen door: 1
november.

D

In artikel 48a, zesde lid, wordt “Artikel 50a” vervangen door:
Artikel 50b.

E

In artikel 48b, tweede lid, wordt “Artikel 50b, derde lid” vervangen
door: Artikel 50c, derde lid.

F

In artikel 93 vervalt: , 101.

G

Artikel 122e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt “ten minste dertien weken voor de datum van
inwerkingtreding, bedoeld in het eerste lid”, vervangen door:
uiterlijk een dag voor de datum van inwerkingtreding, bedoeld in het
eerste lid.

2. In het derde lid wordt “ten minste dertien weken voor die datum”
vervangen door: uiterlijk een dag voor die datum.

H

	In artikel 124a wordt “artikel 73, vierde lid,” telkens vervangen
door “artikel 73, zesde lid”, wordt “artikel 73, zevende lid, in
verbinding met het eerste en tweede lid,” vervangen door “artikel
73, vijfde lid, in verbinding met het eerste tot en met derde lid,” en
wordt “artikel 73, eerste en tweede lid,” vervangen door: artikel
73, eerste tot en met derde lid.

ARTIKEL XX. WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK
ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, tweede lid, onderdeel g, van de vervalt: die.

B

In artikel 8, twaalfde lid, wordt “artikel 21, tweede lid, onderdeel
z, van de Participatiewet” vervangen door: artikel 31, tweede lid,
onderdeel y, van de Participatiewet.

Ba

	In artikel 38a wordt “artikel 8, eerste lid, onderdelen e en f”
vervangen door: artikel 8a, eerste lid, onderdelen c en d.

C

Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel i komt te luiden:

i. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voorzover het
betreft het onderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving
en voedsel, Onze Minister van Economische Zaken;.

2. In onderdeel j wordt “Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie” vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.

3. Onderdeel o komt te luiden:

o. Onze Minister betreffende de toepassing van de Wet inburgering.

D

In artikel 48, eerste lid, komt onderdeel h te luiden:

h. Onze Minister voor de uitvoering van de Wet inburgering;.

ARTIKEL XXI. WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK
ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen c en f vervalt: die.

2. In het tweede lid, tweede zin, wordt “eerste lid,” vervangen
door: eerste lid, onderdelen a, b, c en d,.

B

In artikel 8, achtste lid, wordt “onderdeel z” vervangen door:
onderdeel y.

Ba

	In artikel 38a wordt “artikel 8, eerste lid, onderdelen e en f”
vervangen door: artikel 8a, eerste lid, onderdelen c en d.  

C

Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel i komt te luiden:

i. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voorzover het
betreft het onderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving
en voedsel, Onze Minister van Economische Zaken;.

2. Onderdeel n komt te luiden:

n. Onze Minister betreffende de toepassing van de Wet inburgering.

D

Artikel 48, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. Onze Minister voor de uitvoering van de Wet inburgering;.

E

In artikel 63e, tweede lid, wordt “elfde lid” vervangen door: tiende
lid.

F

Aan hoofdstuk VII wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het
laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:

Artikel 63#

Op de persoon die op de dag voor inwerkingtreding van artikel XXI,
onderdeel A, van de Verzamelwet SZW 2017 recht heeft op een uitkering op
grond van deze wet en toepassing van dat artikel tot een lagere
uitkering leidt, blijft artikel 6, tweede lid, tweede zin, zoals dat
luidde op die dag voor inwerkingtreding, van toepassing gedurende zes
maanden na de dag van inwerkingtreding van artikel XXI, onderdeel A, van
de Verzamelwet SZW 2017.

ARTIKEL XXII. WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES

De Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 18, tweede lid, wordt “artikel 2,” vervangen door:
artikel 2.

B

Hoofdstuk 6 vervalt.

ARTIKEL XXIII. WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG 

De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd: 

A

Aan artikel 13, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze
betalingsverplichtingen kunnen voor te onderscheiden categorieën van
werknemers verschillend worden aangewezen.

B

Artikel 18b, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd: 

1. In onderdeel b vervalt: en.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door “;
en” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. bescheiden waaruit de betalingsverplichtingen of voorschotten blijken
welke met in achtneming van artikel 13 zijn ingehouden op of verrekend
met het minimumloon. 

