[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties (PbEU 2014, L 257) (Implementatiewet toegang basisbetaalrekening)

Eindtekst

Nummer: 2016D35558, datum: 2016-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z10657:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

22 september 2016





	Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van
richtlijn nr. 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23
juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met
betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een
andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met
basisfuncties (PbEU 2014, L 257) (Implementatiewet toegang
basisbetaalrekening)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van
richtlijn nr. 2014/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23
juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid van de in verband met
betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het overstappen naar een
andere betaalrekening en de toegang tot betaalrekeningen met
basisfuncties (PbEU 2014, L 257) noodzakelijk is om regels te stellen
met betrekking tot basisbetaalrekeningen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van “basisbankrekening” vervalt.

2. In de alfabetische volgorde worden twee definities ingevoegd,
luidende:

basisbetaalrekening: een betaalrekening, met inbegrip van bijbehorende
betaalinstrumenten, waarbij debetstand niet mogelijk is;

richtlijn betaalrekeningen: richtlijn nr. 2014/92/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de vergelijkbaarheid
van de in verband met betaalrekeningen aangerekende vergoedingen, het
overstappen naar een andere betaalrekening en de toegang tot
betaalrekeningen met basisfuncties (PbEU 2014, L 257);.

B

In artikel 4:2c wordt “afdeling 4.2.4, paragraaf 4.3.8.1 en de
artikelen 4:17, 4:19, eerste, tot en met derde lid, en 4:22” vervangen
door: afdeling 4.2.4, de paragrafen 4.3.1.8 en 4.3.8.1. en de artikelen
4:17, 4:19, eerste tot en met derde lid, 4:22 en 4:25.

C

Paragraaf 4.3.1.8 komt te luiden:

§ 4.3.1.8. Basisbetaalrekening

Artikel 4:71f

1. Een bank die in Nederland betaalrekeningen aan consumenten aanbiedt,
stelt consumenten die rechtmatig in de Europese Unie verblijven op
verzoek in de gelegenheid een basisbetaalrekening in euro’s aan te
vragen en te gebruiken, ongeacht de nationaliteit of woonplaats van de
consument en ongeacht enige andere grond als bedoeld in artikel 21 van
het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.  

2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder consumenten die
rechtmatig in de Europese Unie verblijven mede verstaan consumenten die
in de Europese Unie verblijven en die geen vast adres hebben dan wel in
afwachting zijn van de beslissing op een asielaanvraag of die om
wettelijke of feitelijke redenen niet kunnen worden uitgezet.

3. Een basisbetaalrekening omvat de diensten, genoemd in artikel 17,
eerste lid, van de richtlijn betaalrekeningen, voor zover de aangezochte
bank die diensten ook aanbiedt aan consumenten die een andere
betaalrekening dan een basisbetaalrekening aanhouden bij de betreffende
bank.

4. De bank opent een basisbetaalrekening uiterlijk tien werkdagen na
ontvangst van de volledige aanvraag, tenzij een of meer van de
weigeringsgronden, bedoeld in artikel 4:71g van toepassing zijn.

5. De bank verplicht de aanvrager bij het openen van een
basisbetaalrekening niet tot het afnemen van andere diensten of
producten, tenzij het gaat om de verplichting tot het deelnemen in het
eigen vermogen van de betreffende bank en de bank alle consumenten
hiertoe verplicht bij het openen van een betaalrekening.

6. De bank biedt de diensten, bedoeld in het derde lid, kosteloos of
tegen een redelijke vergoeding aan. De bank brengt niet meer dan een
redelijke vergoeding in rekening bij de consument in geval van
niet-nakoming van de verbintenissen uit hoofde van de raamovereenkomst
voor betaaldiensten.

7. Het is een bank als bedoeld in het eerste lid niet toegestaan om
basisbetaalrekeningen uitsluitend via internet aan te bieden.

Artikel 4:71g

1. Een bank weigert een basisbetaalrekening te openen, indien de bank
bij het openen daarvan niet kan voldoen aan de bij of krachtens de Wet
ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme gestelde
eisen.

2. Een bank mag voorts het openen van een basisbetaalrekening weigeren
indien de aanvrager:

a. niet kan aantonen een werkelijk belang te hebben bij het openen van
een basisbetaalrekening in Nederland;

b. bij een in Nederland gevestigde bank een aanvraag voor een
basisbetaalrekening heeft lopen of reeds een betaalrekening aanhoudt bij
een andere in Nederland gevestigde bank, waarmee hij gebruik kan maken
van de diensten, genoemd  in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn
betaalrekeningen, tenzij de aanvrager verklaart ervan in kennis te zijn
gesteld dat die betaalrekening zal worden opgeheven;

c. minder dan acht jaar geleden onherroepelijk is veroordeeld voor een
misdrijf als bedoeld in de artikelen 225, 227a, 326, 341, 420 bis of 420
ter van het Wetboek van strafrecht;

d. een basisbetaalrekening had die op grond van artikel 4:71i, eerste
lid, onderdeel f, minder dan twee jaar geleden is beëindigd; of

e. weigert om desgevraagd de in het derde lid bedoelde verklaring te
ondertekenen.

