[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Bepalingen verband houdende met de vestiging in Nederland van de Kosovaarse Speciale Kamers en Speciale Aanklager met het oog op de berechting van ernstige misdrijven gepleegd in Kosovo tussen 1 januari 1998 en 31 december 2000 (Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo)

Eindtekst

Nummer: 2016D35559, datum: 2016-09-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2016Z12215:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

22 september 2016





	Bepalingen verband houdende met de vestiging in Nederland van de
Kosovaarse Speciale Kamers en Speciale Aanklager met het oog op de
berechting van ernstige misdrijven gepleegd in Kosovo tussen 1 januari
1998 en 31 december 2000 (Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo)







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enige
wettelijke voorzieningen te treffen teneinde uitvoering te geven aan het
op 15 februari 2016 te Pristina gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de
Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:

a. Instellingswet: de wet van 3 augustus 2015, No. 05/L-053, van de
Republiek Kosovo, waarmee de Speciale Kamers en de Speciale Aanklager
zijn ingesteld; 

b. Speciale Kamers: de Speciale Kamers, met inbegrip van de griffie,
bedoeld in de Instellingswet;

c. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

d. doorvoer: het begeleid vervoer over Nederlands grondgebied van een
persoon afkomstig van een vreemde staat en met als bestemming de
Speciale Kamers, dan wel afkomstig van de Speciale Kamers en met als
bestemming een vreemde staat;

e. overlevering: de terbeschikkingstelling van een persoon door
Nederland aan de Speciale Kamers op grond van artikel 3.

2. In deze wet wordt mede verstaan onder:

a. in Nederland: in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba;

b. Nederlandse ambtenaren: ambtenaren van de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba;

c. Nederlands grondgebied: het grondgebied van de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

d. Nederlandse wet: een wet die van kracht is in de openbare lichamen
Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 2

De Nederlandse wet is niet van toepassing op vrijheidsontneming,
ondergaan op last van de Speciale Kamers binnen aan de Speciale Kamers
in Nederland ter beschikking gestelde ruimten.

Artikel 3

Op verzoek van de Speciale Kamers worden personen die zijn ontsnapt uit
de vrijheidsontneming binnen in Nederland aan de Speciale Kamers ter
beschikking gestelde ruimten of tijdens transport, overeenkomstig de
artikelen 4 tot en met 6 aan de Speciale Kamers overgeleverd.

Artikel 4

1. Op verzoek van de Speciale Kamers kunnen de personen, bedoeld in
artikel 3, die in Nederland worden aangetroffen, voorlopig worden
aangehouden.

2. Iedere officier van justitie en hulpofficier van justitie is bevoegd
de voorlopige aanhouding te bevelen.

3. De artikelen 14, tweede tot en met het vijfde lid, 15, 16, eerste
lid, onder a, 16a en 17 van de Uitleveringswet zijn van overeenkomstige
toepassing, met dien verstande dat de aangehouden persoon zo spoedig
mogelijk voor de officier van justitie bij het arrondissementsparket Den
Haag wordt geleid. Voor de toepassing van artikel 16a van de
Uitleveringswet wordt in plaats van «officier van justitie bij het
arrondissementsparket te Amsterdam» telkens gelezen: de officier van
justitie bij het arrondissementsparket Den Haag.

Artikel 5

1. Tot het in behandeling nemen van verzoeken van de Speciale Kamers tot
overlevering is de rechtbank Den Haag bij uitsluiting bevoegd.

2. De artikelen 21 tot en met 27 – met uitzondering van artikel 26,
derde lid – en 28, eerste lid, van de Uitleveringswet zijn van
overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing van artikel 22a van de
Uitleveringswet wordt in plaats van «officier van justitie bij het
arrondissementsparket Amsterdam» gelezen: de officier van justitie bij
het arrondissementsparket Den Haag.

3. Bevindt de rechtbank die over de vatbaarheid voor inwilliging van het
verzoek van de Speciale Kamers moet oordelen hetzij dat ten aanzien van
de aan haar voorgeleide persoon niet kan worden vastgesteld dat deze
degene is wiens overlevering is gevraagd, hetzij dat de overlevering is
gevraagd ter zake van strafbare feiten waarvan de Speciale Kamers
ingevolge de Instellingswet kennelijk niet bevoegd zijn kennis te nemen,
dan verklaart zij bij haar uitspraak de overlevering ontoelaatbaar. 

4. In andere dan de in het derde lid voorziene gevallen verklaart de
rechtbank bij haar uitspraak de overlevering toelaatbaar. De uitspraak
is dadelijk uitvoerbaar.

5. De artikelen 29, 30, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, 32,
33, eerste en tweede lid, 36, 41 tot en met 47 – met uitzondering van
de verwijzing in artikel 47, derde lid, naar artikel 552d, tweede lid,
van het Wetboek van Strafvordering – en 52 tot en met 60 van de
Uitleveringswet zijn van overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing
van artikel 41, vijfde lid, van de Uitleveringswet wordt in plaats van
«officier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam»
gelezen: de officier van justitie bij het arrondissementsparket Den
Haag.

Artikel 6

Na inwilliging van het verzoek om overlevering wordt de over te leveren
persoon terstond ter beschikking van de Speciale Kamers gesteld. Een
overeenkomstig artikel 27 van de Uitleveringswet bevolen
vrijheidsbeneming kan tot dan toe worden voortgezet.

Artikel 7

Personen die zich in Nederland bevinden en wier medebrenging als getuige
of deskundige door de Speciale Kamers is gelast, kunnen op last van de
officier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag worden
aangehouden en ter beschikking worden gesteld van de Speciale Kamers.

Artikel 8

1. Getuigen of deskundigen, van welke nationaliteit ook, die, gehoor
gevende aan een dagvaarding of oproeping van de Speciale Kamers of als
gevolg van een bevel tot medebrenging van de Speciale Kamers, naar
Nederland komen, kunnen in Nederland niet worden vervolgd, aangehouden
of aan enige andere vrijheidsbeperkende maatregelen worden onderworpen
voor feiten of veroordelingen die voorafgingen aan hun aankomst in
Nederland.

2. De in het eerste lid bedoelde immuniteit vervalt indien de getuige of
deskundige, hoewel hij gedurende vijftien achtereenvolgende dagen na het
tijdstip waarop zijn aanwezigheid niet meer door de Speciale Kamers werd
vereist, de mogelijkheid had Nederland te verlaten maar hier te lande is
gebleven of in Nederland is teruggekeerd na het te hebben verlaten.

Artikel 9

Personen die ingevolge de Instellingswet geen aanspraak kunnen maken op
immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht van de Speciale Kamers, kunnen
voor de toepassing van deze wet een dergelijke aanspraak evenmin maken
ten aanzien van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en de
uitvoerbaarheid van zijn beslissingen.

Artikel 10

1. De doorvoer van personen geschiedt in opdracht van de Speciale Kamers
door en onder de bewaking van door Onze Minister aangewezen Nederlandse
ambtenaren.

2. Het transport in Nederland buiten de onder het gezag van de Speciale
Kamers staande ruimten van de verdachte of van andere personen aan wie
op last van de Speciale Kamers hun vrijheid is ontnomen, geschiedt in
opdracht van de Speciale Kamers door en onder de bewaking van door Onze
Minister aangewezen Nederlandse ambtenaren.

3. De in dit artikel bedoelde ambtenaren zijn bevoegd alle dienstige
maatregelen te nemen ter beveiliging van de betrokken personen en ter
voorkoming van hun ontvluchting.

Artikel 11

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo.

Artikel 12

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4