ARTIKEL XXIV. WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

Na artikel 5 van de Wet ongevallenverzekering BES wordt een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 5a Indexatie tegemoetkoming begrafeniskosten

1. Indien uit de door het Centraal Bureau voor de Statistiek
vastgestelde consumentenprijsindexcijfers voor de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba blijkt dat het prijsindexcijfer voor het
derde kwartaal van het lopende jaar, vergeleken met het prijsindexcijfer
voor het derde kwartaal van het voorafgaande jaar is gestegen of
gedaald, stelt Onze Minister het bedrag vast, dat met ingang van 1
januari van het komende jaar in de plaats treedt van het in artikel 5,
negende lid, genoemde bedrag. Onze Minister bepaalt welke
consumentenprijsindexcijfers voor de toepassing van de eerste zin worden
gebruikt. De consumentenprijsindexcijfers kunnen voor de onderscheiden
openbare lichamen en voor belanghebbenden die woonachtig zijn buiten de
openbare lichamen, verschillend zijn.

2. Indien er naar het oordeel van Onze Minister bijzondere
omstandigheden zijn, kan het bedrag, bedoeld in het eerste lid, bij
ministeriële regeling met ingang van een bij die regeling aan te geven
datum worden gewijzigd. 

3. Het overeenkomstig het eerste lid herziene dan wel overeenkomstig het
tweede lid gewijzigde of vastgestelde bedrag treedt in de plaats van het
bedrag, genoemd in artikel 5, negende lid. 

4. Indien een wijziging als bedoeld in het tweede lid samenvalt met een
herziening als bedoeld in het eerste lid, wordt het bedrag voorafgaande
aan de wijziging herzien en geschiedt de herziening bij de in het tweede
lid bedoelde ministeriële regeling.

ARTIKEL XXV. WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

	De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt
gewijzigd:

A

	In artikel 29g, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

B

	In artikel 59b, tweede lid, wordt “artikel 44” vervangen door:
artikel 39b, 43a, zesde lid, 44 of 47, zevende lid,.

ARTIKEL XXVI. WET OP DE ECONOMISCHE DELICTEN

In artikel 1, sub. 1°, van de Wet op de economische delicten komt de
zinsnede met betrekking tot de Arbeidstijdenwet te luiden:
de Arbeidstijdenwet, de artikelen 8:3, 8:3a, zesde lid, en een niet
naleven als bedoeld in artikel 11:3;.

ARTIKEL XXVII. WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND
VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

Artikel 10 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend
verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als
volgt gewijzigd:

1. De derde zin van het eerste lid komt te luiden: Onze Minister
verstrekt een verslag aan de vereniging, die om het onderzoek heeft
gevraagd over hetgeen uit het onderzoek is gebleken.

2. Na de laatste zin van het eerste lid wordt een zin toegevoegd,
luidende: Het verslag bevat geen gegevens waaruit de identiteit van een
in het onderzoek betrokken werknemer kan worden afgeleid.

3. De derde zin van het tweede lid komt te luiden: Onze Minister
verstrekt een verslag aan de rechtspersoon, die om het onderzoek heeft
gevraagd over hetgeen uit het onderzoek is gebleken.

4. Na de laatste zin van het tweede lid wordt een zin toegevoegd,
luidende: Het verslag bevat geen gegevens waaruit de identiteit van een
in het onderzoek betrokken werknemer kan worden afgeleid.

5. Het derde lid komt te luiden:

3. Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige
toepassing. 

6. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met
betrekking tot het in het eerste en tweede lid genoemde verslag.

ARTIKEL XXVIII. WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het kindgebonden
budget, wordt “Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport”
vervangen door: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

ARTIKEL XXIX. WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt
gewijzigd: 

A

Artikel 33a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is de
verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voor
de verwerking van gegevens van werknemers, uitkeringsgerechtigden als
bedoeld in artikel 1, onderdeel l, aanhef en sub 2, en bij de werknemer
of uitkeringsgerechtigde behorende personen, noodzakelijk voor het
uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 30, eerste lid, en artikel
30a, eerste lid.

2. In het tweede lid wordt “uitkeringsgerechtigden” vervangen door:
personen.

B

In de opschriften van de artikelen 38 en 42 wordt “Inspectie Werk en
Inkomen” vervangen door: Inspectie SZW. 

C

Artikel 54, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel k komt te luiden:

k. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voorzover het
betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van landbouw,
natuurlijke omgeving en voedsel, Onze Minister van Economische Zaken;.