3. Het is de bank toegestaan om, alvorens een basisbetaalrekening te
openen, bij andere in Nederland gevestigde banken na te gaan of de
aanvrager aldaar reeds een betaalrekening aanhoudt of heeft aangevraagd.
De bank mag de aanvrager verzoeken om een verklaring te ondertekenen
waaruit blijkt dat hij geen andere betaalrekening aanhoudt of heeft
aangevraagd bij een in Nederland gevestigde bank.

Artikel 4:71h

1. Binnen tien werkdagen na ontvangst van de volledige aanvraag
informeert de bank de aanvrager over de weigering een
basisbetaalrekening te openen.

2. De weigering, bedoeld in het eerste lid, geschiedt schriftelijk en
kosteloos, en onder opgaaf van redenen, tenzij dit laatste in strijd zou
zijn met de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme of met de nationale veiligheid of de openbare orde.

3. Indien een bank weigert een basisbetaalrekening te openen, stelt de
bank de aanvrager op de hoogte van:

a. de interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17;

b. het recht van de consument om een klacht in te dienen bij de
Autoriteit Financiële Markten en het Klachteninstituut Financiële
Dienstverlening, met vermelding van de contactgegevens van de Autoriteit
Financiële Markten en het Klachteninstituut Financiële
Dienstverlening.

Artikel 4:71i

1. Een bank kan een overeenkomst met de houder van de
basisbetaalrekening of een raamovereenkomst waarin toegang tot een
basisbetaalrekening wordt geregeld eenzijdig beëindigen indien de
houder van die rekening:

a. gedurende meer dan 24 opeenvolgende maanden op de basisbetaalrekening
geen transacties heeft verricht;

b. een tweede betaalrekening, waarmee hij gebruik kan maken van de in
artikel 17, eerste lid, van de richtlijn betaalrekeningen genoemde
diensten, bij een andere in Nederland gevestigde bank heeft;

c. niet langer rechtmatig in de Europese Unie verblijft;

d. onherroepelijk is veroordeeld voor een misdrijf als bedoeld in de
artikelen 225, 227a, 326, 341, 420 bis of 420 ter van het Wetboek van
strafrecht;

e. onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt om toegang tot de
basisbetaalrekening te verkrijgen en verstrekking van de juiste en
volledige informatie ertoe zou hebben geleid dat de bank het openen van
een basisbetaalrekening zou hebben geweigerd op grond van artikel 4:71g;
of

f. de basisbetaalrekening opzettelijk heeft gebruikt voor het plegen van
strafbare feiten.

2. Indien de bank voornemens is de overeenkomst te beëindigen op grond
van het eerste lid, onderdeel a, b of c, stelt zij de rekeninghouder
twee maanden voor de beëindiging van de overeenkomst hiervan in kennis.

3. Indien de bank de overeenkomst beëindigt op grond van het eerste
lid, onderdeel d, e of f, beëindigt zij de overeenkomst onmiddellijk en
stelt zij de rekeninghouder hiervan in kennis.

4. Artikel 4:71h, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de
kennisgeving, bedoeld in het tweede en derde lid.

Artikel 4:71j

1. Onze Minister draagt zorg voor de kosteloze toegang van consumenten
tot ten minste één vergelijkingswebsites als bedoeld in artikel 7,
eerste lid, van de richtlijn betaalrekeningen, die voldoet aan het
bepaalde in artikel 7, derde lid, van die richtlijn. 

2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met
betrekking tot de in het eerste lid bedoelde vergelijkingswebsite. 

3. De Autoriteit Financiële Markten plaatst op haar website een
verwijzing naar de in het eerste lid bedoelde vergelijkingswebsite.

C

De bijlagen behorende bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden als volgt
gewijzigd:

1. In de opsomming van de artikelen in het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen wordt in beide bijlagen “4:71f, eerste
lid” vervangen door: 4:71f.

2. In de opsomming van de artikelen in het Deel Gedragstoezicht
financiële ondernemingen wordt in beide bijlagen in de numerieke
volgorde ingevoegd:

4:71g, eerste lid

4:71h

4:71i, tweede tot en met vierde lid

ARTIKEL II

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2, vijfde lid, komt te luiden:

5. In het plan kan de gemeenteraad aangeven onder welke voorwaarden het
college de verzoeker verplicht te beschikken over een
basisbetaalrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het
financieel toezicht.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet toegang
basisbetaalrekening.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1