2. In onderdeel m wordt “Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties” vervangen door: Onze Minister. 

Ca

	In artikel 62, eerste lid, wordt “voorvloeit” vervangen door:
voortvloeit.

D

	Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt “of collectieve voorzieningen voor
werknemers” vervangen door “die belast zijn met de uitvoering van de
in de collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen collectieve
voorzieningen voor werknemers of instellingen die belast zijn met de
uitvoering van de in een rechtspositieregeling opgenomen collectieve
voorzieningen voor overheidswerknemers als bedoeld in artikel 1,
onderdeel j, van de Werkloosheidswet” en wordt “van die bij
collectieve arbeidsovereenkomst aangewezen instellingen of
voorzieningen” vervangen door: van de taken voortvloeiend uit de in de
collectieve arbeidsovereenkomst of rechtspositieregeling opgenomen
collectieve voorziening. 

	2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij de
gegevensverwerking op grond van dit lid kan het burgerservicenummer
worden gebruikt. 

	3. In het derde lid, onderdeel a, wordt na “de aanvraag” ingevoegd:
, het aangaan of beëindigen.

ARTIKEL XXX. WET TEGEMOETKOMINGEN LOONDOMEIN

De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, onderdeel f, wordt de puntkomma na
“loonadministratie” vervangen door een dubbele punt.

B

In artikel 2.1 wordt “voor 1 mei” vervangen door: uiterlijk op 1
mei.

C

	Artikel 2.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “in dienstbetrekking is” vervangen door: in
een of meerdere dienstbetrekkingen is.

	2. In onderdeel a wordt in de aanhef “maand” vervangen door:
kalendermaand.

D

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt in de eerste zin “Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen of het college van burgemeester en wethouders
verstrekt aan degene” vervangen door: Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen of, indien het een oudere werknemer betreft die
in de kalendermaand voorafgaand aan zijn dienstbetrekking recht had op
een uitkering op grond van de Participatiewet, de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het college van burgemeester
en wethouders, verstrekt uitsluitend aan degene.

	2. In het eerste lid worden na de eerste zin twee zinnen ingevoegd,
luidende: 

Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het
besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de
doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen
drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking.

3. In het tweede lid, wordt “maand” vervangen door: kalendermaand.

E 

	Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef van het eerste lid wordt “in dienstbetrekking is”
vervangen door: in een of meerdere dienstbetrekkingen is.

	2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt in de aanhef “maand”
vervangen door: kalendermaand.

	3. In het tweede lid komt de zinsnede na onderdeel b te luiden: is de
voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet van toepassing.

F

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste zin “op verzoek van”
vervangen door “uitsluitend aan” en wordt “een verklaring”
vervangen door: op diens verzoek een verklaring.

	2. In het eerste lid worden na de eerste zin twee zinnen toegevoegd,
luidende: 

Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het
besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de
doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen
drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking.

3. In het tweede lid wordt “onmiddellijk voorafgaand” vervangen
door: in de kalendermaand voorafgaand.

G

	Artikel 2.10, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “in dienstbetrekking is” vervangen door: in
een of meerdere dienstbetrekkingen is.

	2. In onderdeel a wordt in de aanhef “maand” vervangen door:
kalendermaand.

H

Artikel 2.11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste zin wordt “op verzoek van” vervangen door
“uitsluitend aan” en wordt “een verklaring” vervangen door: op
diens verzoek een verklaring.

	2. Na de eerste zin worden twee zinnen toegevoegd, luidende: Indien de
doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het besluit tot
weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de
doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen
drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking.

I 

	Artikel 2.14, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt “in dienstbetrekking is” vervangen door: in
een of meerdere dienstbetrekkingen is.

	2. In onderdeel a wordt “maand” vervangen door: kalendermaand.

J

Artikel 2.15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de eerste zin “op verzoek van”
vervangen door “uitsluitend aan” en wordt “een verklaring”
vervangen door: op diens verzoek een verklaring.

	2. Aan het eerste lid, worden na de eerste zin twee zinnen toegevoegd,
luidende: 

Indien de doelgroepverklaring niet kan worden verstrekt, wordt het
besluit tot weigering uitsluitend verstrekt aan de aanvrager van de
doelgroepverklaring. De doelgroepverklaring wordt aangevraagd binnen
drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking.

3. In het tweede lid wordt “onmiddellijk voorafgaand” vervangen
door: in de kalendermaand voorafgaand.

K

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt “in dienstbetrekking is”
vervangen door: in een of meerdere dienstbetrekkingen is.

2. Het eerste lid, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd: 

a. In het eerste subonderdeel wordt “meer bedraagt dan € 9,89”
vervangen door “gelijk is aan of meer bedraagt dan € 9,50”, en
wordt “€ 10,88” vervangen door: € 10,45. 

b. In het tweede subonderdeel wordt “€ 10,88” vervangen door: €
10,45. 

3. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Ingeval de
periode waarin het lage-inkomensvoordeel van toepassing is, in de loop
van een aangiftetijdvak eindigt, wordt die periode verlengd met het
buiten die periode vallende deel van het aangiftetijdvak waarin die
periode eindigt.

L

In artikel 3.2, onderdelen a en b, wordt “per jaar” vervangen door:
per kalenderjaar.

La

	Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. In afwijking van artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet
bestuursrecht beslist de inspecteur op het bezwaarschrift binnen 26
weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen
van het bezwaarschrift is verstreken. De inspecteur beslist op het
bezwaarschrift inzake de verstrekking van een tegemoetkoming als bedoeld
in artikel 2.1 en artikel 3.1 na overleg met het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen.

M

Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel F vervalt het tweede onderdeel, alsmede de aanduiding
“1” voor het eerste onderdeel.

2. Onderdeel H komt te luiden: 

H. De artikelen 122a, 122b en 122c vervallen.

3. De onderdelen I en K vervallen.

N

Artikel 5.2, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 117b, derde lid, onderdeel j, wordt “artikel 8a, tweede
lid, onderdeel b” vervangen door: artikel 8a, tweede lid, onderdeel c.

O

Artikel 6.2, tweede lid, alsmede de aanduiding “1” voor het eerste
lid, vervalt.

ARTIKEL XXXI. WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt “- arbodienst: een dienst als bedoeld in de
Arbeidsomstandighedenwet;” vervangen door: - arbodienst: een dienst
als bedoeld in artikel 14a, tweede en derde lid, van de
Arbeidsomstandighedenwet;.

B

Artikel 25, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De tweede zin komt te luiden: De verlenging bedoeld in de eerste zin,
is ten hoogste 52 weken.

2. In de derde zin wordt “vangt het tijdvak aan” vervangen door:
vangt het verlengde tijdvak aan.

C

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werknemersverzekeringen” vervangen door: Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

2. In het tweede lid, tweede zin, wordt “op dat de werkgever”
vervangen door “opdat de eigenrisicodrager” en vervalt: in de tweede
zin.

3. In het tweede lid wordt na de tweede zin een zin ingevoegd, luidende:
De verlenging, bedoeld in de tweede zin, is ten hoogste 52 weken.

4. In het tweede lid, komt de laatste zin te luiden: Artikel 25, tiende
tot en met zestiende lid, is van overeenkomstige toepassing met dien
verstande dat indien de aanvraag later wordt gedaan dan in of op grond
van artikel 64 voorgeschreven, de beschikking tot verlenging van het
tijdvak, bedoeld in de tweede zin, uiterlijk zes weken voor de afloop
van het op grond van artikel 29, tiende lid, onderdeel a, van de
Ziektewet verlengde tijdvak wordt genomen.

D

Artikel 82 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid komt te luiden:

6. Het eerste lid is niet van toepassing indien de uitkering wordt
toegekend aan een verzekerde die uit de dienstbetrekking waaruit de
WGA-uitkering is ontstaan recht had op ziekengeld als bedoeld in artikel
29, tweede lid, onderdelen d, e, f of g, van de Ziektewet of op
ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c,
dat aan een verzekerde is toegekend direct aansluitend op een
dienstbetrekking waarin recht op ziekengeld als bedoeld in artikel 29,
tweede lid, onderdeel e, f of g, bestond, dan wel indien de uitkering
wordt toegekend in aansluiting op een uitkering toegekend op grond van
de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, of in aansluiting
op een periode waarin recht op arbeidsondersteuning op grond van de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten bestond.

2. In het zevende lid wordt “een werknemer” vervangen door “een
verzekerde” en wordt “die werknemer” vervangen door: de werknemer.

E

In artikel 85, derde lid, wordt “eigen risicodrager” vervangen door:
eigenrisicodrager.

Ea

	In artikel 96, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

F

In artikel 102, vijfde lid, wordt “om andere dan de in het vierde
respectievelijk vierde of vijfde lid bedoelde redenen” vervangen door:
om een andere dan de in het vierde lid bedoelde reden. 

ARTIKEL XXXII. ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd: 

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden, onder vervanging aan het slot van
onderdeel l van de punt door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

m. bedrijfsarts: de persoon, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de
Arbeidsomstandighedenwet, die belast is met de bijstand, bedoeld in
artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet;

n. arbodienst: arbodienst: een dienst als bedoeld in artikel 14a, tweede
en derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet.

B

In artikel 21 wordt na “als bedoeld in artikel 8a” ingevoegd: of
werknemer is als bedoeld in artikel 8c, onderdeel a, voor zover hij
gelijkgestelde is als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdeel b,
onder 2, van de Wet arbeid en zorg.

C

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt na onderdeel b een zin toegevoegd, luidende:
De eerste zin is niet van toepassing op de werknemer waarvan de
werkgever het loon niet voldoet omdat hij verkeert in een toestand als
bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004045/2016-01-01" \l
"HoofdstukIV_Artikel61"  artikel 61  van de Werkloosheidswet gedurende
de periode dat de voor de werknemer rechtens geldende opzegtermijn
langer duurt dan de opzegtermijn, bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/BWBR0004045/2016-01-01" \l
"HoofdstukIV_Artikel64"  artikel 64, eerste lid , onderdeel b, van de
Werkloosheidswet.

2. Het tiende lid komt te luiden:

10. Het tijdvak van 104 weken, bedoeld in het vijfde lid, wordt
verlengd:

a. met de duur van de vertraging indien de aanvraag, bedoeld in artikel
64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later
wordt gedaan dan in of op grond van dat artikel is voorgeschreven;

b. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen op grond van artikel 26, tweede lid, van de Wet
werk en inkomen naar arbeidsvermogen of artikel 71b, derde lid, van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld.

D

Artikel 29b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel d vervalt: of.

b. Aan het slot van onderdeel e wordt toegevoegd: of.

c. Na onderdeel e wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. die arbeid verricht in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel
10b, derde lid, van de Participatiewet, niet zijnde een werknemer als
bedoeld in onderdeel e. 

d. In de laatste zin wordt “bedoeld in onderdeel e” vervangen door:
bedoeld in de onderdelen e en f. 

2. In het derde lid wordt “Het tweede lid, onderdeel e” vervangen
door “Het tweede lid, onderdelen e en f” en wordt “het tweede lid,
onderdelen d en e” vervangen door: het tweede lid, onderdelen d, e en
f.

3. In het elfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 38b, eerste lid,
onderdeel d” vervangen door: artikel 38b, eerste lid, onderdelen d en
e.

E

Na artikel 29g wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 29h

1. In afwijking van de artikelen 29, achtste lid, en 29a, eerste, tweede
en vierde lid, wordt het ziekengeld van degene die laatstelijk verzekerd
was op grond van artikel 7, onderdeel a, of 8c, onderdeel a, en recht
had op een uitkering op grond van artikel 3:7, eerste lid, 3:8 of 3:10,
eerste lid, van de Wet arbeid en zorg omdat zij als werknemer werd
aangemerkt omdat zij verzekerd was op grond van artikel 7, onderdeel a,
vastgesteld overeenkomstig artikel 47, eerste lid, onderdeel b, van de
Werkloosheidswet, met dien verstande dat de factor 0,7 op 1 wordt
gesteld als het recht op ziekengeld is gebaseerd op artikel 29, tweede
lid, onderdeel e of f. Hierbij zijn de bepalingen met betrekking tot het
dagloon, maandloon en inkomen van artikel 1b van de Werkloosheidswet en
de daarop berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing. Bij deze
vaststelling blijft artikel 31, tweede lid, buiten toepassing met dien
verstande dat het loon, bedoeld in artikel 30, tweede lid, aangemerkt
wordt als inkomen als bedoeld in artikel 47 van de Werkloosheidswet.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op degene die recht
heeft op ziekengeld omdat hij laatstelijk verzekerd was op grond van
artikel 8 en dat ziekengeld werd berekend op grond van het eerste of dit
lid.

F

Artikel 45, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel j, wordt “of het Uitvoeringsfonds voor de overheid”
vervangen door: , het Uitvoeringsfonds voor de overheid of de
Werkhervattingskas. 

2. In onderdeel r, wordt na “instanties” ingevoegd: en jegens de
eigenrisicodrager en de bedrijfsarts of arbodienst van de
eigenrisicodrager.

Fa

	In artikel 45g, vijfde lid, onderdeel a, wordt “artikel 4.93”
vervangen door: artikel 4:93.

G

Artikel 52e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen kan” vervangen door: Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen en de eigenrisicodrager kunnen.

2. Onder vernummering van het vijfde tot het zesde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

5. In afwijking van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, is de persoon
die onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats als bedoeld in het
eerste of tweede lid verricht, voor de duur van de proefplaatsing niet
verplicht passende arbeid te verkrijgen.

H

In artikel 60 wordt “ten laste van de sectorfondsen en ten laste van
het Algemeen Werkloosheidsfonds, bedoeld in de artikelen 94 en 93 van de
Wet financiering sociale verzekeringen” vervangen door: ten laste van
het Algemeen Werkloosheidsfonds, de sectorfondsen, het Uitvoeringsfonds
voor de overheid, het Arbeidsongeschiktheidsfonds en de
Werkhervattingskas, genoemd in de artikelen 93, 94, 106, 112 en 113a van
de Wet financiering sociale verzekeringen.

I

Artikel 63c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt “eigen risicodrager” vervangen door:
eigenrisicodrager.

2. In het tweede lid wordt “een persoon als bedoeld in artikel 14,
eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de
bijstand, bedoeld in onderdeel b van dat lid of een arbodienst als
bedoeld in die wet” vervangen door: een bedrijfsarts of een
arbodienst. 

3. In het derde lid wordt “een persoon als bedoeld in artikel 14,
eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de
bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, of een
arbodienst als bedoeld in die wet” vervangen door: een bedrijfsarts of
een arbodienst.

J

In artikel 75 vervalt onderdeel d, onder vervanging aan het slot van
onderdeel c van de puntkomma door een punt.

ARTIKEL XXXIII. WET VAN 23 DECEMBER 2015 HOUDENDE WIJZIGING VAN DE
PARTICIPATIEWET, DE ZIEKTEWET, DE WET WERK EN INKOMEN NAAR
ARBEIDSVERMOGEN EN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN IN VERBAND
MET HARMONISATIE VAN INSTRUMENTEN TER BEVORDERING VAN ARBEIDSDEELNAME
VAN ARBEIDSBEPERKTEN (STB. 2015, 547)

In artikel IV van de Wet van 23 december 2015 houdende wijziging van de
Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband
met harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname
van arbeidsbeperkten (Stb. 2015, 547) komt het tweede onderdeel, onder
b, te luiden:

b. De onderdelen d, e, en f vervallen.

ARTIKEL XXXIIIa. WET VAN 23 AUGUSTUS 2016, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE
SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN IN VERBAND MET DE REGELING VAN DE BESTUURLIJKE
BOETE (STB. 2016, 318)

	De Wet van 23 augustus 2016, houdende wijziging van de
socialezekerheidswetten in verband met de regeling van de bestuurlijke
boete (Stb. 2016, 318) wordt als volgt gewijzigd:

 

A

	Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

	In artikel 14g, eerste lid, wordt na “verrekent de bestuurlijke
boete” ingevoegd: en een eerdere bestuurlijke boete wegens eenzelfde
gedraging als bedoeld in artikel 14a, vijfde lid,.

B

	Artikel XIV, onderdeel C, komt te luiden:

C

	In artikel 60, vierde lid, wordt na “een bestuurlijke boete”
ingevoegd: of een eerdere bestuurlijke boete wegens eenzelfde gedraging
als bedoeld in de artikelen 18a, vijfde lid, of 47g, vijfde lid,.

C

	Artikel XV, vierde onderdeel, komt te luiden:

 

	4. Het zesde lid komt te luiden:

	6. De Sociale verzekeringsbank kan afzien van het opleggen van een
bestuurlijke boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

ARTIKEL XXXIV. INWERKINGTREDING

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kunnen
terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor
de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan
artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.

ARTIKEL XXXV. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet SZW 2017.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   16